Vergadering van Woensdag 17 Jnli 1940.
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Juli 1940.
105
Aanwezig 28 leden.
Afwezig de heer Sterringa.
Voorzitterde heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woning
Kapelsteeg no. 22 van de erven van H. G. Franssen
(bijlage no. 66).
3. Alsvoren tot aankoop van de onbewoonbaar ver
klaarde woningen Noordvliet nos. 77 en 79 van J. K.
Postma (bijlage no. 69).
4. Alsvoren in zake wijziging van de bestrating en
het plantsoen van het Zuiderplein en tot wijziging van
de gemeentebegrooting en die van het bedrijf der Ge
meentewerken, beide dienst 1940 (bijlage no. 72).
5. Alsvoren tot beschikbaarstelling van gelden ten
behoeve van het vernieuwen van walmuren langs de
Willemskade en het Zuiderplein en tot wijziging van de
gemeentebegrooting en die van het bedrijf der Gemeen
tewerken. beide dienst 1940 (bijlage no. 73).
6. Alsvoren tot verhooging van het voor verfwerk
aan het Openbaar Slachthuis uitgetrokken bedrag en
tot wijziging van de gemeentebegrooting en van die
van het Openbaar Slachthuis, beide dienst 1940 (bijlage
no. 71
7. Alsvoren tot nadere vaststelling van het voor
schot op de vergoeding ex art. 101 der Lager-onderwijs-
wet 1920 over 1940 ten behoeve van de school voor
uitgebreid lager onderwijs aan de Tweebaksmarkt no.
44 (bijlage no. 70).
8. Alsvoren tot verlenging van den ontruimings
termijn van 8 onbewoonbaar verklaarde woningen
(bijlage no. 67).
9. Alsvoren tot verdaging van de beslissing op het
ontwerp tot wijziging van het plan van uitbreiding der
gemeente in de omgeving van de Wilhelminabaan (bij
lage no. 68)
10. Alsvoren tot voorloopige vaststelling van de
balansen op 31 December 1939 en van de verlies- en
winstrekeningen en de rekeningen van baten en lasten
en kapitaalsinkomsten en -uitgaven over 1939, van
1. het Gemeentelijk Electriciteitbedrijf
2. het Gemeentelijk Grondbedrijf;
3. het Gemeentelijk Woningbedrijf
4. de Gemeentelijke Gasfabriek
5. het bedrijf der Gemeentereiniging
6. het bedrijf der Gemeentewerken
7. het Openbaar Slachthuis.
11Alsvoren tot goedkeuring van de rekeningen
over 1939 van
1het Stads Ziekenhuis
2. het Nieuwe Stads Weeshuis
3. de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon.
12. Alsvoren tot wijziging van de verordening op de
Gemeentepolitie (bijlage no. 74).
13. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw
benoemde lid van den Gemeenteraad, den heer M.
Bueving.
Punt 1. Wordt medegedeeld
a. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de Raads
besluiten van 3 April 1940 tot vaststelling van voor- en
achtergevelrooilijnen aan den Groningerstraatweg en
van 5 Juni 1940 tot aankoop van grond aan de Sumatra-
straat, onttrekking van een gedeelte van de z.g. Catha-
rinabuurt aan het openbaar verkeer, verhuring van
schiphuisterrein aan het Vliet en van een terrein aan
den Poppeweg en aankoop van strooken grond aan den
Mr. P. J. Troelstraweg en van grond aan den Pasteur-
weg en van 26 Juni 1940 tot wijziging van de begroo
tingen, dienst 1940, van de gemeente en de Gemeente
werken;
b. rapporten omtrent kasopneming van den dienst
voor Sociale Zaken en van de Won.vereeniging ,,St.
Joseph";
c. schrijven van den Voorzitter van het Centraal
Stembureau voor de verkiezing van leden van den Ge
meenteraad, houdende mededeeling. dat in de vacature-
H. Sterringa is benoemd verklaard tot lid van den Raad
de heer M. Bueving.
Voor kennisgeving aangenomen.
d. schrijven van de afd. Friesland van den Ned.
Bond van Veehandelaren, houdende verzoek in zake
de toekomstige uitbreiding der veemarkt te besluiten
overeenkomstig het denkbeeld van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken.
Wordt gevoegd bij de stukken betreffende ontwerp-
uitbreidingsplan omgeving Wilhelminabaan.
Punten 2 en 3 (bijl. nos. 66 en 69).
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van B. en W.
Punt 4 (bijl. no. 72).
De heer Praamsma nam met belangstelling kennis van
deze plannen, die zijn volle goedkeuring hebben. Dat er
geen parkeeren meer mogelijk zal zijn voor het kantoor
van het Stamboekvee" en de weg bij den spoorweg
overgang verbreed zal worden, is toe te juichen. Het
geheel is een zeer goede oplossing.
Toen indertijd de plannen i.z. de brug hier aanhangig
waren, is er over qesproken, dat de brug lager zou
komen te liggen, de hellingen der wegen naar en van de
brug veel geleidelijker zouden worden dan ze thans zijn
en het verloop dus veel beter. De helling van de
Klanderij af zal nu 0.90 a 0.95 m bedragen, van de
Willemskade af 1 m, terwijl van de Klanderij tot den
spoorwegovergang de geheele weg op dezelfde hoogte
van 2,05 m blijft. Kan de helling van den overweg af
niet geleidelijker toenemen, zoodat zij gemakkelijker te
nemen is
Gem.werken geeft toe. dat betonnen trottoirbanden
minder fraai en sterk zijn dan granieten. Is het wel aan-
bevelingswaard bij deze belangrijke entree betonnen
banden te leggen, terwijl in mindere straten granieten
liggen, vooral nu het hier gaat om een belangrijke en
duurzame verbetering van het Zuiderplein, dat de laatste
jaren herhaaldelijk is veranderd? Natuurlijk brengt
zulks meer kosten mee, maar dan is het geheel ook goed
in orde.
Spr. is echter geschrokken van de zinsnede in het
rapport van Gem.werken
„Bovendien moet worden bedacht, dat de toestand, waarin
het plein zal worden gebracht, niet als definitief moet worden
beschouwd.".
Spr. hoopt, dat dit niet zoo sterk is bedoeld en men
niet over eenige jaren opnieuw voor dit werk komt te
staan, want dan zou hij thans liever met een minder
kostbare uitvoering willen volstaan en later een defini
tieve oplossing bevorderen.
Spr. begrijpt wel, dat deze zinsnede in verband met
den overweg staat. De toestand daar is zoo, dat met
geringe kosten de stagnatie verminderd en de veiligheid
van het voetgangersverkeer bevorderd kan worden
door, in overleg met de Ned. Spoorwegen, aan de Oost
en Westzijde een trottoir aan te leggen, aldus het rap
port. Hebben B. en W. hierover met de Spoorwegen
overlegd en is het inderdaad de bedoeling dit trottoir
met afsluitboomen aan te leggen Spr. acht dit nood
zakelijk.
Den heer Rom Colthoff viel het groote verschil op
in de geprojecteerde voetpaden ter weerszijden van den
overweg, nl. aan de Westzijde 3.70 en aan de Oost
zijde 2.50 m. Spr. begrijpt, dat de opstelling van de af
sluitboomen een breeder voetpad aan de Oostzijde on
mogelijk maakt, maar zou toch gaarne zien, dat de af
sluitboomen langer werden, zoodat de voetpaden er