10 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 Januari 1948.
Punt 6.
De aanbevelingen van de Commissie luiden als volgt:
a. vacature J. P. Smit (meerderjarig onderwijzer o.l.
onderwijs)
1. A. Faber, Schalsumerstraat 5;
2. P. Kwist, Marnixstraat 8.
b. vacature H. Harmsma (meerderjarig onderwijzer
0.1. onderwijs):
1. S. de Jong, te Wirdum;
2. H. Harmsma, te Swichum.
c. vacature R. Th. A. Bisschop (meerderjarig onder
wijzer bijz. 1. onderwijs):
1. J. J. Swart, Tjerk Hiddesstraat 25:
2. T. P. A. Lambooij, Lijsterstraat 61.
d. vacature M. Boonstra (vader van een kind op een
0.1. school):
1. O. Dijkstra, Achter de Hoven 247;
2. P. C. Vos, Tjerk Hiddesstraat 68.
e. vacature P. van der Molen (meerderjarig inwoner):
1. IJ. de Walle, Mr. P. J. Troelstraweg 60;
2. J. Brolsma, Pieter Langendijkstraat 20.
Benoemd worden de heren Faber, De Jong, Swart,
Dijkstra en De Walle, allen met 28 stemmen (1 bilj.
van onwaarde).
Punt 7.
De aanbeveling van de Commissie luidt als volgt:
1. Dr. P. C. Römer, Noordersingel 96a;
2. H. Th. v. d. Brug, Grote Kerkstraat 20.
Benoemd wordt Dr. Römer, met alg. stemmen.
Punt 8 (bijl. no. 5).
De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt:
a. 1. J. de Bruin;
2. M. Molenaar;
b. 1. C. van Raay;
2. J. Wiersma.
Benoemd worden de heer De Bruin, met alg. stem
men, en de heer Van Raay, met 28 stemmen (de heer
Molenaar 1 stem).
Punt 9 (bijl. no. 16).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
E. Beeksma, wethouder van Sociale Zaken.
Benoemd wordt de heer Beeksma, met 26 stemmen
(3 bilj. blanco).
Punten 10, 11 en 12 (bijl. nos. 7, 3 en 8).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 13 (bijl. no. 6).
De heer Visser leest in de bij dit voorstel behorende
stukken, dat de brandweer behalve dit pand en het
een vorige keer aangekochte nog enige woningen ten
behoeve van haar bedrijf denkt nodig te hebben. Spr.
c.s. vragen zich met enige bezorgdheid af, hoe ver haar
plannen zich in dit opzicht uitstrekken. Moeten voor
de brandweer evenveel woningen worden opgeruimd,
als in een ander deel der stad met veel moeite en
kosten worden opgebouwd?
Het ligt niet in de bedoeling van spr. c.s. om tegen
dit voorstel te stemmen, omdat zij niet bij voorbaat een
misschien noodzakelijke uitbreiding van het brandweer-
bedrijf wensen te bemoeilijken, maar, als de raad even
tueel plannen hiervoor zullen bereiken, zullen zij moeten
overwegen, of het, nu de woningnood zo ontstellend
groot is, beslist noodzakelijk is, daarvoor verschillende
percelen beschikbaar te stellen.
De heer Van der Schaaf komt het voor, dat de ver
klaring van de heer Visser hier wel op haar plaats is.
Er is in het voorstel en in de stukken de indruk ge
wekt, alsof deze aankoop per se nodig zou zijn voor
uitbreiding van de brandweerapparatuur. Spr. c.s. zul
len voor dit voorstel stemmen, zonder zich evenwel te
binden aan de motivering, die in de stukken met zekere
hardnekkigheid naar voren komt.
De heer De Vries wil namens zijn fractie woordelijk
onderschrijven wat zijn medelid de heer V. d. Schaaf
naar voren bracht. Zij is niet tegen de aankoop, maar
wenst zich als fractie niet vast te leggen t.a.v. het
stichten van een brandweergarage op bedoelde plaats.
De heer Witteveen (weth.) antwoordt, dat van
plannen voor een garage ter plaatse op het ogenblik
nog geen sprake is, hoewel het inderdaad wel de be
doeling is daar een gelegenheid voor te creëren. Toen
zich een vorige keer de mogelijkheid tot aankoop van
enige percelen voordeed, hebben B. en W. gemeend,
dat deze huizen wel van belang voor de gemeente zijn.
In de eerste plaats was de prijs vrij geschikt en in de
tweede plaats staat het politiebureau daar nu eenmaal
en dat heeft in de toekomst beslist verruiming nodig,
al is nog niet bekend op welke wijze. Regeren is voor
uitzien en ook in deze moet het Gemeentebestuur enigs
zins vooruitzien. Wanneer er een garage zal komen,
hangt geheel af van de omstandigheden. Wat de heer
Visser vreest, n.l. afbraak van de woningen of althans
onttrekking aan de woningmarkt, is voor het ogenblik
niet de bedoeling en, naar spr. meent, op korte termijn
ook niet te verwachten.
De Voorzitter wil hieraan toevoegen, dat het vanzelf
spreekt, dat de raad, als deze het voorstel aanvaardt,
niet gebonden is aan plannen (die op het ogenblik nog
niet eens gevormd zijn) tot het stichten van een garage.
Die zullen t.z.t. door de raad op eigen mérites beoor
deeld moeten worden. B. en W. achten dit van hun
kant ook vanzelfsprekend. Maar het is zoals de wet
houder heeft gezegd: Hier bood zich de vorige keer
de gelegenheid aan om geschikt een aantal percelen in
handen te krijgen en dit voorstel wordt gedaan min of
meer tot afronding van die groep percelen en voor
het geval dat t.z.t. verdere plannen ontworpen zullen
worden om een geschikte toegang tot het achter
gelegen terrein te verkrijgen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorste'
van B. en 'W.
Punten 14 en 15 (bijl. nos. 2 en 11).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorsteller
van B. en W.
Punt 16 (bijl. nos. 10, 12 en 13).
De heer Tiekstra zou namens zijn fractie graag iet
willen zeggen over het hier aan de raad aangeboder
voorstel tot conversie van een aantal geldleningen. He
is niet het eerste voorstel van deze aard, dat de raai
bereikte. Maar uit het feit, dat dit voorstel betrekkin
heeft op een tiental leningen, valt z.i. op te maken, da
hier geen sprake is van een incidenteel voorstel to
conversie, maar veeleer van een doelbewust beleid, da*
zich richt op vermindering van de rentelast over ee:
aantal jaren. Dit feit verheugt spr.'s fractie. Het streven
van de Regering naar een goedkoop-geld-politiek word
door de gemeente Leeuwarden consequent gevolgd. D
gevolgen hiervan zullen over de jaren, waarover di
onderhavige leningen lopen, van niet andere dan gun
stige aard kunnen zijn. Houdt men hierbij dan nog
rekening met de wijzigingen in de financiële positie der
gemeente als gevolg van de Noodvoorziening Gemeente-
financiën, waarbij de financiële zelfstandigheid van de
gemeenten weer mogelijk wordt gemaakt, dan kan het
niet anders of de raad zal het college in dit beleid van
harte steunen.
Spr. meent, dat het hier betreft een aantal leningen,
pro resto groot in totaal 791.800,en een aantal
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 28 Januari 1948. 11
leningen, oorspronkelijk groot 264.500,waarvan
de rentevoet wordt teruggebracht van 3J^ tot 3
's jaars. Ook als men rekening houdt met eventueel
verschuldigde boetes, is dit nog altijd een niet onbe
langrijk voordeel over een aantal jaren. Voor dit geld
zal de gemeente op ander terrein een betere bestem
ming kunnen vinden.
Spr.'s fractie hoopt dan ook, dat het college de
mogelijkheid tot conversie van leningen, die hiervoor
nog in aanmerking mochten komen, niet ongebruikt zal
laten.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 17 (bijl. no. 14).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 18 (bijl. no. 15).
De heer Vellenga wil beginnen met namens zijn
fractie een woord van lof te spreken voor het zoveelste
initiatief van dit college. Hij meent, dat dit voorstel,
wat de verbetering van de accommodatie van het sport
terrein betreft, de dank verdient van de burgerij en
voornamelijk van de sportgemeenschappen hier ter
plaatse. Het voorstel is belangrijk: in de eerste plaats
omdat hiermede een dienst wordt bewezen aan de sport
en de sportorganisaties en in de tweede plaats omdat
hierdoor werkgelegenheid geschapen wordt. Men kan
het er over eens zijn, dat deze verbetering der accom
modatie hoog nodig was. Men heeft het kunnen lezen
in courantenverslagen en, hoewel spr. niet een geregeld
bezoeker is van de sportvelden, weet hij ook uit eigen
ervaring wel. dat de toestand daar eigenlijk onhoudbaar
was geworden. In het voorstel trekt men een verge
lijking met Heerenveen en noemt een maximum aantal
bezoekers, daar bij een voetbalwedstrijd bereikt. Spr.
wil een vergelijking trekken met het Be Quick-stadion
te Groningen, waar men op dezelfde manier is te werk
gegaan als men thans op Cambuur van plan is te doen;
ook daar zijn oplopende rijen plaatsen aangebracht, met
dit verschil, dat men daar meer ruimte voor zitplaatsen
en hier meer ruimte voor staanplaatsen heeft genomen.
Spr. gelooft, dat de sportorganisaties, die bij deze
aangelegenheid het naast betrokken zijn, hoewel tevre
den, niet voldaan zijn; deze koesteren de wens, in het
Oosten der stad nog een groot sportveld te krijgen.
Werkgelegenheid is zeer nodig. In de winterperiode
telt onze stad vele werklozen, die heel moeilijk te werk
te stellen zijn. Verschillende mensen uit deze gemeente
zijn buiten de provincie te werk gesteld, moeten een
hele week van huis blijven en een kampleven leiden.
Daarom is het toe te juichen, dat in de stad werkge
legenheid gecreëerd wordt. Spr. c.s. menen, dat dit
mede de taak is van het gemeentebestuur.
Het college stelt voor het werk in D.U.W.-verband
uit te voeren. Dit is natuurlijk in financieel opzicht van
belang, in de eerste plaats omdat de gemeente dan
groter subsidie ontvangt en in de tweede plaats omdat
hiermede een bepaalde groep van mensen, die in het
vrije bedrijf moeilijk emplooi vinden, gelegenheid krijgt
aan het werk te gaan; bij de aannemers b.v. worden
dezen ook niet gemakkelijk aangenomen.
Spr.'s fractie weet van de critiek, die er terecht of
ten onrechte op de D.U.W. wordt uitgeoefend. Critiek
op het kampleven bij werkgelegenheid buiten de pro
vincie valt in dit verband weg. Maar wat wel heel
belangrijk is, zijn de omstandigheden, waaronder en
de lonen, waarvoor gewerkt wordt. Deze laatste zijn
natuurlijk volgens de voorschriften van de D.U.W., die
een Rijksdienst is en die in deze gemeente een grond-
lo°n garandeert van 60 cent per uur. Daar komt dan
nog 20 0,10 per uur bij, zodat de arbeiders 82
cent per uur ontvangen, op papier althans. De wijze van
uitvoering is hierbij zeer belangrijk: hoe worden de
tarieven toegepast? Men zegt, dat hier een en ander
aan mankeert. Daarom zou spr.'s fractie, zij het niet
direct als eis, maar dan toch als uitdrukkelijke voor
waarde willen stellen, dat:
le. billijke lonen gegarandeerd zullen worden;
2e. de omstandigheden, waaronder de arbeiders
werken, goed zijn: schuilgelegenheid bij regen
en verwarming van de keten in het koude jaar
getijde.
Misschien zijn deze voorwaarden te verwezenlijken
door geregeld overleg tussen de betrokken werkleiding
en de vakorganisaties.
Spr. wil even herinneren aan de toezegging van het
college bij de bespreking van een ander D.U.W.-object,
n.l. de aanleg van een sportveld aan de Marnixstraat,
met welke werkzaamheden Maandag j.l. begonnen
werd. B. en W. hebben toen de raad toegezegd, dat
zij hun best zouden doen een zodanige regeling te cre-
ëeren, dat ook de arbeiders van de D.U.W.-objecten in
de overbruggingssteun kunnen vallen. Hoe ver is het
college in dezen gevorderd; welk resultaat kan het
mededelen? Deze kwestie zal misschien bij het onder
havige object niet van zo groot belang zijn. maar in
het algemeen zal men hier toch aandacht aan moeten
schenken.
Spr.'s fractie zal voor dit voorstel stemmen, maar
zag toch gaarne, dat er rekening gehouden werd met
de door hem geformuleerde eisen.
Thans zou spr. de betrokken wethouder nog willen
vragen welk orgaan wordt ingeschakeld om in overleg
met de D.U.W. dit werk uit te voeren. In het volgende
voorstel betreffende het sportterrein aan de Fontein
straat wordt als uitvoerster de Heide Maatschappij ge
noemd. Is het ook mogelijk, zo vraagt spr., dat de dienst
van Gemeentewerken zelf dit werk in D.U.V/.-verband
uitvoert, zoals ook met een deel van het vliegveld ge
schiedde of dat een particuliere aannemer ingeschakeld
wordt?
Resumerende, zegt spr. nogmaals dank voor dit voor
stel, maar vraagt met nadruk open oog te hebben voor
de belangen van de ongeschoolde arbeiders, een cate
gorie, die het eerst en zwaarst getroffen werd in de
crisis van voor 1940, die het in de oorlogsjaren uiterst
moeilijk heeft gehad en die ook in deze tijd een gewel
dige toer heeft om de eindjes aan elkaar te knopen.
In geen geval mag deze categorie terug naar de voor
oorlogse werkverschaffing. Er zijn n.l. bepaalde symp
tomen, dat bepaalde instanties met deze gedachte zijn
bezield. Spr. herhaalt, dat hij dus mede als taak van
de gemeentebesturen ziet juist deze mensen op te
vangen. Hij wil eindigen met zijn vertrouwen uit te
spreken, dat dit bij deze actieve wethouder van Open
bare Werken en ook bij het gehele college in goede
handen is.
De heer Beuving wil zich direct aansluiten bij de
woorden van waardering, die de vorige spreker heeft
gericht tot het college, dat begrip getoond heeft voor
het feit, dat sport en ontspannnig voor de geestelijke
en lichamelijke ontwikkeling van de mens van grote
waarde zijn. Doch ook deze medaille heeft haar keer
zijde. De raad heeft tot taak de morele en geestelijke
belangen te behartigen van de arbeiders; dat zijn zij,
door wier handen de verbetering van 's mensen lot
wordt uitgevoerd. Nu kan het onder de gegeven om
standigheden noodzakelijk zijn de uitvoering van het
onderhavige werk op te dragen aan de Ned. Heide Mij,
om 100 subsidie voor de arbeidslonen te verkrijgen,
doch dit verschoont de raad niet van de verplichting,
de voorwaarden, waaronder ingezetenen van deze ge
meente moeten werken, redelijk te doen zijn. Uitvoering
door de Heide Mij behoeft dienaangaande geen beletsel
te vormen. In de raadsvergadering van 19 November
j.l. is n.a.v. de aanleg van het nieuwe sportterrein ge-