Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. Voortzetting der vergadering op Woensdag 1 Februari 1939. Volgno. 221 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 222 wordt overeenkomstig het bij monde van den Voorzitter gedane voorstel van B. en W. uitge trokken op 720. Volgnos. 223232 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 233. Bevolkingsregisters en huisnummering f 21.172.50. De heer De Bruin herhaalt, het niet te bewonderen, dat ambtenaren, met een behoorlijk salaris, door 3 of 4 avonden per week over te werken hun inkomen ver- grooten, terwijl zoovelen geen werk hebben. Het werk kan alleen worden gedaan door het secretariepersoneel, hebben B. en W. toen geantwoord. Spr. kon dat niet beoordeelen. Nu is blijkens de Nota's van wijzigingen de post voor de 4 tijdelijke typisten afgevoerd. Spr. kan zich niet indenken, dat, daar B. en W. vooraf een opzet van het werk zullen hebben gemaakt, dat 4 typisten noodig zullen zijn, deze later niet noodig blijken. Is deze post afgevoerd om te worden betaald uit volgno. 508 en wordt hierdoor verkregen, dat er minder overge werkt wordt en meer tijdelijk personeel in aanmerking komt De heer Van der Geest is ook geen voorstander van overwerk en als het werk door andere hoofdarbeiders kan gebeuren, dan moet overwerk voorkomen worden. Blijkens de Mem. v. A. kan dit werk alleen door secre tariepersoneel gebeuren, wat spr. niet kan beoordeelen. Maar dat de eerste 6 overuren per week niet worden uitbetaald, is dat volgens het Ambtenarenreglement De Voorzitter zegt, dat het overwerken van de afd. Bevolking niet kan worden voorkomen, omdat de con trole, als gevolg van de wijziging in de bevolkingsboek houding, niet kan gebeuren door menschen, die men via de Arbeidsbeurs krijgt. Het is niet de bedoeling het personeel nu eens iets extra's toe te stoppen; zij zijn de eenigen, die het kunnen doen en dus doen zij het. Het is trouwens geen pretje om iederen avond te moeten overwerken. Volgens het Ambtenarenreglement moet men bovendien 6 uur per week overwerken zonder be looning om de 48-urige werkweek eerst vol te maken. De invoering van het gezinskaartenstelsel kost den gemeenten veel werk en geld. maar zij hebben er aan te voldoen. Er was gerekend op het in dienstnemen van 4 tijdelijke typisten, doch de Minister heeft opgelegd, dat het typen der kaarten niet anders mag gebeuren dan door werklooze hoofdarbeiders. Zij moeten een bepaald aantal kaarten typen, om een zeker loon te krijgen; maken zij minder, dan wordt het loon lager en anders iets meer. Nu het in werkverschaffing gebeurt, geeft het Rijk subsidie. Volgno. 233 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 234. Kosten vallende op het houden der loting en het keuren voor den dienstplicht f 188. Volgno. 235. Kosten van inkwartiering van militairen f 25.-. De heer Van der Geest is, als anti-militarist, tegen deze posten. Volgnos. 234254 worden onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk III. Openbare Veiligheid. De heer IJtsma vraagt B. en W., in den loop van het jaar een verordening te overwegen, waarin wordt voor geschreven, dat ieder de stoep, het trottoir of het pad voor zijn pand sneeuwvrij zal moeten houden, zoodat het behoorlijk begaanbaar zal zijn, al zal de technische uitvoering wel moeilijkheden opleveren. De heer Van der Geest voelt hiervoor ook, doch waar moeten de bewoners de weggeveegde sneeuw depo- neeren? Op den rijweg? Dan worden de rijwegen over belast met de weggeveegde sneeuw. Vooral in de bui tenwijken, waar de Reiniging de wegen niet schoon maakte, lagen bij den laatsten sneeuwval bergen sneeuw en zij, die met karren en bakfietsen onderweg waren, waren vaak aangewezen op de hulp van voorbijgangers. Spr. voelt er veel voor, dat de bewoners hun stoepen moeten schoonvegen, maar dan zorge men tevens, dat de Reiniging ook de buitenwijken schoonmaakt. De heer Muller meent ook, dat ieder zijn trottoir sneeuwvrij moet maken, waardoor althans de voetgan gers zonder ongelukken kunnen loopen. Als de winke liers in de stad verplicht worden hun trottoirs schoon te houden, zal in hun eigen belang zijn. Het euvel van de bergen weggeveegde sneeuw in de buitenwijken was wellicht te ondervangen door de sneeuw op den kant van het trottoir te vegen. Het is immers voldoende, dat men op het trottoir slechts een pad voor de voetgangers schoonmaakt. Het is ook spr. opgevallen, dat de Reiniging zich met het opruimen van sneeuw hoofdzakelijk tot de binnen stad bepaalt, terwijl juist in de buitenwijken de men schen met karren en bakfietsen ploeteren om brood, enz. te bezorgen. Spr. geeft in overweging meer aandacht aan de buitenwijken te schenken. Den heer Meek lijkt het moeilijk dwingend op te treden. De Voorzitter; Als de verordening komt, kan daar over worden gesproken. De heer Wiersma verzoekt den Voorzitter eenigen spoed te maken met de regeling van de rechtspositie van het politiepersoneel. De Voorzitter geeft toe, dat bedoelde regeling wat lang in de maak is, maar de positie der agenten zal door de verordening niets veranderen. Spr. zal echter zooveel mogelijk spoed betrachten, Volgnos. 255266 worden onveranderd vastgesteld. Volgno. 267Kosten van den Luchtbeschermings dienst f 5.000. De heer Praamsma dankt den Voorzitter voor diens initiatief en het zeer deskundig voorbereiden voor deze zaak. Leeuwarden komt op dit gebied niet achteraan; dat deze zaak op een goed peil is gebracht, dankt men den Voorzitter, die zich niet heeft laten ontmoedigen. Deze heeft dan ook recht op volle medewerking der burgerij, omdat anders de luchtbescherming nimmer volledig tot haar recht komt. Spr. c.s. stellen een nadere uiteenzetting op hoogen prijs, waarbij ook de Raad zijn meening kenbaar kan maken. Vooral de kwestie van de schuilkelders en -loopgraven geeft spr. in ernstige overweging en hij zou ten aanzien daarvan voortvarendheid op prijs stellen. De heer Van Kollem sluit zich bij den heer Praamsma aan. Nu de Raad alle posten zoo nauwkeurig mogelijk moet bekijken, moet worden gewezen op de eigenaar dige houding, welke de Staat t.a.v. de kosten van den Luchtbeschermingsdienst inneemt. Leeuwarden is inge deeld in de tweede gevarenklasse en kan van de Re Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Maandag 30 Januari 1939. 51 Voortzetting der vergadering op Woensdag 1 Februari 1939. geering vergoeding eischen van bepaalde kosten. En nu meent de Regeering, dat de Rijksbegrooting 1939 niet toelaat gelden daarvoor uit te trekken, „al zullen", aldus de Minister, „de eerste en tweede klas gemeenten in betrekkelijk korten tijd, ik zeg niet royaal, maar dan toch in die mate voorzien kunnen worden, dat wij be hoorlijk verantwoord zijn." Spr. prijst het in den Voor zitter, dat deze, al is zijn verantwoordelijkheid gedekt, doorwerken wil met aanschaffing van de hoogst noo- dige artikelen. De uit te geven gelden wil deze dan als voorschotten aan het Rijk beschouwen, maar erkenning van het Rijk, dat er voorgeschoten is, ontbreekt. De Raad gaat volkomen met de houding van den Voor zitter accoord en spr. acht het van belang, dat deze alsnog de Regeering wijst op haar wettelijke verplich tingen. De heer Van der Geest zal over het principe niet spreken, maar wil toch t.a.v. de verduisteringsmaatre gelen iets opmerken. Er wordt geëischt, dat het licht zoo afgeschermd wordt, dat geen licht naar buiten straalt, maar er is een bevolkingsgroep, die daaraan niet kan voldoen, daar hun raambedekking eenig licht doorlaat en zij het geld, noodig voor materiaal om alle uitstraling te voorkomen, niet hebben. Spr. betwijfelt of afdekking met oud papier voldoende is. Op de tentoon stelling bleek, dat donker papier op latten de beste afsluiting is, doch dat kost geld. De Voorzitter is dankbaar voor hetgeen omtrent de inrichting van den Luchtbeschermingsdienst is gezegd. Voor een goede uitvoering is de medewerking der be volking noodig en die is hier in zeer behoorlijke mate. De geheele luchtbeschermingsdienst is overigens een kwestie van geld, ook wat schuilkelders en loopgraven betreft. Als men hier speciale schuilkelders ging maken, kwam men op een geheel ander bedrag dan thans. In de oude stad zijn echter nog wel kelders, welke mis schien met een kleine verandering wel aan een aantal menschen veiligheid zouden kunnen bieden, doch zulks zou alleen bij dreigend luchtgevaar kunnen worden ge vorderd. Misschien kan met particulieren overleg wor den gepleegd om hun kelder te laten veranderen, wat de gemeente dan natuurlijk moet betalen. Het graven van loopgraven in de plantsoenen, door het aanbrengen van eenvoudige betonnen muurtjes, is misschien een geschikt werkobject. Als de gangen wor den dichtgegooid en men er gras overheen laat groeien, is het onzichtbaar, terwijl, zoo noodig, de gangen zeer snel uitgegraven zijn. Daarover valt te denken, maar de kosten komen geheel voor de gemeente. Wat de andere kosten betreft, spr. acht het niet noodig den Minister nogmaals op zijn verplichtingen te wijzen, omdat de Regeering van die verplichting over tuigd is; er zijn echter blijkbaar redenen, vermoedelijk financieele, waarom de Regeering er niet aan voldoet. Ieder beseft, dat er meer moet gebeuren, want aan een prachtige luchtbeschermingsdienst op papier heeft men niets. Spr. zal, als de Raad met dezen post meegaat, voordat tot aanschaffing van de materialen wordt over gegaan, welke het Rijk eigenlijk moet betalen, overleg plegen met de Regeering. De heer Van Kollem heeft volkomen gelijk, dat een voorschot erkend moet worden. Als er mobilisatie komt, moet het geheele land vol ledig verduisterd worden, vanaf zonsondergang, niet door eenvoudig zwart papier over de lamp te hangen, want al kan dat wel voor één avond, als het langer duurt, houdt men het daarbij niet uit. Dat het voldoen aan de gedragsregels bezwaarlijk is voor sommigen, betwijfelt spr., al zal het misschien een kleinigheid kosten, het valt mee als men het zelf doet. Spr. weet dit bij ervaring en het afdekken van een groot raam kostte hem niet meer dan een kwartje. Spr. zal soepel zijn t.a.v. de naleving als blijkt, dat men werkelijk mee wil werken, maar t.a.v. hen, die niet willen meewerken, kan spr. niet soepel zijn. Zoodra er mobilisatie is, is het geheele land in staat van beleg. Dan zijn de burgerlijke autoriteiten ondergeschikt aan de militaire en van deze zal geen soepelheid te ver wachten zijn. Straalt ergens licht uit, dan zullen ze mis schien het licht onklaar maken. Het is thans de be doeling, dat ieder verduisteren kan, als het noodig is. De heer Muller vraagt, of, als de Prov. Staten be sluiten tot het plaatsen van het afweergeschut op het P.E.B., de Raad daarover ook nog heeft te beslissen. De heer Van Kollem heeft met genoegen gehoord, dat de Voorzitter gezegd heeft, dat hij in Den Haag de noodige stappen wil doen. Gaarne verneemt de Raad t.z.t. de resultaten. De heer Turksma c.s. sluiten zich gaarne aan bij de hulde, den Voorzitter gebracht. Hij wil gaarne een ver duidelijking hebben over de samenhang tusschen den dienst in Leeuwarden en Leeuwarderadeel. Naar spr. meent, is Leeuwarden in een andere gevarenklasse in gedeeld als Leeuwarderadeel, terwijl de bebouwing van beide gemeenten in elkaar loopt. De Voorzitter antwoordt, dat afweergeschut valt onder de Vuurwapenwet, welke bepaalt, dat ieder voor het maken, hebben of vervoeren van vuurwapenen ver gunning noodig heeft, doch de wet bepaalt uitdrukke lijk, dat voor publiekrechtelijke lichamen die vergunning niet is vereischt. Was het te plaatsen afweergeschut dus niet van het Rijk, doch van het P.E.B. of de ge meente, dan zou ook geen vergunning noodig zijn. Samenhang tusschen de diensten van Leeuwarden en Leeuwarderadeel is er wel degelijk en moet er ook zijn. Tusschen de bebouwde kommen van beide gemeenten loopt een denkbeeldige streep, alleen op de kaart te vinden. Voor den luchtbeschermingsdienst wordt de geheele bebouwde kom als één geheel opgevat. Dat Den Haag Leeuwarden in de 2e en Huizum in de 3e gevarenklasse heeft ingedeeld, interesseert ons minder dan Huizum, die, b.v. de brandweer, welke zij voor de Luchtbescherming moet hebben, nu niet van het Rijk betaald krijgt. Spr. heeft in zijn Nota ook steeds reke ning gehouden met de verdeeling van de 60.000 inwo ners van Leeuwarden en Huizum in 50.000 en 10.000; ook bij verschillende gemeenschappelijke aankoopen is deze verdeeling aangehouden. In de indeeling in de gevarenklassen zitten meer vreemde beslissingen. Mis schien wordt deze nog wel eens gewijzigd. Volgno. 267 wordt onveranderd vastgesteld. Te 10 uur nam. wordt de vergadering geschorst. Te 10.15 uur nam. wordt de vergadering voortgezet. Volgno. 268. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der verlichtingf 64.266.92. De heer Van der Geest heeft er in de sectie op ge wezen, dat verschillende steegjes in de stad niet ver licht zijn. Nu weet hij, dat de gemeente particuliere straatjes niet behoeft te verlichten, maar vraagt de aan dacht voor het steegje aan het Zuidvliet, ongeveer bij no. 294, dat volkomen donker is. De heer Westra (weth.) vermoedt, dat het bedoelde steegje particulier is. Wanneer de heer Van der Geest of de bewoners zich tot het G.E.B. wenden, komt de zaak officieel aan de orde en kunnen B. en W. haar bekijken. Particuliere stegen worden echter niet door de gemeente verlicht. De heer Van der Geest zal dezen wenk benutten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1939 | | pagina 22