Vergadering van Woensdag 10 Januari 1951
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 10 Januari 1951. 1
Aanwezig: 32 leden.
Afwezig: de heren Schootstra, V. d. Veen en V. d.
Wal.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededelingen.
2. Benoeming van leden van het Bestuur van de
Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbe-
roon, wegens periodieke aftreding van Mevr. G. den
foutingvan Haselen en de heren H. Rijpma en P.
Graafsma (bijl. no. 8).
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlenen van eervol ontslag aan G. H. van der
doop, als onderwijzer aan gemeenteschool no. 28, te
Lekkum (bijl. no. 3).
4. Alsvoren tot overneming in eigendom van de
stoepen, gelegen voor de percelen Breedstraat nos. 44,
12, 52a, 54, 55, 64, 65 en voor het perceel Nieuwe-
ouren 118 (zijde Breedstraat) (bijl. no. 2).
5. Alsvoren tot onbewoonbaarverklaring van de
voningen Camstraburen nos. 7, 9, 11, 13, 15 en 17,
Bollemanssteeg no. 5boven. Cambuursterpad no. 28 en
Kloostersteeg no. 11 (bijl. no. 1).
6. Alsvoren tot vaststelling van de vergoedingen,
edoeld in art. 101 bis der Lager Onderwijswet 1920,
ver 1949 (bijl. no. 4).
7. Alsvoren tot vaststelling van de vergoedingen,
bedoeld in art. 103 der Lager Onderwijswet 1920, over
949 (bijl. no. 5).
8. Alsvoren tot het aangaan van een gemeenschap-
elijke regeling tot vorming van een bureau, genaamd
Het landelijk bureau voor examens voor akten voor
leuteronderwijs" en tot instelling van een orgaan voor
de vervulling van de taak van dat bureau (bijl. no. 7).
9. Alsvoren tot wijziging van de gemeentebegroting
n van de begrotingen van het Gemeentelijk Electrici-
iitbedrijf, van de Gemeente Gasfabriek, van het
;emeentelijk Grondbedrijf, van het Gemeentelijk Wo-
ingbedrijf, van het bedrijf der Gemeentewerken, van
1 et Stadsziekenhuis en van de Gemeentelijke Instelling
oor Maatschappelijk Hulpbetoon, voor het dienstjaar
949.
10. Alsvoren tot het aanleggen van straten enz.
t.b.v. de te bouwen 270 étagewoningen, ten Zuiden
van het Schapendijkje (bijl. no. 9).
11. Alsvoren tot het bouwen van 40 garnizoens-
oningen, 48 woningwet-woningen en 20 woningwet-
oningen ten Zuiden van het Schapendijkje en ten
Zuiden van de Julianalaan (bijl. no. 6).
12. Alsvoren om te bepalen, dat de bevoegdheid
at vaststelling, wijziging of intrekking van maatregelen,
is bedoeld in art. 4 van het Wegenverkeersreglement,
al worden uitgeoefend door Burgemeester en Wet
houders (bijl, no. 10).
'unt 1.
De Voorzitter deelt mede:
a. dat Ged. Staten van Friesland hebben goedge
keurd:
de raadsbesluiten van 1 November 1950:
tot aankoop van het perceel Harlingertrekweg 74;
tot verkoop van industrieterrein aan de Snekertrek-
weg en
tot verpachting van een perceel land (proeftuin) aan
ie Huizumerlaan;
het raadsbesluit van 13 December 1950:
tot verkoop van de fabrieksterreinen met opstallen,
gelegen ten noorden van de Huizumerlaan.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. dat zijn ingekomen:
1een verzoek van de gezamenlijke bewoners van
de Badweg. om langs deze weg enige lichtpunten te
plaatsen.
Voorgesteld wordt het verzoek in handen van B. en
W. te stellen om prae-advies.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
2. een verzoek van het college van Burgemeester
en Wethouders van De Wijk, om adhaesie te betuigen
aan de motie van de raad dier gemeente, in welke
motie wordt aangedrongen op vervanging van de
wegenbelasting.
Voorgesteld wordt het verzoek, als zijnde onge
tekend, ter zijde te leggen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
3. een verzoek van de raad der gemeente Finster-
wolde, om adhaesie te betuigen aan het verzoek van
die raad, gericht aan de Regering en de Tweede Kamer,
om de voorgenomen maatregelen om de gemeenteraad
uit zijn functie te zetten en een Regeringscommissaris
te benoemen, niet door te voeren.
Voorgesteld wordt het verzoek, als zijnde ongetekend,
ter zijde te leggen.
De heer Beuving acht het stuk van de raad van Fin-
sterwolde toch wel van belang.
Spr. gelooft niet, dat hij over deze zaak behoeft uit
te weiden. Ze zal zeer zeker bekend zijn. Dit verzoek
is wel van zoveel belang, dat het, ook al zou het onge
tekend zijn. toch in behandeling zal behoren te worden
genomen. In Finsterwolde
De Voorzitter onderbreekt de heer Beuving met de
opmerking, dat gesproken dient te worden over de
vraag van orde, n.l. de vraag, of het verzoek al dan
niet in behandeling zal kunnen worden genomen. Zo
ja, dan kan gesproken worden over de inhoud.
De heer Beuving verzoekt, de raad te laten uit
spreken, of dit ongetekend verzoek in behandeling kan
worden genomen.
De Voorzitter zou dan namens het college de heer
Beuving willen antwoorden, dat B. en W. bij hun voor
stel blijven.
Het is gebruik, dat, wanneer aan de raad van een
gemeente een verzoek wordt gedaan, dit stuk tenminste,
zo al niet de eis wordt gesteld, krachtens de Zegelwet,
dat het gezegeld moet zijn, door de afzender behoort
te zijn ondertekend. Men kan van een gemeenteraad
niet verlangen, dat hij ingaat op elk stuk, dat men hem
maar ongetekend belieft toe te sturen. De raad is zo
pas accoord gegaan met het voorstel, om het verzoek
van het gemeentebestuur van De V/ijk op dezelfde
wijze te behandelen. Spr. meent, dat, waar dit zojuist
al door de raad is besloten, deze op het ogenblik t.a.v.
het verzoek van het gemeentebestuur van Finsterwolde
niet anders kan handelen.
Spr. vraagt, of de raad met het voorgestelde accoord
kan gaan, tenzij de heer Beuving in tweede instantie
nog het woord verlangt.
De heer Beuving: Ja. Spr. gelooft toch wel, dat de
zaak van zoveel belang is, dat hij overweegt een voor
stel te doen, om dit stuk te behandelen.
De Voorzitter vraagt, of het voorstel ondersteund
zou worden.
Daar dit niet het geval blijkt, meent spr., dat het niet
veel nut heeft, dat de heer Beuving een dergelijk voor
stel aan de raad doet.
Spr. kan vervolgens constateren, dat de raad accoord
gaat (met de stem van de heer Beuving tegen) met het
voorstel van B. en W. om dit stuk als niet getekend ter
zijde te leggen.