38 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939.
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939.
den Kap.dienst te plaatsen, hij daarmede zijn vroegere
besluit terugneemt. De begrooting 1938 toch staat ge
heel apart van die van 1939.
Het gevolg van het in October j.l. genomen besluit
is geweest, dat het onderzoek i.z. deze kwestie nog
hangende is en de begrooting nog steeds niet is goed
gekeurd. Keuren hoogere instanties het besluit alsnog
goed, dan zal spr.'s fractie voorstellen ook deze be
grooting dienovereenkomstig te wijzigen.
De heer Buiël betoogt, dat, als de Raad nü het
voorstel van B. en W. aanneemt en later, als het
Raadsbesluit van October j.l. wordt goedgekeurd, de
56.000.alsnog op den gewonen dienst brengt, de
extra-bijdrage dan daarmee niet meer kan worden ver
hoogd. Het is daarom beter het voorstel-Turksma aan
te nemen.
De heer Posthuma zegt, dat als de Raad de
56.000.niet weer op de begrooting brengt, den oor
deelenden instanties een geweldig wapen in handen
wordt gegeven. De heer Van Kollem wil, als de
56.000.op de begrooting 1938 wordt goedgekeurd,
alsnog 56.000.op de begrooting 1939 brengen, doch
die is dan reeds afgehandeld en het is buiten alle logica
dan nog 56.000.extra te vragen. Spr. erkent, dat
de kans van slagen gering is, maar men blijft in de lijn,
als men ook voor dit jaar 56000.op de begrooting
plaatst.
De VoorzitterHet is driemaal afgewezen en dus
vechten voor niets.
De heer Praamsma begrijpt, dat B. en W. na drie
afwijzingen geen vrijheid vinden het nogmaals te
probeeren.
Kunnen de juistere ramingen ook gevaar opleveren
met het oog op de extra-bijdrage, daar die, volgens den
vorigen wethouder, op de primitieve begrooting wordt
gebaseerd
De heer Turksma zegt, dat de Raad t.a.v. het be-
waarschoolpersoneel heeft ondervonden, dat Den Haag
niet altijd een ingenomen standpunt handhaaft, argu
ment om het besluit, waaraan ook de S.D.A.P. heeft
medegewerkt, te handhaven.
De heer Botke (weth.) zegt, dat, als B. en W. het
eenigszins mogelijk hadden geacht voor 1939 deze
56.000.te handhaven, zij zulks hadden gedaan.
17 Augustus 1937 deelden Ged. St. mede, dat de
56.000.onmogelijk konden blijven gehandhaafd in
verband met de houding, welke tegenover andere ge
meenten was aangenomen, en ook omdat naar het oor
deel der Comm. van Overleg gedurende 1936 niet vol
doende was bezuinigd. In 1938 is het tweemaal afge
wezen, dus zal de Comm. nu ook waarlijk niet toegeven.
Daarom meenen B. en W. het niet nogmaals te moeten
probeeren en achten zij het onjuist de zaak onnoodig
op te houden.
De posten zijn zoo zuiver mogelijk geraamd, geba
seerd op de over 1937 en 1938 bekende feiten, wat
hopelijk niet ten nadeele van de extra-bijdrage zal zijn.
In 1937 en 1938, waarvoor resp. 180.000.en
200.000.is toegezegd, terwijl resp. 100.000.en
179.000.(zooals de cijfers thans aanwijzen en zon
der de bekende 56.000.noodig is, is men bijzonder
gelukkig geweest.
Het voorstel-Turksma i.z. tekort 1936 wordt met 22
tegen 5 stemmen, die van den heer Turksma, mevr.
BusscherSjerp, de heeren Van der Geest, Meek en
Posthuma, verworpen.
Te 5.45 uur nam. wordt de vergadering geschorst.
Te 8 uur nam. wordt de vergadering voortgezet.
Afwezig de heeren Van der Schoot en IJtsma.
Aan de orde is de ontwerp - begrooting van
GEMEENTEWERKEN, zooals die bij Nota's van
wijzigingen is gewijzigd.
De heer Buiël vraagt, wat het voordeeligst is, de
werken der gemeente in werkverschaffing, door middel
van het Werkfonds of op den gewonen dienst te finan
cieren. Spr. heeft indertijd gevraagd, waarom de ver
betering van het bruggencomplex bij de Tuinen niet op
den Kap.dienst werd geplaatst, in 40 jaar uit den ge
wonen dienst af te lossen, of in werkverschaffing werd
uitgevoerd, daar het Rijk dan hoofdzakelijk de kosten
betaalt, terwijl de gemeente bij hulp van het Werkfonds
4 rente betaalt, maar, blijkens de circulaire, het geld
moet terugbetalen. Bij dit uiterst noodzakelijke werk
was het niet noodig het Werkfonds er bij te halen. Het
betrof hier immers een werk, dat zonder het Werk
fonds toch uitgevoerd zou moeten worden. De heer Hel-
lema antwoordde toen, dat de gemeente, zoolang zij een
extra-bijdrage genoot, geen aflossing aan het Werk
fonds behoefde te doen. Spr. betwijfelde dat, doch de
heer Hellema zeide uitdrukkelijk uit de voorwaarden
niet anders te kunnen lezen, dan dat de aflossingen
werden kwijtgescholden. Neen, zegt de heer De Boer nu,
wij moeten die gelden wel terugbetalen. Dan is het een
onjuiste financiering dergelijke, noodzakelijke, werken
via het Werkfonds uit te voeren, want als de gemeente
zich weer kan bedruipen, zit zij met een groote schuld
aan het Werkfonds, welke afgelost moet worden en
die dan weer grond is, om de gemeente opnieuw onder
controle te houden.
Is men niet zeker hoe het in de toekomst met deze
aflossingen gaat, laten B. en W. dan onderzoeken, hoe
het zal zijn. Het is van groot belang voor de gemeente
de werken op de voordeeligste wijze uit te voeren, om
uiteindelijk weer zelfstandig te worden.
De heer Praamsma wil het misverstand, als zou hij
eenerzijds meer werk willen uitvoeren en anderzijds
financiering van het Werkfonds vreezen, wegnemen.
De verbetering van de Noorderbrug, het bruggen
complex bij het Vliet e.d. zijn normale productieve wer
ken, welke normaal op den Kap.dienst kunnen worden
gebracht. Hoe de verhouding met het Rijk ook is, de
gemeente heeft recht op uitvoering van dergelijke wer
ken. Dan weet men waar men t.a.v. rente en aflossing
aan toe is. Spr. is dus voor uitbreiding van productieve
werken, wat echter niet uitsluit, dat hij financiering via
het Werkfonds vreest, daar men dat geld gemakkelijk
krijgt, maar niet weet hoe het met de aflossing komt.
Hij beschouwt het als een halsband, welke, als de ge
meente iets meer lucht krijgt, nauwer wordt aange
trokken, welke toestand tot in lengte van jaren kan
duren.
Spr. heeft niet gezegd, dat te weinig aan werkver
schaffing wordt gedaan. Alleen, dat hij meer werken
op deze begrooting had verwacht en dat de voorberei
ding van sommige sneller had kunnen zijn. Hierin staat
spr. niet alleen. De heer Muller had eigenlijk de 75
woningen in Mei klaar verwacht, terwijl er in Mei nog
niet mee begonnen zal zijn. En als de heer Westra dan
zegt, dat spr.'s wensch, meer werken uit te voeren,
strijdt met zijn pogen zooveel mogelijk te bezuinigen,
dan heeft deze spr. al weer verkeerd begrepen, toen hij
sprak van tweeërlei gemeentebemoeiïng. De gemeente
bedrijven, enz. behooren zuinig en economisch te wor
den beheerd en daarbij denke men niet aan een soort
werkverschaffing, welke zou strijden met de volwaar
digheid van hen, in dienst der gemeente. Daarnaast
staat de werkverschaffing. Dat spr. c.s. de ingevoerde
bezuinigingen zouden hebben toegejuicht is geheel on
juist. Zij waren niet verheugd over de bezuinigingen
als zoodanig, maar om het noodzakelijke resultaat, dat
kan leiden tot een gezonde financieele politiek. En dan
moet men het een tegen het ander afwegen.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. 39
Voortzetting der vergadering op Dinsdag 31 Januari 1939.
Voorts zou spr. hebben gezegd, dat in deze begroo
ting niets meer zou zijn te bezuinigen. Ook dat is niet
waar. Hij zeide, dat de begrooting juister geraamd is
en de posten zooveel lager zijn, dat er geen groote be
dragen meer te bezuinigen zullen zijn en dat B. en W.
en de hoofden van diensten en bedrijven de taak
hebben, zoo zuinig mogelijk met het geld om te gaan.
Den heer Molenaar verwondert het, dat men be
schouwingen houdt over werk, dat grootendeels is uit
gevoerd. Spr. herinnert zich niet, dat indertijd gepoogd
is het bruggencomplex bij het Vliet als productief werk
te doen uitvoeren. Men is volledig met B. en W. mee
gegaan om het via het Werkfonds te financieren. Spr.
heeft den heer Praamsma heel goed begrepen. Deze
meent, dat B. en W. wel actiever hadden kunnen zijn
met het plaatsen van werken op de begrooting en stelt
hen min of meer in verzuim. Daarbij komt hij aanzetten
met den Mr. P. J. Troelstraweg en hij meent, dat G.W.
wel een plan had kunnen maken met of zonder brug.
Spr. denkt echter, dat de heer Praamsma het wel had
afgekeurd, als G.W. inderdaad twee plannen had ont
worpen voor niets
De heer Wiersma zegt, dat blijkens het rapport van
den Dir. van G.W., n.a.v. het adres van de steenhou
werspatroons i.z. de leverantie van natuursteen, het
prijsverschil in een aanbieding van een firma hier ter
stede en die van iemand buiten de stad niet zit in de
meerdere of mindere winst, die dezen als tusschen-
persoon rekenen en slechts een gering percentage be
draagt, doch in den prijs, waarvoor zij bij de buiten-
landsche groeve koopen. Spr. kan echter, den omvang
van de bedrijven in Leeuwarden en Sneek vergelij
kende, niet aannemen, dat de Leeuwarder steenhou
wers niet zulke lage prijzen bij de groeven kunnen be
dingen als de firma uit Sneek. In het sectieverslag staat,
dat de firma in Sneek, waarmede de gemeente zaken
doet, laat werken op arbeidsvoorwaarden, welke be
neden het gewone peil liggen. Spr. heeft gehoord, dat
het met de loonbepalingen in Sneek niet erg zuiver is.
Hierdoor ondervindt Leeuwarden dan een onzuivere
concurrentie met Sneek.
Voorts is er, naar men spr. inlichtte, den Leeuwarder
steenhouwerspatroons prijsopgave gevraagd voor leve
ring van uitstekende kwaliteit Felsberger graniet. Zij
hebben prijsopgave gedaan en monsters overgelegd en
hoorden er niets meer van, totdat hun later bleek, dat
het werk werd uitgevoerd met Silezisch graniet, wat
van mindere kwaliteit is. Ook de Leeuwarder patroons
hadden dit goedkooper kunnen leveren dan Felsberger
graniet. Spr. gelooft, dat zij daardoor in een ongunstige
positie zijn gebracht.
Hij zag gaarne een onderzoek naar een en ander
ingesteld en hoopt, dat voortaan de billijkheid wordt
betracht t.a.v. de Leeuwarder patroons, indien althans
hun inlichtingen aan spr. juist zijn.
De heer De Boer (weth.) antwoordt den heer Buiël,
dat de verschillende werken via het Werkfonds ook
op den Kap.dienst voorkomen. Het Werkfonds ver
strekt gelden onder bepaalde voorwaarden, financie-
rings- zoowel als andere, b.v. omtrent te gebruiken
materialen. Van ieder werk worden bestekken opge
maakt, welke het Werkfonds moet goedkeuren, evenals
de prijsopgaven.
Wat de heer Hellema indertijd van de voorwaarden
van aflossing i.z. het bruggencomplex bij het Vliet heeft
gezegd, was zijn persoonlijke visie. De voorwaarden
waren toen bovendien nog niet volledig bekendde
definitieve voorwaarden vindt men thans in de Mem.
v. Antw. (vraag 14).
Financiering via het Werkfonds is voordeeliger dan
als de gemeente er zelf voor moet leenen, wat ook blijkt
uit de Mem. v. Antw.
Voor het bruggencomplex bij het Vliet wordt ieder
jaar vastgesteld hoeveel de gemeente met het oog op
haar financieelen toestand van de annuïteit is ver
schuldigd. Voor de Wirdumerpoortsbrug zijn de voor
waarden weer anders en wordt reductie op de rente
gegeven.
De samenwerking met het Werkfonds is zeer goed
en moeilijkheden hebben zich daarbij niet voorgedaan.
De Leeuw, steenhouwerspatroons staan op het stand
punt, dat zij de leveringen aan de gemeente tot een
bepaald bedrag moeten doen. Zij kunnen het niet zetten,
dat bij aanbesteding iemand buiten Leeuwarden de le
vering krijgt, doch uit de opgaven van den Dir. van
G.W. blijkt, dat de steenhouwers buiten Leeuwarden
veel goedkooper kunnen leveren dan de Leeuw, patroons.
Nu moeten werken via het Werkfonds openbaar worden
aanbesteed; alles wat van nationalen bodem kan worden
verkregen, moet worden aangewend, buitenlandsche
materialen mogen alleen na overleg met het Werkfonds
worden verwerkt, en de loonen moeten door het Fonds
worden goedgekeurd. De loonen van het collectief con
tract voor de steenhouwers zijn over geheel Friesland
dezelfde. Laten de vakvereenigingen dan controleeren,
of het collectief contract te Sneek wordt nageleefd.
Daar kan Leeuwarden toch niet voor zorgen bij een
leverantie
De heer Buiël vraagt het woord.
De Voorzitter zegt, dat als deze wil spreken over het
bruggencomplex bij de Tuinen, dit thans niet aan de
orde is.
De heer Buiël zegt, daarover niet te spreken, doch
over financiering van werken en hij haalt de bruggen
bij de Tuinen daarbij aan. Weth. de Boer heeft niet
aangetoond, waar de schoen wringt. Spr. acht deze zaak
zeer belangrijk. Kunnen B. en W. hem thans niet ant
woorden, dan wil hij gaarne later worden ingelicht. Er
is gezegd, dat de gelden van het Werkfonds niet be
hoefden te worden afgelost, wat voor spr. reden was
voor het voorstel van B. en W. i.z. het bruggencomplex
bij de Tuinen te stemmen. Maar als de leeningen bij het
Werkfonds moeten worden terugbetaald
De VoorzitterU spreekt over afgedane dingen.
De heer Buiël bedoelt de financiering van nog uit te
voeren werken. Er zijn drie wijzen van financiering
Werkfonds, werkverschaffing en Kap.dienst. De eene
heeft dit voordeel, de andere dat, maar uitvoering via
het Werkfonds is niet voordeelig.
De Voorzitter: Er is geen werk, dat door het Werk
fonds gefinancierd wordt, aan de orde.
Den heer Buiël gaat het er alleen om, of B. en W.
er van doordrongen zijn, dat zij goed moeten nagaan,
wat de beste financiering is.
De Voorzitter: Dat gaan B. en W. altijd goed na,
maar als er weer een voorstel komt, laat de heer Buiël
dan een betere financiering aangeven.
De heer BuiëlDaar zal ik voor zorgen.
De heer De Vries zegt, n.a.v. de opmerking, dat een
firma te Sneek te weinig loon betaalt, dat ook geen
enkele steenhouwerspatroon in Leeuwarden voldoet aan
het contract. Het is dus niet alleen een aanklacht tegen
een Sneeker steenhouwer.
Naar de heer Wïersma is ingelicht, is het niet juist,
dat bepaalde onderhoudskarweitjes door Leeuwarder
patroons worden opgevraagd, zonder dat anderen daar