Vergadering van Woensdag 18 Januari 1919.
f. schrijven van den heer Jac. Mes, houdende mede
deeling, dat hij wegens vertrek uit de gemeente bedankt
als lid van het Bestuur van de Gem. Instelling voor
Maatschappelijk Hulpbetoon.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad
van Leeuwarden van Woensdag 18 Januari 1939. -481
Aanwezig 29 leden.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Beëediging van het nieuw inkomende lid. den
heer M. Meek.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
in de plaats van den heer J. H. Hellema te benoemen tot
voorzitter van het stembureau in stemdistrict 27 voor
de verkiezing van leden der Provinciale Staten en van
dat in stemdistrict 8 van kieskring III voor die van
leden van den Gemeenteraad, den heer M. Meek, lid
van den Raad.
4. Alsvoren tot verkoop van grond vóór de per-
ceelen Nieuweburen nos. 112 en 114 aan H. Wellema
(bijlage no. 1
5. Alsvoren tot opheffing van de onbewoonbaar
verklaring van de woning Nieuweburen no. 51 (bijlage
no. 3).
6. Alsvoren tot vaststelling van de afrekening van
de vergoeding voor het vakonderwijs aan de bijzondere
scholen over de jaren 1932 en 1933 (bijlage no. 2).
Punt 1. De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten
hebben bericht, geen bezwaar te hebben tegen
toelating van den heer Meek als lid van den
Raad.
De heer Meek, door den Secretaris binnengeleid,
wordt door den Voorzitter beëedigd en legt daartoe,
in handen van dezen, de voorgeschreven eeden, bedoeld
bij art. 45 der Gemeentewet, af.
De Voorzitter wenscht, namens den Raad, den heer
Meek geluk met zijn intrede als Raadslid. Het is voor
de Gemeente tegenwoordig geen aangename tijd, vooral
wat de financiën betreft; spreker hoopt, dat het den heer
Meek gegeven mag zijn de zaken der gemeente tot diens
genoegen en tot genoegen van den Raad te behartigen.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat bij Kon. besluit zijn goedgekeurd de Raads
besluiten van 16 November 1938 tot vaststelling van
verordeningen tot heffing van schoolgeld aan de gem.
bewaarscholen en voor het lager onderwijs
b. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de Raads
besluiten van 16 November 1938 tot wijziging van de
voorwaarden der obligatieleening van de N.V. Cen
trale Ammoniakfabriek en van 28 December 1938 tot
afstand van bouwterrein aan de Geraniumstraat, ver
huring van terrein aan de Vondelstraat en van de boe-
renhuizinge met landerijen aan de Potmarge en eenige
perceelen gardeniersland en weiland
c. proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger
d. rapporten omtrent het opnemen van de kassen
van de Gemeentewerken, het Gem. Grondbedrijf, het
Gem. Woningbedrijf, de Gem. Gasfabriek, het Gem.
Electriciteitbedrijf, de Gem. Reiniging, het Openbaar
Slachthuis, het Stads-Ziekenhuis en de Gem. Instelling
voor Maatschappelijk Hulpbetoon
e. schrijven van mevr. A. van Raay—Ronhaar,
houdende mededeeling, dat zij de benoeming tot lid van
het bestuur van de Gem. Instelling voor Maatschap
pelijk Hulpbetoon aanneemt
Voor kennisgeving aangenomen.
g. schrijven van de heeren G. Dijkstra R.Hzn.,
F. J. A. Fritzlin, G. Grondsma Jr., mr. J. B. J. Heij-
meijer, mr. R. Veldman Kzn., V. Frantzen en J. Ham
stra, bestuursleden van de Gem. Instelling voor Maat
schappelijk Hulpbetoon, houdende bericht, dat zij in
verband met de niet-herbenoeming als zoodanig van
mej. M. A. B. Sligting, zich gedwongen zien voor het
lidmaatschap te bedanken.
Wordt voorgesteld voor kennisgeving aan te nemen.
De Voorzitter heeft naar aanleiding hiervan een
voorstel van den heer Turksma ontvangen, luidende
„Ondergeteekende stelt voor, naar aanleiding van
den brief der bestuurderen van Maatschappelijk
Hulpbetoon, een besloten zitting te houden.''
De heer Buiël vraagt waarom besloten zitting wordt
gevraagd.
De heer Turksma zegt, dat er zich hier omstandig
heden voordoen, die om oplossing vragen. Welke op
lossing denken B. en W. zich Aan de hand daarvan
zou de Raad een oplossing kunnen vinden.
De Voorzitter: De oplossing is, dat er nieuwe be
stuursleden benoemd worden. Wil de heer Turksma
zijn voorstel nader toelichten
De heer Turksma acht de oplossing van deze zaak
niet bevredigend. Naar aanleiding van de verkiezing
in de vorige vergadering zijn er omstandigheden ont
staan, welke nadere toelichting eischen in besloten
vergadering.
De heer Van der Meulen wil zich, daar hij niet weet,
wat de heer Turksma in besloten zitting te berde zal
brengen, niet tegen besloten vergadering verzetten,
maar behoudt zich het recht voor in openbare verga
dering op de zaak terug te komen.
Mevrouw Van DijkSmit acht besloten zitting over
bodig. Over een oplossing behoeft niet te worden ge
sproken, doch B. en W. moeten een nieuwe aanbeveling
opmaken.
De heer Praamsma vraagt stemming over het voor-
stel-Turksma.
De Voorzitter zegt, dat volgens art. 49 Gem.wet in
besloten zitting kan worden gegaan, als een vijfde deel
der aanwezige leden dit vordert. Welke leden vragen
besloten zitting
De heer Buiël zegt, dat de heer Turksma besloten
zitting vraagt, terwijl het wetsartikel spreekt van vor
deren.
De heer Turksma: Er wordt allicht over personen
gesproken en daarom doe ik dit voorstel.
De Voorzitter constateert, dat het vereischte aantal
leden besloten zitting vordert; daarin kan worden be
slist, of er verder in besloten vergadering zal worden
beraadslaagd.
De Voorzitter doet de deuren sluiten.
Na heropening der openbare vergadering zegt de
heer Rom Colthoff, dat hij door uitstedigheid de be
noeming van mevr. Van Raay niet heeft bijgewoond.
Toen hij het courantenverslag las, dacht hij aanvan
kelijk, dat een mededeeling van B. en W., dat mej.