30 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939. Spr. heeft in het College voorgesteld in 1939 de 17.000.aan het plein te besteden en aansluitend in het volgende jaar nog 13.000.en het plein is klaar, maar B. en W. vonden het beter eerst eens met den Comm. der Koningin te gaan praten, omdat deze zijn persoonlijk oordeel had gegeven. Spr. en de heer De Boer hebben daarop een bespreking met den Commis saris gehad, die ook voelde voor den logischen gedach- tengang, volgende uit de woorden van den Minister. Hij achtte het echter beter b.v. 3 jaar lang 10.000. te besteden; B. en W. zouden verder nog zien, of zij deze verbetering op den Kap.dienst zouden zetten, of dat zij er een tijdelijke kasgeldleening voor zouden nemen. Toen kwam den dag daarop (15 Dec.) de brief van den Commissaris en wisten B. en W. heelemaal geen oplossing meer. En dit is de reden, dat geen post op de begrooting is gebracht. Er zijn twee voorstellen inge diend. De verbetering uit den gewonen onderhoudspost te betalen beteekent, dat 10 jaar lang 3000.aan dien post, door de Commissie toch al tot het minimum teruggebracht, wordt onthouden. Dan lijkt B. en W. een betere oplossing om 10 jaar lang 3000.van de 17.000.op te soupeeren. Er zal toch iets moeten gebeuren en dan is dè oplossing, om de verbetering buiten den gewonen dienst om tot stand te brengen en daarbij baseert men zich tevens op de gedachte van den Minister, al zal dat ook wel weer niet worden goed gevonden. De heer De Boer (weth.) acht het thans niet den tijd voor verlaging van den erfpachtscanon, wat ook een slechten indruk op hoogere instanties zou maken. Met den lagen rentestandaard heeft de canon niets te maken. Er is ook een tijd geweest, dat de gemeente tegen een hoogere rente dan 6 moest leenen, maar toen werd er niet aan gedacht den canon te verhoogen. De be doeling van erfpachtsuitgifte is, dat de gronden geen speculatieobject mogen zijn en de gemeente er na afloop van den termijn zeggenschap over heeft, wat in dezen tijd, waarin zooveel kan gebeuren, van belang is. Ook mag de canon hooger zijn dan de rente, welke de ge meente zou maken bij verkoop van den grond, omdat zij risico en kosten heeft. Bovendien bepalen rente èn grondprijs den canon en als een dezer factoren wordt gewijzigd, moet de andere vanzelfsprekend worden her zien. Men verwachte dus van erfpachtsverlaging geen voordeel voor de bewoners. Bovendien zou verlaging feitelijk een schenking zijn aan willekeurige personen, daar de grond dikwijls in andere handen is overgegaan, en daarmee kan de gemeente niet beginnen. Dat er genoeg vraag is naar erfpachtsgrond bewijst het feit, dat de gronden ten Noorden van de Leeuwrik- straat veel sneller zijn uitgegeven dan werd verwacht. Vooral minder kapitaalkrachtige bouwers hebben liever grond in erfpacht, omdat dan minder geld noodig is dan bij koop. Bedraagt de grondprijs in erfpacht 5. zooals aan sommige straten ten Noorden van de Leeuw- rikstraat, dan is de rente 30 ct. per m2, terwijl die grond bij verkoop zeker 7zou opbrengen, dus, gerekend naar 4 28 ct. per m2 zal bedragen. Geen groot ver schil dus, maar waaruit blijkt, dat bij de vaststelling van den canon, de grondprijs niet verwaarloosd kan worden. Renteverlaging zal hertaxatie van den grond prijs tot gevolg moeten hebben. De heer Posthuma zegt, dat er geen gemeentelijk monopolie mag zijn, doch verschillende terreinen, o.a. ten Zuiden en ten Noorden van den Harlingerstraatweg voorbij Baens-ein, zijn alle particulier, terwijl ten Noorden van den Groninger straatweg gemeente en particulieren grond bezitten. Of echter bij nieuwe uitgifte een lagere canon moet gelden, zullen B. en W. overwegen. Ook willen zij overwegen een uittreksel uit het rapport van den Dir. van G.W. te publiceeren. (De heer Posthuma: Heelemaal publi- ceeren.) B. en W. zullen het objectief doen, want zij hebben niets te verbergen, maar de Raad heeft het ge- heele rapport reeds ter inzage gehad. Mevr. Busscher antwoordt spr., dat het de bedoeling is, dat de Raad gelden voor een jachthaven beschikbaar stelt en daarna met belanghebbenden zal worden over legd. Het resultaat daarvan zal den Raad ter kennis worden gebracht. Trouwens B. en W. moeten toch altijd nog een nader voorstel doen. T.a.v. de sneeuwopruiming nemen B. en W. zooveel mogelijk maatregelen. Zij stellen thans voor den reeds opgebruikten post waaruit blijkt, dat veel is ge daan te verhoogen. Hoe de sneeuwopruiming van eigen stoep door particulieren in andere gemeenten is geregeld, is in onderzoek en B. en W. zullen hierop t.z.t. terugkomen. Sanitair in bewaarschool 5 heeft de aandacht van B. en W., evenals de afwatering van de speelplaats van bewaarschool 3. De heer Meek wil een geheel rioleeringsstelsel, doch B. en W. achten het beter eerst af te wachten hoe de doorstrooming van de grachten, welke thans goed is, zal zijn als het nieuwe kanaal er is, terwijl het gracht water thans onder deskundig toezicht staat. Een riolee ringsstelsel zou zich waarschijnlijk in hoofdzaak beper ken tot het centrum, in bepaalde buitenwijken zullen vrij zeker tonnen blijven. T.a.v. den aanleg van een haven moet de nadere uitwerking der kanalenplannen worden afgewacht. B. en W. zijn in dezen diligent. De heer Rom Colthoff meent, dat het onderhoud van het Wilhelminaplein gemakkelijk uit het marktgeld had kunnen worden bestreden, maar bij dat systeem zou het er met onze straten niet best uitzien, want de meeste straten brengen niets op Het beste zal evenwel zijn het plein op de door den Minister genoemde wijze te verbeteren. Verlaging der onderhoudsposten beteekent niet alleen verwaarloozing der gemeentebezittingen, maar ook ver meerdering der werkloosheid. De heer Praamsma nu zegt. dat de gem.bedrijven geen werkverschaffing mogen zijn, maar zoo ligt de zaak niet. De onderhouds posten zijn zoo laag, dat het gewone onderhoud niet meer kan plaats hebben. Het verheugt spr. daarom, dat het misschien mogelijk is de 3000.— voor het Wil helminaplein niet van den post Onderhoud te nemen, die reeds sterk verminderd is, niet alleen ten nadeele van de straatgebruikers, maar ook van de eigenaren van panden, welke veel hebben te lijden, indien de aan grenzende straat in slechten toestand verkeert. De heer Praamsma dringt aan op meer werken en vroeg waarom geen plan t.a.v. verbetering van den Mr. P. J. Troelstraweg gereed was, met of zonder brug. Dit kon echter niet uitgewerkt worden, zoolang de loop van het kanaal niet bekend was. De overneming van den Groningerstraatweg eischt veel tijd. daar zij over verschillende instanties moet loopen. Toch heeft G.W. de handen vol, o.a. met de 75 woningen, waarvan de aanbesteding waarschijnlijk deze week wordt gepubliceerd. De Wirdumerpoortsbrug wordt nog dit jaar vernieuwd, de verbouwing van het Gymnasium komt t.z.t. in den Raad. evenals de ver betering van scholen 3 en 11.. Een nieuw kantoor voor de Lichtbedrijven is in voorbereiding, evenals vernieu wing van den Weg naar Cambuur, doortrekking van de Insulindestraat en Pasteurweg, aanleg van een schietbaan, een jachthaven en speelweide, verbetering Mr. P. J. Troelstraweg en Groningerstraatweg, terwijl in uitvoering zijn het bruggencomplex bij het Vliet, de restauratie van de Beurs en de verbouwing van het gebouw Doelestraat 1 en gymnastiekschool 1 Te 12.30 uur nam. wordt de vergadering geschorst. Te 2 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. Afwezig de heer Van der Schoot. De heer De Boer (weth.); De heer Praamsma is Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. 31 Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939. tegenstrijdig, als hij eenerzijds aandringt op werkver ruiming en anderzijds financiering door het Werkfonds vreest. Hoe moeten de werken dan gefinancierd wor den? Via het Werkfonds zijn de kosten voor de ge meente geringer dan bij gewone uitvoering. Spr. is het met den heer Praamsma eens, dat op deze begrooting weinig meer kan worden bezuinigd. De heer Rom Colthoff meende, dat het onderhoud van het Wilhelminaplein veel te wenschen heeft over gelaten. (De heer Rom Colthoff: Ik heb gezegd, in ver houding met het geheele stratenoppervlak.). Aan het Wilhelminaplein is over de laatste 6 jaren gemiddeld plm. 645.per jaar besteed, wat echter niet tot zijn recht is gekomen; het plein was tè slecht om er veel aan te besteden en ieder wist, dat het geheele plein radicaal moest worden verbeterd, ook om er kaatswedstrijden te kunnen houden. De Voorzitter heeft reeds gezegd, waarom B. en W. geen oplossing voor het Wilhelminaplein konden geven. De speelweide ligt wat excentrisch, maar door de bebouwing komt zij allengs meer naar het centrum. B. en W. zullen overwegen, of zij zich in de speeltuin- vereeniging zullen doen vertegenwoordigen. Spr. sluit zich aan bij wat de Voorzitter over het dempen der grachten heeft gezegd. Bovendien wordt het groote verkeer tegenwoordig om de stad geleid, zoodat alleen het gewone stadsverkeer door de stad plaats vindt. Een voorstel tot demping is van B. en W. niet te verwachten. B. en W. hebben geen bezwaar tegen een onderzoek naar de woningmarkt. Aan krotopruiming blijven zij aandacht schenken; daaraan wordt met spoed gewerkt. De heer Wiersma meent, dat groepsindeeling en loonschalen moeten worden herzien wegens den eisch van den Minister t.a.v. het personeel van de Reiniging. B. en W. trachten dien echter ongedaan te krijgen en achten herziening niet zoo urgent, om haar binnenkort bij het G.O. te brengen, te minder, nu ook de organi saties er niet op hebben aangedrongen, al wil dit niet zeggen, dat B. en W. daar altijd op wachten. Boven dien neemt wellicht het Centraal Overleg, dat zich bezig houdt met de rechtspositieregeling van het Overheids personeel, ook deze materie ter hand. Het is dus beter een en ander af te wachten. T.a.v. den kindertoeslag handhaven B. en W. hun standpunt. Bij invoering van een wettelijke regeling zullen zij natuurlijk nagaan, wat hun te doen staat. Den heer Wiersma wijst spr. er op, dat indertijd de gemeentelijke loonen moesten worden gewijzigd in overeenstemming met de normen, gesteld door het Departement. Na overleg met het G.O. is toen een ontwerp opgemaakt, dat ten Departemente is besproken, waarbij bleek, dat in gemeenten zonder kindertoeslag bij de vaststelling van de loonnormen daarmede reke ning was gehouden en dat, had Leeuwarden toen een kindertoeslag gehad, die normen 6 lager waren ge worden. De voorgestelde regeling is toen goedgekeurd. Het kan zijn. dat de Minister een kindertoelage toe staat, maar dat daarbij de bestaande loonnormen ge handhaafd kunnen blijven, gelooft spr. niet. B. en W. meenen overigens nog steeds, dat het kindertal met de loonbepaling eigenlijk niets te maken heeft. Het juiste standpunt is nog steeds loon voor verrichten arbeid. De heer Balk meende, dat, door de gemeentelijke objecten behoorlijker te onderhouden, het aanzien der stad zou verbeteren. B. en W. meenen dit ook. Leeu warden was vroeger bekend om zijn mooi onderhouden plantsoenen, doch dat kan men thans niet meer zeggen. B. en W. zijn echter gedwongen het onderhoud in te krimpen, nu er niet voldoende geld is. Zoodra Leeu warden echter weer eenigszins de handen vrij heeft, zullen de plantsoenen weer op bevredigender wijze worden onderhouden. Mevr. Van Dijk had, als lid van de Reinigingscomm., gelegenheid gehad de mechanisatie in de commissie te bespreken. Zij meent, dat het niet mogelijk is de resul taten der mechanisatie na te gaan. In begrooting en rekening kan men nauwkeurig nagaan, hoe de verschil lende afdeelingen van de Reiniging reilen en zeilen en dan ziet men, dat niettegenstaande de stad zooveel is uitgebreid, meer gezinnen van de Reiniging gebruik maken en de hoeveelheid afval door de vele verpakte goederen zooveel is gestegen, de totale kosten van de Reiniging de laatste jaren veel lager zijn geworden, wat zeer zeker gevolg van de mechanisatie is, al zal ook verlaging der loonen en het ontslag van een opzichter dit beïnvloed hebben. De kosten per inwoner zijn aan merkelijk gedaald, wat een goede maatstaf ter beoor deeling is. Mevr. BuismanBlok Wijbrandi (weth.) betreurt ook, dat op het onderwijs zooveel is bezuinigd en gaat niet mee met hen, die zeggen, dat het onderwijspeil nog niet achteruit is gegaan. Het is met het onderwijs niet als met de plantsoenen, waar direct blijkt, als er minder zorg aan wordt besteed; bij het onderwijs wreekt be zuiniging zich pas later, maar dat zij zich wreekt, daar van moet ieder wel overtuigd zijn. De heer Van der Meulen, die sprak van opheffing van het gymnastiekonderwijs, zal bedoeld hebben af schaffing van het vakonderwijs in de lichamelijke oefe ning. Spr. zegt dit, opdat niet de indruk worde geves tigd. dat het gymnastiekonderwijs van de lagere school is verdwenen. Spr.'s vertrouwen, dat de onderwijzers van het gym nastiekonderwijs zullen maken wat ervan te maken is, is niet beschaamd. Dit is gebleken op een vergadering met den Inspecteur, hoofden van scholen en de secreta rissen der schoolvergaderingen. T.a.v. de schoolbanken bestaat eenig misverstand. Dat de Dir. van G.W. in een rapport n.a.v. opmerkin gen der Comm. van Overleg over afgekeurde banken spreekt, heeft den indruk gewekt, ook bij B. en W., dat die banken waren afgekeurd om haar slechten toe stand ze waren echter te klein, maar konden bij het openbaar onderwijs nog wel worden gebruikt. Spr. biedt haar verontschuldiging aan, dat het woord „afgekeurd" in dezen vorm is gebruikt. Wel zijn bij het l.o. nog 400 banken, afgekeurd om haar ouderwetschen vorm, in gebruik, maar een opzichter van G.W. stelt reeds op alle scholen een onderzoek in hoe erg de toestand is. En als blijkt, dat de banken in het belang der kinderen moeten worden vervangen, dan zullen B. en W. niet schromen daarvoor bij den Raad te komen. De Voorzitter heeft reeds uitgelegd, waarom nog geen voorstel tot verbouw van het Gymnasium is ge daan. Zoo spoedig mogelijk zullen de plannen den Raad bereiken. Op het adres van „Volksonderwijs" wachte de Raad het praeadvies van B. en W. af. Bij de schoolboterham krijgen 189 van de 741 kin deren op advies van de schoolarts melk; de overigen nemen van huis drinken mee. In tegenstelling met den Voorzitter hoopt spr., dat het voorstel i.z. melkverstrekking wordt aangenomen. Den heer Algera zegt zij, dat de ouders vrij zijn hun kinderen aan de melkverstrekking te laten deelnemen. Elders nemen Prot. Chr. scholen wel aan de verstrek king deel. Deze verstrekking zal de gemeente niets kosten, terwijl wordt bereikt, dat vele kinderen, die melk noodig hebben en het niet kunnen betalen, goed koop melk kunnen krijgen. En het is toch beslist goed voor een kind, dat het gedurende den schooltijd melk krijgt, ook omdat de schooltijden wel wat lang zijn. Volgens den heer Bos was een groote meerderheid der ouders op den ouderavond van school 16 voor Friesch op school, gedurende 1 uur in het hoogste leer jaar te geven. De heer Groothoff spreekt echter in zijn betreffend rapport over een meerderheid, die er voor is, en een belangrijke minderheid die er niet voor voelt of

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1939 | | pagina 12