Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 6 Februari 1946.
onderwijzer aan gemeenteschool no. 4, als niet-gedaan
te beschouwen, hun daaromtrent gedaan voorstel terug
nemen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3 (bijl. no. 11). De voordracht van B. en W.
luidt als volgt:
1. mej. S. Venema te Goutum;
2. mej. T. Tamsma te Britswerd:
3. mej. A. G. van Manen te Beetgumermolen.
De heeren Heerma van Voss en Leijenaar vormen
het stembureau.
Benoemd wordt mej. S. Venema met 27 stemmen
(mej. T. Tamsma 1 stem).
Punt 4 (bijl. no. 12). De aanbeveling van B. en W.
luidt als volgt:
1. mej. H. Algra te Leeuwarden;
2. J. Heslinga te Heerenveen.
Benoemd wordt mej. H. Algra met 26 stemmen (J.
Heslinga 1 stem; 1 bilj. blanco).
Punten 5, 6 en 7 (bijl. nos. 13, 10 en 14). Met alg.
stemmen wordt besloten overeen
komstig de voorstellen van B. en W.
Punt 8.
Uitgebracht worden op den heer D. Witteveen 26
stemmen, op den heer L. van der Meer 1 stem en 1 bilj.
blanco, zoodat de heer Witteveen is benoemd.
De Voorzitter wenscht den heer Witteveen geluk met
zijn benoeming en vraagt of hij haar aanvaardt.
De heer Witteveen zegt de benoeming aan te nemen.
De Voorzitter houdt hierna een rede, waarin hij zich
speciaal tot den oud-wethouder, den heer Praamsma,
richt.
De raad heeft zooeven het schrijven van den heer
Praamsma, waarbij hij ontslag nam als wethouder en
raadslid, voor kennisgeving aangenomen.
Het zal niet verwonderen, dat spr. thans, nu een
nieuwe wethouder is gekozen en daarmee aan het wet
houderschap van den heer Praamsma op dit oogenblik
een einde is gekomen, behoefte gevoelt namens den
raad enkele woorden tot hem te richten.
In de eerste plaats zal dat zijn een hartelijke geluk-
wensch tot den heer Praamsma, nu hij door Hare Ma
jesteit de Koningin is benoemd tot burgemeester der
gemeente Kollumerland en Nieuw-Kruisland. Hiermede
is zijn wensch in vervulling gegaan. Gaarne geeft spr.
uiting aan de hoop, dat het bekleeden van zijn nieuwe
ambt den heer Praamsma volledige bevrediging mag
geven. Maandag j.l. mocht spr., in tegenwoordigheid
van het voltallige college van B. en W., namens het
gemeentebestuur, bij de installatie uiting geven aan zijn
gevoelens. Was daar meer het oog gericht op de toe
komst, hier moet een terugblik worden geworpen. Was
er winst voor Kollumerland, er is verlies voor Leeu
warden.
In 1935 tot lid van den raad gekozen, heeft de heer
Praamsma zich van meet af aan beijverd om op de
hoogte te komen van alles, wat in den raad ter sprake
kwam. Bladert men de oude handelingen door, dan
vindt men menige kolom, die met zijn woorden is ge
vuld. Moge het zijn, dat hij zijn denkbeelden heeft ver
duidelijkt door breedere omschrijvingen dan sommige
anderen, altijd is gevoeld, dat hetgeen gezegd werd,
steunde op een degelijke kennis van de te behandelen
materie en getuigde van een verstandig inzicht in de
aan de orde zijnde vraagstukken, zoodat er gaarne naar
hem werd geluisterd en zijn woord gezag had.
Aan de werkzaamheden van den raad kwam in 1941
tijdelijk een einde, doch vóórdat de bevrijding in April
1945 kwam, had de heer Praamsma een werkzaam aan
deel gehad, samen met den heer Ytsma, in de voorbe-j
reiding van het op gang brengen van het gemeente
bestuur, zoodra deze gemeente zich zou hebben ont-]
worsteld aan het juk van de bezettende macht.
Op 15 April 1945 werd de heer Praamsma wethoudei
van Openbare Werken, d.w.z. hij kreeg de zorg oveil
gemeentewerken, grondbedrijf, gemeentereiniging, wo-j
ningbedrijf, openbaar slachthuis, markt- en havendienst,
beurs en waag. Hij heeft zich aan die taak gegeven met
volledigen inzet van zijn geheele persoon. Zijn werk)
was niet gemakkelijk. Dit zou het reeds niet zijn geweest
onder normale omstandigheden, zooveel te moeilijke;
was het in den abnormalen tijd als gevolg van het feit,
dat vijf jaren van bezetting achter ons lagen. Vele pro
blemen waren er, die opgelost moesten worden. Som
mige daarvan behoorden uitgesproken tot zijn porte
feuille. Een tweetal zorgenkindjes komt in aanmerking
voor een speciale vermelding: het vliegveld en de wo
ningnood. Het technische gedeelte van de bemoeiinga
met het vliegveld kwam voor rekening van den hes
Praamsma en dat zoovéél ten slotte tot een goed eindt
is gebracht, dankt de gemeente niet het minst aan zijl
onvermoeide werkzaamheid. Maar verreweg de meeste
zorgen gaf hij het woningvraagstuk. En hoewel ook de
burgemeester hiervan zijn deel kreeg, kwam het leeu
wenaandeel voor rekening van den wethouder. Het is
misschien beter voor den nieuwen wethouder, dat spr,
hier niet te diep op ingaat; deze zal het vanzelf wel
merken en spr. wil hem niet van te voren ontmoedigen,
Maar het lijkt vaak een strijd van allen tegen één.
Door de benoeming van den heer Praamsma komt et
een einde aan een gelukkige samenwerking gedurende
bijna tien maanden, een samenwerking, die ongetwijfeld
de moeilijkheden van elk der leden van het college vas
B. en W. individueel, lichter te dragen hebben gemaalt
Aan de werkzaamheden van den heer Praamsma ten
dienste van de gemeente Leeuwarden is nu een einde
gekomen. Spr. dankt hem namens het gemeentebestuur
hartelijk voor alles wat hij voor Leeuwarden heeft ge
daan en voor de toegewijde manier, waarop dit ge
schiedde. Spr. wenscht hem toe, dat hij onder Gods
zegen een toekomst tegemoet gaat, die hem gelegen
heid geeft in zijn nieuwe functie de vruchten te plukken
van de ervaringen, die hij in Leeuwarden op bestuurs
gebied heeft opgedaan.
Den heer Posthuma is verzocht namens de collegai
den heer Praamsma uit te luiden, waaraan hij met alle
genoegen wil voldoen. Hij begint met den scheidenden
wethouder hartelijk geluk te wenschen met zijn benoe
ming tot burgemeester van Kollumerland en Nieuw-
Kruisland. Deze is een felicitatie waard. Kollumerland
is een prachtgemeente en de benoeming is een bewiji
van waardeering van de hoogere autoriteiten voor hei
werk van den heer Praamsma.
Hij en spr. zijn eenige jaren met het grootste genoe
gen samen lid van dezen raad geweest.
De heer Praamsma is wat hij is en is waar hij is-
Spr. bedoelt hiermee te zeggen, dat de heer Praamsma,
voor zoover spr. in staat is geweest waar te nemen,
zijn taak als raadslid zeer serieus heeft opgevat. Hij
heeft zich steeds met groote interesse aan de bestudee-
ring van de stukken, die de raadsleden in den loop der
jaren in handen kregen, gezet. Hij ging op informatie
uit en onderzocht de zaken ter dege en zoo is hij ge
worden wat hij is.
Spr. is geneigd ook Kollumerland te feliciteeren,
welke gemeente, het kan niet anders, van dc ervaring,
die de heer Praamsma in Leeuwarden heeft opgedaan,
zal kunnen profiteeren.
Hier in den raad werden zijn betoogen, die meestal
breed opgezet waren, met aandacht en genoegen be
luisterd. Zij getuigden van hetgeen hij wilde. Als a.r-
raadslid had hij de waardeering van den raad, ongeacht
de politieke richting, waar men toe behoorde. Hij was
Verslag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 6 Februari 1946.
en ronde collega en de raad verheugt zich dan ook
ten zeerste over zijn promotie.
Spr. hoopt, dat de heer Praamsma, als hij straks in
Kollumerland de raadsvergadering leidt, met genoegen
aan zijn collega's in Leeuwarden moge denken, zooals
jij hem met genoegen zullen gedenken en spreekt den
wensch uit, dat zijn arbeid onder Gods zegen de ge
meente Kollumerland ten goede mag komen.
De heer Praamsma zegt met gemengde gevoelens hier
voor het laatst het woord te voeren. Hij dankt den voor
zitter en den heer Posthuma voor hun goede woorden
en den voorzitter voor de hem gegeven gelegenheid een
enkel woord tot de leden van den raad te mogen spre
ken. Naast de vreugde, die zijn vrouw en hij gevoelen
over deze benoeming in de mooie landelijke gemeente
[Kollumerland, zijn zij vervuld van weemoed over het
geen zij hier achter moeten laten.
Spr. heeft vele herinneringen aan deze zaal en de
talloos vele malen, dat de raad hier voor den oorlog
vergaderde, hetzij in gewone, hetzij in begrootingszit-
tingen. Veel van hetgeen behandeld werd had zijn be
langstelling en hij heeft ook inderdaad zijn uiterste best
gedaan. Het behoort schijnbaar tot zijn karaktereigen
schappen, gaarne iets voor de gemeenschap te willen
doen. Vele vrienden hebben wel tegen hem gezegd
„]an. je bent gek, hoe krijg je het in je hoofd om voor
die paar centen (ze zagen het presentiegeld als een
helooning) zooveel werk te verzetten!"
Spr. heeft echter zijn taak als een plicht beschouwd,
als een roeping, die hij als Christenmensch voor de ge
meenschap moest vervullen en hij heeft daartoe al zijn
krachten gegeven en zich in dienst van de bevolking
dezer stad gesteld.
Gelukkig kwam het na den eersten tijd van zijn raads
lidmaatschap spr. wil niet verhelen, dat het wel eens
Ischerp gezegd werd in dezen raad tot meerdere
Iwaardeering van en grooter vertrouwen in elkander.
[Reeds voor den oorlog was dit zeer goed merkbaar en
de samenwerking van nu lag toen al in het verschiet.
In den oorlog is in 's lands belang veel werk met el-
par verricht. Gemeenschappelijk heeft men zich moeten
verzetten, de een op dit, de ander op dat terrein. Zoo
doende heeft men elkaar beter leeren kennen en sterke
vriendschapsbanden zijn gelegd. Spr. heeft vooral veel
[gewerkt met den heer Ytsma.
In dien tijd zijn de voorbereidingen getroffen voor
den dag der bevrijding en toen die lang verbeide dag,
Ide 15de April 1945, aanbrak, was er geen chaos in het
[burgerlijk bestuur van Leeuwarden, dank zij de opvat
ting, die de oude raad van zijn taak had gehad. Op dien
fóedenkwaardigen Zondagavond is de oude raad bijeen
gekomen en is dit college van B. en W. geboren, dat
onmiddellijk aan den slag is gegaan en sinds dien dag
lonafgebroken heeft gewerkt. Er is niet naar gevraagd
Jboeveel er gedaan moest worden en niemand probeerde
jor met wat minder af te komen. Spr. behoeft slechts
■enkele problemen uit dien chaotischen tijd in herinnering
Jfe brengen om een beeld te geven van het vele werk,
dat verzet moest worden: de repatrieering, de evacué's,
de noodtoestanden bij de huisvesting, het vliegveld, de
schoolgebouwen die verwaarloosd en vervuild waren,
de opruiming van het op de hoeken der straten opge
hoopte vuil, enz.
Al deze problemen hebben het college weinig Vrijen
djd gelaten en spr. heeft ook zijn deel bijgedragen. Het
is hem echter niet één dag zwaar gevallen. Wanneer hij
°oit met genoegen en élan heeft kunnen werken, dan
w3s het wel in dit college. Hierin is van 15 April 1945
a-f tot den dag van vandaag geen meeningsverschil
Sjeweest.
B'i het opsommen van deze moeilijkheden moet niet
vcrgeten worden, dat in vergelijking met andere deelen
van het land in het Noorden in een gelukkigen toestand
verkeerde. De bevrijding is hier rustig verloopen en de
2aak kon meteen weer wat op gang worden gebracht.
Het ging langzaam door gebrek aan materialen, enz.,
maar het is gelukt de voldoening van de hoogere auto
riteiten weg te dragen.
De voorzitter. Mr. Algera, is in het college zijn mede
leden steeds tot voorbeeld geweest. Hij heeft dag en
nacht gewerkt. Onder zijn eminente leiding en met col
lega's, die voor hun portefeuille stonden, viel het werk
spr. niet moeilijk. Het is hem integendeel een groot
genoegen geweest, zooals ook het werk voor den oorlog
hem niet tot last, maar tot groote vreugde strekte.
Spr. wenscht den raad en de gemeente Leeuwarden
toe, dat de groote eenheid, die hier op het oogenblik
wordt gedemonstreerd, bestaan blijft. Deze eenheid is
tot uiting gekomen bij de benoeming van dit college,
dat het vertrouwen van den noodgemeenteraad heeft
behouden.
Naar spr.'s meening zullen er nog zware tijden aan
breken en daarom wenscht hij den raad vooral een
dracht toe. Moge het dezen geschonken worden den
bloei van Leeuwarden te bevorderen en onder Gods
zegen tot heil van de bevolking werkzaam te zijn.
Spr. hoopt, dat de vriendschapsbanden, die hier ge
legd zijn, niet doorgesneden zullen worden. Het is hem
een behoefte den raadsleden te verzoeken, om, als hun
schreden in Oostelijke richting gaan en zij in de buurt
van Kollum mochten komen, hem het genoegen te doen
hem op te zoeken en dan hoopt hij, dat van elkaar het
goede mag worden vernomen.
Spr. wil gaarne nog een enkel woord zeggen aan
het adres van de ambtenaren. Was de achter ons lig
gende periode een drukke tijd voor B. en W., ook de
ambtenaren van hoog tot laag hebben veel werk moe
ten verzetten. Natuurlijk vindt men hier en daar wel
eens een zwakkere kracht, waarop wel wat aan te
merken zou zijn, maar daar mag niet over gesproken
worden, want dan gaat men licht generaliseeren. Spr.
heeft groote bewondering voor het corps van ambte
naren. Zij hebben zich geheel gegeven, niet op uur en
tijd gezien en hem op alle mogelijke manieren geholpen.
Zonder deze hulp had spr. niet kunnen doen, wat hij
nu heeft gepresteerd. Hij wil van deze plaats dan ook
gaarne een woord van warmen dank tot hen richten.
Een persoonlijk woord tot den geachten voorzitter
mag niet ontbreken. Niet alleen in dit college, maar
ook in het verleden, zoowel vóór als in den oorlog
hebben hij en spr. veel samengewerkt. Vele zorgen
hebben zij gedeeld. De heer Algera was voor spr. een
hartelijke vriend en spr. is hem daarvoor zeer dankbaar.
Het voorbeeld van den voorzitter is spr. een groote
steun geweest.
Spr. dankt den heer Posthuma voor zijn hartelijke
woorden. Deze sprak van een ronden collega. Spr. ge
looft, dat hij het was. Hij zegt gaarne wat hij denkt en
het is zeer goed mogelijk, dat hij dan wel eens scherp
is geweest. Mocht hij hetgeen hij zich niet bewust
is, althans niet, het opzettelijk te hebben gedaan in
dezen raad eens iets gezegd hebben, dat onaangenaam
in de ooren heeft geklonken, dan wil hij gaarne zijn
excuses aanbieden. Hij heeft echter altijd getracht za
kelijk te blijven en gelooft niet ooit persoonlijk te zijn
geweest.
Spr. zal den raad niet vergeten. Als het eens zoo
uitkomt, dat hij in de stad vertoeft, als er raadszitting
is, dan hoopt hij nog eens op de publieke tribune plaats
te nemen, waaruit zal blijken, dat hij belang blijft stellen
in den gang van zaken in Leeuwarden.
Thans rest spr. nog een woord van dank te uiten
aan het adres van de gemeenteboden en den concierge
van het stadhuis voor hun vele diensten. Zij hebben
zich altijd ter beschikking van den raad gesteld.
Den dames-verslaggeefsters is spr. dankbaar voor
haar trouwe verzorging van de verslagen. Hij is vaak
erg vlug van stapel geloopen en heeft het haar daardoor
niet gemakkelijk gemaakt. Mocht het al te erg zijn ge
weest, dan biedt hij zijn verontschuldigingen aan.