2
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 7 Juni 1950.
De heer Witteveen (weth.) zou iets moeten zeggen
wat zelfs in het college nog niet helemaal bekend is,
omdat hij toevallig vandaag een bespreking daaromtrent
heeft gehad. Hij kan daarom nog niets mededelen. Wel
gelooft hij zo vrij te mogen zijn namens het college te
antwoorden, dat de zaak in een vèrgevorderd stadium
van voorbereiding verkeert en B. en W. hopen binnen
kort met een voorstel ter zake bij de raad te kunnen
komen.
Meer zal spr. er op dit ogenblik niet van zeggen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 6, 7 en 8 (bijl. nos. 95, 97 en 96).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 9 (bijl. no. 101
De heer Beuving zou bij dit punt enige vragen willen
stellen. In het voorstel van B. en W. staat, dat „mede
gelet op het feit, dat de stal momenteel is verhuurd voor
28,per week. het bedrag van 6000,een rede
lijke en voor de gemeente zeer wel te aanvaarden koop
prijs" is. Dit doet spr. denken aan de huisjemelkers hier
in Leeuwarden, die krotwoningen voor 3.25 per week
verhuren.
Spr. vraagt: Is die huurwaarde afgestemd op de kost
prijs van dat pand? 28,per week lijkt hem zeer
hoog en in strijd met de prijsbeheersing.
Voorts vraagt spr., of de gemeente na aankoop de
zelfde huur denkt te laten betalen.
De heer Witteveen (weth.) vindt het niet verwon
derlijk, dat omtrent dit punt een vraag gesteld wordt.
Ogenschijnlijk is deze 28,huur, gezien de kostprijs
van 6000,inderdaad hoog.
Er is echter een geschiedenis aan dit geval verbon
den. Het betreft hier een gebouw, een badhuis, dat
indertijd door de Duitsers is gesticht. Degene, die, hoe
wel geen eigenaar meer zijnde, toch nog bij dit geval
geïnteresseerd is (een steenhouwer), heeft het destijds
van „Oorlogsbuit" gekocht. Hij heeft de gemeente
verzocht er in te mogen blijven, hoewel het een ge
bouw is, waar geen bouwvergunning voor is verleend
en dat in strijd is met de bouwvoorschriften in ver
band met het uitbreidingsplan. B. en W. hebben, ge
zien de nood op het gebied van woningen en werkplaat
sen, niet strak willen zijn. Zij hebben dus oogluikend
toegestaan, dat het gebouw in gebruik bleef.
Inmiddels is dit terrein door de gemeente aangekocht.
De steenhouwer had intussen de eigendom overge
dragen aan een paar zakenrelaties (spr. veronderstelt
dit althans). Er zat dus een bepaald bedrag, dat dit
gebouw uiteindelijk gekost heeft, tussen. Hoe groot dit
bedrag was, weet spr. niet.
Ten slotte stond de zaak zo, dat het gebouw formeel
moest verdwijnen. Het kan misschien nog 1, 2, misschien
4 jaar blijven staan, maar dat hangt van de stadsuit
breiding ter plaatse af. De vroegere eigenaar, wiens
zaak daar nog gevestigd is (er zijn ook een paar com
pagnons bijgekomen), betaalt aan de nieuwe eigenaar
een bedrag voor het gebouw en een bedrag voor de
grond, samen vormende het bedrag van 28,per
week. De overdracht van de grond, die intussen, zoals
spr. zeide, gemeentebezit is geworden, kon nog niet
plaats hebben, doordat de grond vrij opgeleverd moest
worden. Hier lagen allerlei moeilijkheden. Uiteindelijk
heeft men de gemeente de opstallen aangeboden. Nu
wilde zij deze wel overnemen, maar wenste er geen
strop aan te hebben. Ook wilde ze er wel toe mede
werken, het bedrijf zo lang mogelijk hier intact te laten,
maar zij kon daaromtrent niets garanderen. Tegenover
de aankoop door de gemeente moesten bepaalde con
cessies staan. De verkopers hebben zich bereid ver
klaard 28,huur te willen betalen: zij ontvangen dan
6000,voor deze opstallen. Zij hebben er belang bij
en de gemeente kan er zo juist mee uit.
Op zichzelf is de huur niet abnormaal hoog. Ze is
kort na de Bevrijding door het Prijzenbureau toege
staan. Het is een behoorlijke werkplaats met boven
woning en een behoorlijk terrein.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 10, 11 en 12 (bijl. nos. 98, 99 en 92).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 13 (bijl. no. 94),
De heer Kromkamp kan namens zijn fractie ver
klaren, dat zij met zeer veel genoegen dit voorstel
steunt, omdat ook daaruit weer blijkt, dat het collece
steeds bereid is mede te werken aan het tot stand ko
men van een goede medisch-sociale verzorging van h :t
volkskind.
Spr. hoopt van harte en vertrouwt dat ook wel
dat de samenstelling van het bestuur der op te richten
stichting zo zal zijn, dat daarin ook worden opgenorm n
vertegenwoordigers van organisaties, die geacht wo -
den het openbaar onderwijs te representeren.
De hear Santema soe ek persoanlik syn greate wu -
dearring ütsprekke wolle foar dit ütstel. Hy wol der
in pear lytse opmerkingen oan taheakje.
Alderearst wol hy syn wurdearring uterje foar it
feit, dat it initiatyf fan it Algemeen Leeuwarder Zieken
fonds yn dizze foarm nei foaren komt. Troch de wurk-
wize fan dizze stifting is it ek mooglik, dat alden, d^ t
op de ien of oare manear biswier hawwe mochten, dit
har bern bihandele wurde, der ek noch frij yn binre,
har bislissing nei har eigen ynsjoch to nimmen.
Dan soe spr. noch in opmerking meitsje wolle cir
in lyts ünderdiel fan dizze matery. Yn de stikken fynt
hy foar de auto, dy't by de skoallen lans ride sil, in
namme, dy't him eigentlik mar min oanstiet; om it plan-
lit to sizzen: dental-car". Dat is wer ien fan dy wurdi n,
dy't op it eagenblik öfgryslik folie yn de Nederlansce
tael yndringe en dêr't spr. al is hy in Fries wol
biswier tsjin hat. Soe men der net in oar wurd fear
yn it plak sette kinne? Dat wurd kin men hiel mak ik
fine, as men tinkt oan 'e funksje fan dy wein. „Tard-
verzorgingswagen" yn pleats fan „dental-car" sprckt
yn elts gefal mear oan. Miskien kin de rie it gemeen e-
bistjür in pear direktiven jaen.
De heer W. M. de Jong kan zich wel bij de woord an
van de heer Kromkamp aansluiten, al zou hij in pla ts
van het door dezen gebruikte woord „volkskind" liever
„schoolkind" gebruiken, omdat daar alle kinderen on er
worden verstaan.
Tevens sluit hij zich gaarne aan bij het door de h er
Santema opgemerkte. Ook hij vindt het prettig, dat h er
getracht is een vorm te vinden, waardoor eventuele
weerstanden bij voorbaat zijn voorkomen.
Het doel van dit subsidie is wel buitengewoon s} m-
pathiek. Toch zou spr. over enkele zeer kleine onder
delen van deze aangelegenheid een paar opmerkin en
willen maken.
Het Ziekenfonds zal 2,bijdragen voor elke e-
handeling, terwijl uit de begroting is af te leiden, at
de kosten hiervan het eerste jaar 3,10 zullen zijn en,
wanneer de zaak eenmaal loopt, bij een aantal 1 n-
deren van 4500, 2,37. Zonder subsidie loopt de z. ak
finaal vast, omdat het ziekenfonds eigenlijk te weinig
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 7 Juni 1950.
3
geeft. Nu moet de gemeente bijspringen. Volgens spr.
behoort het zo te zijn -dat is ook het ideaal van de
ziekenfondsen en het is een algemeen belang dat
de ziekenfondsen de volledige geneeskundige zorg om
vatten, dus ook de noodzakelijke verzorging op dit
terrein. In dit geval zou het ziekenfonds dus alle kos
ten van de behandeling moeten betalen, evenals de niet-
verzekerde ouders.
Spr. gelooft niet, dat het een groot bezwaar zou zijn
voor diegenen, die niet lid van een ziekenfonds zijn,
2,37 voor een behandeling, als hier bedoeld, te be
talen. Nog beter vond hij het, dat deze mensen zowel
als het ziekenfonds 2,50 betaalden; dan zou de weg
van het subsidie niet eens behoeven te worden be
wandeld.
Spr. vindt het eigenlijk onjuist, dat de Minister van
Sociale Zaken een grens stelt, die niet reëel is. De kost
prijs van de hier bedoelde behandeling is 2,50. Het
is eigenlijk minderwaardig om de gemeente daarin iets
te laten bijdragen.
Dit alles doet echter niet af aan het goede doel en
daarom zal spr. graag over zijn bezwaren heenstappen.
Thans zou hij nog een opmerking willen maken over
de 15.000,renteloos voorschot. De tandartsen zijn
met deze regeling nogal ingenomen. Spr. meent, dat het
hun werkkamer is en had gedacht, dat was omgezien
naar een mogelijkheid deze door henzelf te laten be
talen. Hij begrijpt niet, waarom het langs de voorge
stelde weg moet. Spr. beschouwt dit voor zichzelf echter
als een detail-opmerking.
Waarom, zo vraagt hij, geeft de gemeente, nu zij toch
een subsidie geeft, niet een zodanig, dat men de gehele
zaak daarmee kan financieren. Op de gemeentebe
groting ziet men voortaan eigenlijk niets anders dan
het subsidie en het renteloos voorschot verliest men
wat uit het oog. Uit begrotingstechnisch oogpunt had
spr. liever gezien, dat het subsidie op 2000,was
bepaald, want de gemiddelde rente is 240,per jaar,
op basis van 3 Dan was de zaak wat overzichtelijker
geweest.
J/ Ten slotte wil spr. verklaren, dat hij alle respect
heeft voor dit voorstel en dat het ook zijn volle sym
pathie heeft, al had hij het een beetje anders willen
hebben. Ook voor spr. zit er meer in dan een finan
ciële kwestie.
De heer Van der Veen acht het plan om de tanden
van de kinderen te verzorgen voortreffelijk; hij c.s. stem
men er terstond mee in. Het is alleen de vraag; is de
zaak wel juist opgezet? Is het niet zo, dat de raad in
de toekomst elk jaar een voorstel krijgt om een hoger
subsidie toe te staan? Is er een reële basis? f 15.000,
voor aanschaffing en inrichting van een „rijdende be
handelingskamer", als spr. deze zo mag noemen, vindt
hij niet veel. Wil men ze misschien tweedehands kopen?
Het is de vraag, of dat voor Leeuwarden passend is.
Spr. wil in ieder geval graag de zekerheid hebben,
dat de raad niet elk jaar het toegestane bedrag onge
merkt moet verhogen; dit zou het plezier, dat de raad
er nu aan heeft, op den duur kunnen bederven.
De Voorzitter zal namens het college de vragen en
opmerkingen beantwoorden.
Het college is uiteraard erkentelijk voor de waar
dering, die door verschillende raadsleden voor dit voor
stel is uitgesproken.
Wat de vraag van de heer Kromkamp betreft, of bij
|re
samenstelling van het stichtingsbestuur rekening zal
Worden gehouden met de voorstanders van het open
baar onderwijs, het gemeentebestuur zal aanstonds, bij
het verlijden der stichtingsacte de inhoud van deze
acte zal natuurlijk ook de goedkeuring moeten hebben
van het gemeentebestuur er wel voor zorgen, dat
de invloed van de gemeente en hiermee dus ook de
invloed van de instantie, die met de zorg voor het open
baar onderwijs is belast in voldoende mate ver
zekerd is.
De heer Santema kon zich niet verenigen met de
naam van deze auto. Spr. ziet het zo, dat het woord
dental-car (naar aanleiding van het feit, dat dit geval
uit de Angelsaksische landen tot ons is gekomen) als
nadere begripsaanduiding van de benaming „rijdende
behandelingskamer voor tandheelkundige hulp" is ge
bruikt. Hij kan de heer Santema echter wel de ver
zekering geven, dat deze dit woord niet in alle moge
lijke volgende stukken zal terugvinden.
De heer De Jong zegt spr., dat deze aangelegenheid
al wel een zekere geschiedenis heeft, niet in Leeu
warden, maar elders in den lande. Er is langzamerhand
bij de verschillende instanties, die met deze dingen te
maken hebben: enerzijds de gemeentebesturen, ander
zijds de Centrale Raad voor Sociale Tandheelkunde en
de organisatie der tandartsen in dit opzicht toch wel tot
een zekere eenheid van opvatting gekomen en die re
sulteert overal waar men deze vorm van samenwerking
heeft gevonden in een wijze van financieel bijdragen
van de kant der gemeente, zoals ook hier is voorge
steld. Het was dan ook wel heel moeilijk, om, waar
elders al een vaste gang van zaken is gevonden, voor
Leeuwarden hiervan af te wijken. Het is trouwens de
vraag, of dat wel in alle delen gewenst zou zijn. Ten
slotte is hier ook een algemeen belang bij betrokken.
Bovendien staat tegenover de financiële deelneming van
de gemeente in deze vorm van behoeftevoorziening ook
een daarmee evenredige invloed van de gemeente op
de gang van zaken, welke invloed toch ook niet uit
het oog moet worden verloren. Mogen dan niet alle
kosten tot het allerlaatste van het Alg. Leeuwarder Zie
kenfonds worden terugontvangen, daar staat tegenover
een algemeen belang, dat daar wel tegen op weegt.
Daar komt bij, dat niet alle ouders van kinderen lid
zijn van een ziekenfonds, zodat ook in dit opzicht al
een lacune aanwezig zou zijn.
De heer V. d. Veen vroeg, of niet telkens weer, in
volgende jaren, een verhoogde subsidie-aanvraag zal
kunnen worden verwacht. Dat is in het algemeen niet
het geval. Men heeft in de stukken kunnen lezen, dat
begonnen zal worden met de behandeling van de kin
deren uit het eerste leerjaar en dat vervolgens telkens
een leerjaar er bij genomen zal worden. Deze gang van
zaken zal wel enige wisseling in de kosten betekenen,
maar een zeer sterke stijging zal daardoor zeker niet
ontstaan, ook al doordat naar mate meer kinderen deel
nemen, ook de deelneming van het ziekenfonds in de
kosten groter wordt. Er is dus slechts een mogelijkheid
van stijging met misschien enkele honderden guldens,
maar daarmee is dan toch ook wel de grens bereikt.
Ten slotte werd de vraag gesteld, of 15.000,wel
voldoende is voor de eerste inrichting van deze auto.
De voorlopige commissie, die het plan heeft gemaakt,
heeft niet een hoger bedrag aan de gemeente gevraagd
en B. en W. hebben het niet nodig gevonden te onder
zoeken, of dit niet te laag zal zijn. Men zegt, dat men
het er mee kan doen en B. en W. hebben het plan op
die verzekering aanvaard. Het zou wel een vrij zonder
linge figuur zijn, als men bij B. en W. zou komen met
de vraag om een aanvulling van de lening te mogen
ontvangen.
Spr. meent, dat hiermee alle vragen en opmerkingen
zo volledig mogelijk zijn beantwoord.
De heer Wi M. de Jong dankt de Voorzitter voor
de inlichtingen op zijn vraag. Hij is thans wel overtuigd,
dat men zich hier bevindt in de tot nu toe in het land
uitgestippelde lijn, maar hij is nog niet overtuigd, dat
deze juist is en vooral niet in verband met het motief,
dat het gemeentebestuur een vinger in de pap zou
moeten hebben t.a.v. dit onderdeel der volksgezondheid.
Spr. gelooft ook niet, dat de gemeente dit t.a.v. elk