Vergadering van Woensdag 4 Juni 1947.
74 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 14 Mei 1947.
cair was, bijv. een gezin, waarvan drie personen aan
t.b.c. lijden, rechtstreeks overgeheveld naar een nieuwe
woning, nadat hun gebleken was, dat de mensen het
waard waren.
Spr. moge de raad de verzekering geven, dat B. en
W. een open oog hebben voor de ellende en moeilijk
heden in de gezinnen en hun uiterste best doen om tot
een oplossing te komen, die voor de betrokkenen het
best geacht kan worden.
De heer Beuving kan geheel met wat de wethouder
zeide meegaan, haar heeft nog geen antwoord gekregen
op zijn vraag, of er geen mogelijkheid bestaat, om voor
de mensen, die door de noodtoestand waarin ze ver
keren, geheel in de put geraakt zijn, noodwoningen te
bouwen. Spr. noemde zo juist bijv. het geval, dat een
gezin, dat in de Weerklank over twee kamers be
schikte, thans in de Houtstraat maar één kamer met
slechts één bedstede heeft, een kamer dus, die ook nog
gedeeltelijk slaapkamer moet zijn.
De heer Van der Vlerk zegt, dat het niet zo is, dat
hij geen vertrouwen in het beleid van de wethouder
heeft; hij zou dan ook niet op deze kwestie terugge
komen zijn, ware het niet, dat in de brief van De Wagt
een zinsnede voorkomt, die hij zeer bedenkelijk vindt,
n.l. deze: „Daar ondergeteekende geen medewerking
van het Gemeentelijk Woningbureau kan verwachten.
Redenen onbekend; of misschien geen geldelijke bij
drage kan storten".
Daarover had spr. gaarne inlichtingen.
De heer W. C. Dijkstra (weth.) refereert zich aan
wat hij zoéven heeft gezegd; hij weigert in de raads
zitting op de brief van De Wagt in te gaan. De zin
snede, door de heer Van der Vlerk geciteerd, is spr.
niet ontgaan en natuurlijk zal hij niet nalaten er aan
te doen wat nodig is.
Spr. biedt de heer Beuving zijn verontschuldiging
aan, dat diens vraag i.z. noodwoningen aan zijn aan
dacht is ontsnapt. Hij gelooft echter, dat deze de om
vang van het aantal noodgevallen onderschat. Als ter
zake vandaag de dag een onderzoek zou worden inge
steld, zou hij waarschijnlijk versteld staan. En het is
juist het aantal, dat het moeilijk maakt de voorziening
te treffen, als door de heer Beuving gesuggereerd.
Hierdoor zou de algemene woningpolitiek der gemeente
worden doorkruist. Er zouden tientallen of misschien
honderdtallen woningen gebouwd moeten worden en
zou dit niet op de gewone wijze geschieden, dan komt de
principiële vraag naar voren, of de tot nu toe gevolgde
richtsnoeren wel juist waren; of niet moet worden af
geweken van de methode om woningen te bouwen, die
jaren mee kunnen, maar daarvoor in de plaats een ge
heel ander type woning moet worden gekozen. Een
vraag, welker beantwoording intussen niet tot spr. s
taak behoort.
De Voorzitter voert het argument aan, dat noodwo
ningen toch ook onder het toegestane bouwvolume
zouden vallen; als men hiervan een aantal zou bouwen,
kan men weer zoveel minder andere woningen zetten.
Men krijgt dus niet de oplossing, die de heer Beuving
meent te kunnen bereiken.
Wat betreft de opmerking over de hoge huur, welke
De Wagt betaalt, in dezen zijn B. en W. niet com
petent; men kan zich wenden tot het Prijzenbureau voor
Onroerende Zaken. Spr. meent, dat alle opmerkingen
thans volledig beantwoord zijn en stelt voor, de brief
ter afdoening in handen van B. en W. te stellen.
Dienovereenkomstig wordt z.h.st. besloten.
De Voorzitter stelt voor, aan de agenda toe te voegen
als punt 4 een nagekomen voorstel (bijl. 64) tot aan
koop van een perceel grond in de Weerklank, van
A. Cohen en B. Cohen, beiden alhier.
Z.h.st. wordt dienovereenkomstig besloten.
Punten 2, 3 en 4 (bijl. nos. 62, 63 en 64). Z.h.st. wordt
besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 4 Juni 1947.
75
Aanwezig: 30 leden.
Afwezig: de heren Heijstra, V. d. Schaaf en Schalk
wijk, mevr. Vondeling—Van 't Hof en de heer Weistra.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededelingen en rapporten.
2. Benoeming van hoofden van de gemeentescholen
nos. 4 en 18 (bijlage no. 65).
3. Alsvoren van een leraar in de Engelse taal en
letterkunde aan het Gymnasium (vacature mej. Dr.
Erdman Schmidt).
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
bekrachtiging van de aankoop van vastigheden aan de
Doelestraat, het St. Jobsleen, het Schoppershof en het
Heer Ivostraatje (bijlage no. 67).
5. Alsvoren om tot een bedrag van ten hoogste
f 25.000,- deel te nemen in het waarborgfonds voor
de dit jaar te houden Friese Landbouwtentoonstelling
(bijlage no. 66).
6. Alsvoren in zake de bouw van 102 boven- en
benedenwoningen ten Noorden van de Marathonstraat
(bijlage no. 68).
7. Alsvoren tot oninvorderbaarverklaring van aan
slagen in onderscheidene belastingen.
Punt 1. Wordt medegedeeld:
a. dat bericht van verhindering is ingekomen van
de heren V. d. Schaaf, Schalkwijk en Weistra;
b. schrijven van Ged. Staten, houdende mededeling,
dat bij Kon. besluit is goedgekeurd het raadsbesluit
van 29 Januari 1947 tot wijziging van de Verordening
tot heffing van een belasting op vermakelijkheden;
c dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de raads
besluiten van 12 Maart 1947 tot aankoop van percelen
grond aan Werkmanslust, 2 April 1947 tot afkoop van
de grondrente, rustende op perceel Zaailand 52, en tot
aankoop van grond aan de Langesteeg en van 23 April
1947 tot wijziging van de gemeentebegroting 1946 en
tot vermeerdering van het aantal openbare ulo-scholen;
d. rapporten omtrent de kasopneming van de Rei
nigingsdienst en de Algemene Begraafplaatsen.
Voor kennisgeving aangenomen.
e. verzoek van het bestuur van de Fryske Akademy
om subsidie en gratis gebruik van een lokaal van het
Gymnasium voor leergangen ter opleiding voor M.O., j
met inbegrip van Fries M.O.;
verzoek van het bestuur van de afdeling Fries
land van de Ned. Vereniging tot bescherming van
Dieren om subsidie;
g. schrijven van het bestuur van de Broederschap
van Ontvangers van Gemeenten in Nederland om over
te gaan tot vaststelling van een verordening op de cen
trale kasdienst als daarbij aangegeven.
In handen van B. en W. gesteld om prae-advies.
Punt 2 (bijl. no. 65).
De heren Van Rooijen en Schootstra vormen het
stembureau.
De voordrachten van Burgemeester en Wethouders
luiden als volgt:
Gemeenteschool no. 4:
L H. Valkema te Leeuwarden;
2- J. van der Ploeg te Gieten;
3- J. Brands te Bergum.
Gemeenteschool no 18:
L F. Krips te Leeuwarden;
2. R. Bonder te Oosterwolde.
3. A. Jousma te 's-Gravenhage.
Benoemd worden de heren Valkema en Krips, met
alg. stemmen.
Punt 3.
De aanbeveling van Curatoren luidt als volgt:
P. de Jong, onderwijzer Chr. School voor U.L.O.
te Voorburg.
Benoemd wordt de heer De Jong, met alg. stemmen.
Punt 4 (bijl. no. 67).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 5 (bijl. no. 66).
De Voorzitter wijst op een kleine vergissing in het
ontworpen raadsbesluit. De woorden .vanwege de
Friese Maatschappij van Landbouw" in het dictum, lui
dende: „deel te nemen aan het waarborgfonds ten be
hoeve van de in 1947 vanwege de Friese Maatschappij
van Landbouw binnen de gemeente Leeuwarden te
houden Friese landbouwtentoonstelling tot een bedrag
van ten hoogste 25.000,(vijf en twintig duizend
gulden)", dienen te vervallen; de tentoonstelling wordt
n.l. door een apart daarvoor opgerichte stichting ge
organiseerd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 6 (bijl. no. 68).
De Voorzitter deelt mede, dat in overleg met de
dienst van Gem.werken de woonkamer van het woning
type D (verdieping) in plaats van op het Noorden,
zoals op de tekening aangegeven, op het Zuiden wordt
geprojecteerd. Dit leek en W. beter. De nieuwe
tekening is vanmorgen pas binnengekomen; ze heeft dus
niet bij de raadsstukken ter inzage kunnen liggen.
De heer Stobbe is uiteraard zeer met dit voorstel
ingenomen. Spr. herinnert er aan, dat hij in de sectie
vergadering voor de behandeling der begroting-1947
B. en W. gevraagd heeft, of dezen bij het bouwen van
arbeiderswoningen het bouwen van een kleiner type
ten behoeve van ouden van dagen wilden overwegen.
Hij heeft toen nog verwezen naar Amsterdam, waar
dit ook wordt gedaan. Nog niet zo heel lang geleden
heeft de raad van Amsterdam voor de bouw van 46
woningen in de Buiksloterham een bedrag van, naar
hij meent, 4 ton uitgetrokken; van deze woningen was
een 20-tal voor ouden van dagen. Z.i. is het bouwen
van woningen voor deze categorie ook in onze gemeente
urgent. Daarom verzoekt hij thans B. en W. nogmaals
aan deze kwestie hun aandacht te schenken.
De heer Kamstra merkt op, dat dit voorstel voor hem
c.s. een verrassing is; na het toegestane bouwvolume
(o.a. voor de Weerklank) had men niet mogen ver
wachten, dat er nog een toewijzing zou volgen.
Bij het bestuderen van dit nieuwe plan leek het hem,
dat er een „overschot" van enige bovenwoningen is.
Er komen 40 benedenwoningen en 62 bovenwoningen.
Volgens de tekening komen er z.i. boven elke 4 be
nedenwoningen 5 bovenwoningen. Naar die berekening
zouden er 10 x 4 benedenwoningen en 10 x 5 boven
woningen moeten komen, maar dan „zit" spr. nog met
de rest van 62 50 bovenwoningen. Hij vertrouwt
wel, dat het in orde is, maar zou toch de wethouder
willen vragen, hem even uit deze moeilijkheid te helpen.
De heer Witteveen (weth.) zegt, dat de vraag, thans
door de heer Stobbe te berde gebracht, ook al eens bij
B. en W. in studie is geweest. Die kwestie is echter
niet zo eenvoudig, vooral tegenwoordig niet. Ook een
woning voor ouden van dagen moet toch in ieder geval
aan de gewone eisen, die al een lange reeks van jaren