56 Verslag van de handelingen van den gemeèriteraad b. plaatsvervangend voorzitter, tevens plaatsvervan gend lid 1. Mr. C. H. Beekhuis Sr.; 2. Mr. F. F. Viehoff. De heeren Muller en Hooiring vormen het stem bureau. Benoemd wordt sub a. mr. C. W. Stheeman met 23 stemmen (1 bilj. blanco en 2 bilj. van onwaarde) en sub b. mr. C. H. Beekhuis Sr. met 22 stemmen (mr. Viehoff 1 stem, 1 bilj. blanco en 2 bilj. van onwaarde). Punt 4 (bijl. no. 13). Benoemd wordt mej. Klijnsma met 25 Stemmen (Beekhuis 1 stem). Punten 5, 6, 7, 8 en 9 (bijl. nos. 18, 7. 15, 17 en 9). Met alg. stemmen wordt be- besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 10 (bijl. no. 10). De heer Praamsma meent, den toestand ter plaatse gezien hebbende, dat de gemeente dit perceel niet noo- dig heeft. De Dir. van G.W. zegt wel. dat er plannen zijn om het terrein (gelegen ten Noorden van het Sport park) voor woningbouw te gebruiken en de vracht- en bodediensten bij de Bleek te verplaatsen naar het sport terrein, maar dat is toekomstmuziek. De perceelen, welke de gemeente van de fam. Tijsma heeft gekocht, midden in de geprojecteerde 18 M. breede straat in het complex Cambuursterpad en Cam- minghastraat gelegen, zijn het meest geschikt voor doorbraakruimte naar de achtergelegen terreinen. Deze voor de hand liggende oplossing behoeft de gemeente geen geld te kosten en bovendien staan deze perceelen iets verder achteruit dan de thans voorgestelde. Spr.'s tweede bezwaar geldt den prijs. Als voor het perceel 3850.moet worden betaald en de gemeente bovendien nog 1000 m2 grond moet afstaan, dan meent hij, dat, als de gemeente, overeenkomstig de eerste berekening van den Dir. van G.W., 2664.zou bijbetalen, zulks een heel goede prijs zou zijn. Daar ook volgens den Directeur doortrekking van de straat over dit perceel niet urgent is en er ook nog andere moge lijkheden zijn, is het niet noodig dezen grond anders te koopen dan tegen een billijken prijs, te minder, waar eventueele doorbraak over de perceelen-Tijsma de meest juiste is. De heer De Boer (weth.) meent, dat de heer Praamsma de zaak niet juist ziet. De bedoeling is. de straat, welke de Dir. van G.W. in zijn rapport van 12 September j.l. niet zoo urgent achtte, maar die wel op het uitbreidingsplan voorkomt, aan te leggen, als de Raad er mee accoord gaat het parkeerterrein voor vrachtwagens bij de Bleeklaan te verplaatsen naar het parkeerterrein bij „Cambuur", welk voorstel den Raad nog zal bereiken, en dan moeten daar ook behoorlijke toegangen zijn. B. en W. hebben zich b.v. den toegang naar dit terrein gedacht langs den De Ruijterweg en de uitgang langs de genoemde straat naar den Weg naar Cambuur, maar het aan te koopen perceel staat midden in deze straat. De Dir. van G.W. berekent dit op 8. per m2. Van het verkochte perceel aan de Reynders- buurt (Punt 9) was de prijs 42.50 per m2 en men heeft hier niet alleen te rekenen met grond, maar ook met een pand. dat er netjes uitziet en aan zijn bestemming als woonhuis nog jaren lang kan voldoen. Men moet deze zaak dus niet alleen zien van de zijde der ge meente, maar ook in aanmerking nemen, welke waarde het pand voor den verkooper heeft en dan is 8.per m2 zeker niet overdreven. Men kan zeggen, dat de straat niet noodig was, maar in September was niet te voorzien, dat deze in verband met de verplaatsing van het parkeerterrein bij de Bleeklaan, dat een andere be stemming krijgt, thans urgent zou zijn. Als de parkeer plaats bij het sportterrein, welke er toch moet zijn, nog anders benut kan worden, is dat economisch gezien van van Leeuwarden van Woensdag 22 Februari 1939. groot belang, maar dan moet men een gelegenheid schep pen, dat zij goed te bereiken en te verlaten is en dat kan niet langs één straat. B. en W. willen zooveel mogelijk éénrichting-verkeer bevorderen en dat is te bereiken door den thans voorgestelden aankoop. De heer Praamsma, dankbaar voor deze toelichting, is het toch niet geheel met den wethouder eens. Er wordt gezegd voor het pand aan de Reyndersbuurt is 42.50 per m2 betaald, maar dat pand ligt in het cen trum der stad en is niet te vergelijken met dezen grond, welke ver buiten de stad ligt. Spr. zou dezen grond willen vergelijken met grond, Welke er direct bij ligt, n.l. de perceelen-Tijsma. Deze had de gemeente noo dig om de 18 m breede straat door te trekken en bij Cambuursterpad en Camminghastraat een behoorlijke oplossing te krijgen en voor dat geheele complex van 8 woningen heeft de gemeente maar 4400.betaald. Daarmede vergeleken is het thans aan te koopen per ceel inderdaad duur. Wat het argument voor dezen aankoop, de verplaat sing van de bodediensten, betreft, spr. voelt er heel weinig voor bodediensten te hebben halverwege Tiet- jerk, niet alleen om de menschen zelf. maar ook in het belang van handel en bedrijf. Daar èn uit het rapport van den Dir. van G.W. èn uit het voorstel van B. en W. duidelijk blijkt, dat doortrekking en aanleg van bedoelde straat den eersten tijd niet urgent zijn en er ook nog andere oplossingen bestaan, lijkt spr. de meest logische oplossing doortrekking over het terrein-Tijsma. gelegen midden in de geprojecteerde 18 m breede straat, terwijl 50 m. verder vrije doorgang is. De gemeente heeft voor grond aan het Cambuursterpad wel eens 10.per m2 betaald, maar dan had men dien noodig en hier is een goede oplossing te vinden zonder dezen aankoop. De heer Rom Colthoff sluit zich bij den heer Praam sma aan. Dat deze straat in het uitbreidingsplan voor komt, is een zwakke verdediging, omdat het uitbrei dingsplan nog niet is goedgekeurd. Spr. hoopt, dat de vrachtrijders niet naar het parkeerterrein ..Cambuur" zullen worden verwezen, daar het veel te ver buiten de stad ligt. Misschien is de straat nog om een andere reden noodig, maar het lijkt spr. niet gewenscht eenige meters na een kruispunt weer een dwarsstraat op den hoofdweg te laten uitkomen, al is de Weg naar Cam buur niet bedoeld als traverse. En is het alleen om een verbinding van het parkeerterrein met den hoofdweg te krijgen, dan wachte men het praeadvies op het adres van ..De Eendracht" en de goedkeuring van het uit breidingsplan af. De heer Turksma meent, dat, daar Bottema zijn pand geheel uit vrijen wil afstaat, waartoe hij niet gedwon gen kan worden, dezen wel een goodwill mag worden betaald. Aan een nieuwe woning en stalling toch wor den verschillende eischen gesteld. Spr. meent, dat de afkeuring van het uitbreidingsplan geen verband hield met deze straat. Met de vorige sprekers is hij het eens, dat dit par keerterrein voor den handel te excentrisch is. Is er geen beter terrein voor de vrachtrijders te vinden Spr. meent, dat vroeger ook reeds sprake van een straat ter plaatse is geweest en nu Bottema het pand wil afstaan, is er alle aanleiding het voorstel te accep teeren, De heer De Boer (weth.) zegt, dat de Raad nog moet beslissen, of dit parkeerterrein voor vrachtwagens zal worden gebruikt, maar bedoelde straat is, ook als het daarvoor niet wordt gebruikt, als uitmonding van het terrein noodig. Vergelijking met de Reyndersbuurt gaat weliswaar niet geheel op, maar vergeleken met de zooeven voor 9.50 per m2 in erfpacht uitgegeven terreinen aan den Pasteurweg, is 8.per m2, waarop de berekening is gebaseerd, niet te hoog. Het uitbreidingsplan is niet op dit onderdeel afgé- Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 22 Februari 1939. 57 keurd en het nieuwe plan is, wat dit gedeelte betreft, precies als het vorige, het is echter kleiner, terwijl een enkele hoofd- of verbindingsweg iets is veranderd. De onderhavige weg komt te liggen in het verlengde van de langs het sportterrein geprojecteerde straat en kan daar niet worden gemist, terwijl een gedeelte van dit perceel nog als bouwterrein kan worden uitgegeven. Bovendien is het rapport van September van den Dir. van G.W. gevolgd door dat van 24 Januari j.l., waarin wordt gewezen op het belang van deze straat in ver band met eventueele uitgifte van bouwterreinen en het parkeerterrein voor vrachtwagens. Met 21 tegen 5 stemmen, die van de heeren Balk, Feitsma, Wiersma, Praamsma en Algera, wordt be sloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 11 (bijl. no. 12). De heer Turksma zegt, dat het pand Kanaalstraat no. 2bov. nu al enkele jaren steeds voor een jaar wordt verhuurd. Was daar een bepaalde bedoeling mee, mis schien in verband met het naastgelegen brandweer huisje? Maar anders is er geen bezwaar het voor lan- geren tijd te verhuren. De Voorzitter zegt, dat de huurder het pand voor een jaar in huur vraagt. Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 20). De heer Muller herinnert aan het bestaan van de Contactcomm., waarin vertegenwoordigers van de woningbouwvereenigingen en het Gem. Woningbedrijf zitting hebben, terwijl een lid van B. en W. de ver gaderingen leidt. Een belangrijk onderdeel harer be moeiingen is de laatste jaren geweest het vaststellen van de huren der woningen, welke eenige malen op haar advies zijn verlaagd. Het doel der besprekingen in de Comm. was, het onderling verband tusschen de huren te behouden en men besloot, zelfs sterk op insti gatie van B. en W., dat noch de verschillende woning bouwvereenigingen, noch de gemeente de huren zou verlagen, voordat deze in de Contactcomm. waren besproken. Dit voorstel nu is volkomen in strijd met dezen gedachtengang. Door de huurverlaging van, zij het een klein aantal, woningen, zullen de verhoudingen eenigs- zins worden verbroken. Men behoeft daarmee geen concurrentie met de woningbouwvereenigingen te be oogen, maar nu het bestaande onderlinge verband tusschen de huren ook in de toekomst zou blijven be staan, verwondert het spr., dat B. en W. dit voorstel doen, zonder dat deze kwestie in de Contactcomm. is geweest. Spr. wil gaarne, dat B. en W. dit voorstel terugnemen en alsnog advies van de Contactcomm. vragen. Daar spr. echter niet weet, of zulks zal ge beuren, wil hij in ieder geval zijn bezwaren uiten. Deze woningen zijn minder gewild, niet door de te hooge huren, maar door de indeeling. Al worden de huren verlaagd, het blijven nog prijzen van 6.25 en 5.75 en juist zij, die een dergelijke huur kunnen ver wonen, kunnen op het oogenblik te kust en te keur gaan en een moderne woning krijgen aan eiken kant van de stad. Het is dus niet zeker, dat de woningen, als de huren verlaagd zijn, bewoond zullen blijven. Toch is de Tj. Hiddesstraat geen straat, waar men niet wil wonen; daar kan het dus niet aan liggen. En gezien de bewoners best 6.a 7.kunnen betalen, zal verlaging niet het gewenschte effect sorteeren. Daarom lijkt het spr. beter het geld, dat de gemeente bij huur verlaging derft, te kapitaliseeren en te besteden voor verbetering. Waarom is die gedachte niet overwogen en de Contactcomm. niet om advies gevraagd De heer Van der Schoot vraagt, wat de reden van deze verlaging is. Zij is niet door de bewoners gevraagd, doch men denkt, dat deze woningen na verlaging beter verhuurbaar zijn, wat spr. betwijfelt. Alleen als de noodige verbeteringen, als b.v. granieten aanrechten en glas in de suitedeuren, worden aangebracht, wat niet zooveel kost en waardoor de woningen meer in over eenstemming zijn met de moderne eischen, blijven de woningen bewoond en ook door goede huurders. Want de Tj. Hiddesstraat is wel een straat, waar de menschen graag wonen. Doch door alleen de huur te verlagen, bereikt men niets. De heer Wiersma is het met de heeren Muller en Van der Schoot eens. Inderdaad zijn deze woningen niet modern ingericht en spr. gelooft met den heer Mul ler, dat het ontbreken van modern comfort oorzaak is, dat zij minder verhuurbaar zijn, doch hij meent met B. en W., dat het een belangrijk bedrag zou vorderen om ze eenigszins modern te maken en daarvoor schrikt hij terug. Wel kan er iets gedaan worden b.v. door vervanging van de zinken aanrechten door granieten, zou aan een groot bezwaar tegemoet worden gekomen, en ook voere men klein onderhoudswerk uit. Is spr. juist ingelicht, dan is de practijk, dat, als de huizen een half jaar of langer leeg staan en er komt een huurder, zij van onder tot boven worden opgeknapt, terwijl iemand, die daar al 13 jaar woont, alleen noodzakelijke herstellingen in orde krijgt en als hij e.a. kleine verbe teringen, zooals het aanbrengen van glas in de deuren, granieten aanrecht, enz., vragen, dan krijgen zij nul op het request en dus gaan er 12 Mei al weer bewoners uit. Als dat waar is, hoopt spr., dat men zich met de huurders in verbinding stelt om aan hun wensch i.z. kleine verbeteringen te voldoen. Ook spr. gelooft niet. dat de huurders zoo gebrand zijn op deze huurverlaging. doch veel liever de woningen behoorlijk verbeterd zagen. Spr. verklaart zich evenwel niet tegen het voorstel. Den heer IJtsma, wetende, welk een zorg het is ge weest om de Contactcomm. in het leven te roepen, ver baast het, dat in dit geval geen overleg heeft plaats gehad. Is de reden, dat dit eigenlijk geen arbeiders woningen zijn, zooals de woningvereenigingen hebben? De Voorzitter heeft eens gezegd als woningen niet meer verhuurbaar zijn voor een bepaalden prijs, dan moet men ze goedkooper op de markt brengen. Moet dat hier toegepast worden De vraag is, of deze woningen, zooals zij thans zijn, verhuurbaar kunnen worden en dan gelooft niemand, dat ze door 0.50 verlaging voor langen tijd verhuurd zullen worden. Als men de woningen in den bestaanden toestand laat, kan men ze nog wel eens met 0.50 verlagen, met de con sequentie, dat de vraag naar voren komt, of men dan door voortdurende huurverlaging en de woningen in denzelfden toestand te laten, een straat van dit type een ander cachet wenscht te geven, waardoor op den duur ook andere straten geheel zullen veranderen. Laten B. en W. dit voorstel terugnemen en nagaan, of de woningen niet kunnen worden verbeterd, zóó, dat de gemeente er, ook wat huurprijs betreft, „konkurrenz- fahige" woningen aan heeft en dan behoudt de straat haar cachet. De heer Rom Colthoff zegt, dat het argument van den Adm. van het Woningbedr., dat deze huurverla ging opschuiving uit goedkoopere woningen zal bevor deren, veel aanlokkelijks heeft, al is hij het eens met den heer IJtsma, dat door deze verlaging de stand van de straat omlaag gaat, wat niet alleen tot die straat beperkt zal blijven, en dan komt men ook voor huur verlaging van andere woningen te staan, zoodat de schade voor de gemeente grooter zal worden dan 10 X 26.—. De heer Praamsma vraagt, daar de gebreken van deze woningen bekend zijn in de stukken worden ze alle genoemd of ook is berekend, wat verbetering zou kosten. Of dacht men, dat dat te veel zou zijn en is men maar zonder meer tot huurverlaging overgegaan? 0.50 huurverlaging zal op den duur niet leiden tot voortdurende bewoning van deze huizen, daarnaast zal

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1939 | | pagina 2