iMrgamriiio van woensdag 22 Februari 1950.
10 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 1 Februari 1950.
De heer Vellenga heeft gemerkt, dat men hem kwalijk
heeft genomen, dat hij als Hervormd man een Her
vormde zaak heeft bepleit. Spr. wil zich graag stellen
op het standpunt der objectiviteit, zoals ook de wet
houder en de heer V. d. Schaaf dat gedaan hebben.
Als lid van een bestuurscollege, dat over een bepaalde
aanvrage en een bepaald prae-advies een besluit heeft
te nemen, kan men dat doen. Spr. meent echter, dat
daarbij toch een bepaalde instelling kan gelden, zonder
dat dit tekort doet aan zakelijke argumenten. Men zou
als drankbestrijder over een geheelonthouders-bestuurs-
kwestie kunnen spreken of als eigenaar van een hond
over de hondenbelasting. En inderdaad heeft de raad
een zijner leden, eigenaar van een hond, hierover horen
spreken. (De heer Van der Schaaf: Het betreft hier uit
voering van bestaande wetten.) Spr. kan als Hervormd
man, sprekende over de uitvoering van een wet, toch
wel de objectiviteit betrachten. Hij kan dus als Her
vormd man wel over een Hervormde zaak spreken,
evenals de heer V. d. Schaaf gesproken heeft over de
uitvoering van een bestaande wet, na vastgesteld te
hebben, dat zijn fractie gunstig staat tegenover het bij
zonder onderwijs. Men neemt een bepaalde positie in,
die niet aan de objectiviteit tekort doet. Spr. heeft de
gehele kwestie in de zakelijke sfeer gehouden; hij heeft
tegenover de zakelijke argumenten van het college zijn
zakelijke argumenten willen stellen en zich gedistan-
cieerd van de wijze, waarop de heer V. d. Meer meende
deze zaak te moeten tracteren.
De Voorzitter stelt voor de beraadslagingen te slui
ten en vraagt, of de raad met het prae-advies van B.
en W. accoord kan gaan.
De heren V. d. Meer en Santema verlangen stem
ming.
De raad besluit overeenkomstig het prae-advies van
B. en W., met 27 tegen 3 stemmen (die van de heren
V. d. Meer, Santema en A. Witteveen).
Punt 22.
De heer Wiersma rapporteert namens de Commissie,
belast geweest met het onderzoek van de geloofsbrief
van de heer T. Stobbe en bestaande uit de heren Kam-
stra, De Vries en Wiersma, dat de Commissie de ge
loofsbrief en de daarbij overgelegde stukken heeft ge
zien en in orde bevonden, weshalve zij de raad adviseert
de heer Stobbe als lid van de raad toe te laten.
Z.h.st. wordt dienovereenkomstig besloten.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 22 Februari 1950.
1
Aanwezig: 32 leden.
Afwezig: de heren V. d. Wal en D. Witteveen: 1 va
cature.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen.
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Beëdiging van het nieuw inkomende lid, de heer
T. Stobbe.
2. Mededelingen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlenen van eervol ontslag aan mej. H. Kunnen,
als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 24 (bijlage
no. 22).
4. Benoeming van een lid van de Commissie voor
de Openbare Werken (vacature L. Zittema).
5. Alsvoren van een onderwijzeres aan gemeente
school no. 24 (bijlage no. 27).
6. Alsvoren van een onderwijzer aan gemeente
school no. 24 (bijlage no. 28).
7. Alsvoren van een onderwijzer aan gemeente
school no. 1 (bijlage no. 29).
8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
overneming van de bij het perceel Raadhuisplein no.
34 behorende stoepen (bijlage no. 37).
9. Alsvoren tot afstand in erfpacht van bouwterrein
aan de Hobbemastraat aan mevr. A. M. Jöbsis-Gieben
(bijlage no. 30).
10. Alsvoren tot verpachting van de buffetten in het
Beurs- en Waaggebouw en in het koffiehuis van de
Prinsentuin (bijlage no. 31).
11. Alsvoren tot verhuring aan de N.V. Algemeene
Transport-Onderneming te Utrecht van het gebouw
van de voormalige manege (bijlage no. 32).
12. Alsvoren tot vaststelling van het kostenbedrag
openbaar lager onderwijs (art. 55bis- L.O.-wet 1920)
en tot toekenning van voorschotten ingevolge art. 103,
6e lid, der L.O.-wet 1920 aan bijzondere schoolbesturen
over 1950 (bijlage no. 33).
13. Alsvoren tot vaststelling van het kostenbedrag,
bedoeld in de artt. 32, le lid, en 34, 4e lid, van het
Besluit buitengewoon lager onderwijs en tot toekenning
van voorschotten aan de bijzondere scholen, beide voor
1950 (bijlage no. 35).
14. Alsvoren tot vaststelling van het getal weke
lijkse lesuren in vakonderwijs aan de openbare lagere
scholen en toekenning van voorschotten aan de bijzon
dere scholen, beide over 1950 (bijlage no. 36).
15. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van mevr. G. Twijnstra-Knijpstra, om
een tegemoetkoming in de vervoerskosten, bedoeld in
art. 13 der L.O.-wet 1920 (bijlage no. 34).
16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der Verordening tot regeling van de salarissen
der vakleerkrachten bij het openbaar lager onderwijs
(bijlage no. 26).
17. Alsvoren tot vaststelling van een verordening,
houdende toekenning van een uitkering over het eerste
kwartaal van 1950 aan een deel van het personeel in
gemeentedienst (bijlage no. 21).
18. Alsvoren om aan Gedeputeerde Staten 's Raads
instemming te betuigen met de voorgenomen regeling
tot toepasselijk-verklaring van het Koninklijk besluit
van 20 Januari 1950 (Staatsblad K 15 op de secre
tarissen en ontvangers der gemeenten in deze provincie
(bijlage no. 25).
19. Alsvoren tot overdracht aan de Staat van de
vordering van de gemeente op de Stoomververij en
Chemische Wasserij Swart en Co., wegens ten onrechte
aan deze gemeente gedeclareerd subsidie in wachtgeld
uitkeringen (bijlage no. 23).
20. Alsvoren tot het aangaan met de Coöperatieve
Zuivelbank van een overeenkomst van credietverstrek-
king in rekening-courant (bijlage no. 24).
21. Alsvoren tot vaststelling van het bedrag en de
bestemming van de bij Raadsbesluit van 24 November
1949 met de Rijkspostspaarbank qesloten qeldleninq
(bijlage no. 20).
Punt 1.
De Voorzitter doet mededeling van het bericht d.d.
13 Februari 1950 van Ged. Staten van Friesland, dat
bij hen geen bezwaren tegen 's raads beslissing tot toe
lating van de heer T. Stobbe tot lid van de raad der
gemeente Leeuwarden zijn binnengekomen.
De heer Stobbe wordt daarna door de Voorzitter
beëdigd en legt daartoe in diens handen de voorge
schreven eden, bedoeld bij art. 45 der Gemeentewet, af.
De Voorzitter wenst de heer Stobbe geluk met diens
benoeming tot raadslid. Gegeven het feit, dat deze reeds
vele jaren lid van de raad is geweest, mag spr. wel
veronderstellen, dat hij in het belang van de gemeente
tot zijn genoegen en tot voordeel der gemeente werk
zaam zal zijn.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
1. dat heden van de heer W. Dijkstra het bericht
is ingekomen, dat hij wegens drukke werkzaamheden
als lid van de raad bedankt.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. dat Ged. Staten hebben goedgekeurd de raads
besluiten van 30 November 1949, tot wijziging van de
begroting van de gemeente en van die van het Gem.
Woningbedrijf, beide dienst 1949, en van 28 December
1949, tot aankoop van de woning De Ruyterweg no.
102, van bouw- en weilanden aan het Schapendijkje
en van een strook grond aan de Harlingertrekweg.
Voor kennisgeving aangenomen.
3. dat zijn ingekomen:
a. rapporten omtrent de opneming van boeken en
kas van de Gemeenteontvanger, de Gemeentewerken,
het Gem. Grondbedrijf, het Openbaar Slachthuis, het
Gem. Woningbedrijf, de Woningstichting ,,St. Joseph"
en omtrent de controle van de Centrale Kas.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een schrijven van mevr. C. Dijk, wed. R. H.
Kuipers, houdende verzoek om vergoeding van de reis
kosten van haar zoontje voor het volgen van het onder
wijs aan de Montessorischool te Sneek;
c. een verzoekschrift van het comité Sportcentrum
Leeuwarden" om voor de van 310 Juni a.s. alhier te
houden sportweek een garantie tot een bedrag van
5000,te verlenen:
Voorgesteld wordt het schrijven sub b. en het ver
zoekschrift sub c. in handen van B. en W. te stellen
om prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
d. een schrijven van Burgemeester en Wethouders
van Hemelumer Oldephaert en Noordwolde, houdende
mededeling, dat de raad dier gemeente heeft besloten
de Vereniging tot oprichting en exploitatie van een sa
natorium voor lijders aan tuberculose te verzoeken, niet
over te gaan tot verplaatsing van het sanatorium
,,Beatrix-oord" en met verzoek aan de raad dezer ge
meente om zich in gelijke geest uit te spreken.
Gegeven het feit, dat het hoofdbestuur der vereniging
aan de colleges van Ged. Staten van Friesland, Gro
ningen en Drente heeft verzocht een commissie te be
noemen om over de verplaatsing te adviseren, achten
B. en W. in dit stadium een uitspraak praematuur en
zij stellen voor, het schrijven voor kennisgeving aan te
nemen.
Aldus wordt besloten.