ergadering van W oensdag 6 November1946.
vj;.
r
Vo slag van de handelingen van den gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 6 November 1946. 69
Aanwezig 29 leden.
Afwezig de heeren Beeksma, Beuving, Heijstra en
d. Veen en mevr. Vondeling; 1 vacature.
Voorzitter; de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
urgemeester.
Te behandelen punten;
1. Mededeelingen en rapporten.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
et ver eenen van eervol ontslag aan mej. G. F. Joaquim
Is leerares aan de Middelbare School en H.B.S. voor
Meisjes (bijlage no. 96).
3. Benoeming van een hoofd van de gemeenteschool
no. 17 vacature-G. Bron (bijlage no. 97).
4. Alsvoren van onderwijzeressen aan de gemeente
scholen nos. 5 en 25 (bijlage no. 98).
5. lsvoren van onderwijzers aan de gemeente
scholen nos. 13 en 23 (bijlage no. 99).
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
weder erhuring van den grond voor een schiphuis aan
het Vliet aan F. van der Ploeg (bijlage no. 95).
7. Alsvoren tot verkoop van een strook bouwterrein
aan den. Kanaalweg aan C. Walinga (bijlage no. 94).
8. \lsvoren tot verhooging van de som, waarvoor
de ge .eente bij de Fraude Onderlinge Risico Ge-
meent r is verzekerd (bijlage no. 92).
9. Alsvoren tot het verleenen van machtiging tot
het aangaan van kasgeldleeningen in 1947 (bijlage no.
93).
10. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroo-
ting, dienst 1946.
11 Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
betreffende de tot hun gerichte uitnoodiging tot het
instellen van een onderzoek naar de mogelijkheid eener
progressieve heffing van hondenbelasting (bijlage no.
101).
12. Voorstel van de Commissie voor het ontwerpen
van strafverordeningen tot vaststelling van een Veror
dening betreffende het opnemen en houden van pleeg-
kinde ;n (bijlage no. 100).
13. Onderzoek van den geloofsbrief van het nieuw
benoe de lid van den raad mevr. L. Ringenaldus
Van der Wal.
Punt l.
Wordt medegedeeld:
a rapporten omtrent de opneming van boeken en
kas van den Gemeente-ontvanger en van den Dienst
voor Sociale Zaken;
b besluit van Ged. Staten, houdende vaststelling
van de vergoeding voor de raadsleden voor het bij
wonen van raadsvergaderingen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 2 (bijl. no. 96).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 3 (bijl. no. 97).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt;
L J. Nijboer te Donkerbroek;
2- K an der Noord te Leeuwarden;
3. W. van der Hoop
De eer De Groot zegt, dat blijkens een schrijven van
de oudercommissie van school 17 deze voordracht nogal
eenige beroering verwekt bij de ouders der leerlingen
en bij het onderwijzend personeel van die school. In
dit schrijven komt de wensch tot uiting den heer V. d.
Noord als opvolger van den heer Bron benoemd te
zien op grond van zijn goede onderwijsresultaten der
a'geIoopen jaren. Heel sterk komt in dit schrijven naar
voren de buitengewoon goede verstandhouding tus-
schen de ouders en het personeel, wat als een groot
psychologisch voordeel voor het onderwijs beschouwd
moet worden.
De totaal-indruk in de rapporten van den Inspecteur
van het L.O. luiden t.a.v. den heer V. d. Noord;
,,Een goed onderwijzer, een sympathieke persoon
lijkheid, vriendelijk, ijverig en bescheiden.''
En betreffende den heer Nijboer:
,,Een schoolhoofd met bijzondere capaciteiten."
Wat de capaciteiten betreft, is het rapport onge
twijfeld in het voordeel van no. 1 der voordracht.
Spr.'s vraag is
De Voorzitter interrumpeert met de opmerking, dat
de heer De Groot vertrouwelijke inlichtingen citeert.
Hij verzoekt de pers deze niet in het verslag op te
nemen.
De heer De Groot heeft slechts enkele zinsneden aan
gehaald en gaat niet verder citeeren. Zijn vraag is:
Kunnen deze rapporten, welke voornamelijk gebaseerd
zijn op nog geen uur lesproef, maatstaf zijn voor de
samenstelling van de voordracht? Tegenover de even
tueel grootere kwaliteiten van no. 1 staat de 27-jarige
onberispelijke staat van dienst van no. 2, die in Leeu
warden bekend staat als een kundig onderwijzer en een
goed organisator ten dienste van het onderwijs. Daarbij
dient volgens spr. aan de verlangens en wenschen van
personeel en ouders van school 17 niet zonder meer
voorbijgegaan te worden; zij moeten een mede-bepa-
lenden factor vormen.
In verband met een bepaalde opmerking in de rap
porten zou spr. in tweede instantie nog gaarne iets
willen zeggen.
Hij is van meening, dat op grond van de den raad
verstrekte gegevens no. 2 van de voordracht benoemd
moet worden.
De heer Van der Vlerk kan best begrijpen, op grond
van het uitgebrachte intellectualistische rapport, dat
B. en W. tot deze voordracht gekomen zijn. Als het
gaat om de onderwijs-technische kwaliteiten van de
candidaten, dan heeft ongetwijfeld de heer Nijboer de
voorkeur. Er zijn echter andere factoren, die voor spr.
van veel grootere beteekenis zijn dan een enkele proef
les, die hier in het geding is gebracht. De tweede can-
didaat is zooals reeds opgemerkt door den vorigen
spreker gedurende 27 jaren met hart en ziel bij het
onderwijs werkzaam geweest, waarvan 15 jaren aan
de school, waar hij thans nog als onderwijzer fungeert.
Volgens spr. schept het een zeer onsociale verhouding,
als boven zoo iemand geplaatst wordt een jongeman
van 37 jaar, aan wien de gemeente Leeuwarden in het
geheel geen verplichting heeft en geen dank verschul
digd is. Aan no. 2 daarentegen is zij groote dankbaar
heid verschuldigd voor het vele, dat hij voor het Leeu
warder onderwijs gedaan heeft. Het gevaar is voorts
niet denkbeeldig, dat, als no. 1 benoemd wordt, er een
animositeit onder het personeel zal ontstaan, wat de
mooie schoolgemeenschap, die daar gedurende tal van
jaren gebouwd is, zal verbreken.
Thans wil spr. nog gaarne enkele opmerkingen maken
over het uitgebrachte rapport, maar hij weet niet of hem
dat geoorloofd is.
De Voorzitter: Dat hangt van Uw bedoeling af; be
gint U eerst maar eens.
De heer Van der Vlerk zegt, dat zijn bedoeling heel
goed is. Vooraf moet hij opmerken, dat bij een proefles
al heel moeilijk andere factoren in rekening gebracht
kunnen worden dan die van het intellect. Was de school
slechts een ,,leer"-instituut, dan zou inderdaad de intel
lectualistische begaafdheid hier den doorslag moeten
geven. Volgens spr. is dat echter niet het geval. De
onderwijsvernieuwing, liever: de onderwijsverbetering,
gaat geheel in de lijn van karaktervorming, ook op de
openbare school. Dr. Bolkestein heeft in zijn toelichting