50 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 Mei 1948.
de M.v.A. delen B. en W. mede, dat zij dit, in elk geval
vooralsnog, om verschillende redenen niet juist en niet
in het belang van de gemeente achten. Spr. gelooft wel,
dat hier maar niet één twee drie te zien is, wat de juiste
weg is. De moeilijkheden, die worden opgesomd, zullen
echter ook in andere gemeenten een rol gespeeld heb
ben. In Haarlem bijv. is men er toch toe overgegaan
particulieren in te schakelen. Ook daar wordt 's avonds
van verschillende gebouwen gebruik gemaakt, maar
men schijnt daar toch een oplossing te hebben gevonden.
Volgens een door spr. verkregen mededeling heeft het
voor Haarlem tot grote bezuiniging geleid, die in de
tienduizenden loopt. Opdat de raad over de nodige
gegevens kan beschikken, zou spr. het op prijs stellen,
dat het college of de betrokken wethouder informaties
ter zake inwon bij bepaalde gemeenten, waar men het
systeem van schoonmaak door particulieren toepast en
dan opnieuw gaat bekijken, of het ook hier niet binnen
het raam der mogelijkheden ligt. Zou het bepaalde be
sparingen ten gevolge kunnen hebben, dan is spr. er
van overtuigd, dat B. en W. hun volle aandacht aan
deze zaak zullen besteden.
De heer Witteveen (weth.) lijkt het een zeer ge
compliceerd geval om voor het schoonmaken van de
tientallen gebouwen en vertrekken particuliere bedrijven
in te schakelen.
Het ruitenwassen is thans weer aan particulieren
opgedragen. In de oorlog had dit moeilijkheden opge
leverd, omdat de bedrijven toen een beetje misbruik
maakten van de situatie en onderling afspraakjes maak
ten, waardoor veel te hoge prijzen werden gevraagd.
Toen is de gemeentedienst er toe overgegaan het zelf
te doen. Later waren de aanbiedingen weer zodanig,
dat het ruitenwassen weer aan particuliere schoonmaak
bedrijven kon worden opgedragen. Het zou, wat het
schoonmaken der gebouwen betreft, inderdaad te over
wegen zijn eens bij Haarlem te informeren. Er zijn spr.
geen andere plaatsen bekend, die deze werkzaamheden
aan particulieren opdragen. Het lijkt hem persoonlijk
echter practisch onuitvoerbaar, omdat zeer vele van
deze gebouwen door allerlei particuliere instellingen
worden gebruikt. De schoonmaker of schoonmaakster
heeft ook het toezicht op het gebouw. Het zou dus een
zeer gecompliceerde aanbesteding worden. Spr. wil
overigens graag de kwestie nog eens bekijken. Hij
schat het aantal inwoners van Haarlem op 120.000
tegenover Leeuwarden 76.000. En dus zal het bedrag,
dat voor de betreffende doeleinden in Haarlem uitge
geven wordt, naar verhouding misschien iets hoger zijn
dan in Leeuwarden, maar dat daar tienduizenden be
spaard zouden zijn, lijkt spr. toch te optimistisch.
Wat het stoken betreft, zijn er direct al grote hinder
palen. Dit behoort tot de taak van de concierges, die
in de gebouwen aanwezig moeten zijn. Zou men dezen
een deel van hun werk ontnemen, dan zouden zij ont
slagen moeten worden; in elk geval zou het tot zeer
veel moeilijkheden aanleiding kunnen geven.
Spr. wil ten slotte wel toezeggen, dat in Haarlem en
andere steden informaties ingewonnen zullen worden.
De volgnos. 223 t/m 245 worden onveranderd vast
gesteld.
Volgno. 246. Kosten van havens, vaarten, walmuren
en andere waterwerken35.505,
De heer J. Visser wil t.a.v. het onderhoud van sloten
het een en ander te berde brengen. In de omgeving
van de buitendorpen zijn vele vaarten en sloten, die
niet voldoende worden onderhouden. Ook uit de woor
den van de heer Leijenaar heeft de raad kunnen ver
nemen, dat in het algemeen het onderhoud van sloten
te wensen overlaat. Diverse sloten zijn hierdoor in een
dusdanige staat van vervuiling geraakt, dat zij meer
op mestvaalten gelijken dan op sloten. Vooral in Wir-
dum doet dit euvel zich voor. Deze sloten leveren ge
vaar op voor de volksgezondheid. Het is nodig, dat
van gemeentewege een onderzoek wordt ingesteld en
maatregelen worden getroffen om aan deze slechte toe
stand der sloten een eind te maken en verdere ver
vuiling tegen te gaan.
De heer Witteveen (weth.) antwoordt, dat het onder
houd der sloten in het algemeen niet zo n eenvoudige
opgave is. Door de gebiedsuitbreiding heeft de gemeente
er een vrij groot complex van sloten en vaarten bij-
gekregen. In 1946 en 1947 is aan het onderhoud dezer
sloten een vrij groot bedrag besteed. Spr. wil de heer
Visser gaarne toegeven, dat ze er, vooral in de buiten
dorpen, beter konden uitzien. Met het opknappen zijn
echter vrij grote bedragen gemoeid. In Wirdum b.v.,
om bij deze plaats te blijven, loopt een sloot langs de
Kleine Buurt. Hier rioleren de aanliggende woningen
op. Dat is indertijd een fout geweest van de woning
stichting of van het toenmalige gemeentebestuur. Alle
afval, faecaliën inbegrepen, komt in deze sloot terecht.
De sloot is voor de helft van de woningstichting en
voor de helft van de gemeente. Het is nu wel erg ge
makkelijk om bij de gemeente aan te kloppen. Boven
dien is met één keer hekkelen de zaak niet voor elkaar.
Dit zou elk jaar opnieuw moeten geschieden. Deze
zomer lag de sloot vol dikke blabber en niet alleen
blabber, maar ook alle mogelijke keukenafval. De sloot
loopt voor de huizen langs en alles wat men kwijt wil
wordt er ingegooid. De bewoners konden zich in deze
wel wat netter gedragen.
Met het bedrag, dat voor onderhoud van sloten be
schikbaar is, worden de meest noodzakelijke dingen
onder handen genomen. Het is dus niet zo, dat Ge
meentewerken de vrije hand heeft, men moet zich
beperken. Spr. geeft toe, dat de toestand onbevredigend
is, maar er is nog geen kans gezien deze op te heffen
Dit zou wellicht wel mogelijk zijn, wanneer het publiek
zijn medewerking verleende. Er zijn zoveel voorbeelder
van slootvervuiling. Wanneer de sloten eenmaal zijn
schoongemaakt, worden ze spoedig weer volgegooid mei
oude matrassen, emmers enz. En dan is het zo gemak
kelijk om van de gemeente te verlangen, dat ze wee-
worden schoongemaakt. Spr. neemt aan, dat het vaak
gebeurt door mensen, die er zelf geen last van hebben
maar de omwonenden kunnen er toch veel aan doen
Spr. wijst er met nadruk op, dat hier niet in de eerste
plaats een taak voor de gemeente ligt, wel natuurlijk
in zoverre, dat getracht moet worden het publiek op te
voeden, opdat het wegen en sloten niet verontreinigd
Men dient op straat te handelen, zoals men het in eigei
huis doet.
Deze zaak heeft uiteraard de volle aandacht van
het college, evenals de kwestie der sloten in en bij d
buitendorpen. Het plan bestaat om dit jaar zo mogelijk
aan het hekkelen der sloten iets meer te doen, maa
spr. kan generlei toezegging doen, dat de zaak radicar
wordt opgelost.
De heer J. Visser zegt, dat de wethouder bepaald
gevallen heeft genoemd, waaruit blijkt, dat hij de zaak
ter dege heeft onderzocht. De sloten, door hem ge
noemd, zijn thans weer in minstens even erge mat
vervuild. (De Voorzitter: Door wie?).
Die sloten zijn in eigendom bij de gemeente en nu
wil spr. in het midden laten of deze verplicht kan
worden gesteld om de toestand te verbeteren. Zijn
B. en W. echter van mening, dat de situatie werkelijk
gevaar voor de gezondheid oplevert, dan moet daar
op een of andere wijze een eind aan gemaakt worden.
De heer Leijenaar heeft begrepen, dat het antwoord
van de wethouder op het door de heer Visser opge
merkte ook aan spr.'s adres bedoeld was. Dit antwoord
is voor hem echter zeer onbevredigend. Als hier gezegd
wordt: die sloten moeten in de aandacht van het pu
bliek aanbevolen worden, opdat ze niet in staat van
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 Mei 1948.
51
vervuiling geraken, dan wil spr. toch even opmerken,
dat het door hem vanmorgen genoemde geval wel
enigszins anders lag. Bij Lammerstraat en Pinkstraat
-it men er mee, dat de uitvoering van het uitbreidings
an, dat voor die hoek was ontworpen, door een of
dere oorzaak is opgeschort. Men kan hier intussen
et spreken van een sloot, maar van een poel, waar
at water in staat en die nergens voor dient, doch
- aar allerlei vuil in komt. Dit gebeurt niet door de
omwonenden; van heinde en verre komen zij, die dit
wal hebben ontdekt, 's avonds allerlei dingen, die ze
el kwijt willen, daar deponeren, met het gevolg, dat
<!e omwonenden hun kinderen al niet meer op straat
llen laten spelen vanwege het grote rattengevaar.
an de zijde der boerderijbewoners besteedt men aan
t geval niet veel aandacht, maar volgens spr. is hier
rake van een gevaar voor de volksgezondheid. Er
uag dan ook niet een antwoord gegeven als dat van
'e wethouder, die zeide: dit zijn bestaande dingen en
-ie moeten nu eenmaal door het publiek ontzien worden.
De heer Witteveen (weth.) bestrijdt de heer Visser,
t deze sloten gemeente-eigendom zijn. Het grootste
el dezer sloten is gemeenschappelijk eigendom en zo
het ook met de sloot, waarover de heer Leijenaar
ak. Deze maakt het onderhavige geval los van het
ele complex van dergelijke gevallen en dat gaat
De sloot bij de Lammerstraat is particulier eigen-
en dat is juist de handicap; de onderhandelingen
aankoop door de gemeente lopen nu al 2 a 3 jaar.
men maar veel geld biedt, is deze kwestie gemak-
ik op te lossen. De heer Leijenaar stelt de zaak dan
te eenvoudig voor. Hij heeft in dit verband ook
raagd, of de dienst misschien te ambtelijk werkt,
zou wensen, dat de dienst ambtelijk wat verder
n gaan om de betrokkenen de verplichting op te
gen verandering aan te brengen of om snel tot ont
lening te kunnen overgaan. De eigenaar houdt ver
tering absoluut tegen door een veel te hoge prijs te
;gen. Nu is de toestand niet zo verontrustend als
hier wordt voorgesteld. Er kunnen wel ratten zijn,
lar een ratten plaag heerst daar niet. Er wordt daar
lerdaad veel rommel gedeponeerd, vooral in de tijd
n de jaarlijkse „grote schoonmaak". Dergelijke din-
n kan men heel gemakkelijk aan de Gem.reiniging
•egeven, maar men schijnt het nóg gemakkelijker te
iden z'n rommel 's avonds althans ongezien
een sloot te deponeren. Dat is niet alleen hier, maar
eral zo. De gemeente heeft echter nog zoveel anders
doen, dat zij voor deze sloten geen grote bedragen
n uitgeven. De zaak heeft echter de volle aandacht
n het college.
De Voorzitter geeft de raad in overweging over ob-
ten als de onderhavige, waarover nog onderhandeld
>rdt, niet al te veel te praten. Dit kan de onderhan-
mgen bemoeilijken. Als de eigenaren menen, dat de
neente een zo groot belang bij het betrokken object
eft, kan de prijs nog wel hoger gesteld worden.
olgnos. 246 en 247 worden onveranderd vastqe-
teld.
olgno. 248. Kosten van onderhoud, schoonhouden
van de veemarkt10.325,
- e heer De Vries leest in de M.v.A. als antwoord
P de in de secties gestelde vraag, of er een tegelbe-
trating in het plantsoen aan de Sophialaan tegen de
eemarkt aan kan worden gelegd: „Wij zullen het hier
opgemerkte gaarne onder ogen zien." Spr. nu is be-
reesd. dat een tegelbestrating van het betrekkelijk
e plantsoentje bij schatting 3 a 4 m zal opeisen,
'door zou de veemarkt practisch tegen de Sophia-
aan komen te liggen en dit acht spr. voor het
;schoon niet bevorderlijk. Hij vraagt B. en W.
fan °°k dit wel te willen overwegen.
De Voorzitter kan de heer De Vries wel toezeggen,
dat B. en W. zowel het voor als het tegen zullen over
wegen. Ook zij zijn niet blind voor wat hij naar voren
bracht.
Volgno. 248 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 249. Onderhoud van wandelplaatsen en
plantsoenenf 71.101,
Mevr. VondelingVan 't Hof zegt, dat haar vraag
i.z. het planten van bomen in de plantsoenen verkeerd
in het sectierapport is opgenomen. Spr. begrijpt na
tuurlijk wel, dat de in de genoemde plantsoenen ge
plante kleine boompjes later wel zeer hoge bomen
kunnen worden, maar ze zijn geplant in een hoek van
het plantsoen, achter een grasveld, waarop men niet
mag lopen. Zij zou de grote, schaduwgevende bomen
langs de paden willen hebben, waar nu niets staat.
In de Swammerdamstraat bijv. is een prachtig gazon,
maar beschutting tegen de hete zonnestralen is er niet.
De Voorzitter zegt toe, dat deze opmerking aan de
dienst der plantsoenen zal worden doorgegeven.
Volgnos. 249 t/m 278 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 279. Kosten van onderhoud van monumen
ten van geschiedenis en kunst3.720,
De heer Rijpma heeft met voldoening in de M.v.A.
gelezen, dat een proef genomen zal worden met een
bloemenomlijsting om het standbeeld op het Hofplein.
Spr. vraagt nu nog, of dit in de nabije toekomst zal
geschieden.
De Voorzitter kan dit met genoegen toezeggen.
Volgnos. 279 t/m 291 worden onveranderd vastge
steld.
Volgno. 292. Verbetering van de Schrans en de
Verlengde Schransmemorie.
De heer Schootstra zegt, dat het voor B. en W. zeer
vervelend moet zijn om steeds weer klachten over de
overweg bij de Schrans te moeten aanhoren. Spr. wil
hun echter de verzekering geven, dat het voor de raads
leden even vervelend is daar steeds weer op terug te
moeten komen. Hier is maar één oplossing: verander
die situatie! Spr. is er absoluut van overtuigd, dat het
niet aan B. en W. te wijten is, dat een en ander daar
zo lang moet duren. Hij wil echter ook niet voetstoots
aannemen, dat de Spoorwegen de gemeente hiermede
„op de tocht" houden. Hij neemt aan, dat deze door
omstandigheden: materiaalschaarste of anderszins, nog
niet bij machte zijn die zaak aan te vatten. De grote
massa van het publiek weet dat echter niet. (De heer
Wiersma: Een kwartier geleden is met dit werk be
gonnen!
Spr. zou in overweging willen geven, dat de ge
meente tot aan de overweg, in de Schrans en op het
Zuiderplein, langzamerhand zal doen wat ze kan. Dan
ziet het publiek toch, dat er een poging gedaan wordt
om de toestand daar wat normaler te krijgen. Want
het is voor ieder, die van die overweg gebruik moet
maken, een dagelijks terugkerende kwelling. Heeft de
gemeente haar aandeel in het werk gedaan, dan kan
het geheel, als de Spoorwegen straks ook tot verbe
tering van hun gedeelte overgaan, in de kortst moge
lijke tijd klaar zijn.
De heer Slaterus noemt de toestand bij de overweg
in de Schrans inderdaad zeer onbevredigend; vooral
uit verkeersoogpunt is het daar wanhopig. Aan het
begin is de toegang tot de groenteveiling en een paar
meter verder de toegang tot het terrein der Gemeente
reiniging. Op de hoek van de Hollanderdijk aan de
overkant staat een vistent en een 10-tal dagen geleden
is daar een ijscotent bijgekomen. Dat zijn grote obsta-