Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 20 December 1950
werking met de Openbare Leeszaal het peil van de
lectuur omhoog te brengen.
Spr.'s fractie gaat er geheel mee accoord, dat het be
drag eventueel wordt overgeheveld om in het algemeen
de financiële positie van de Leeszaal te verbeteren, opdat
opheffing wordt voorkomen. Hoe dit technisch moet
worden opgelost, weet spr. niet. Zijn fractie is dus
eigenlijk tegen uitkering van die 4.000,en aan de
andere kant er weer niet tegen. Zij is tegen de reizende
bibliotheek en vóór het verhogen van het gewone sub
sidie.
De heer Rengelink zou met betrekking tot de Leeu- s
warder Muziekschool nog willen opmerken, dat hij niet 1
gelooft, dat men, als de voorwaarden bekend zijn, kan
zeggen: het aanvankelijk uitgetrokken bedrag van
4.000,kan verlaagd worden tot 3.500,of tot
3.000,—, omdat er een zekere wisselwerking bestaat
tussen het bedrag, dat als subsidie wordt beschikbaar
gesteld en het bedrag, dat nodig is. Spr. stelt zich voor,
dat naarmate het subsidie, dat beschikbaar wordt ge
steld, hoger is, ook het aantal leerlingen hoger zal
worden, omdat met betrekking tot de tarieven meer kan
worden gedaan met een hoger subsidie dan met en
lager. Als men dus de ervaring zou willen afwachten,
dan zou men het eerste jaar de situatie eens moeten
aanzien en als dan mocht blijken, dat het subsidie inder
daad te hoog is, dan zou tegen vaststelling van een
lager subsidie van de kant van spr. c.s. natuurlijk niet
het minste bezwaar bestaan. Spr. wil daar echter aan
toevoegen, dat B. en W. dan z.i. zelf wel met een
voorstel tot verlaging zullen komen.
De heer Van der Schaaf lijkt het, juist nu men de
voorwaarden, waaronder dit subsidie zal worden ver
leend, niet voor zich heeft, toch niet ondienstig, dat hier
nu al enkele richtlijnen worden gegeven op grond van
wat bij de raad leeft. Hij ziet de Voorzitter met het
hoofd schudden. Spr. wil het gevoelen, dat bij een aan
tal raadsleden bij hem c.s. leeft, naar voren
brengen. Zij menen, dat bij een zekere weistandsgrens
de tarieven van particuliere lesgevers normgevend kun
nen zijn. Hij wil bepaaldelijk uitspreken, dat bij hem
c.s. de besteding van het subsidie voor tegemoetkoming
in het lesgeld voor de minder draagkrachtigen de voor
naamste drijfveer is. Het moet niet zijn een bloot sub
sidie aan de muziekschool. Mocht er bij de wijze van
besteding der gelden, als door spr. c.s. bedoeld, iets
overblijven, dan is dat een meevallertje. Dit zouden zij
dan graag aan het L.O.F. ten goede willen doen komen,
want zij delen de mening, dat de Leeuwarder Muziek
school beter uit de bus komt dan het L.O.F., terwijl het
L.O.F. toch, naar de proporties van de stad Leeuwarden
gerekend, een zeer hoogstaande culturele instelling is.
Spr. weet niet, of dit het gevoelen van de meerder
heid van de raad is, maar hij meent toch, dat het juist
is, dit hier bij deze gelegenheid uit te spreken. Men ver
wachte niet van de kant van zijn fractie een voorstel
tot verlaging van volgno. 526; spr. c.s. menen, met deze J
opmerking te kunnen volstaan.
De Voorzitter wil graag de beantwoording in tweede
instantie aan de wethouder overlaten, maar zou, uit
sluitend om verwarring in de discussie te vermijden,
deze opmerking willen maken, dat het de bedoeling van j
het college is, zoals ook in de Mem. v. A. is gezegd,
dat de uitkering van een subsidie niet eerder plaats
vindt dan nadat door de raad de voorwaarden zijn vast
gesteld. Dus de gehele materie van de voorwaarden
komt in een van de volgende raadsvergaderingen aan
de orde. Vóór die tijd wordt niets betaald en kan de
Leeuwarder Muziekschool op geen enkel bedrag aan
spraak maken, ook niet op 4.000,Er moet nu een
maal een bedrag op de begroting staan, maar dat is
dus in deze omstandigheden te beschouwen als eeu
maximum bedrag, dat te eniger tijd uitbetaald zal kui
nen worden, d.w.z. afhankelijk van de door de raad va: t
te stellen voorwaarden. Daarom maakte spr. een on
kennende beweging tegenover de heer V. d. Schar.
Alles wat de voorwaarden aangaat, komt hier opnieu
ter tafel. Het heeft dus z.i. op het ogenblik ook in h t
geheel geen zin, om nu al te spreken over richtlijnen
t.a.v. die voorwaarden, maar spr. moge herhalen, d it
er, omdat ten slotte deze begroting moet worden va:
gesteld, een post voor dit subsidie moet zijn. Men mo::t
die 4.000,zien als maximum, maar straks, als een
bepaald schema wordt gemaakt, zou kunnen blijken, dat
de post te beperken is tot 3.000,of 2.500,D it
hangt van de te stellen voorwaarden af.
De heer Van der Schaaf vindt het tot op zekere hoo
te bevredigend.
De heer W. M. de Jong zou gaarne willen, dat ie
kwestie van de boeken-auto uit de doeken gedaan zou
kunnen worden.
De Voorzitter zal daar zelf straks het een en anc t
van zeggen.
De heer W. M. de Jong zou het niet elegant will ;n
noemen, als hier niet meer over gepraat zou wordt n.
De heer J. K. Dijkstra (weth.) zal de heer De Jo g.
die de tarieven onder de loupe heeft genomen, op ie
weg niet volgen, omdat hij bij het lijstje van punten, op
welke de voorwaarden waren te baseren, o.a. genoend
heeft de goedkeuring van de tarieven. Het eerste t at
spr. heeft genoemd, was de bevoegdheid der lera: n.
Wat betreft de opmerking van de heer V. d. Sch; af,
die omtrent de voorwaarden graag enkele richtlijnen
uitgestippeld wenst te zien. verklaart spr., dat het in
de aard der zaak ligt, dat in dezen rekening wordt ge
houden met de adressen, die op deze materie betrekk ng
hebben, dus ook en met name met de argumenten, die
in de brief van de heer Zonderland c.s. worden ge
noemd; dat het hoofdmotief voor het doen van dit
voorstel tot subsidieverlening aan de Muziekschool en
tegemoetkominq behoort te zijn aan minder dn g-
krachtigen, is hier reeds bij herhaling ook bij iiet
vooroverleg uitgesoroken.
De Voorzitter zou dan nog even terug willen ko; ïen
op de kwestie van de boeken-auto. De gang van zaken
is zo geweest, dat voor de vaststelling van de conc pt-
begroting een bespreking heeft plaats gehad tussen een
delegatie van het bestuur van de Openbare Lee: .aal
en een delegatie van het college, in welke bespre ng
het bestuur des Leeszaal de financiële moeilijkheden van
deze instelling heeft aangeduid. Daarna heeft het col
lege het besluit genomen, dat men neergelegd vine; in
het begrotingsvoorstel en spr. heeft daarvan, omda: hij
gedelegeerde van de gemeente in het Leeszaalbe* uur
is, mededeling gedaan aan het bestuur. Na die tijd 1 eft
hij geen enkele mededeling ontvangen, die afwijkt van
wat hij reeds wist; er is hem niet medegedeeld, da: het
rijkssubsidie voor 1951 niet uitgekeerd zou kui nen
worden. Nu heeft de heer Bisschop deze mededeling an
de heer Kamstra gedaan en spr. moet verklaren, daf 'ffl
deze gang van zaken volstrekt duister is, want, als eze
mededeling van de heer Bisschop juist is wat pr
op het ogenblik toch nog in het midden moet laten
dan had hij toch in de eerste plaats mogen verwachten,
dat het bestuur van de Leeszaal daarvan mededi mg
aan het gemeentebestuur, in elk geval aan spr. als lid
van het Leeszaalbestuur en als lid van het gemee te-
bestuur, had gedaan. Er komt nog bij, dat hij ooi >n
andere kwaliteit de voorzitter van het bestuur der Oj en-
bare Leeszaal wel ontmoet en dan zou deze toch die
V lag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 20 December 1950. 41
el even ter sprake hebben gebracht. Spr. meent
)eten betwijfelen, of deze mededeling, die hier niet
ontvangen is, wel volledig juist is.
Hij meent er van uit te moeten gaan, dat die mede-
deling niet juist is. Zou men van het tegendeel uitgaan,
dan zou men een verhoging van het subsidie vaststellen;
I zou dan achteraf blijken, dat de mededeling niet juist
zou zijn. dan zou een moeilijke situatie zijn ontstaan,
j, -. gelooft dan ook. dat het verstandiger is uit te gaan
de onjuistheid der mededeling en voorlopig deze
ost ongewijzigd te handhaven. Blijkt dan achteraf de
mededeling toch juist te zijn geweest, dan is er nog
diets stuk.
De heer Pols heeft zich, ook in tweede instantie, tegen
'e verhoging van deze post met 4.000,verklaard,
mdat hij meent, dat de mensen, die per se een goed
oek wensen, ook wel een grotere afstand willen af-
■eggen, om zich zo'n boek te verschaffen. Dat is volgens
spr. een veel te eenvoudig stellen van deze zaak. De
Leeszaal is opgericht in een tijd, toen het grootste ge
deelte van de Leeuwarder bevolking nog binnen de
stadsgrachten woonde en de afstand tot het gebouw van
de Leeszaal thans gevestigd aan de Tweebaksmarkt,
maar vroeger op een andere plaats in de binnenstad
veel korter was dan op het ogenblik. De afstanden tot
de buitenwijken zijn van dien aard, dat het voor tal van
mensen te bezwaarlijk is om zich een boek uit de Lees
zaal te verschaffen. En het gaat ook niet alleen om de
buitenwijken van Leeuwarden, maar tevens om het ge
hele zuidelijke deel van de gemeente. Daar komt bij, dat
men het Leeszaalwerk niet zo eenvoudig moet zien,
dat het enkel zou betreffen het uitreiken van een be
paald boek. Er wordt geadviseerd bij de keuze van de
juiste lectuur en voor degene die niet op de hoogte is
van de literatuur, wordt uitgezocht welk genre geschikt
voor hem is. Niet voor niets heeft het personeel van de
Leeszaal een bepaalde opleiding genoten en krijgt het
een bepaald diploma. Aan het leeszaalwezen zit spr.
kan er niet uitvoerig op ingaan veel meer vast dan
enkel het hebben van een voorraad boeken en die
boeken over een toonbank of op andere wijze uitreiken.
Er zit ook het element van volksopvoeding aan vast.
Vandaar, dat het volstrekt een zaak van onmogelijk
heid is om verbindingen aan te gaan met eigenaren
van particuliere leesbibliotheken in de buitenwijken, om
op die manier, in combinatie, het goede boek aan het
publiek te brengen.
IfjjSpr. blijft zeer bepaald bij zijn mening, dat hier voor
een activiteit van de Openbare Leeszaal en Bibliotheek,
als bedoeld, zeer zeker alle reden is, gegeven de uit
breiding van de gemeente, en dat dit misschien juist ook
een middel kan zijn om de financiële positie van deze
instelling in het algemeen te verbeteren. Hij zou dus de
raad stellig willen blijven aanraden om ook de ver-
hoging van deze post voor dit speciale doel te aan
vaarden.
De heer Kamstra zou nog graag een enkel woordje
willen zeggen, hoewel niet over deze kwestie zelf. De
Voorzitter was nieuwsgierig naar de naam van het
bestuurslid, van wie spr. de bedoelde mededeling ge
kregen had. Misschien was het bestuurslid, dat de heer
Pols een mededeling heeft gedaan, dezelfde, als van wie
spr. zijn inlichting heeft.
De Voorzitter: Dat was een ander; het was een dame.
De heer Kamstra meent, dat de een zo goed als de
andei de naam moet zeggen, van wie hij zijn inlichting
heeft. Spr. vindt het een onaangename zaak.
De Voorzitter vraagt, of het niet beter is, dat men
de kwestie verder laat rusten.
Zoals de zaak hier ligt, doet ze inderdaad vreemd
aan, maar ze ligt nu eenmaal niet anders.
De heer Pols wil nog graag even precies zeggen wat
zijn bedoeling is. Het gaat er dus niet om, dat zijn fractie
het bedrag der verhoging niet aan de Leeszaal wil doen
toekomen. Als het maar daar komt, waar zij het wenst.
Daarom willen spr. c.s. die 4.200.in stemming
brengen.
De Voorzitter zegt, dat de verhoging ad rond
4.200,door B. en W. is voorgesteld juist voor het
speciale doel: de aanschaffing van de boeken-auto.
Slechts onder voorwaarde, dat dit bedrag daarvoor
wordt gebruikt, zal het worden verstrekt. Komt de auto
er niet, dan kan deze post worden verlaagd.
De heer Pols: Dan stel ik voor de post met het be-
I drag van 4.200,te verlagen.
De Voorzitter: Een voorstel moet schriftelijk worden
ingediend.
Nadat dit is geschied, doet hij voorlezing van een
door de heren Van der Vegte en Pols getekend
voorstel:
Ondergetekenden stellen voor, post 528 met
4.200,te verlagen.'
De heer Stobbe vraagt, of het mogelijk is, over dit
voorstel te beraadslagen. Het betreft nu een nieuwe
kwestie.
De Voorzitter meent, dat dit toch niet het geval is.
De zaak is voldoende besproken. Hij brengt het voor-
stel-Van der Vegte/Pols in stemming. Het wordt ver
worpen met 21 tegen 10 stemmen (die van de heren
Wiersma. V. d. Vegte. K. de Jong, Pols, V. d. Schaaf,
W. M. de Jong. Santema, G. de Jong, A. Witteveen
en Leffertstra.
Volgnos. 508, 518, 524. 526 en 528 worden onver
anderd vastgesteld.
Volgno. 550. Subsidie aan de gem. instelling voor
Maatschappelijk Hulpbetoon 751.501,
De heer Heijstra meent, dat het bekend zal zijn, dat
de premie voor de ziekenfondsen dit jaar is verhoogd
voor de vrijwillig-verzekerden. Dit betekende voor een
groot aantal ouden van dagen, invaliden, enz., dus de
minst draagkrachtigen, dat zij in een zeer moeilijke
positie kwamen, met als gevolg, dat men ging bedanken
voor het ziekenfonds. Zodra zich een ernstig ziektegeval
i voordeed, betekende dit, dat men een beroep moest doen
I op Sociale Zaken en deze instelling moest in die ge
vallen een belangrijke bijdrage leveren. Dit dient voor
komen te worden èn in het belang der betrokkenen èn
in het belang van de gemeentelijke dienst. Vandaar, dat
spr. deze zaak heeft aangesneden en enige richtlijnen
heeft gegeven, om dergelijke gevallen te voorkomen.
Nu beroepen B. en W. er zich op, dat er van rijks
wege een regeling zal worden getroffen. Men mag aan
nemen, dat deze regeling thans bekend is en inhoudt,
dat een ieder, die onder de Noodwet Ouderdomsvoor
ziening valt, verplicht verzekerd wordt, doch dat hem
daarvoor per maand 1,50 van zijn uitkering wordt in
gehouden. Dus iemand in klasse III, waarin Leeuwarden
valt, die op 1 Januari de hoogste uitkering 72,
ontvangt, omdat hij geen andere inkomsten heeft, be
taalt daarvan 1,50 per maand zelf als bijdrage voor
de verplichte verzekering. Zulke mensen moeten er een
uitkering bij ontvangen van Sociale Zaken, wat ook
dikwijls geschiedt.
Er is nog een categorie, welke niet in aanmerking
komt voor een dezer uitkeringen; spr. bedoelt hen, die
juist boven de norm liggen wat hun jaarlijkse inkomsten
betreft, door eigen verzekering of pensioen, invalidi-
teitsuitkering of iets dergelijks. Dezen verkeren in de-