34 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939.
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939.
De rente van de waarborgsommen, aan de bijzondere
schoolbesturen te betalen, is bij art. 79, 5e lid, der L.O.-
wet vastgesteld op zoodanig percentage als de 3
rentegevende Nationale Schuld op den eersten beursdag
van het jaar, in hetwelk de waarborgsom is gestort,
voor den verkrijger afwierp, vermeerderd met J/2
De schoolbesturen zullen wel niet vrijwillig tot ver
laging van dit percentage overgaan, nog afgezien van
de vraag of de Minister een dergelijke afwijking zou
goedkeuren. De rentepercentages bedragen voor de
waarborgsommen, gestort in 1922, 6.214, 1923 5.319,
enz. Als de schoolbesturen zeggen: de gemeente is arm,
laten wij er 3 van maken, dan houden B. en W. zich
aanbevolen, maar spr. ziet dat niet gebeuren.
Men kan gemakkelijk zeggen, dat men er in 1936 met
een 6J^ straatbelasting is ingevlogen, maar ook die
maatregel is genomen om zelfstandig te blijven, dus met
de beste bedoelingen, en men heeft den Raad niets voor
oogen willen draaien. (De heer Wiersma: Zoo heb ik
het niet bedoeld.)
Spr. hoopt, dat de Minister overtuigd zal worden,
dat het standpunt van B. en W. i.z. de pers. belasting
juist is. (De heer Wiersma: Dat plaatsing in de 4e
klasse juist is.)
De Minister late de opcenten op 150198: de op
brengst der opcenten is reeds hooger dan bij plaatsing
in de 4e klasse met 200 opcenten. B. en W. moeten niet
passief zijn tegenover Den Haag. zegt de heer Wiersma,
maar is dat wel in de lijn van zijn fractieleden, die zeg
gen, dat men de dingen moet aanvaarden B. en W.
zijn overigens niet passief: het College is onmiddellijk
na den brief van den Minister aan het werk gegaan.
De heer Hellema heeft steeds betoogd, dat Leeuwarden
eigenlijk in de 4e klasse hoort en dat dus de opcenten-
regeling van thans gehandhaafd moet blijven.
Progressie in de straatbelasting, waarbij deze dan
bijv. van 4 12 zou bedragen, zooals in Purmerend,
zou voor den middenstand funest zijn.
De forensenbelasting zal opbrengen in Amsterdam,
naar spr. vernam, 550.000.en in Rotterdam
100.000. doch daar zijn veel meer forensen dan hier.
Vooral als de eerste 1800.van het inkomen niet
worden meegerekend, zal het voor Leeuwarden geen
groote bate zijn. Misschien 10.000.en in elk geval
te weinig, om nu reeds een onderzoek te doen instellen.
Aanvankelijk ziet deze begrooting er iets beter uit,
maar de toestand is niet vooruitgegaan en de uitkomsten
zullen eerst later blijken. De heer Buiël wil de vaste
lasten van de inwoners zooveel mogelijk verlagen, maar
2 erfpachtsverlaging, \^/2 minder straatbelasting,
verlaging der electriciteitstarieven e.d. zou echter een
groot bedrag schelen. Dan kwam de begrooting in een
zeer ongunstige positie: hoogere instanties zouden zulks
toch ook niet goedkeuren.
De gelden uit het Werkfonds moeten natuurlijk wor
den terugbetaald. De heer Hellema heeft indertijd alleen
gezegd, dat hij hoopte, dat de rentelooze voorschotten
niet behoeven te worden terugbetaald.
Evenals de heer Van Kollem, verkiest spr. plaatsing
in de 2e klasse van de gem.fondsbelasting boven ver
laging van straatbelasting.
Den heer Balk antwoordt spr., dat het inzicht van
den Minister in de gemeentezaken hier wel iets te wen-
schen overlaat, gezien zijn houding i.z. het Wilhelmina-
plein en t.a.v. personeelsaangelegenheden. Ook heeft de
Minister geen juist beeld van de financieele positie van
Leeuwarden, maar hij kan niet alles weten en laat men
hopen, dat het beter zal worden.
Mevr. Van Dijk wijst spr. op het woord denkt niet
aan den dag van morgen, want elke dag heeft genoeg
aan zijn eigen kwaad. Het verleden kan men thans
laten rusten, over de toekomst denke men wel, maar
men heeft het meest met het heden te maken. Wij be
schikken over andermans geld en moeten daarmee
zuinig zijn, zegt mevr. Van Dijk, maar dat geld wordt
goed gebruikt. Dat 100.in handen van een parti
culier meer beteekent, dan in handen der gemeente, is
misschien wel waar, maar 100.in den zak van een
particulier komt er dikwijls voorloopig niet weer uit,
terwijl de gemeente het direct in circulatie brengt.
Met wat de heer Van der Geest over de bezuini
gingen heeft gezegd, gaat spr. accoord.
Velen achten de straatbelasting te hoog en onbillijk,
maar zij is noodig voor de begrooting. Vele belastingen
zijn onbillijk; zij die een groot huis bewonen vinden de
Pers. belasting wel eens onbillijk, de eigenaren van
huizen de straatbelasting en iemand met veel kinderen
vindt misschien de schoolgeldheffing onbillijk, enz. Vol
gens uitspraak van den Hoogen Raad mogen de kosten
van de Reiniging, zijnde 180.000.—, bij het bedrag,
waarin de straatbelasting een billijke bijdrage vormt,
geteld worden en zoo gerekend is de straatbelasting
nog geen 50
Inderdaad ziet het gedeelte van de Beurs, dat als
autobergplaats wordt gebruikt, er niet erg netjes uit.
Bij de onderhandelingen is wel gesproken over een
showroom, maar in het contract staat, dat de ruimte
voor berging van auto's mag worden benut. Er worden
thans ook oude auto's ingereden. Ook staat in het con
tract, dat er geen benzine aanwezig mag zijn en dat
de wagens niet gevuld mogen worden, waaraan de hand
wordt gehouden. Indertijd is met belanghebbenden
onderhandeld om de deuren aan de zijde van de Beurs
te veranderen in ramen, waarvoor een begrooting is
opgezet, doch dat kwam te duur en is niet doorgegaan.
De afscheiding, uit een koord bestaande, heeft spr.'s
volle aandacht. Hij hoopt, dat deze binnenkort zal
worden verbeterd en de geheele zaak wat netter zal
worden.
Te 3.50 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 4.10 uur nam. wordt de vergadering voortgezet.
De Voorzitter: Is de Raad bereid geen replieken te
houden, als bij de volgnummers gelegenheid wordt ge
geven in ruime mate het woord te voeren
De heer Posthuma is hier tegen.
De heer Van der Meulen gaat met het voorstel mee.
De heer Posthuma zegt, dat na zijn betoog allerlei
naar voren is gekomen, het algemeen beleid rakende,
waarop hij moet ingaan, waartoe bij de volgnummers
wel geen kans zal zijn.
Het voorstel om geen replieken te houden wordt met
26 tegen 2 stemmen, die van de heeren Posthuma en
Muller, aangenomen.
De Voorzitter doet mededeeling van de volgende
voorstellen
(I) Onderteekend door mevr. BusscherSjerp en
de heeren Turksma en Meek
,,Ondergeteekenden stellen voor den in het ant
woord van B. en W. voorkomenden zin
..Mocht bestudeering van het adres der Leeuwarder
Watersport tot een gewijzigd inzicht of een gewijzigd
plan leiden, dan zullen wij Uw Vergadering daarmee
uit den aard der zaak in kennis stellen en een nader
voorstel doen",
als volgt te wijzigen
,,Na bestudeering van het adres van en na overleg
met de Leeuwarder Watersport zullen wij Uw Ver
gadering een nader voorstel doen.".
Mevrouw Busscher—Sjerp zegt, dat haar fractie dit
voorstel intrekt, omdat B. en W. na bespreking met de
L.W.S. en eventueel met adressant Massolt met een
nader voorstel zullen komen.
Het voorstel sub I is ingetrokken.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. 35
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939.
(IV) Onderteekend door mevr. BusscherSjerp
en de heeren Turksma en Meek:
„Ondergeteekenden stellen voor bij overdracht van
de speelweide in huur, namens de gemeente een ver
tegenwoordiger aan te wijzen in het bestuur van de
Vereeniging, welke de exploitatie op zich zal nemen.".
Te behandelen bij volgno. 778 van den Kap.dienst.
(V) Onderteekend door mevr. BusscherSjerp en
den heer Turksma
„Ondergeteekenden stellen voor de verbetering
van het Wilhelminaplein volgens het bekende plan
zoo spoedig mogelijk ineens te doen uitvoeren en de
aflossing van het benoodigde bedrag te betalen uit
den onderhoudspost voor straten en pleinen, voet
paden en wegen in 15 achtereenvolgende gelijke jaar-
lijksche termijnen.",
en
(II) onderteekend door de heeren Molenaar, Van
der Meulen, Hooiring en Posthuma
„De ondergeteekenden stellen voor om onder
Hoofdst. VI van den gewonen dienst 3000.uit
te trekken voor eerste van tien jaarlijksche termijnen
voor verbetering van het Wilhelminaplein, en onder
volgno. 762 van den kapitaaldienst 30.000.voor
dat doel uit te trekken.".
Beide te behandelen bij volgno. 128 der begrooting
van Gemeentewerken.
(VII) Onderteekend door de heeren Buiël, Praam-
sma en Rom Colthoff
„De Raad der gemeente Leeuwarden spreke zich
uit den erfpachtscanon voor uit te geven gronden te
berekenen naar 4 van den grondprijs.".
Wordt voorgesteld in handen van B. en W. te stellen
om praeadvies.
De heer Buiël kan zich daarmede niet vereenigen.
De Voorzitter stelt voor, het dan bij de begrooting
van het Grondbedrijf te behandelen.
De heer Praamsma wil het voorstel bij de begrooting
van het Grondbedrijf nader toelichten en dan kan het
misschien verder om praeadvies naar B. en W.
Te behandelen bij de begrooting van het Grond
bedrijf.
(VIII) Onderteekend door de heeren Buiël, Wier
sma, Stobbe en Balk
„De Raad verzoekt aan het College van B. en W.
zich te wenden tot de Commissie voor G.O. omtrent
de invoering van een kinderbijslag voor het gemeente-
personeel voor elk kind boven de twee kinderen, en
bij eventueele invoering van een kindertoeslag dezen
in te doen gaan 1 Januari 1939.".
De Voorzitter zegt, dat als het ontwerp i.z. kinder
bijslag wordt aangenomen, B. en W. met een voorstel
bij den Raad moeten komen. Hij wil het voorstel in
stemming brengen.
De heer Buiël wil het voorstel nader toelichten.
B. en W. zeggen in de Mem. v. A., dat, als het
ontwerp wet wordt, zij met nadere voorstellen zullen
komen. Spr. c.s. willen dit echter niet afwachten, doch
dit voorstel direct behandelen, opdat hef nog kan gel
den voor 1939. Bij aanneming moet er óf een post op
de begrooting worden gezet óf het moet uit „Onvoor
zien" worden bestreden. Echter moet „Onvoorzien" een
bepaalde som, naar het aantal inwoners berekend, be
dragen. Beter is dus een aparten post te maken en de
extra-bijdrage met 10.000.te verhoogen, wat wel
voldoende is.
Van S.D. en Lib. zijde is steeds bezwaar gemaakt
tegen den kindertoeslag. Immers zoo zegt men
zou een gemeentebestuur dan bij benoemingen candi-
daten met een groot gezin kunnen weren. Spr. ziet niet
in, dat kindertoeslag tot loonsverlaging zou leiden of
dat zij, die groote gezinnen hebben, er bij benoeming
schade van zouden hebben, zeker niet, als de benoeming
aan den Raad is. De moderne vakbeweging heeft er
kend, den strijd te hebben verloren en accepteert de
zaak nu zooals zij is, zoodat van S.D. zijde geen tegen
stand meer is te verwachten, en men nu zooveel mo
gelijk moet trachten nog bij de begrooting 1939 den
kindertoeslag in orde te krijgen.
De kinderbijslagverzekering van het wetsontwerp,
waarvoor premie moet worden betaald, is iets geheel
anders dan de hier voorgestelde kindertoeslag. Ook
voor gemeentelijke instellingen zou men zoo'n bijslag
verzekering willen invoeren De Raad kan nu nog een
kindertoeslag naar de oude methode invoeren, zonder
dat het den werknemers iets kost. Hij make gebruik van
de zoozeer gewaardeerde autonomie door dit nu zelf
standig te doen, voor hij er van hooger hand toe ge
dwongen wordt. Ook het G.O. zal het zeker goed
keuren.
De heer Van der Meulen zegt, dat zijn fractie een
debat over kindertoeslag thans praematuur acht, zoo
lang het wetsontwerp-Romme niet is aangenomen, ter
wijl deze zaak waarschijnlijk ook nog in het Centraal
Overleg zal worden behandeld. Spr. kan te minder voor
het voorstel-Buiël stemmen, nu deze over de financieele
consequenties niets kan mededeelen.
De heer Wiersma zegt, dat er een kentering valt
waar te nemen bij de S.D.A.P. Heeft de moderne vak
beweging het principe kindertoeslag bij den werkloos
heidssteun en rekening houden met het kindertal bij de
belastingen reeds aanvaard, thans is die ook in ver
schillende gemeenten met hulp van de S.D.A.P. inge
voerd in afwachting van de wet-Romme. In dezen Raad
handhaaft de S.D.A.P. echter het oude standpunt, hoe
wel spr. gehoopt had, dat zij niet zou wachten tot het
wordt opgelegd. Het kan intusschen wel 1 Januari 1940
worden, voordat het ontwerp-Romme wet is en vanaf
Mei 1936 had men hier al kindertoeslag kunnen in
voeren zonder loondruk. Immers de basis der door
hoogere instanties goedgekeurde loonregeling ligt 6
hooger dan die der Rijksloonen, omdat hier geen kin
dertoeslag is. De consequentie is, dat sedert 1936 een
aantal personen met minder geld thuis komt, dan wan
neer hier die toeslag was geweest. Ook zijn er S.D.A.P.-
ers, die reikhalzend naar kindertoeslag uitzien. Spr. is
dankbaar, dat de tegenstanders van kindertoeslag den
strijd moeten verliezen, en laat men er dan voor zorgen,
dat men ten minste nog in 1939 kindertoeslag kan ge
nieten. Praematuur is een debat over deze zaak niet,
want zij is reeds vele malen hier besproken.
Over de financieele consequenties behoeft thans niet
te worden gesproken, daar de zaak nog volledig in het
G.O. zal worden behandeld. (De heer Van der Meulen:
Denkt U dan, dat de toeslag nog voor 1939 kan gelden?)
Spr. weet, dat er juist a.s. Maandag een vergadering
van het G.O. is, waarin de zaak zou kunnen worden
behandeld. Met 10.000.doet men reeds veel, waar
voor binnen het raam der begrooting wel dekking is te
vinden. Men wachte dus niet langer, opdat de groote
gezinnen niet ook dit jaar weer minder zullen ontvan
gen, dan mogelijk was geweest.
De heer IJtsma hoopte, dat men niet meer over deze
zaak zou debatteeren, doch een principiëel debat ware
beter geweest dan het min of meer demagogische betoog
van den heer Wiersma, dat een aantal menschen met
minder naar huis gaat dan gekund had, doordat de
S.D.A.P. tegen kindertoeslag is. De Raadsleden weten