I n zal spr. c.s. kunnen tegemoetvoeren, dat destijds v i o t doel een raadscommissie is ingesteld. Daarover 2< ir gaarne een paar dingen zeggen. De raads el issies zijn uitstekende instellingen en spr. heeft s' s één wens. Dat is deze, dat in de commissie voor He O enbare Werken ook een vrouw zitting zal nemen. Hv - commissie toch krijgt rechtstreeks te maken met H ouwen van woningen en het inrichten daarvan, raadscommissies echter zijn wel heel oud. Spr. h ch daarvan op de hoogte gesteld en het is hem g ren, dat b.v. de commissie voor de Openb. Werken i: gesteld in 1868, dat wil dus zeggen: 80 jaar geleden. B alt niet aan te nemen, dat men destijds heeft k n bevroeden, dat de gemeente nog eens in een 'tie zou komen te verkeren, waarin zij is genood- hele stadswijken in eigen beheer te bouwen. Spr. B villen voorstellen, dat B. en W. de gelegenheid B. oen, aan het vooral in zijn fractie sterk levende B ogen, om de bestaande plannen tot bouw vroeg- B r en op ruimer schaal bekend te maken, tegemoet Br men. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 11 Mei 1949. termijn genoemd, binnen welke zij het thans door haar in gebruik zijnde pand moet verlaten. Spr. meent, dat zij er ten zeerste bij gebaat zou zijn, als ze eens ge durende een jaar van "de door haar te koop gevraagde opslagruimte gebruik zou mogen maken. Als dat jaar om is, heeft de firma, met medewerking van B. en W., wellicht iets anders gevonden en dan zou de fa. De Boer het gebouw in gebruik kunnen nemen. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat wat de heer Beuving naar voren bracht ook B, en W. ter ore was gekomen. Spr. kan echter zeggen, dat dit gelukkig erg overdreven is. De heer De Boer is nooit positief iets toegezegd. B. en W. hoorden kortgeleden, dat de fa. De Boer het gebouw had betrokken en er al hout had opgeslagen. Toen zij er naar informeerden, bleek hun, dat het in het geheel niet waar was. Spr. heeft de fa. De Boer gevraagd, of er iets van waar was. De heer De Boer is bij hem gekomen en toen heeft spr. hem verteld, dat hij. als hij zo handelde, hard bezig was zijn perspectieven te bederven. De heer De Boer heeft hem daarop de toedracht van de zaak medege deeld. Hij had een grote hoeveelheid bomen besteld, een speciaal soort, die hij voor de fabricage nodig heeft, maar hij had er geen ruimte voor. Daar hij graag dicht bij de spoorwegen en het water een plaats voor het hout wilde hebben, heeft hij de directeur der Gemeente werken gevraagd, of die hem ook tijdelijk een opslag plaats kon aanwijzen. Deze heeft hem toen gezegd, dat hij de bomen wel verderop aan de Snekertrekweg kon leggen, maar ook wel op het voormalige emplacement van de N.T.M. Dat is alles wat er gebeurd is. Hieruit is een bepaalde conclusie getrokken, die niet billijk is. Spr. heeft er zichzelf van kunnen overtuigen. Hij weet niet, of de heer Beuving hiermee tevreden is, of dat deze zelf over meer gegevens beschikt. De heer Beuving heeft gezien, dat de bomen daar liggen en daaruit zijn conclusie getrokken. De heer Witteveen (weth.): Een conclusie, die niet juist was. De heer Van der Schaaf: Maar die wel voor de hand lag. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat de heer De Vries het nog even heeft gehad over de geschiktheid van dit gebouw voor de brandstoffenhandel. Spr. wil in dit verband slechts wijzen op de aanwezigheid van centrale verwarming, een vrij belangrijke installatie, met ketelhuis, die ook in de prijs is verdisconteerd. Voor een opslagplaats van kolen is ze totaal overbodig. De heer De Vries heeft gehoord, dat de fa. Nieuwen- huis graag dit gebouw had. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat die er wel meer zijn, maar uiteindelijk zoekt men voor de stad de meest geschikte uit. B. en W. hebben advies ingewonnen bij het E.T.I.F. en daar zegt men, dat de fa. De Boer inderdaad geholpen dient te worden; thans is het daar voor een zeer geschikte gelegenheid. Deze firma, die eigenlijk met niets is begonnen, heeft in de loop der jaren een belangrijke industrie opgebouwd. Spr. gelooft ook, dat de aanschaffing van machines door deze firma niet verwonderlijk is. Op de Belgische markt verschij nen producten, machine-onderdelen, die de fa. De Boer niet in staat is te maken. Dat is echter slechts een kwestie van tijd. De fa. De Boer moet zich daarop in stellen, want, als zij zich niet spoedig aanpast, loopt zij gevaar een groot deel van haar buitenlandse markt aan België te moeten afstaan. Het leek spr. volkomen logisch, dat men in deze tijd machines heeft, zonder er plaats voor te hebben. Dit gebeurt wel meer. De vraag van de heer Rijpma, of eventueel een deel van dit terrein voor opslag kan worden gebezigd, kan spr. moeilijk beantwoorden. Hieromtrent zou overleg kunnen worden gepleegd, maar het lijkt hem eigenlijk niet nodig. Als deze firma alleen met een opslagplaats is geholpen, zouden B. en W. haar wel tijdelijk met een terrein kunnen gerieven, maar zij wil liever een gebou hebben, waar ze onderdak heeft. Spr. wil hier echter wel aan toevoegen, dat hij persoonlijk op dit uiterma e mooie industrieterreintje liever geen opslag zou wille i hebben. De gemeente heeft hier voor de industrie weinig kunnen doen. Door opruiming van het N.T.M.-empk - cement is echter een mooi terrein verkregen, enerzijds gelegen aan de spoorweg, anderzijds aan het water, h t ligt niet al te ver van de stad en het heeft goede af metingen. B. en W. kunnen hiermee de fa. De Boer en het clichéfabriekje helpen en dan blijft er nog een heel aardig terrein over, dat voor één grote of enice kleine industrieën uitermate geschikt is. Verderop aan de Snekertrekweg, waar ook de Frie :e Kolenhandel en, naar spr. meent, nog een ander brand stof fenbedrijf is gevestigd, ligt nog veel terrein, dat geschikt is voor opslag. Die terreinen liggen ook acn de spoorweg en het water. De Voorzitter zou een ander misverstand even lit de weg willen ruimen. De heer Beuving heeft gezeg 1, dat het raadsbesluit t.a.v. pand Ossekop no. 1 tot du - verre niet is uitgevoerd. Dat is niet juist. B. en W. hebben indertijd aan de raad voorgesteld om dat pai d te verhuren aan Meijer en het enige dat is gebeurd, is, dat de raad dat voorstel niet heeft aanvaard. Het raadsbesluit is dus geweest, het pand niet aan Meii :r te verhuren, maar er is geen sprake van, dat B. en een raadsbesluit niet in acht nemen. De raad heeft met name niet besloten, dat de toenmalige bewoonster b :t pand moest ontruimen. Spr. kan echter wel zeggen, d t, hoewel de raad dat besluit niet heeft genomen, er v n de zijde van het college wel pogingen zijn gedaan cm tot ontruiming over te gaan, maar die pogingen zijn tot dusverre niet kunnen slagen, gegeven de grote woningnood. De heer Wiersma: Jammer, dat de heer Leijenaar er niet meer bij is. De Voorzitter zou, daar de zaak thans in tweede instantie is besproken, willen voorstellen de beraads 3- gingen te sluiten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voors el van B. en W. Punt 10 (bijl. no. 66). De heer W. C. Dijkstra zegt, dat tijdens de laatste begrotingszitting van de zijde van zijn fractie iet bouwen van duplexwoningen is aanbevolen als middel mede tot het verkrijgen van een snellere oplossing van de woningnood. Daaraan ligt de overweging ten grond slag, die B. en W. ook laten gelden in dit voors el, dat de duplexwoningen niet alleen een relatief grot :re wooncapaciteit bezitten, maar ook de mogelijkheid in houden om later te komen tot een woningtype, dat meer beantwoordt aan de dan geldende eisen. Spr. c.s, hebben daarom met grote voldoening vastgesteld, lat B. en W. reeds zo kort nadat dit punt in de raad werd besproken, in staat zijn geweest de raad plannen voor te leggen tot de bouw van 78 duplexwoningen, waarin t.z.t. 156 gezinnen zullen kunnen worden gehuisvest. Toch blijft er iets te wensen over. De mate, waarin de raad van Leeuwarden de laatste tijd wordt betrok ken in de plannen tot woningbouw, waarmede de ver antwoordelijkheid van de raadsleden individueel ui.er- aard gelijke tred houdt, neemt zo toe, dat, althans bij spr.'s fractie, behoefte bestaat aan ruimere voorheb mg Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 11 Mei 1949. 73 op dit gebied. Die zou haars inziens kunnen worden ver kregen door de raad, hetzij na afloop van een raads zitting. hetzij op een speciale avond, in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de plannen ter zake, in e< roegtijdiger stadium dan vandaag geschiedt. Daar- b; ien dan vragen kunnen worden gesteld en wen- s( n g lit en de directeur van Gemeentewerken zou allerlei inlichtingen kunnen geven, opdat de raad, beter dm nu, de plannen kan beoordelen. komt thans tot zijn tweede opmerking, duplexwoningen bezitten een voordeel, dat in een kan verkeren, wanneer men niet ten zeerste Spr. heeft het oog op het volgende. Naar de Bna taven van vandaag op het gebied van inwoning Bert nd, zullen de bewoners van deze nieuwe duplex- Bo> gen zeker uitstekend worden gehuisvest, maar Bao normale maatstaven gerekend is dat niet het geval. s. zouden gaarne de waarborg geschapen willen ■ie lat de duplexwoningen onmiddellijk in simplex- B'c gen zullen worden veranderd, wanneer de toe- Btarif dit toelaat. H.i. zal die waarborg niet kunnen Bon n verkregen, als de woningen in particulier bezit en het is daarom, dat spr.'s fractie er op aan- dat B. en W. het bouwen van duplexwoningen, BItha s voorlopig, in eigen hand houden. I 1 wil de heer Tiekstra voorkomen, dat het voor- Btel at hier door het college wordt aangeboden, wel ondere aandacht van de raad mag hebben. Het b wel even anders dan de voorgaande plannen Ban oningbouw. Hier speelt het streven naar het zo mogelijk aanwenden van het toegewezen bouw- B'oli e een rol. spr. de gegevens bekijkt, blijkt, dat van het res- bouwvolume voor dit jaar zonder aanwending Ban et duplex-systeem een aantal van 104 woningen ■net en gemiddelde inhoud van 260 m3 kan worden Bebouwd. Wanneer het duplextype wordt toegepast, Bntst. an er 2 X 78 156 woningen, hetgeen een winst Ban betekent. Deze toepassing levert dus een hoger ■nitt!rendement op van 50 van het bouwvolume. fdien. ee wordt een extra bijdrage tot de opheffing van wet V, jningtekort verkregen, hetgeen een zeer belangrijk ■oordeel is. I zijn echter ook nog wel enige bezwaren, waarop r Dijkstra al heeft gewezen. De duplexwoningen tod net een totale inhoud van 300 m3, worden ge durende 10 jaar verdeeld in twee woningen. De wo- nhoud wordt zodoende in die tijd belangrijk naar fenec :n gedrukt, daar elke woning wel erg klein wordt. j v orden dus alleen geschikt voor bewoning door l! gezinnen, b.v. door jongelui, die pas getrouwd B)n Lijn er twee kinderen, dan zijn er al bezwaren. ï->eze woningbouw zal het woningpeil in de toekomst kunnen drukken; het kan n.l. gebeuren, dat, wanneer deze duplexwoningen eenmaal gebouwd zijn, ze in deze vorm blijven bestaan. Spr. zegt: in de toekomst, want bij de tegenwoordige samenwoningen doen zich tal van gevallen voor, waarbij een of misschien zelfs beide par tijen met minder vrijheid en ruimte genoegen moeten nemen, dan bij het wonen in duplexwoningen. Een groot aantal ernstige bezwaren, die nu eenmaal aan de samen woning kleven, wordt door de duplexbouw ondervangen. Dit bezwaar brengt spr. er toe te zeggen, dat bij de woningbouw, zoals die het laatste jaar wordt toe gepast, terecht de vraag rijst of deze qua inhoud, indeling enz. der woningen, wel de werkelijke volks woningbouw voor de toekomst is. De gemeente mag er dankbaar voor zijn en zich gelukkig prijzen, dat Leeuwarden kans heeft gezien meer dan 500 woningen aan zijn woningvoorraad toe te voegen, maar het is niet gewenst door te gaan met uitsluitend deze wonin gen van 260 m3 te bouwen. Spr. gelooft integendeel, dat, wanneer hiermee wordt doorgegaan, het woning- peil zeer wordt gedrukt en dus geen goede huisvestings politiek wordt gevoerd. In de huidige omstandigheden zal er echter in berust moeten worden. De huidige woningbouw heeft een tweeledige doel stelling, n.l. de bestrijding van het woningtekort met de meest doeltreffende middelen en het scheppen van de voorwaarden voor een betere huisvesting in de toekomst. De duplexbouw geeft 50 meer rendement en vormt dus een belangrijke bijdrage tot het eerstgenoemde doel. Dit doel is echter een tijdelijk en uitsluitend voor de duur van het woningtekort, waarom, zoals de heer Dijkstra heeft gezegd, de exploitatie niet in particuliere handen mag worden gegeven. Wat het tweede doel betreft, wanneer de duplex woningen eenmaal de simplexvorm hebben, zijn het royale huizen en zij vormen dan een alleszins verant woord woningtype. Spr. ziet daarom in de gegeven omstandigheden in duplexbouw een uitsluitend voordeel voor de gemeentelijke huisvestingspolitiek. De raad staat echter voor de vraag hoe ver hij zal moeten gaan met de toepassing van deze bouw. Deze vraag brengt spr. er toe een verzoek aan het college te doen. Daar deze vergadering zich in de naaste toe komst toch wel terdege op deze vraag moet bezinnen en een standpunt moet kunnen bepalen, stelt spr. het college voor, dat het huisvestingsbureau met de ter be schikking staande gegevens een rapport samenstelt en zo mogelijk aan de raad doet toekomen, welk rapport de volgende gegevens zou kunnen bevatten: le. Totaal aantal woningzoekenden. 2e. Totaal aantal samenwoningen. 3e. Verdeling van de ingeschrevenen in binnen en buiten de gemeente wonenden. Deze groepen waren dan bij voorkeur in te delen naar gezinssterkte. De duplexbouw toch is voorlopig alleen geschikt voor kleine gezinnen. Spr. stelt dit voor, omdat de raad aan de hand van de verstrekte gegevens zich pas een oordeel kan vormen omtrent de aanwending van het bouwvolume, die recht streeks verband moet houden met het aantal woning zoekenden en hun indeling naar gezinssterkte. Spr. meent, dat men zich, doordat feitelijke gegevens ont breken, op dit ogenblik nog geen oordeel ter zake kan vormen. Het zou hem zeer verheugen, als het mogelijk was door aanwending van duplexwoningen het euvel van het samenwonen doeltreffend te bestrijden; mis schien is een plan te maken, om binnen een redelijke termijn de samenwoning te doen eindigen. Spr. bedoelt hiermede niet, dat men er in 1950 af zal zijn, maar hij zou het prettig vinden, als het mogelijk was een aantal jaren hiervoor te stellen. Hij zou voorts in overweging willen geven, bij de stukken voor de raadsleden eens ter inzage te leggen een overzicht van de plaats gehad hebbende toewij zingen, vooral gesplitst naar bestaande woningen en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1949 | | pagina 3