38 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 20 December 1950
bestaat, dat dit bedrag ten volle nodig zal zijn. Zij
voelen niet veel voor overheveling van een gedeelte
van deze 4.000.naar de post no. 524, hoewel zij
er mèt B. en W. van overtuigd zijn, dat deze laatste
post eigenlijk te laag is.
Wat dat betreft, hopen zij, dat B. en W. over enige
tijd, als de bijzondere uitkering, waarvan sprake is, toch
nog in ontvangst mocht worden genomen (waarover
spr. c.s. zich in buitengewone mate zouden verheugen)
bereid zullen zijn te overwegen om de post voor het
L.O.F. te verhogen.
De heer Van der Schaaf zou de heer Rengelink nog
graag een vraag willen stellen. Bij de toewijzing van het
subsidie aan de Leeuwarder Muziekschool zal het er
inderdaad veel van afhangen, welke voorwaarden door
B. en W. worden ontworpen en door de raad vastge
steld. Men kan deze zo stellen, dat aan de minst draag
krachtige ouders wordt tegemoetgekomen en dat niet,
zoals de heer Rengelink het enigszins kernachtig uit
drukte, het subsidie zal worden misbruikt voor kinderen
van meer gegoede ouders. Spr. zou zich heel goed
kunnen voorstellen, dat dan 3.000,van deze post
zou worden gebruikt. Maar men kan ook zeggen: Laten
wij een regeling ontwerpen, die in zichzelf billijk is en
waardoor misschien iets kan overblijven.
Gesteld, dat na de vaststelling van de voorwaarden
- die natuurlijk niet alleen door de heer Rengelink.
maar door de raad moet geschieden, 1.000,op deze
post overblijft, zouden dan, zo vraagt spr., de heren
van de P.v.d.A. bereid zijn om deze rest aan het L.O.F.
te doen toekomen?
De heer Leffertstra betuigt zijn dank voor de toe
zegging. die B. en W. ten opzichte van volgno. 524
hebben gedaan in de Mem. v. A., waar zij zeggen bereid
te zijn een verhoging in overweging te nemen, wanneer
een hogere bijzondere uitkering wordt ontvangen. Hij
c.s. hopen, dat dit het geval zal zijn, hetgeen dan een
gunstige invloed zal hebben op de uitkomsten van het
L.O.F.
Spr. is vóór het op volgno. 528 uitgetrokken subsidie
van 4.000,Alvorens dit subsidie wordt uitgekeerd,
komt er echter nog een voorstel tot vaststelling van aan
dit subsidie te verbinden voorwaarden.
Hij zou graag het op deze zaak betrekking hebbende,
aan de raadsleden gerichte, adres willen bespreken, ten
zij de Voorzitter het wenselijk acht, dit te doen, als het
voorstel i.z. de voorwaarden aan de orde is. Spr. meent
echter, dat dit adres en de aan het subsidie te verbinden
voorwaarden in direct verband staan met het uit te
trekken subsidie, waarover reeds thans een beslissing
moet worden genomen.
De Voorzitter wil hiérop direct antwoorden. Het is
de bedoeling van het college, dat alles wat met deze
voorwaarden in verband staat, dus ook dit adres, in een
volgende raadszitting, waarin het voorstel tot vast
stelling van bepaalde voorwaarden zal worden gedaan,
wordt behandeld. Hij zou dus willen verzoeken, hier
over thans niet te spreken.
De heer Slaterus merkt op, dat de verstandhouding
tussen de Leeuwarder Muziekschool en het L.O.F. erg
goed schijnt te zijn. Naar men hem verteld heeft, bezit
de Muziekschool een jeugdorkest o.l.v. de directeur van
het L.O.F. en de school heeft al enige krachten aan het
L.O.F. afgeleverd. Het L.O.F. heeft dan ook adhaesie
betuigd met de aanvrage van een subsidie van 4.000,
Spr. acht het psychologisch niet juist om van de Muziek
school wat af te halen en dat aan het L.O.F. toe te
kennen (De heer Van der Schaaf: Van afhalen is hier
geen sprake!)
De heer J. K. Dijkstra (weth.) zegt, dat de heer K. de
Jong heeft gezinspeeld op de mogelijkheid, dat de
Leeuwarder Muziekschool uit zou kunnen komen met
een lager subsidie: het vrijkomende bedrag wil hij dan
overhevelen naar de post voor het L.O.F.. Spr. is het
wat dit aangaat, geheel eens met wat de heer Slateru
zopas heeft opgemerkt, die op de goede verstandhouding
tusen het L.O.F en de Leeuwarder Muziekschool heef
gewezen en die het op psychologische en waarschijnlij
ook op practische gronden afgeraden heeft op het denk
beeld van overhevelen in te gaan.
Het verband tussen het L.O.F. en de Muziekscho<
of liever tussen de beide subsidies is B. en W. ook nic
duidelijk. Elk geval is incidenteel en uit dien hoofd
lijkt het verband wat gezocht, al bewegen dan beid
lichamen zeer in de sfeer van toon en klank.
Het college blijft volledig de mening toegedaan, di
de heer Rengelink vertolkt heeft. Ook deze zeide, da
hij dit subsidie volledig verantwoord acht. Hij heeft e
op gewezen, dat de Muziekschool de gevestigde muziek
leraren in geen geval onoirbare concurrentie zal mogen
aandoen. Dat is het kan met grote stelligheid gezegi
worden een van de punten, die aanstonds in he
samenstel van voorwaarden zal worden opgenomen
Spr. stelt zich voor, dat die voorwaarden o.m. zoude
kunnen betreffen: de bevoegdheid van de leraren, de
goedkeuring der tarieven, de reductie op de lesgelde
voor onvermogenden, het algemeen toezicht op de be
steding van de gelden e.d. Misschien kan daarbij ook
de kwestie van de benoeming der leraren aangesnede
worden, n.l. of deze door het bestuur der Muziekschool
zal geschieden of aan de directeur wordt overgelate
Zoals in de Mem. v. A. al is opgemerkt, ligt het
het voornemen, om, voordat tot uitkering van het sub
sidie wordt overgegaan, de raad een voorstel met b -
trekking tot al de voorwaarden te doen, zodat het spr
niet juist lijkt, dat de raad zich nu in de aard en omvang
van die voorwaarden verdiept.
De heer Leffertstra heeft zijn dank uitgesproken voor
de toezegging, bij volgno. 524 in de Mem. v. A. geda?
Het college deelt de hoop, die deze t.a.v. dit punt heeft
uitgesproken.
De heer Kamstra meent gehoord te hebben, dat van
de aanschaffing van een boeken-auto door de Open
bare Leeszaal en Bibliotheek, waarvoor een bedrag v
4.000,op de gemeentebegroting is uitgetrokken,
niets terecht komt, omdat het Rijk geen subsidie daar
voor geeft en de post eigenlijk niet noodzakelijk is.
De Leeszaal werkt al enige jaren met een tekort. V in
de zijde van het bestuur is met behulp van verschillen z
kleine fondsen geprobeerd het tekort weg te werk. -..
maar thans zijn die fondsen uitgeput. Het tekort
draagt thans 5.000,en nu toch eenmaal een bedr g
van 4.000,uitgetrokken is, zou spr. gaarne willen,
dat dit aan de Leeszaal zelf, die hij van groot belang
acht, ter beschikking werd gesteld, althans voor één
jaar, zodat het tekort enigszins kan worden wegge
werkt.
De heer Pols zou zich graag willen aansluiten bij v t
de heer Kamstra heeft gezegd. Spr. zou er zich n
kunnen verenigen, als deze 4.000,-— werd besteed 1
het tekort weg te werken. Hij heeft n.l. gehoord, dat.
het tekort niet kan worden gedekt, er sluiting van dit
instituut dreigt. Hij verklaart zich echter vierkant tegen
gebruik van dit geld voor een reizende bibliotheek. 1
acht zulks, gezien de begroting, een stunt, die ver bov i
de mogelijkheden uitgaat.
De Voorzitter zal de opmerkingen van de heren Kam
stra en Pols beantwoorden.
Voor zover B. en V?. bekend, heeft het bestuur van
de Openbare Leeszaal tijdig het Rijkssubsidie aange
vraagd. Deze aanvrage moest n.l. op een bepaalde ter
mijn worden ingediend. (Spr. weet niet uit het hoofd,
welke termijn precies). Er is hun niets van bekend, dat
het Rijkssubsidie niet zou worden uitgekeerd. B. en W.
hadden, wanneer er geen uitzicht zou zijn op dit sub
sidie, van het bestuur van de Openbare Leeszaal mogen
/erwachten, dat het hen daarmede in kennis zou hebben
gesteld. Omdat dit niet geschied is, nemen B. en W.
aan, dat, wanneer de gemeente dit verhoogde subsidie
kiitkeert, het Rijk ook voor 1951 zal volgen.
B. en W. menen dan ook, dat handhaving van deze
Lost, ook voor wat het gedeelte, bestemd voor aan
schaffing van de boeken-auto betreft, op haar plaats
is. Nu heeft de heer Pols zich tegen dat gedeelte van
die post verklaard: hij noemt dat ,,een stunt, die de
draagkracht van de Leeszaal verre te boven zal gaan
•Het is bekend, dat het bestuur voor de exploitatie van
die boeken-auto een begroting heeft opgesteld, die
sluitende is gemaakt met behulp van beide subsidies,
zodat er uit de andere middelen van de Leeszaal geen
geld bijbetaald zou behoeven te worden. Het bestuur
dat kan spr. er nog wel aan toevoegen heeft aan
het gemeentebestuur gevraagd zowel om subsidie voor
de boeken-auto als om verhoging van het reeds be
staande subsidie in het algemeen. Dit laatste hebben B.
en W., hoewel het naar hun mening ook zeer op zijn
plaats zou zijn, tot dusverre, gegeven de financiële po
sitie der gemeente, niet aan de raad durven voorstellen.
Hun redenering was nu, dat het niet onmogelijk zou
zijn, dat juist door de exploitatie van de boeken-auto
de Leeszaal er in zou kunnen slagen door particuliere
middelen: verhoging van het ledental en misschien ook
door een meer lonende exploitatie van het boekenbezit,
te komen tot meer inkomsten. B. en W. hebben ge
meend die mogelijkheid voorlopig even te moeten af
wachten, voordat zij t.a.v. de Leeszaal verder durfden
te gaan, hoewel ook zij er van overtuigd zijn, dat ver
hoging van het subsidie juist voor deze instelling zeer
nuttig zou zijn.
Spr. meent, dat hij hieraan niets meer behoeft toe te
voegen.
De heer K. de Jong zou nog graag iets willen zeggen
over volgno. 526. In de allereerste plaats is hier gezegd,
dat het een cultureel belang is. Spr. is het daarmee eens;
anders zou hij helemaal niet vóór deze post zijn geweest.
Dat element wilde hij er liever niet bij naar voren
brengen.
In de tweede plaats is gesproken over de goede ver
standhouding tussen het L.O.F. en de Leeuwarder Mu
ziekschool. Spr. vindt het prachtig, dat de verstand
houding goed is, maar daar behoeft men zich niet op
te baseren bij de vaststelling van een bepaald subsidie.
Hij zou het subsidie willen splitsen, als de raad, de zaak
bekijkende, tot de conclusie zou komen, dat het voor
lopig wel met wat minder toe zou kunnen, vooral omdat
het de eerste keer is, dat een subsidie wordt toegewezen.
Enkele jaren achtereen kwam reeds een soortgelijk
voorstel ter tafel, zij het dan, dat toen de Leeuwarder
Muziekschool een andere vorm had dan thans. Nu komt
deze met een stichting aan en het schijnt, dat dit alleen
al een motief is om practisch het grootste deel van het
tekort via een subsidie van 4.000,weg te werken.
Dat komt spr. hard genoeg aan. De wethouder zegt wel.
dat de vaststelling der voorwaarden in een volgende
raadsvergadering aan de orde komt en hij gaf al on
geveer aan. welke deze voorwaarden zullen zijn. maar
voelt er niet veel voor, om omvang en aard daarvan
nu reeds vast te stellen.
Het bestuur der Leeuwarder Muziekschool heeft
reeds een tarivering voorbereid voor inkomens van
2.000,6.000,Het instrumentaal onderwijs
varieert van 12,75 20,60 per 3 maanden en zelfs
de hoogste bedragen liggen nog beneden de normen,
die voor de beloningen der vakmensen gelden. Weet de
raad wel, waarmee hij accoord gaat? Het kan best zijn,
dat, als de raad aanhoudt op een weistandsgrens van
3.000,— en daarboven een lesgeld laat betalen, dat
ook door particuliere, bonafide, lesgevers gevraagd
wordt, de muziekschool slechts een tekort van 2.000,
zou hebben. Daarom voelt spr. er niet veel voor, zich te
binden aan een bedrag van 4.000,Kan de vast
stelling van het subsidie niet opgeschort worden tot een
latere raadsvergadering, wanneer de raad definitief
weet, welke voorwaarden B. en W. er aan willen ver
binden?
Spr. gelooft, dat men, gezien de begrotingspositie,
waarover vanmorgen slechte klanken zijn gehoord, en
ook gezien het feit, dat het de eerste keer is, dat het
subsidie verstrekt wordt, er niet verkeerd aan doet een
beetje voorzichtigheid te betrachten.
Het antwoord van de Voorzitter heeft de heer Kam
stra zeer verbaasd. Hij had verwacht, dat door het col
lege mededelingen zouden zijn gedaan over de boeken-
auto. want hij meende te moeten veronderstellen, dat
het bestuur van de Leeszaal niet in staat was deze aan
te schaffen en dat er wel niets van terecht zou komen.
Hij wil de inhoud van een briefje van een bestuurslid
van de Openbare Leeszaal weergeven. Andere bestuurs
leden zullen de overige fracties van het daarin mede
gedeelde op de hoogte hebben gebracht. Het briefje
luidt ongeveer als volgt:
Op de begroting staat 4.000,voor een boeken-
auto. Deze kan echter niet aangeschaft worden, omdat
het Rijk geen subsidie kan verlenen, aangezien de rijks
begroting reeds is vastgesteld. De Leeszaal heeft ieder
jaar een tekort van 5.000,welke tekorten tot nu
toe uit enige vroeger gevormde fondsjes zijn gedekt.
Over 1950 en 1951 wordt weer een tekort van zeker
5,000.verwacht, waarvoor geen dekking is. Indien
de post van 4.000,zou worden verhoogd tot
5.000,en dit bedrag dan zou kunnen worden ver
leend zonder enige restrictie, dan zou hiermee het tekort
kunnen worden gedekt.
Spr. acht het nodig, dat de raad hiervan kennis neemt.
Als het zo staat, dat er van de boeken-auto niets terecht
komt, dan behoeft het subsidie voor dit doel niet te
worden uitgekeerd.
De Voorzitter vraagt, wie de schrijver van deze
brief is.
De heer Kamstra: De heer Bisschop heeft mij deze
mededelingen gedaan, maar ook de andere fracties zul
len zijn ingelicht.
De heer Pols moet zijn verwondering over dit alles
uitspreken. Dat is toch een heel eigenaardige manier
van doen. Spr. is door een van de bestuursleden op
gebeld, die hem gelijke inlichtingen gaf. Hij vindt het
niet juist, dat aan de raadsleden wordt geschreven, ter
wijl het college niet op de hoogte wordt gebracht. Het
is een rare gang van zaken, maar het ligt nu eenmaal zo.
Spr.'s fractie is er tegen. Hij is gesterkt in zijn mening,
dat het te ver gaat. In de buitendorpen en ook in de
buitenwijken van de stad heeft men particuliere biblio
theekjes, waar dikwijls de boeken, die niet op een erg
hoog peil staan, worden uitgeleend, terwijl de goede
boeken blijven staan. Spr. verwacht dan ook geen suc
ces van een boeken-auto. Men moet het de mensen ook
niet te gemakkelijk maken. Het zou nog zover kunnen
gaan, dat de boeken ook nog voorgelezen moeten
worden. Als iemand een goed boek wil lezen, dan moet
hij maar proberen het in zijn bezit te krijgen. Verder
kunnen de houders der particuliere bibliotheken trach
ten de verkeerde boeken er uit te krijgen en in samen-
Volgno. 528. Subsidie aan de Vereniging ..Openb. e
Leeszaal en Bibliotheek14.782.