Vergadering van Woensdag 7 Nov. 1945. VII Alphabetisch register op het verslag der handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden, 1945 en 1946 Benoeming mr. D. F. van Giffen tot voogd en mevr. G. E. M. Oeberius Kapteynvan Huiten tot voogdes van het N.S.W. Woningbouw en Woningwet. Gunning bouw 35 woningen aan de Geranium- en Dahliastraat Benoeming van de heer Visser in het bestuur der Woningver. „Leeuwarden" Beeksma Woningstichting „Patrimonium" Posthuma Ver. voor Volkshuisvesting Verlenging van de ontruimingstermijn van onbewoonbaar verklaarde woningen (bijl. 52) Bouw 35 beneden- en bovenwoningen bij het sportterrein „Cambuur" Benoeming J. Muller in het bestuur der Woningver. „Leeuwarden" (aftr. 1948) W. v. Rooijen (aftr. 1949) 85 27/ 28 (1945) 5 (1945) 5 (1945) 5 32/35 67 85 85 oqU m>.- v Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 7 November 1945. 1 Tegenwoordig 32 leden. Afwezig de heeren W. C. Dijkstra, S. Schootstra en mevr. van der Veen- Hoekstra; laatstgenoemde twee leden zijn later alsnog ter vergadering verschenen. Voorzitter de heer Mr. J. Algera, wnd. Burgemeester. Te behandelen punten 1. Beëediging van de nieuw inkomende leden, de heeren Mr. C. H. Beekhuis, E. Beeksma, G. Bos, M. Bueving, J. Buist, A. van Dijk, mevr. B. J. van Dijk Smit, J. K. Dijkstra, W. C. Dijkstra, M. H. Geerts, Dr. A. L. Heerma van Voss, F. Heijstra, IJ. P. Jongma, G. D. Kamstra, M. Kramer, K. Leijenaar, F. van der Meer, L. van der Meer, A. Meines, Mr. A. A. M. van der Meulen, D. Plantinga, H. Posthuma, J. M. Praam- sma, S. Schootstra, K. Sijbrandij, Tiekstra, mevr. B. van der VeenHoekstra, B. Veenstra. J. Visser, mevr. Mr. A. A. VondelingVan 't Hof, D. G. de Vries, P. F. J. Westra, J. Wiersma, D. Witteveen en S. A. Zijlstra. 2. Benoeming van vier wethouders. 3. Mededeelingen en rapporten. 4. Verdeeling van den Raad in sectiën. 5. Benoeming van vier leden der commissie voor de Openbare Werken. 6. Alsvoren van vier leden der commissie voor de Gemeentereiniging. 7. Alsvoren van vier leden der commissie voor de Gemeentelijke Lichtfabrieken. 8. Alsvoren van vier leden der Markt- en Slacht huiscommissie. 9. Alsvoren van vier leden der financieele com missie. 10. Alsvoren van vier leden der commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen. 11. Alsvoren van vier leden der commissie voor de gemeentelijke bewaarscholen. 12. Alsvoren van drie leden der commissie voor het onderzoek der gemeenterekening, dienst 1943. 13. Alsvoren van drie Raadsleden tot leden der commissie, bedoeld bij artikel 6, 2e lid, der verorde ning, regelende het Georganiseerd Overleg. De Voorzitter deelt mede, dat de heer W. C. Dijk stra bericht van verhindering heeft gezonden en dat mevr. van der VeenHoekstra en de heer Schootstra zonder kennisgeving afwezig zijn. Punt 1. De nieuw inkomende leden worden door den Voorzitter beëedigd en leggen daartoe in zijn handen de eeden of beloften, bedoeld bij art. 45 der Gemeentewet af. De eeden worden achtereenvolgens afgelegd door de heeren Posthuma, Kramer, Meines, Veenstra, Wiersma, Zijlstra, mevrouw Van Dijk Smit en d< heeren Kamstra, Jongma, W^estra. van Dijk, Heerma van Voss, Witteveen, Buist, Sijbrandij, Geerts, Beekhuis, Plan tinga, Praamsma en L. van der Meer. De beloften worden achtereenvolgens afgelegd door |de heeren Beeksma, J. K. Dijkstra, F. van der Meer, Tiekstra, Heijstra, Bos, de Vries, Bueving, van der «Meulen, Leijenaar, Visser en mevr. Vondelinq—Van ft Hof. 9 De heer Heijstra verlaat de vergadering. i e Voorzitter houdt de volgende rede Leden van den Raad. Zoo is dan eindelijk het moment aangebroken, dat het hoogste bestuurscollege in onze gemeente zijn werk zaamheden zal aanvangen, zij het dan nog in den vorm van een n o o d-gemeenteraad. Onwillekeurig gaan onze gedachten nu uit naar het erleden. Toen ik op 15 April van dit jaar in de raads vergadering, gehouden op dien onvergetelijken Zondag van onze bevrijding, een vergadering, die, naar later bleek, als informeel moest worden beschouwd, enkele woorden sprak, stonden wij aan het begin van een nieuwen tijd. Wij voorzagen moeilijke tijden, maar wij realiseerden ons den omvang van de moeilijkheden zeker niet ten volle. Allesoverheerschend was toen het gevoel van rijk dom van de verworven vrijheid. Een vrijheid, verkregen na vijf jaren van harde onderdrukking, van vervolging en gevangenschap, van mishandeling en executies. Ook onze gemeente moest haar deel dragen. Vele andere gemeenten werden zwaarder getroffen, maar de alge- meene gevolgen van de bezetting, de geestelijke druk met name, werden hier evenzeer gevoeld als elders. Doch ook de weerstand tegen den overweldiger vond in onze gemeente een rijken voedingsbodem en we den ken met eerbied aan de prestaties van zoo vele onder- grondsche strijders, die hun leven gewaagd hebben om den vijand afbreuk te kunnen doen. Er was ook veel stil verzet, dat niet georganiseerd was en dat ook veel heeft bijgedragen tot het vormen van een juiste geestes gesteldheid, waaruit anderen bemoediging vonden om tot daden over te gaan. Wij herdenken die inwoners van Leeuwarden met ontroering, die gevallen zijn in den strijd, hier of in andere deelen van ons land of in het buitenland. Toen, op 15 April, werd de druk van ons afgenomen en we konden in vrijheid onze krachten inzetten voor een nieuwe toekomst. Nu, op 7 November, weten wij, dat die toekomst moeilijker is, dan wij op den dag der bevrijding dachten. Zeker, wij hebben onze geestelijke vrijheid terugge kregen en dat is een voorrecht, dat nooit genoeg ge waardeerd kan worden. Maar daarnaast zien wij. dat ons volk er in geestelijk-zedelijk opzicht niet op vooruit is gegaan en dat er maatschappelijk ontzaglijke moeilijk heden zijn te overwinnen. Er heeft zich in den oorlog een mentaliteit ontwik keld, waarvan wij thans de ongunstige gevolgen moeten dragen. In den oorlogstijd beschouwden wij het niet willen werken als een uiting van vaderlandslievende gezindheid; thans weten wij, dat deze onwil niet alleen door vaderlandsliefde werd gedragen, maar dikwijls voortvloeide uit een onlust, die in den na-oorlogschen tijd als arbeidsschuwheid moest worden gequalificeerd. De strijd, die in bezettingstijd gevoerd werd door een ieder onzer om zich de noodige levensmiddelen te ver schaffen, heeft den bodem toebereid voor na-oorlogsche vormen van egoïsme en gemis aan gevoel voor recht en wet, hetwelk ons voor ernstige gevolgen beducht doet zijn. Het gedwongen thuis zitten na een vroege avondklok, het zich uit vaderlandslievende motieven onthouden van omgang met tot de bezettende macht behoorende mili tairen, schijnt in onze dagen van vrijheid in het tegen deel te zijn omgeslagen. Dit zijn allemaal verschijnselen, waarmee ook de Overheid te maken heeft, ook die van Leeuwarden. Te meer, omdat in een ontwortelde wereld allerlei onge rechtigheid veel weliger opbloeit dan daar, waar men zich door vaste normen laat leiden. Zoo is het, om een enkel geval te noemen, te vreezen, dat in een dergelijke situatie het drankmisbruik opnieuw tot ontwikkeling zal komen wanneer het moreele besef is verslapt. Dit alles noopt ook de gemeentelijke Overheid tot het treffen van maatregelen. Eén daarvan is verleden week tot stand gekomen: het invoeren van de avondklok van 9 uur voor personen beneden 19 jaar, een ingrijpend iets, maar geboden voor een Overheid, die zich van haar .verantwoordelijkheid voor de jeugd bewust is, wanneer het ouderlijk gezag blijkbaar faalt. Overheidsmaatregelen zijn in wezen echter lapmid delen. Wat redding kan brengen is het leven naar vaste normen. Hier kan vaak, met verschil in uitgangspunt en fundeering, een samenstemmend resultaat worden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1945 | | pagina 1