4 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Mei 1950.
zijn. Bovendien krijgt de gemeente er 3 of 4 nieuwe
trommelwagens bij voor de nieuwe vuilnisophaaldienst,
zodat zij ook in dit opzicht direct is geholpen. Spr. durft
wel zeggen, dat een betere oplossing hier niet moge
lijk is. Hij zou uitstel van 's raads beslissing uitermate
gevaarlijk en daarom onverantwoordelijk vinden.
Het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen.
Punt 10 (bijl. no. 87).
De heer De Vries is het opgevallen, dat van het pand
Ossekop 2 al sinds geruime tijd een etalage gebruikt
wordt door een firma, die daar niet gevestigd is. Spr.
kan niet beoordelen, of dit toegestaan is, maar in het
huurcontract staat, naar hij meent, dat onderverhuur
niet toegestaan is. Toch vermoedt hij, dat de betrokken
firma deze etalage huurt van de bewoonster, die het
pand van de gemeente huurt. Het is spr.'s bedoeling,
hier een waarschuwend woord te laten horen. Staat
de gemeente bij dit pand onderverhuur toe, dan zou
ze het ook bij haar andere panden moeten toelaten,
waardoor ze op een hellend vlak komt.
De heer Witteveen (weth.) wil allereerst opmerken,
dat onderverhuur zonder goedkeuring niet is toegestaan.
De betrekkelijke onderverhuur zou dus moeten zijn ge
beurd zonder medeweten en zonder toestemming van
het college. Spr. persoonlijk is hier althans niets van
bekend. Met de meeste spoed zal deze zaak worden
onderzocht en wanneer inderdaad overtreding wordt
geconstateerd, zal hier worden ingegrepen.
De heer De Vries meent, dat deze etalage hier al wel
minstens een jaar gevestigd is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 11, 12, 13 en 14 (bijl. nos. 88, 80, 81 en 82).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 15 (bijl. no. 83).
De heer Vellenga lijkt dit voorstel belangrijk genoeg
om er enkele woorden aan te wijden. De raad als zo
danig wordt hierdoor een ogenblik geconfronteerd met
een van de nijpendste vraagstukken van onze tijd. Het
is nu echter niet het moment om hier diep op in te
gaan. Allen hier weten welke moeilijkheden zich in
dezen op het ogenblik voordoen. Het is bekend, dat
velen zich verdringen op de arbeidsmarkt, die niet of
nauwelijks een plaats in het arbeidsproces kunnen ver
overen, wat vaak een gevolg is van het feit, dat zij
niet in de gelegenheid zijn geweest om in een bepaald
beroep of vak geschoold te worden. Bij deze velen
voegen zich de laatste maanden en weken zij, die de
beste jaren van hun leven onder de tropenzon hebben
doorgebracht.
Spr. acht het een gelukkig verschijnsel, dat de over
heid deze werkplaatsen voor herscholingscursussen wil
doen oprichten als wapen in de strijd tegen de werk
loosheid. Nu bestaat ook hier de mogelijkheid om over
te gaan tot uitbreiding van de Rijkswerkplaats en de
gemeente is gevraagd de helpende hand te bieden. Van
haar bereidheid daartoe en van het feit, dat zij deze
uitbreiding werkelijkheid kan doen worden, gewaagt
spr. hier met dankbaarheid en erkentelijkheid.
De Voorzitter kan namens het college verklaren, dat
het op zijn beurt met erkentelijkheid van de woorden
van de heer Vellenga heeft kennis genomen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 16 en 17 (bijl. nos. 76 en 77).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 18 (bijl. no. 75).
De Voorzitter heeft van enkele raadsleden in verband
met de beschikbare tijd tot kennisneming en bestudering
van dit voorstel een verzoek ontvangen, om het niet in
deze, maar in de eerstvolgende vergadering te doen
behandelen. Spr. heeft er geen bezwaar tegen, dat dit
punt van de agenda van hedenavond wordt afgevoerd
en in de volgende vergadering wordt behandeld.
Ook de raad, desgevraagd, maakt geen bezwaren
kenbaar, zodat dienovereenkomstig wordt besloten.
Punt 19.
De Voorzitter herinnert er aan, dat de raad niet lang
geleden een stratenplan heeft goedgekeurd, waarbij de
Vincent van Goghstraat wordt doorgetrokken. Nadien
is namens het college getracht om het terrein, dat in het
gemeentelijke plan een inspringende hoek vormt en het
verlengde van genoemde straat snijdt, van de eigenaar,
de heer K. H. Boersema, van Leeuwarden, in handen te
krijgen. De onderhandelingen ter zake hebben niet het
door B. en W. gewenste resultaat gehad, zodat het col
lege het noodzakelijk vindt, de raad een voorstel te
doen, om een deel van het perceel, dat de uitvoering
van het gemeentelijke plan belemmert, te doen onteige
nen. B. en W. hebben de raad niet eerder een voorstel
kunnen doen, omdat de onderhandelingen na het uit
zenden van de agenda pas definitief zijn afgesprongen
en gezien de noodzakelijkheid van deze onteigening, kon
er niet mee gewacht worden tot de eerstvolgende raads
vergadering.
Spr. geeft thans het woord aan de weth. v. Openb
Werken, die gaarne bereid is de raad ter zake zo vol
ledig mogelijk in te lichten.
De heer Whtteveen (weth.) meent, dat dit het eerste
voorstel tot onteigening is in verband met de na-oor-
logse woningvoorziening. Het spreekt vanzelf, dat B
en W. deze gang van zaken niet prettig vinden. Zij
hebben tot dusverre steeds medewerking van de ver
schillende eigenaren mogen ondervinden, zij het dan
bij de een meer dan bij de ander. Het is hun echter
nog telkens mogen gelukken langs de weg van onder
handeling soms prettige onderhandeling de be
schikking te krijgen over de terreinen, die zij voor dc
woningbouw beslist nodig hebben. Dit geval is dus eer
uitzondering op de tot dusverre gevolgde regel. B. en W
hebben met deze eigenaar langdurige onderhandelingei
gevoerd, maar zij zijn niet tot elkaar kunnen komen. He
spijt spr., dat deze eigenaar zo weinig begrip heeft ge
toond voor de moeilijkheden, waarin de gemeente ver
keert en dat hij heeft getracht door deze positie van dc
gemeente een min of meer gedwongen positie
het onderste uit de kan te halen; B. en W. hebben hier
aan uiteindelijk niet willen voldoen. Het zou ook nie
juist zijn, daaraan mede te werken. Gelukkig heeft d
wetgever de gemeente een mogelijkheid geboden oi
onwillige mensen langs de weg der onteigening tot d
orde te roepen.
Hoe deze onteigening straks zal verlopen, is niet te
voorspellen, maar spr. gelooft, dat de raad wel zoveel
vertrouwen in het college heeft, dat hij zal willen aan
nemen, dat dit de zaak tot een goed einde zal brenger.
B. en W. zullen proberen, als de raad met de onteige
ning accoord gaat, deze zo spoedig mogelijk tot star
te brengen.
Het gemeentebestuur heeft zichzelf doordat het
steeds heeft getracht een oplossing te vinden een
beetje in een dwangpositie gebracht. B. en W. moes
ten het stratenplan al aanbesteden, moeten straks een
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 17 Mei 1950.
5
bouwcomplex realiseren, terwijl het betreffende per
ceelsgedeelte nog met een driehoek in het door de ge
meente te gebruiken terrein inspringt. Er moet dus op
korte termijn een oplossing geforceerd worden. De ge
voerde onderhandelingen betroffen delen van twee ta-
1 melijk grote percelen, (samen 4 ha), die tussen de
Vincent van Goghstraat en de Nieuwlandsweg zijn ge
legen. De gemeente heeft in dit geval, evenals in de
I andere gevallen, zoveel mogelijk het volle pond willen
geven en zij heeft direct de twee percelen willen aan-
i kopen, hoewel in de eerstkomende jaren een vrij aan
zienlijk renteverlies daarvan het gevolg zou zijn. Zij is
n.l. aan het stuk land, gelegen aan de Nieuwlandsweg,
niet direct toe; om het andere stuk, ter oppervlakte van
6500 m2, zit zij dringend verlegen. B. en W. hebben
zich bereid getoond de twee percelen tegen de maximaal
toelaatbare prijs van 1,95 per m2 aan te kopen. Het
gaat gewoonlijk zo, dat men zich „optrekt" aan een
bepaald, bijzonder geval. Daar tracht men dan soms
een beetje gebruik van te maken. Het spreekt echter
vanzelf, dat de gemeente daarin niet kan meegaan.
Spr. toont de raad hierna ter verduidelijking een
tekening.
De Voorzitter weet niet, of het alle raadsleden vol
doende duidelijk is geweest. Mocht dat niet het geval
zijn, dan zijn B. en W. bereid hen op alle mogelijke
nog bestaande vragen zo goed mogelijk te antwoorden.
De heer Tiekstra wil gaarne weten, waarop de ont
eigeningsprocedure betrekking heeft: op een perceels
gedeelte van 6500 m2 of op beide percelen.
De Voorzitter zegt, dat het de bedoeling is de ont
eigening nu slechts te laten lopen over de genoemde
6500 m-, omdat aan dit gedeelte van het terrein on
middellijk behoefte bestaat; deze behoefte noodzaakt
de gemeente tot onteigening. De eigenaar had een rede
lijke prijs voor beide gehele percelen kunnen ontvangen.
Nu hij dat niet wenst, zal hij daarvan het risico moeten
aanvaarden, n.l. dat onteigening van een gedeelte plaats
vindt.
De heer Beuving vraagt, of de motieven voor de wei
gering tot het in koop afstaan van die grond aan de
gemeente slechts financiële zijn. Of is er nog iets anders
mee annex?
De heer Witteveen (weth.) zegt, dat de reden, waar
om men hier niet langs de weg van onderhandeling tot
een redelijke oplossing kon komen, inderdaad gelegen is
in verschil van mening omtrent de prijs. De gemeente
kan niet hoger gaan; dan zou ze te ver boven het ge
middelde uitkomen. Zij zou dit zelf niet willen, maar
ook het prijzenbureau zou dit niet goedkeuren. Het ver
schil was niet buitengewoon groot: de gemeente wilde
gaan tot 1,95 en de eigenaar heeft de prijs uiteindelijk
laten zakken tot 2,25 per m2. Men kan nu wel zeggen:
dit is maar 30 ct. verschil, doch er zijn grenzen, die
men niet kan overschrijden. Het is dus inderdaad een
zuiver financiële kwestie.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Aan de orde is thans het rapport met voorstellen
d.d. 3 Mei 1950 van de commissie ad hoe i.z. het con
flict aan het Stedelijk Gymnasium.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van de commissie.
De Voorzitter sluit hierna de vergadering.