136 Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 December 1940.
aan B. en W. vragen: Hoe komt dat? Welke maat
regelen zijn genomen
Spr. kan overigens wel begrijpen, dat B. en W.zeggen:
geef ons de mogelijkheid te doen wat het beste is, dan
zullen wij die benutten. Het staat vast, dat een belang
rijk bedrijf als de Reiniging goed moet functioneeren;
dat doet het nu al niet en men kan zich wel eenigszins
een voorstelling ervan maken, hoe het zal zijn als de
huisvuil-ophaaldienst en de rioleering eens niet goed
zouden werken.
Het voorstel van B. en W. brengt de oplossing, maar
daar zit wel onmiddellijk aan vast dat, waarvoor de
heer IJtsma een gerechtvaardigde vrees heeftzal er
door deze afname van gas niet voor anderen een tekort
ontstaan? Is dat het geval, dan loopt het bij de Reini
ging èn de Gasfabriek spaak. Dan heeft het eerste be
drijf niets aan het comprimeeren van gas en het andere
onvoldoende om de burgerij te voorzien.
De derde mogelijkheid is het bedrijf op de ouder-
wetsche wijze te voeren, met veel meer paarden en rol
lend materieel. Hier ziet spr. de moeilijkheid echter veel
grooter dan de heer Praamsma, die meent, dat er maar
paarden te halen zijn. Weth. De Boer heeft immers ge
sproken van 40 a 50 stuks. Ook denkt de heer
Praamsma zeker, dat paarden onvervreemdbaar zijn,
maar daar gelooft spr. niets van.
Kunnen B. en W. dit voorstel niet terug nemen en
over drie weken met een afgerond voorstel komen, op
dat de Raad alle mogelijkheden behoorlijk kan over
wegen? Want de Raad kan thans alles wat hier gezegd
is niet beoordeelen.
De heer J. de Boer (weth.) zegt, dat de heer Praam
sma zich vergist, als hij meent, dat ..B. en W. ook niet
geestdriftig meer voor hun voorstel zijn Natuurlijk
kan de gasvoorziening wel moeilijk worden, maar deel
neming aan de N.V. Persgas heeft daarmede niets te
maken. (De heer Praamsma: Het is dan toch wel
eigenaardig, dat de heer IJtsma het ook zoo voelde).
Men zal echter ook dan handelen naar de omstandig
heden.
Zou men paarden aanschaffen en er zou geen voer
meer zijn of ze zouden grootendeels gevorderd worden,
dan zit men weer met de gebakken peren. De heer
Posthuma wees er zeer terecht op, dat paarden ver
vreemdbaar zijn. Bovendien, al heeft men paarden, hoe
komt men dan aan bijbehoorend materieel Er is al
achterstand bij het ledigen van putten, enz., omdat men
onvoldoende benzine had. Het is zeer noodig, dat vooral
die werkzaamheden kunnen doorgaan en dat is met
paardentractie niet te doen. Spr. heeft er al op ge
wezen. dat de Reiniging zich zóó sterk heeft gewijzigd,
dat men geen vergelijking met vroeger meer kan trek
ken. Men kan niet alleen afgaan op het aantal inwoners,
dat er bij gekomen is, maar lette daarbij vooral op het
aantal vierkante meters. De bijgebouwde stadsopper-
vlakte is hier veel en veel grooter dan in vele andere
plaatsen, waar meer „hoogbouw" toegepast is. De
Voorzitter gaf duidelijk te kennen, dat er iets moet ge
beuren bij de Reiniging. Het spreekt echter vanzelf, dat
B. en W. in dezen tijd niet voor 100 toezegging
kunnen doen, dat er altijd voldoende persgas voor
autotractie is. Maar evenmin weet men, of de paarden
voortdurend gevoederd kunnen worden en of men ze
behouden kan. Het College acht echter den voorge
stelden maatregel de beste. Ook kan met hout, anthra-
ciet of turf in de behoefte aan gas worden voorzien.
De Dir. der Reiniging heeft hiervan studie gemaakt,
maar is tot de conclusie gekomen, dat lichtgas het beste
zou zijn, wat ook proefondervindelijk gebleken is. Dus
heeft men zich op persgas toegelegd. In plaats van zelf
een installatie op te richten wil men deelgenoot worden
in de N.V. Persgas. Het kleine kapitaal, daarin ge
stoken, zal het meest doelmatig en efficient gebruikt
worden. Sommige steden, veel kleiner dan Leeuwarden,
bouwen zelf een persgasinstallatie en hebben daarvoor
4 a 5 maal zooveel kapitaal noodig: Zwolle b.v.
60.000.Ook daar zullen particulieren van de in
richting gebruik maken. Hier is een andere vorm ge
kozen. De vennootschap komt er, en daarin wordt de
gemeente deelgenoote. Kan de Raad daarin meegaan,
dan is dat het beste besluit. Zoo niet, dan moeten andere
maatregelen getroffen worden, welke, is nu niet precies
te zeggen. Maar wenscht de Raad het voorstel drie
weken aan te houden, zooals de heer Posthuma zeide,
dan verloopt er weer zooveel tijd. Er zijn thans niet
meer gegevens. En het is de vraag, of men over drie
weken verder kan komen. Bovendien, thans gaan velen
tot persgas over en de leverancier van de persinstal
laties bedient het eerst hem, die het eerst komt.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. niet veel voelen
voor drie weken uitstel. Zij moeten thans weten, of zij
tot het voorgestelde kunnen overgaan. Anders zouden
zij het voorstel geheel moeten terugtrekken. Zij hebben
er echter geen bezwaar tegen het tot het einde van de
vergadering aan te houden. Intusschen zullen zij dan de
gevraagde inlichtingen inwinnen.
Met alg. stemmen wordt besloten het voorstel aan te
houden tot het einde der vergadering.
Punt 20 (bijl. no. 120).
De heer Praamsma juicht dit voorstel van harte toe.
Het is een pracht oplossing, welke aan hooge eischen
voldoet. Een enkele vraag. Het blijkt, dat het rapport
van den Dir. der Lichtbedrijven, dat aantoonde, dat
deze bouw zeer urgent was, reeds een paar jaar oud is.
15 Nov. 1938 adviseerde de Lichtcomm., dat deze bouw
zeer noodzakelijk was. Uit het feit, dat Gem.werken
het plan pas 15 Aug. jl. gereed had en het daar dus
lang getraineerd heeft, concludeert spr. en dat is
geen verwijt aan het College, noch aan den wethouder
of aan de ambtenaren van Gem.werken dat dit be
drijf bij deze bezetting de werkzaamheden niet af kan:
anders had men niet twee jaar op het plan behoeven te
wachten. Twee maanden later ging het naar de Licht
comm. en weer twee maanden later naar de Comm. voor
de O.W. en nu pas komt het hier.
In het rapport van 15 Aug staat, dat de verdere uit
werking van de plannen, het z.g. bestek-klaar maken,
om der kosten wille en omdat de Raad in beginsel nog
niet heeft beslist, voorloopig achterwege is gelaten.
Was na 15 Aug. hieraan doorgewerkt, dan lag het
werk nu bestek-klaar en als de Raad er mee accoord
was gegaan, had men thans op zeer korten termijn
tot uitvoering kunnen overgaan. Nu duurt het wel
weer een half jaar en is alles misschien nog moeilijker
te krijgen en nog duurder. Ook ontbreekt de kosten
berekening van het meubilair, omdat niet bekend was
welke meubelen weer gebruikt kunnen worden. Spr.
had graag gezien, èn om de materialenpositie èn om
de prijzen, dat was nagegaan, welke nog gebruikt kun
nen worden, zoodat men geweten had, wat ongeveer
noodig was.
De Comm. van O.W. wees op de wenschelijkheid
bij het gebouw een woning te bouwen voor een opzich
ter of concierge, waarop de Voorzitter dier Commissie
mededeelde, dat dit nader onder oogen zou worden ge
zien. Is nu de bedoeling, dat bij dit gebouw een woning
komt
Spr. c.s. hebben bij de begrootingsbehandeling in de
Sectie naar de financiering gevraagd. Er werd geant
woord, dat deze bij het betreffende voorstel wel uiteen
gezet zou worden. En nu verwijst het voorstel daarvoor
naar de begrooting Die financiering was echter niet
spr.'s bedoeling. Het betreft hier een gebouw van een
bedrijf, dat reserves heeft, o.a. het onderhouds- en ver
nieuwingsfonds. Is het mogelijk en ook de bedoeling van
B. en W„ zoo niet geheel dan toch een zoo groot moge
lijk deel van de bouwkosten daaruit te betalen
Hoe komt het nu met de vrachtautostandplaats „de
Bleek"? Indertijd heeft spr. reeds gezegd, dat hij c.s. die
niet graag bij het sportterrein „Cambuur" hadden. Is
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Dinsdag 17 December 1940. 137
deze zaak reeds overwogen en bij dit plan rekening ge
houden met het vervallen van deze geschikte plaats
voor vrachtauto's
Den heer J. de Boer (weth.) doet het genoegen, dat
de heer Praamsma dit voorstel waardeert. Deze be
treurde, dat er twee jaar noodig zijn geweest voordat
het laatste rapport is uitgebracht. Deze bouw is echter
al veel langer aan de orde: alleen is hij de laatste jaren
meer urgent geworden. Het is verwonderlijk van den
heer Praamsma de vraag te hooren, of er bij Gem.wer
ken wel voldoende bezetting is. De Voorzitter wees er
reeds bij interruptie op, wie steeds aan Gem.werken
hebben geplukt. Spr. herinnert zich, dat er indertijd op
instigatie van de A.R.fractie een rapport is uitgebracht
over de h.i. te groote bezetting van Gem.werken. Er is
toen aangetoond, dat die bezetting niet te groot en ge
heel verantwoord was. Vooral de heer Wiersma heeft
er veel critiek over gehad. Het is in ieder geval pret
tig, nu te weten, dat hetgeen indertijd gezegd is, niet
op al te goede gronden steunde. (De heer Wiersma:
Het tegendeel is waar; het was toen onder geheel
andere omstandigheden.)
De heer Praamsma betreurde voorts, dat het werk
niet bestek-klaar was gemaakt. Als de Raad echter dit
voorstel niet zou aanvaarden, was verder uitwerken van
het plan waarschijnlijk nutteloos, want later kwam hier
misschien weer een ander plan aan de orde. Nadere
uitwerking had dus geen zin, vooraleer de Raad had
beslist.
De financiering kan het beste geschieden, zooals B.
en W. voorstellen. Verder kan weth. Botke er beter
uitvoerig op antwoorden.
B. en W. hebben de kwestie van de conciërgewoning
bekeken, maar geen definitief besluit genomen. Of het
noodig is zoo n woning te bouwen en een concierge vlak
in de buurt te hebben, wordt nog nader onderzocht.
Het spreekt vanzelf, dat, als de Raad tot dezen bouw
besluit, de vrachtwagenstandplaats bij „de Bleek" komt
te vervallen. Dat de plaats bij het sportterrein „Cam
buur" daarvoor niet geschikt zou zijn, daarmede is spr.
het niet eens. Er is echter nog geen besluit genomen,
doch het is niet onmogelijk, dat zij daar komt, maar dan
zullen er eenige wijzigingen worden aangebracht, waar
door het geriefelijker wordt voor de wagens.
De heer Praamsma zegt, dat het weth. De Boer ver
wondert, dat spr. c.s. een ander geluid doen hooren dan
voorheen. Zou dit dan een zaak zijn, waarop de tijds
omstandigheden geen invloed hebben gehad? Er zijn
toch geweest voormobilisatie, mobilisatie en oorlog.
Bovendien moest extra-werk worden verricht voor het
groote Uitbreidingsplan en voor het Streekplan, waar
Gem.werken ook vertegenwoordiging in heeft en nu
wordt nog steeds veel extra-werk i.z. inkwartiering, enz.
Gem.werken op den hals geschoven, zoodat het voor de
hand ligt, dat met de bestaande personeelsbezetting een
zoo belangrijk plan als dit pas na een paar jaar ter tafel
komt. Spr. vraagt zich af, of het wel juist is, dat een
dergelijk belangrijk werk zoo lang blijft rusten.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 21 (bijl. no. 127).
Den heer Wiersma spijt het, B. en W. geen dank
voor dit voorstel te kunnen betuigen, zooals het Sectie-
verslag al aangeeft. Spr. bedoelt daar niets onvriende
lijks mee, maar wel, dat deze maatregel, inmiddels reeds
tot stand gekomen, door de wettelijke bepalingen is
afgedwongen. Al verheugt spr. zich er wel over, het
zullen misschien niet precies binnenlandsche factoren
zijn, die ook op deze dingen hebben gewerkt.
Het verbaast hem wel eenigszins, dat B. en W. ook
hen, die een publiekrechtelijke functie bekleeden, bij dit
voorstel inlasschen. Terecht wijzen zij er op, dat dat
gedeelte van het gemeente-personeel, dat volgens de
wettelijke bepalingen buiten de bijslagregeling valt, niet
in de gemeentelijke regeling behoeft te worden opge
nomen. B. en W. gaan dus thans zelfs verder dan waar
toe de wet hen verplicht. Had deze hen intusschen niet
verplicht, dan was hier waarschijnlijk voor 1941 nog
niets van een kinderbijslag gekomen. Spr. c.s. hebben
in dezen nooit onderscheid gemaakt tusschen de ver
schillende groepen van gemeentepersoneel en, in samen
werking met anderen, altijd gepleit voor toekenning van
een kindertoeslag voor het geheele gemeentepersoneel.
Daar echter het College tot nu toe op het standpunt
stond, dat aan het gemeentepersoneel geen kinderbijslag
moest worden uitgekeerd spr. zal de groote woorden,
waarmede men dit motiveerde, niet releveeren dan
verwondert hem dit voorstel, vooral waar het hier voor
namelijk gaat om hoofdarbeiders, dus om beter-gesi-
tueerden.
Deze materie is niet in het plaatselijke G.O. gebracht.
Is ze in het Centraal Overleg behandeld En zijn ook
de betrekkelijke organisaties van het Overheidsperso
neel geraadpleegd? (De heer Molenaar: Dat staat er
toch in
(De heer Feddema is intusschen weder ter verga
dering gekomen.)
De heer J. de Boer (weth.) zegt, dat menschen, die
vandaag in gemeentedienst zijn en morgen bij particu
lieren, uiteraard onder de Kinderbijslagwet vallen.
In het voorstel staat, dat deze aangelegenheid in het
Centraal Overleg is behandeld en de heer Wiersma
weet natuurlijk, dat daarin alle organisaties van Over
heidspersoneel zijn vertegenwoordigd.
(De heer Wiersma: Dat staat er inderdaad).
Het was dus niet noodig deze zaak in het plaatselijke
G.O. te brengen. Voorts staat in de toelichting, dat de
Ver. van Ned. Gemeenten zich in dezen tot alle ge
meenten heeft gewend, met de bedoeling, deze kwestie
overal te doen behandelen.
Met alg. stemmen wordt besloten overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Punt 22.
De heer Praamsma rapporteert, dat de Commissie,
belast met het onderzoek der gemeenterekening, op
6 December j.l. deze rekening, alsmede de daarbij over
gelegde bescheiden, heeft onderzocht en dat deze haar
geen aanleiding heeft gegeven tot het maken van op-
of aanmerkingen, weshalve zij den Raad voorstelt te
besluiten
a. de ontvangsten en uitgaven van de vorenvermelde
rekening voorloopig vast te stellen
de uitgaven van den gewonen dienst op 5.127.686.04
de ontvangsten van den gewonen dienst
op5.110.942.30
en alzoo het nadeelig slot van den ge
wonen dienst op16.743.74
de uitgaven van den kapitaaldienst op 9.272.488.19
de ontvangsten van den kapitaaldienst
op9.061.310.75
en alzoo het nadeelig slot van den kapi
taaldienst op211.177.44
b. B. en W. 's Raads dank te betuigen voor het
nauwkeurige beheer.
Met alg. stemmen wordt dienovereenkomstig besloten.
De wethouders onthouden zich van stemmen.
(De heer Meek heeft intusschen de vergadering ver
laten).
Punten 23 en 24. Met alg. stemmen wordt besloten
overeenkomstig de voorstellen van
B. en W.
Te 12.10 uur n.m. wordt de vergadering geschorst.
Te 2 uur n.m. wordt de vergadering voortgezet.
Afwezig de heeren Turksma, Van der Schoot, De
Bruin, Dijkstra. Bueving. Buiël en aanvankelijk de heer
De Walle.