Vergadering van Woensdag 29 november 1939.
148 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 8 November 1939.
op werk heeft dan de niet-geschoolde. Het criterium is
hier echter, dat er werk moet zijn. De heer Melot schrijft
in zijn rapport immers, dat er hier thans nog 8 vakbe
kwame kellners rondloopenDit, en het feit, dat men
in de bedrijven verklaart meer dan voldoende personeel
te hebben, bewijst wel, dat ook geschoolde kellners hier
ter stede geen emplooi kunnen vinden.
De Minister heeft uitdrukkelijk in zijn schrijven be
paald, dat lesgeld zal moeten worden geheven, doch
spr. heeft daaromtrent niets van den wethouder ge
hoord. Ook heeft deze nog gezegd, dat van de uitgaven
60 terugkomt. Spr. vraagt, of de wethouder daar
bewijzen van heeft. Ook de heer Van Kollem heeft
gezegd, dat het Rijk 60 terugbetaalt. Maar Leeu
warden ligt niet buiten Nederland en ten slotte moeten
alle Nederlanders met elkaar de kosten opbrengen, in
welken vorm dan ook.
Spr. heeft voorts gevraagd naar de resultaten van
de reeds gehouden cursussen. Hij heeft niet gezegd, dat
Leeuwarden als proefkonijn dienst zal doen, maar hij
zou dit bijna moeten concludeeren; anders had hij toch
de noodige gegevens omtrent den cursus in andere ge
meenten mogen verwachten. Spr. neemt echter aan, dat
ze er zijn. Er werden enkele groote plaatsen genoemd,
waar cursussen gegeven worden, maar daar moeten ook
andere eischen aan de kellners gesteld worden. Was
daar nu het resultaat, dat de cursisten inderdaad plaat
sing hebben verkregen? Hier in Leeuwarden zal slechts
een enkele maal, bij een ietwat grooter diner dan ge
woonlijk, behoefte zijn aan meer onderlegde krachten.
Maar dat komt overal elders ook voor. Spr. had het
genoegen, onlangs in hotel „De Wittebrug" in Den
Haag aan een maaltijd aan te zitten. In dit hotel nu,
het mag dan al gunstig bekend staan, was de bediening
zoo, dat, toen spr. e.a. gereed waren, enkele personen
tegenover hen nog niets op hun bord hadden. Het blijkt
dus, dat geen enkel personeel op bijzondere gelegenheden
berekend kan zijn. Maar de kellners, om wie het hier
ter stede gaat, kunnen nog wel een juskom rondbren
gen. En komt er een enkele maal eens een extra groot
diner voor. dan kan men misschien nog voordeeliger
eenige krachten van elders laten komen. Wil men de
betrokken kellners helpen, dan kan men hun beter een
zekere toelage geven.
De heer IJtsma meent, dat de redeneering van den
heer Praamsma er om draait, dat er voor deze men-
schen toch geen werk is. Als zelfs, zooals de heer
Praamsma zegt, in voorname gelegenheden als „De
Wittebrug'' niet voldoende geschikt personeel is, laten
wij dan, aldus spr., dewerklooze kellners hier voldoende
scholen, zoodat zij misschien daar een kans hebben.
De manier, waarop deze zaak bestreden is, beteekent
eigenlijk, dat men in het algemeen niet met herscholing
behoeft te beginnen. Er is op het oogenblik geen enkel
bedrijf, waarvan men vooraf kan zeggen daar zal de
herschoolde zeker werk vinden. Als men vooraf die
zekerheid wil hebben, laat men zich dan principieel
tegen herscholing verklaren.
De heer Praamsma heeft het programma nogal gecri-
tiseerd; ook volgens de leerplans van lager-, middel
baar- en hooger onderwijs en bij de tegenwoordige
scholing in verband met de Vestigingswet krijgen de
cursisten heel wat te leeren, wat zij niet direct noodig
hebben. Het is een klein kunstje, het leerplan van dezen
cursus, dat overigens door den Minister is goedgekeurd,
belachelijk te maken. Spr. bewondert in elk geval den
moed van de kellners, die willen trachten zich te
bekwamen. Ieder weet, dat men daarbij veel dingen
moet slikken, die met het eigenlijke vak niet te maken
hebben, maar tot de algemeene scholing behooren. Spr.
zou misschien ook wel iets kunnen aanmerken op wat
de leider bij dezen cursus moet doen; hij wil deze zaak
er echter niet aan wagen en acht het beneden de waar
digheid van den Raad, dat, als deze op het gebied der
werkloosheidszorg iets kan doen, dit van de hand te
wijzen, omdat er misschien bij dezen cursus wel iets
anders zou zijn te regelen.
De heer Westra voelt zich eenigszins verantwoor
delijk voor dit voorstel, dat hij na vele besprekingen
mee heeft voorbereid. Hij meent, dat niet voldoende is
belicht, dat het hier een zaak van samenwerking met
de Regeering betreft, die op het standpunt staat, dat
herscholing moet worden ter hand genomen, om de
werkloozen geplaatst te krijgen. Dit voorstel is een
poging om de Regeering daarin te steunen en spr.
meent, dat B. en W. daar goed aan doen.
Men wekt slechts een desillusie, is gezegd. Spr. heeft
aan het bevorderen van dezen cursus medegewerkt,
juist omdat, naar hij was ingelicht, van de cursussen
wel resultaten te verwachten waren. De Dir. van de
Arb.beurs heeft B. en W. verzekerd, dat hier bij groote
diners kellners van elders moesten komen en de werk-
looze kellners hier bleven rondloopen, omdat zij onvol
doende geschoold waren. Waren zij geschoold geweest,
dan was hun herhaaldelijk werk gegeven en zou hun
steunuitkeering minder zijn gewordende gemeente
krijgt uiteindelijk het geld van den cursus dus terug.
Ook in andere plaatsen worden dezelfde cursussen ge
geven, die vakbekwame kellners afleveren, en Leeu
warden moet er voor zorgen, dat ook zijn werklooze
kellners mee kunnen dingen met andere vakbekwamen
naar een betrekking elders. Anders zal het aantal werk
looze kellners hier in verhouding noodeloos grooter
worden.
De heer Botke (weth.) wil enkele dingen recht zetten.
De heer Praamsma vindt den cursus veel te duur en
heeft de kosten vergeleken met de uitgaven voor het
l.o„ maar daarbij heeft hij het salaris van de leerkrach
ten vergetendie zijn in het door hem aangehaalde
kostenbedrag niet verrekend. Hij had voorts kunnen
weten, door het voorstel tot wijziging van de heffings
verordening op het M.O., dat iedere leerling van dit
onderwijs per jaar 430.kost. Wat het kostenbedrag
per leerling van het vervolgonderwijs betrof, dat onder
wijs liep slechts over de periode 15 September15
Maart.
De heer Feddema (weth.) antwoordt den heer Pos-
thuma, dat aangenomen is, dat er 14 cursisten uit Leeu
warden komen en 5 uit Huizum. Als men dan per leer
ling 75.rekent, zal Leeuwarden 14 X 75.
moeten betalen, verminderd met wat uit het Werkl.-
subs.fonds wordt bijgedragen, wat in elk geval boven
de 50 ligt.
Den heer Buiël zegt spr., dat het hier een landelijke
begrooting betreft, waar niet aan te wijzigen valt. Bo
vendien meent spr., dat een leider van 20 cursisten
evenveel werk heeft als een van 40.
Den heer Praamsma antwoordt hij, niet den profe
tenmantel te willen omhangenhij weet niet precies,
wat het resultaat zal zijn.
Uit wat de heer Balk heeft medegedeeld over tast
bare resultaten van cursussen, zelfs voor de tweede
maal gehouden, blijkt, dat het geld dus niet wordt
weggeworpen.
Den heer Rom Colthoff zegt spr., dat over de be
grooting gestemd moet worden, zooals ze hier ligt.
Het voorstel van B. en W. wordt met 22 tegen 7
stemmen, die van de heeren Wiersma, Feitsma, mevr.
Van Dijk—Smit, de heeren Van der Schoot, Praamsma.
Rom Colthoff en Algera, aangenomen.
Punt 15.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 November 1939. 149
Tegenwoordig 28 leden. Afwezig de heer Van Eyck
van Heslinga.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1Vaststelling van de notulen der vergadering van
5 September 1939.
2. Mededeelingen en rapporten.
3. Benoeming krachtens artikel 57 der Nijverheids
onderwijswet van twee gedelegeerden der gemeente in
het bestuur der Vereeniging voor Middelbaar Tech
nisch- en Ambachtsonderwijs voor het jaar 1940, wegens
periodieke aftreding van de heeren de Boer en A. P.
Balk.
4. Alsvoren van twee gedelegeerden der gemeente
in het bestuur der Leeuwarder Industrie- en Huishoud
school voor het jaar 1940, wegens periodieke aftreding
van mevr. C. M. BusscherSjerp en den heer G. Botke.
5. Alsvoren van twee gedelegeerden der gemeente
in het bestuur van de Christelijke Industrie- en Huis
houdschool voor het jaar 1940, wegens periodieke af
treding van de heeren J. Turksma en Mr. J. Algera.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van de stoepen, gelegen voor de perceelen
Breedstraat no. 48, Voorstreek no. 32, Achter de Hoven
no. 169, Noordvliet nos. 5 en 7 en Zuidvliet no. 2
(bijlage no. 138).
7. Alsvoren tot overneming van de stoepen, gelegen
voor de perceelen Willem Loréstraat no. 33, Zuidvliet
nos. 376, 378, 380, 382, 384 en 386 en Achter de Hoven
no. 137 (bijlage no. 148).
8. Alsvoren tot ruiling met, en verkoop aan de
provincie Friesland van strooken grond aan den Ka-
naalweg N.Z. en nabij de Franklinstraat (bijlage no.
143).
9. Alsvoren tot verkoop van strooken grond, gele
gen aan de Van Loonstraat, aan P. Bokma, alhier, en
tot verbreeding van genoemde straat ten behoeve van
aan de Z.Z. daarvan te bouwen woningen, enz. (bijlage
no. 145).
10. Alsvoren in zake de verhuring, als z.g. volks
tuintjes, van een terrein, gelegen aan de Westzijde van
den Lekkumerweg (bijlage no. 141).
11. Alsvoren tot herverhuring van terrein, gelegen
aan de Vondelstraat, aan de N.V. Leeuwarder Wieler
baan (bijlage no. 137).
12. Alsvoren tot verhooging van het voor de uit
breiding van de stalruimte in het Openbaar Slachthuis
beschikbaar gestelde bedrag en, in verband daarmede,
tot wijziging van de gemeentebegrooting en van die
van het Openbaar Slachthuis, beide dienst 1939 (bijlage
no. 150).
13. Alsvoren tot het verstrekken van gelden aan de
Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs voor het
aanschaffen van boeken voor hare U.L.O. school Mar-
garetha de Heerstraat no. 1 (bijlage no. 149).
14. Alsvoren tot vaststelling van de driejaarlijksche
afrekening, bedoeld bij art. 101, 8e lid, der L.O.-wet
1920 over de jaren 1932, 1933 en 1934 (bijlage no. 146).
15. Alsvoren tot wijziging van de verordening op
de Middelbare School en Hoogere Burgerschool voor
Meisjes, van die voor de Gemeentelijke Hoogere Bur
gerschool met vijfjarigen cursus A en van die voor het
Gymnasium (bijlage no. 142).
16. Alsvoren tot wijziging van de verordening, re
gelende het Georganiseerd Overleg (bijlage no. 140).
17. Alsvoren tot wijziging van de verordening, hou
dende voorwaarden, waarop het gas door de Gemeen
telijke Gasfabriek aan particulieren wordt geleverd en
bepalingen voor den aanleg en het gebruik van de ge
meentetoestellen (bijlage no. 139).
18. Alsvoren tot wijziging van de verordening, hou
dende voorwaarden voor de levering van electrischen
stroom door het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf te
Leeuwarden (bijlage no. 144).
19. Praeadvies van Burgemeester en Wethouders
op het schrijven van den Generaal, Opperbevelhebber
van Land- en Zeemacht, houdende verzoek om mede-
deeling van eventueele opmerkingen omtrent een daarbij
toegezonden ontwerp-verordening ex art. 12 van de wet
op den Staat van Oorlog en Beleg (bijlage no. 151).
Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2. Wordt medegedeeld
a. dat bij K.B. is goedgekeurd het Raadsbesluit van
27 September 1939 tot vaststelling van een verordening
tot heffing van schoolgeld voor het 1. o.
b. dat Ged. St. hebben goedgekeurd de Raadsbe
sluiten van 8 November 1939 tot het aangaan van kas-
geldleeningen, tot aankoop van land nabij den Gronin
gerstraatweg, tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Bildtschestraat en tot verhuring van terrein aan
de Potmarge
c. schrijven van de Comm. voor den Herscholings
cursus in het Hotel-, Café- en Restaurantbedrijf,
houdende uitnoodiging tot bijwoning van de officieele
opening van den cursus op Zaterdag 2 December 1939.
te 3 uur n.m., in de Zalen Schaaf.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. mededeeling van B. en W. met verslag van het
Plaatselijk Schoolmelkcomité i.z. de mogelijkheid van
het verstrekken van melk aan schoolgaande kinderen.
B. en W. stellen voor, hunne mededeeling en het op
22 Mei 1939 ingekomen verzoek van de „Neutrale
Melktappersvereeniging LeeuwardenHuizum" voor
kennisgeving aan te nemen (bijlage no. 147).
Mevrouw Busscher-Sjerp brengt hulde aan B. en W.
en het Schoolmelkcomité voor het grondige onderzoek.
Helaas kwam het Comité tot de conclusie, dat een proef
neming niet mogelijk is en spr. legt zich daarbij neer.
Veel nuttige dingen moet men nalaten door de omstan
digheden, maar mochten deze verbeteren, dan hoopt
spr., dat B. en W. het onderzoek i.z. melkverstrekking
op de scholen weer ter hand zullen nemen.
De heer Van der Meulen sluit zich aan bij de woor
den van waardeering, door mevr. Busscher uitgespro
ken. De S.D.-fractie spijt het ook, dat het Comité tot
een negatief resultaat is gekomen; ook zij is overtuigd
van het groote nut van de melkverstrekking, maar be
grijpt, dat deze thans niet mogelijk is.
In punt 1 van zijn conclusie zegt het Comité, dat de
door de fabrieken gevraagde prijzen onevenredig hoog
blijken bij de elders in het land bedongen prijzen. Mis
schien kunnen B. en W. onderzoeken hoe dit komt
Spr. hoopt, dat B. en W„ zoodra zij daartoe kans zien,
eventueel na bespreking met de Schoolmelkcentrale,
nieuwe stappen willen doen in de richting van melk
verstrekking.
Mevrouw Van Dijk—Smit heeft eenigszins verwon
derd kennis genomen van het rapport en het heeft haar
indertijd uitgesproken meening versterkt, dat melkvoor-
ziening niet door de Overheid moet plaats vinden, maar
in het gezin, eventueel via het gezin in de school.
Het is vreemd, dat verschillende leveranciers öf hun
eerste aanbod introkken óf een hoogeren prijs opgaven,
zelfs zóó hoog, dat voor een categorie kinderen 18 ct.
per liter betaald zou moeten worden, bij een straatprijs
van 12 ct. Eén leverancier kon thans zelfs geen prijs
opgave doen, terwijl een andere voorstelde voor het
zelfde geld maar minder te leveren. Spr. vraagt zich af.
wat bij de vroegere aanbiedingen het hoofdmotief is
geweest: het belang van het kind of van de leverantie.
De heer Sterringa heeft waardeering voor het Co
mité, dat deze zaak heeft onderzocht en zeer diligent is
geweest. Het ging er echter van uit, dat de gemeente
financieel buiten de zaak moest blijven. Spr. meende,
dat alleen het Rijk 3.35 ct. per 1. bijdraagt, wat de ouders
minder behoeven te betalen.