90 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 13 Juli 1949. Ontslag is, naar spr. meent, niet mogelijk, omdat men met de onmisbaarheid van het schoolhoofd rekening moet houden en het is eveneens verwerp 'c op morele gronden. Spr. is persoonlijk en enkelen in zijn fractie met hem voor dit voorstel. Toch zou hij graag zien. dat men mèt hem inziet, dat het van belang is voor de dorpsgemeenschap, dat het schoolhoofd in het dorp woont. De heer Stobbe is niet van het recht van het hoofd der school uitgegaan, maar het is hem gebleken, hoe de zaken staan en hij zal het advies van B. en W. vol gen. Hij komt tot de conclusie, dat de raad goed zal doen aandacht te schenken aan de dorpsbelangen. In dit geval, waarbij Hempens betrokken is, is het niet mogelijk. De toekomst zal moeten uitwijzen, hoe de zaken zich daar zullen ontwikkelen. De heer J. K. Dijkstra (weth.) wil nog graag een kort woord in het midden brengen. De heer Santema heeft de zaak zo gesteld, dat hij het dorp tegenover het hoofd van de school heeft geplaatst. Nu is het heel toevallig, dat hij dit heeft kunnen doen. Hij gaat uit van het be lang van het dorp en vindt toevallig daar dat van het hoofd tegenover. Het zou niet gebeurd zijn, als de ge meenteraad van Leeuwarderadeel, een gemeente die bestond uit dorpen en waarvan men mag aannemen, dat haar bestuur wist wat een dorp toekomt dat ver wacht men eerder in zo n gemeente dan in een stad deze toestand niet geschapen had. Toen, 15 jaar ge leden. zijn deze belangen tegenover elkaar komen te staan, niet nu. Het is dus een beetje theoretisch, dat de heer Santema nu de belangen van het dorp lijnrecht tegenover die van het hoofd stelt en het uitlegt, alsof B. en W. geneiqd zijn meer op die van het hoofd te letten, dan op die van het dorp. Deze redenering kan sor. niet qemakkelijk volgen. Hoewel hij het wel met de heer Santema eens is, waar deze spreekt over de schade aan de dorpsgemeenschap, die voortvloeit uit het niet aanwezig zijn van het schoolhoofd, moet spr., als genoemd raadslid zuiver theoretisch verder rede neert. terwijl het hier een nuchter practisch feit betreft, met de heer Santema van mening verschillen. De heer Van der Veen heeft er terecht op gewezen, dat het om een verkregen recht van het hoofd gaat, vooral, omdat hij het gekregen heeft als tegenprestatie voor het feit, dat hij ondanks zijn bezwaar naar Hempens werd overgeplaatst. De schoolwoning van Goutum is opgeknapt en is nu weer uitstekend. Men neme nu aan, dat het hoofd van Goutum elders zou worden benoemd en Leeuwarden een nieuw schoolhoofd zou moeten aanstellen. Als het te benoemen hoofd zou vragen, hoewel er een goede schoolwoning in Goutum staat, in Leeuwarden te mo gen wonen, zou geen zinnig mens en het college bestaat uit zinnige mensen er aan denken die man toe te staan de woning in Goutum niet te betrekken. Maar Leeuwarderadeel heeft vroeger een dergelijk ver zoek t.a.v. Hempens wel toegestaan en heeft Leeuwar den nu het recht tegen de betreffende persoon te zeggen, dat, hoewel er al die 15 jaren geen klachten zijn ge weest, hij bij de eerste klacht naar Hempens moet zien te komen? Dan is er nog de kwestie, dat er geen woning, althans geen goede schoolwoning is en in de derde plaats komt het voortbestaan der school te Hempens in het geding, niet, omdat het college het dorp zijn school zou willen afnemen, maar als gevolg van het verloop van het aan tal leerlingen dezer school. Spr. acht deze zaak een kwestie van praktijk en wil de raad opwekken zich achter het prae-advies van B. en W. te stellen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het prae- advies van B. en W. Punt 22 (bijl. no. 90). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het prae- advies van B. en W. Punt 23 (bijl. no. 92). De heer Schootstra geeft het lezen van de stukken aanleiding tot het stellen van een vraag. Hij wil voor opstellen. dat het niet betreft de vraag, of de heer Koezema al of niet een tegemoetkoming moet worden verleend. In al de drie gevallen is hij het met het prae- advies van B. en W. eens. Hij zag echter bij de vast stelling van het gezinsinkomen van de familie Koezema het volgende: Vader K. verdient zoveel, zoon die en die zoveel, etc. Nu zijn daar o.a. twee meerderjarige kinderen bij. Hoe zit dat nu. moeten hun inkomsten nog bij de gezinsinkomsten gerekend worden? Moet de raad er geen rekening mee houden, dat zulke kin deren de gelegenheid hebben een eigen gezin te vor men? Spr. meende, dat in andere gevallen de inkom sten van dergelijke kinderen niet bij de inkomsten van de vader opgeteld werden. Maar ook al zou men in het onderhavige geval de verdiensten der meerderjarige kinderen aftrekken, dan nog is spr. het eens met de conclusie in het prae-advies. De heer K. Dijkstra (weth.) kan alleen zeggen, da de betreffende cijfers door de Dienst voor Soc. Zaker zijn verstrekt. Dat is een lichaam, dat spr. in dezen stellig bevoegd acht om een oordeel te geven en daai een conclusie aan te verbinden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het prae advies van B. en W. Punt 24 (bijl. no. 99). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorste van B. en W. Punt 25 (bijl. nos. 104 en 104a). De Voorzitter wil er misschien ten overvloede nog even aan herinneren, dat bijl. no. 104a de raad n de toezending der agenda nog apart is toegestuurd, te correctie van enkele in bijl. no. 104 geslopen fouter De heer Sijbrandij is het na een bezoek aan het Stads verzorgingshuis gebleken, dat het bestuur wel dankbaa is voor de verbouwing, maar dat het toch niet gehee; j voldaan is. Het had n.l. graag gezien, dat een serr - was aangebracht, waar de zieke oudjes van zoude kunnen profiteren. Men zal spr. tegenvoeren, dat een serre veel van het licht beneemt aan het aangrenzend- vertrek. Dit is in het algemeen ook juist, maar als het dak van de serre van glas zou worden gemaakt, zo i dit wel meevallen. De bergplaats voor fietsen en invalidewagentjes is geprojecteerd op 50 m van de hoofdingang, terwijl ee geschikte plaats in de onmiddellijke nabijheid van cL hoofdingang zou kunnen worden gemaakt. Bij he slecht weer zal men dus, met wagentjes en fietsen doc r i de gangen rijdende om de bergplaats te bereiken, de schone gangen de gangen zijn daar behoorli schoon vuil maken. Spr. zou gaarne willen, dat B. en W. deze beice punten nog eens nader bekeken. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat de heer S I brandij hier twee dingen aanroert, die door het colle e ook vrij uitvoerig zijn behandeld. Een serre betekent misschien enerzijds een voc deeltje, maar anderzijds ook een groot nadeel. Het eni e voordeel als men het zo wil noemen is, dat d - i genen, die in de serre zouden liggen, dus in een ruimte met veel glas, het gevoel hebben, meer buiten te liggt i. Het nadeel is, dat men een stuk van de toch al klei ie Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 13 Juli 1949. 91 binnenplaats moet afnemen en bovendien nog driekwart gedeelte van het jaar een vrij trieste ziekenzaal krijgt. De ïeer Sijbrandij mag daarover het hoofd schudden, het is een feit; er ontstaat een indirecte verlichting, ook al onat men de serre met een glasplaat afdekken. In de practijk zijn, hoewel niet hier, maar wel elders, de na- del n gebleken. Het betreft hier vaak oudere mensen en ie zijn er heus niet op gesteld om buiten te liggen. Vc r zover ze dat wel willen, schijnt het beter te vol- dot een paar glazen schermen aan te brengen en een gre t zonnescherm, zodat men voor tocht en zon is ge\ jwaard. En dan houdt men tevens het gehele jaar doo een volledige lichtschepping voor de ziekenzaal, ter ijl ook de binnenplaats, die in een dergelijke in- rici ng een zeer belangrijke functie heeft, behouden blijft. at de fietsenbergplaats op 50 m van de hoofdin- gai betreft, spr. kan zich niet voorstellen, dat bij dit soo gebouwen een dergelijke bergplaats vlak naast de oofdingang kan zijn. Er zijn in dit gebouw trouwens slei ts zo'n 4 a 5 fietsen. Wat de invalidewagentjes aar aat, spr. stelt zich voor, dat deze vlak voor de ka; r, waar de oudjes verblijf houden, zullen worden ge clen. Het personeel haalt de wagentjes op, zet de inv iden in de wagentjes, gaat met hen uit rijden en bre gt hen bij thuiskomst weer naar hun kamer. Spr. kan niet zien, welk nadeel hieraan verbonden zou zijn. at wèl een voordeel betekent, als de rijwielberg- pla s bij de de hoofdingang kwam, is, dat er geen stuk var de binnenplaats voor nodig zou zijn. heer Rijpma moet n.a.v. het antwoord van de wei ouder i.z. de serre bij het Stadsverzorgingshuis evt opmerken, dat o.a. een van de bestuursleden, een m cus, van oordeel was, dat het aanbrengen van een si e wel degelijk zin had, ook al zou het gaan ten ko ie van de lichtschepping voor de achtergelegen zaal. H gaat er niet om, dat de oudjes buiten kunnen zitten, r dat zij in het hier heersende klimaat met spora dic q voorkomende zon in de enkele gevallen, dat er zo is, er genoegen van kunnen hebben. Deze mensen mi ten toch al zo veel missen, dus als ze niet naar bt en kunnen gaan wegens de weersgesteldheid, is het vii belang voor hen, dat ze van een serre kunnen ge nieten. Dr. Wiebenga was ook van oordeel, dat, als er aar enige mogelijkheid hiertoe bestond, deze niet op ij geschoven mocht worden. kwestie der fietsenbergplaats is de wethouder vol jende bekend. Het bestuur van M.H. heeft daar ooi breedvoerig over gesproken. Het kv/am hierop nee; dat, nu aanstonds de ingang in de Haniasteeg oo ingang wordt, de fietsen en wagentjes helemaal in het gebouw moeten worden gebracht. Bij L' e weersgesteldheid, natte sneeuw bijv., zal dit ijn poren in de gangen achterlaten. Een dergelijke n' -fng getuigt dus niet van waardering voor het ei van diegenen, die het gebouw schoonhouden. Men an e oude mensen ook niet verbieden naar buiten te aai als er sneeuw ligt. Mensen, die zichzelf met hun n\ dewagentje kunnen voortbewegen, zullen wel niet n e i sneeuwjacht naar buiten gaan, maar de omstan- 'g! den kunnen ook zo zijn, dat de zon schijnt, maar at och de straten nat en vuil zijn. Is het nu niet °9 Ijk bij de hoofdingang, eventueel door middel van fsc itting, een soort fietsenstalling te maken? Als het och maar om zo'n 4 a 5 fietsen gaat, zou slechts een cpc kte ruimte nodig zijn. zou graag willen en dit is ook de wens van d estuur van M.H. dat dit punt nog eens ter egc onder ogen werd gezien. De heer De Vries wil beginnen de woorden van de eet -lijpma te onderschrijven. Hij hoopt, dat B. en W. 'erin aanleiding zullen vinden deze kwestie nog eens ekijken. Spr. meent, dat door Gemeentewerken al een serre geprojecteerd is geweest. Hij heeft de toestand met een der bestuursleden tamelijk serieus opgenomen en is van oordeel, dat de ruimte wel wat meevalt. Alle leden van de commissie van toezicht voelen veel voor een gesloten serre voor de patiënten. Ook de genees heer, Dr. Wiebenga, is van die mening, nu gebleken is, dat het technisch wel mogelijk is, waarbij spr. nog op merkt, dat het licht meevalt, want van de serre, die hij c.s. in gedachten hebben, wordt het bovenlicht wel zo hoog, dat vrij veel licht in de zaal kan binnenstromen. Waar genoemde commissie een serre zeer gewenst acht, kan spr. zich niet indenken, dat aan deze wens niet is voldaan. Hij geeft B. en W. in overweging de mogelijkheid na te gaan om de waarde van dit rusthuis te vergroten door het aanbrengen van een serre. De heer Witteveen (weth.) constateert, dat de heer Rijpma nog eens hetzelfde heeft beweerd, wat ook door de heer Sijbrandij naar voren is gebracht, hetgeen weer door de heer De Vries wordt onderschreven, n.l. de kwesties van de serre en de fietsenbergplaats. In eerste instantie is inderdaad een serre op de binnenplaats ont worpen. Dit plan was gemaakt n.a.v. de van genees kundige zijde geuite wens. Toen het in de vergadering van B. en W. werd behandeld, kwamen de bezwaren. Spr. kan de noodzaak er niet van inzien. Wat de fietsenbergplaats betreft, er is door de heer Rijpma op de bezwaren gewezen in het geval, dat de fietsen vuil binnenkomen. Is het dan nodig, dat zij dooi de hoofdingang binnenkomen, nu die zo ver van de bergplaats is? Deze rijwielbergplaats heeft een buiten deur in de Ipe Brouwerssteeg. Laat men daar de men sen. die gebruik van de bergplaats moeten maken, een sleutel van geven. De thans geprojecteerde bergplaats wordt een zeer ruime. Het kan haast niet beter. Van buiten af kunnen de fietsen dan direct in de bergplaats worden geplaatst. Nu wat de serre aangaat. Het was spr. en ook het gehele college niet bekend, dat er zo'n grote belang stelling voor die serre bestaat. Het zou geprobeerd kun nen worden om langs de bovenzijde van de zaal een zonnescherm aan te brengen, dat uit kan draaien en aan sluit op staande glazen schermen. Men houdt dan het zelfde aspect. De oudjes kunnen zeker niet in de blakende zon in een serre liggen. Naar spr. s mening zou een serre de lichtschepping in de zaal niet bevorderen, ze wordt er triester door en de plaats ook. Spr. beveelt de voorgestelde plannen aan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 26 (bijl. no. 105). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 27 (bijl. no. 109). De Voorzitter wil misschien ten overvloede even opmerken, dat met bijlage no. 109 ook de aan vulling, die de raadsleden is toegezonden, aan de orde is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 28. De heer Wiersma rapporteert, namens de Commissie, belast geweest met het onderzoek der geloofsbrieven en bestaande uit de heren Wiersma, Bos en Kamstra, dat de Commissie de geloofsbrieven heeft onderzocht. Zij heeft betreffende de namen der betrokkenen op de verschillende ingezonden stukken enige zeer geringe afwijkingen geconstateerd, die echter geen twijfel om trent de identiteit van de personen veroorzaakten en die zij slechts volledigheidshalve vermeldt:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1949 | | pagina 6