Vergadering van Woensdag 12 Mei 1948.
32 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 21 April 1948.
De Voorzitter antwoordt, dat B. en W. krachtens
bestaand voorschrift advies hebben gevraagd aan de
Kamer van Koophandel en h.i. had het meer op de weg
van deze instantie gelegen om, wanneer daaraan be
hoefte bestond, zich ook naar de zijde der werknemers
te oriënteren. Indien hier sprake is van een verzuim
wat spr. op het ogenblik nog niet beoordelen kan
dan bestaat dat in elk geval niet aan de kant van het
college.
De heer Wiersma heeft in eerste instantie al duidelijk
laten uitkomen, dat hij er niet aan twijfelt, dat B. en W.
in dezen de juiste weg hebben bewandeld, maar de
voorzitter oppert nu zelf de mogelijkheid van overleg
met de werknemers via de Kamer van Koophandel.
Deze instantie schijnt er geen gewoonte van te maken
voor dergelijke aangelegenheden de Unie van Handels-
en Kantoorbedienden te raadplegen. Dat is spr. wel
eerder opgevallen en hij meent, dat er ook van de zijde
van de raad al meer op gewezen is. Nu B. en W.
deze ervaring hebben opgedaan en spr. bij de voorzitter
geen verzet tegen het door hem naar voren gebrachte
heeft beluisterd, zou hij het college willen verzoeken
met de door hem bedoelde ervaring rekening te houden
en ingeval de Kamer van Koophandel niet genegen
mocht zijn tot inschakeling van de werknemers in het
overleg zich rechtstreeks tot de nu gepasseerde groep
te wenden.
De Voorzitter zegt, dat het B. en W. officieel niet
bekend is, of bepaalde groepen niet of wel geraad
pleegd zijn; zij weten nu door de mededeling van de
heer Wiersma, dat met de Unie van Handels- en Kan
toorbedienden geen overleg is gepleegd. Spr. is gaarne
bereid toe te zeggen, dat B. en W. bij volgende soort
gelijke aangelegenheden zullen overwegen wat zij
kunnen doen.
De heer Heijstra is het volkomen eens met de heer
Wiersma. Het ligt niet op de weg van de Kamer van
Koophandel om de vakorganisaties te horen en als
organisatie van louter bij haar ingeschreven leden zal
zij dit ook niet doen. Daarom acht spr. het van belang,
dat B. en W. zich in het vervolg in dergelijke kwesties
tot de betrokken vakcentrales zullen wenden.
De Voorzitter, de heer Heijstra antwoordende, her
haalt wat hij tot de heer Wiersma zeide: bij de eerst
volgende soortgelijke aangelegenheid zullen B. en W.
aandacht aan het door deze opgemerkte schenken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 10 (bijl. no. 59).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 11 (bijl. no. 58).
De heer Schootstra leest in de bijlage: „Uit de over
gelegde financiële gegevens, gevoegd bij de ter inzag"
gelegde raadsstukken, blijkt, dat de vereniging in staat
zal zijn de uit hoofde van deze lening op zich te nemen
verplichtingen na te komen, zodat tegen inwilliging
onzerzijds generlei bezwaar bestaat."
Wanneer B. en W. de inwilliging van dit verzoek
afhankelijk willen stellen van de financiële gegevens,
die in de stukken waren te vinden, zou spr. graag van
hen horen, hoe zij daaruit hebben kunnen opmaken, dat
de vereniging in staat zal zijn haar verplichtingen na
te komen. Spr. is niet bij machte geweest deze conclusie
te trekken. Dat neemt echter niet weg, dat de zaak in
zoverre de volle steun van spr.'s fractie zal hebben, da
zij gaarne voor dit voorstel zal stemmen.
De heer Geerts (weth.) zegt, dat bij de stukken, die
ter inzage hebben gelegen, o.a. een begroting was var
de Speeltuinvereniging „Rengerspark", die een tekor':
van 100,vertoont. Er is echter uitgetrokken eer
renteschuld tot een bedrag van 500,De schulden
zijn op het ogenblik met inbegrip van de 5000,
waarvoor van de gemeente garantie wordt gevraagd
15.000,De rente bedraagt 3 of 450,pe
jaar. De raming van de schuldenlast is dus 50,te
hoog: het tekort kan men daardoor eigenlijk op 50,
stellen.
De heer Schootstra: De vereniging zal haar andere
schulden nog moeten aflossen.
De heer Geerts (weth.) kan nog mededelen wat de
vereniging heeft verzuimd te doen, maar wat wel ii
het voorstel staat dat het de bedoeling is het club
gebouw te verhuren voor vestiging van twee kleuter
schoolklassen. Op de exploitatierekening zal daardoo
een bedrag van 1000,ten gunste van de vereniging
komen te staan, terwijl de padvinders 500,per jaa
voor een middag en een avond per week hebben
geboden.
Het ging de heer Schootstra slechts om de verwijzing
naar de stukken en die leken hem op dit punt zee
duister.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 56).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het prae-
advies van B. en W.
Punten 13 en 14 (bijl. nos. 63 en 64).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstelle
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 12 Mei 1948.
33
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: de heer W. C. Dijkstra.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
I burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededelingen.
2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
t verlenen van eervol ontslag aan B. de Boer als
II aar aan het Gymnasium (bijlage no. 73).
3. Alsvoren tot het verlenen van eervol ontslag aan
Heidstra als directeur van de Markt- en Haven-
el mst (bijlage no. 74).
4. Benoeming van een leraar in de wiskunde aan
het Gymnasium.
5. Voorstel van Burgemeester en Wethouders naar
nleiding van een door Gedeputeerde Staten om advies
zonden wijziging van de voorlopige maatregelen be-
t ffende de bezoldiging van de secretarissen en ont-
ngers (bijlage no. 69).
6. Alsvoren tot uitgifte van bouwterrein in erfpacht
ja n M. Heidinga (bijlage no. 65).
7. Alsvoren tot aankoop van het perceel Bagijne-
s aat no. 11 (bijlage no. 68).
8. Alsvoren tot grondruiling met de provincie (bij-
1. ge no. 75).
9. Alsvoren tot verhuring van enige woon- en
v nkelhuizen der gemeente (bijlage no. 66).
10. Alsvoren tot verstrekking van gelden aan het
b stuur der R.K. Schoolvereniging voor de aanschaf
fing van leermiddelen voor de school voor gewoon l.o.,
Baljeebuurt 52 (bijlage no. 67).
11. Alsvoren tot verstrekking van gelden aan het
b stuur der R.K. Schoolvereniging voor de aanschaf
fing van banken voor de R.K. Jongensschool voor u.l.o.,
Tweebaksmarkt no. 44 (bijlage no. 70).
12. Alsvoren tot conversie van een bij de Spaar-
b nk alhier gesloten lening (bijlage no. 71).
13. Alsvoren tot het aangaan van een geldlening
v n 800.000,(bijlage no. 72).
Punt 1. De Voorzitter deelt mede:
a. dat bij Kon. besluit zijn goedgekeurd de raads-
b sluiten van 19 November 1947 tot vaststelling van
e n Verordening tot heffing van bruggeld en van 10
h aart 1948 tot vaststelling van een Verordening tot
h ffing van een belasting op vermakelijkheden;
b. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de raads-
b sluiten van 18 Februari 1948 tot verpachting van per
celen hooiland aan en nabij het Ouddeel en van 31
f* aart 1948 tot het aangaan van een onderhandse geld
lening met de Spaarbank te Rotterdam.
Voor kennisgeving aangenomen.
c. dat zijn ingekomen:
1. rapporten omtrent de controle van boeken en kas
1> n de Gasfabriek, het Openbaar Slachthuis, het Stads-
z ekenhuis, de Gemeenteontvanger, de Centrale kas en
de Alg. Begraafplaatsen;
2. een schrijven van Ged. Staten, houdende mede
deling, dat hun besluit tot verhoging van de wedde van
de wethouders dezer gemeente de Koninklijke goed
keuring heeft verkregen.
Voor kennisgeving aangenomen.
3. een verzoek van W. van der Sloot en J. Hofman
om vergunning te verlenen tot het bewonen van door
ben gebouwde keten, totdat er een andere woongele
genheid is gevonden.
Voor kennisgeving aangenomen, aangezien het hier
betreft de uitvoering van de Woningwet, welke uit-
uitend behoort tot de competentie van B. en W.
4. een verzoek van de Ned. Bond van Petroleum-
detaillisten „Door Eendracht Sterk" om regeling van
de verkoop van petroleum op de openbare weg;
5. een verzoek van het Actie-comité Regionale Om
roep, om instemming te betuigen met de door haar ge
voerde actie tot wettelijke regeling van deze omroep.
Om prae-advies in handen gesteld van B. en W.
6. een verzoek van de heer W. B. Schalkwijk, lid
van de raad, om hem een interpellatie toe te staan
omtrent het verhuren van gemeentegebouwen aan de
C.P.N.
De raad besluit om dit verzoek na afhandeling van
punt 13 te behandelen.
Punten 2 en 3 (bijl. nos. 73 en 74).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 4.
De aanbeveling van Curatoren luidt als volgt:
1. D. de Vries, te Leeuwarden;
2. J. Alkema, te Joure.
Benoemd wordt de heer De Vries, met alg. stemmen.
Punten 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 (bijl. no. 69, 65,
68, 75, 66, 67, 70, 71 en 72).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Interpellatie omtrent het
verhuren van gemeentegebouwen aan de C.P.N.
Z.h.st. wordt besloten de interpellatie toe te staan.
De heer Schalkwijk zegt de raad dank voor de hem
gegeven mogelijkheid tot het houden van de aange
vraagde interpellatie.
Nadat in een vorige vergadering de raad verklaard
heeft, dat, gezien de heersende omstandigheden, samen
werking met de Communistische Partij niet mogelijk is,
acht spr. het onjuist, dat gebouwen van de gemeente
aan de C.P.N. voor het houden van vergaderingen, enz.
ter beschikking worden gesteld.
Het is spr. bekend, dat het verhuren van gemeente
gebouwen de taak van B. en W. is, misschien alleen
van de burgemeester. Hij meent toch, dat hij de raad
kan vragen zijn zienswijze te delen en deze aan het
college van B. en W. kenbaar te maken door te ver
zoeken in de toekomst de C.P.N. geen gelegenheid te
geven van gemeentegebouwen gebruik te maken. Hij
gelooft niet, dat het nodig is veel woorden aan dit
onderwerp te wijden. Het is algemeen bekend, hoe de
stand van zaken is. Spr. wil daarom de volgende motie
ter kennis van de raad brengen, welke naar hij hoopt
een voorwerp van bespreking en stemming zal kunnen
uitmaken:
„De Raad, van oordeel, dat, gezien de omstandig
heden, het niet wenselijk is aan de Communistische
Partij Nederland (C.P.N.) en/of hare mantelorgani
saties als Eenheids Vakcentrale (E.V.C.), Neder
land-U.S.S.R., Radio Werkend Nederland, Vereni
ging Vrij Spanje, Nederlandse Vrouwenbeweging,
Algemeen Nederlands Jeugdverbond, etc., gemeente
gebouwen of gronden voor demonstraties, vergade
ringen en/of andere openbare vertoningen af te staan,
geeft B. en W. in overweging met de zienswijze van
de raad bij voorkomende gelegenheden rekening te
houden."
Spr. wil deze motie graag aan het oordeel van de raad
onderwerpen.
De heer Geerts (weth.) zal, als wethouder voor de
zaken de Beurs betreffende, deze interpellatie beant
woorden.
Ongeveer half Februari ontving het college van de
C.P.N. een verzoek om over de Beurs te mogen be
schikken en op spr.'s advies is dit verzoek ingewilligd.