VeroaderiDQ van Woensdag 8 Januari 1941.
VI Alphabetisch register op het verslag der handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden, 1941.
Blad
zijde
Wegen en Straten.
Verzoek van de Vereen. Groningerstraatweg en Plein" inzake spoedige verbetering van dien weq 11
Toekenning straatnaam ArchipelwegJ9
Cambuurplein27
Verbetering van Camstraburen en van een gedeelte van den Dokkumertrekweg (bijl. 72) 28
Verzoek van den Voorzitter en den Secretaris van de Comm. inzake Werkverschaffing, ingesteld
door den Bedrijfsraad voor het Bouwbedrijf, om de verbetering van Camstraburen en Dokku
mertrekweg op normale wijze en niet in werkverschaffing te doen uitvoeren31
Onttrekking van een straatje aan het Hoeksterkerkhof aan het openbaar verkeer (bijl. 83). 32
Doortrekking van den Pasteurweg (bijl. 82)32
Aanleg van de ten Noorden van het sportterrein „Cambuur" geprojecteerde straat (bijl. 84) i 32
Woningbouw en Woningwet.
Bepaling, dat de vaststelling, van een plan van uitbreiding voor de gemeente, met uitzondering van
het gedeelte der gemeente, dat begrepen is in het bij Raadsbesluit van 22 Februari 1939 vast
gestelde uitbreidingsplan, wordt voorbereid (bijl. 20)j 1
Benoeming J. de Boer tot bestuurslid van de Woningvereeniging „Leeuwarden" (bijl. 37) 19
Gemeenschappelijke regeling met de gemeenten Leeuwarderadeel, Menaldumadeel, Franeker, Fra-
nekeradeel. Het Bildt, Barradeel en Harlingen betreffende het vaststellen van een streekplan
(bijl. 53)25
Verlenging van den ontruimingstermijn van acht onbewoonbaar verklaarde woningen (bijl. 9139
Vaststelling voorgevel- en achtergevelrooilijnen voor de bebouwing langs de Oostzijde van de
Vondelstraat en langs de Noordzijde van de aldaar geprojecteerde zijstraat (bijl. 111) 43
Ziekeninrich tingen.
Inrichting van een hulpziekenhuis (bijl. 61)25
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 8 Januari 1941.
1
Aanwezig 26 leden.
Afwezig de heeren Bueving, Feitsma en Turksma.
Voorzitter de heer Jhr. Mr. J. M. van Beijma,
Burgemeester.
Te behandelen punten
1. Beëediging van het nieuw inkomende lid, den
heer D. G. de Vries.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aanwijzing van een tijdelijken wethouder (bijlage no.
137 van 1940).
3. Vaststelling van de notulen der vergadering van
30 October 1940.
4. Mededeelingen en rapporten.
5. Benoeming van een lid van de Commissie voor
de Gemeentelijke Lichtfabrieken, vacature-J. K. Dijkstra.
6. Alsvoren van drie leden in het bestuur van het
Nieuwe Stads Weeshuis, wegens periodieke aftreding
van den heer H. de Jong en mevr. E. de Boer—Looij-
enga en het ontslag wegens vertrek van mevr. H. van
Gilsede Jong.
7. Alsvoren van een tijdelijken leeraar in het Duitsch
aan de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool A (bijlage
no. 1
8. Alsvoren van een tijdelijken leeraar in de aard
rijkskunde aan de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool
A (bijlage no. 2).
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verpachting van een perceel weiland aan den Gronin
gerstraatweg aan P. Brandsma (bijlage no. 138 van
1940).
De Voorzitter wil, nu deze vergadering zoo kort na
Nieuwjaar gehouden wordt, beginnen met den leden
het beste toe te wenschen in 1941.
Hij hoopt, dat zij in dit jaar als Raadsleden de ge
meentebelangen zoo goed als het kan zullen behartigen
en dat het hun in huisgezin en familie goed mag gaan.
Punt 1.
De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten hebben
bericht, geen bezwaar te hebben tegen toelating van
den heer D. G. de Vries als lid van den Raad.
De heer de Vries, door den Secretaris binnengeleid,
wordt door den Voorzitter beëedigd en legt daartoe in
handen van dezen de voorgeschreven beloften, als be
doeld in art. 45 der Gemeentewet, overeenkomstig de
thans geldende wijziging, af.
De Voorzitter wenscht den heer De Vries geluk met
zijn benoeming. Hij hoopt, dat deze mede mag werken
tot den bloei der gemeente.
Punt 2 (bijl. no. 137 van 1940).
De heer Algera zegt, dat zijn fractie tegen benoeming
van een tijdelijken wethouder geen bezwaar heeftin
tegendeel, er alle waardeering voor heeft, en vele
motieven zijn ter verdediging aan te voeren. Als het
belangrijkste beschouwt zij wel, dat het in dezen tijd
plicht is, om de in ons staatsbestel bestaande colleges
in zoo sterk mogelijken vorm, dus ook wat het getal
betreft, te handhaven.
De Voorzitter wenscht tot stemming over te gaan.
De heer Algera wil het stemmen zijner fractieleden
motiveeren.
Tusschen het verschijnen van dit voorstel en deze
vergadering is op initiatief van spr. c.s. door middel
van een bijeenkomst van alle fractievoorzitters getracht
de oude politiek uit te schakelen en te komen tot meer
eenheid. Deze poging is ondanks den steun van andere
fracties mislukt. Zelfs wilden de blokpartijen niet mede
werken deze benoeming drie weken uit te stellen, opdat
daardoor gelegenheid zou zijn te overwegen, of het in
verband met de huidige tijdsomstandigheden wellicht
in het algemeen belang van Leeuwarden kon zijn, de
samenstelling van het College ter wille van grootere
eenheid te wijzigen. Men wenschte echter de bestaande
combinatie te handhaven en niet nog eens de vraag te
overwegen, of hier het partijbelang ook had gezege
vierd boven het algemeen belang, niet disputabel te
stellen zelfs, of het algemeen belang niet beter gediend
zou zijn door een grootere eenheid.
Naar spr. meent, dient men door deze weigering het
algemeen belang niet en zeker thans niet. Daar het
oude standpunt dus met dezelfde hardnekkigheid als te
voren blijft bestaan en spr. c.s. geen candidaat wen
schen te stellen, die slechts als figurant bij de stemming
dienst zal doen en waardoor bovendien de tegenstel
lingen des te scherper zouden uitkomen, zullen spr. c.s.
blanco stemmen.
De heer Van der Meulen zegt, dat het hem bekend
is, dat de Voorzitter geen politieke discussie kan toe
staan. Toch is de verklaring van den heer Algera een
politieke verklaring. Daar de Voorzitter deze heeft toe
gestaan, meent spr. ook een enkel woord te mogen zeg
gen. Het gaat hier om de aanwijzing van iemand, die
de werkzaamheden moet waarnemen van een afwezigen
wethouder. Het is toch vanzelfsprekend, dat, nu die
wethouder als zoodanig nog bestaat, doch alleen zijn
werkzaamheden niet kan uitoefenen, deze worden
waargenomen door iemand uit dezelfde fractie. Het is
alleen een kwestie van vervanging.
Wat de heer Algera te berde heeft gebracht, is niet
ter zake dienende. Overigens gaat het ook niet om de
tegenstelling tusschen partijbelang en algemeen belang.
Als de heeren van de overzijde tot meer eenheid willen
komen, dan is hun in de door den heer Algera ge
noemde bijeenkomst de weg daartoe gewezen. Spr. c.s.
hebben hun de hand toegestoken om met elkaar te wer
ken aan den bloei van Leeuwarden.
De heeren Koopal en Hooiring vormen het stem
bureau.
Uitgebracht worden op den heer Meek 18 stemmen,
den heer Westra 2 stemmen en 6 bilj. blanco, zoodat
benoemd is de heer Meek.
De Voorzitter vraagt, of de heer Meek de benoeming
aanneemt.
De heer Meek wenscht gebruik te maken van den
bedenktijd, hiervoor toegestaan.
Punt 3. De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 4. Wordt medegedeeld
a. dat Ged. St. hebben goedgekeurd de Raadsbe
sluiten van 10 Januari 1940 tot vaststelling van plan
nen van uitbreiding, als bedoeld in art. 36 der Woning
wet, met de daarmede één geheel vormende bebouwings
voorschriften.
b. dat de Secretaris-Generaal van het Dep. van
Binnenl. Zaken heeft goedgekeurd de bij besluit van 21
November 1940 door de Algemeene Vergadering der
aangesloten gemeenten vastgestelde wijziging der ge
meenschappelijke regeling, betreffende de behandeling
van gemeentelijke personeelsaangelegenheden.
c. rapport omtrent de kasopneming van het Open
baar Slachthuis.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 5. Benoemd wordt de heer De Vries met 19
stemmen (de heeren Algera en Posthuma
ieder 2 stemmen en 3 bilj. blanco).
Punt 6. De aanbevelingen van het bestuur luiden als
volgt
a. vac.-H. de Jong
1. H. de Jong
2. dr. S. Wartena
3. M. Weersma.
b. vac.-mevr. E. de BoerLooijenga
1. mevr. E. de Boer Looijenga;
2. H. DijkstraHoeksma
3. J. HulshoffBoonstra.
c. vac.-mevr. H. van Gilsede Jong
1. mevr. T. A. PollemaTromp;
2. T. WuiteSierksma
3. mej. Mr. T. A. Poelstra.