Raadsvergadering van Woensdag 31 Jan. 1951 "v*«- J 4 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 10 Januari 1951. V R a. b. V V V V V V Spr. gelooft echter niet, voor zover hij de zaak heeft kunnen bekijken, dat zo'n bepaling in deze bestekken enig nut heeft. De heer Vellenga meende, dat hij onder de zwijgende toestemming van de Voorzitter zo had hij het althans uitgelegd maar op één punt buiten de orde was, n.l. toen hij even een tijdelijk uitstapje naar het rusthuis maakte en dat het andere punt wel verband met de onderhavige zaak hield, omdat bij de ter inzage gelegde stukken ook de besteksbepalingen lagen. Spr. is dankbaar voor wat hij van de wethouder heeft gehoord, vooral wat de materie van het rusthuis be treft. Overigens zou spr. zeggen: laat men die kwestie van de besteksbepalingen eens bekijken. Hij kan zich wel voorstellen, dat er technische moeilijkheden aan verbonden zijn, maar misschien zou het wel zin kunnen hebben, ze in de geest, als door hem bedoeld, te wij zigen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 10). De heer Pols heeft bij de begroting gevraagd, of, gezien de belangrijkheid van het verkeer, zo langzamer hand voor Leeuwarden niet de tijd aanbreekt hier een speciale instantie te scheppen; spr. heeft toen een ad viescommissie genoemd, die B. en W. t.a.v. deze zeer belangrijke materie zou kunnen adviseren. Uit het ant woord van het college bleek, dat deze commissie er al was: spr. had dat kunnen weten, want hij zat er zelf in (Vrolijkheid), maar het was hem ontgaan, omdat de commissie in geen jaren samen was geweest. Nu had hij bij dit voorstel gedacht, dat B. en W. hier een ver binding hadden gemaakt tussen de bestaande commissie en het college. Dit leek hem, al wil hij niet twijfelen aan de deskundigheid van het college aangaande verkeers zaken, toch wel wenselijk, gezien het feit, dat deze materie steeds moeilijker wordt. Men wil hier een situatie voortzetten, die sedert 1928 niet is bekrachtigd. Er is in deze kleine 25 jaar op het gebied van het ver keer nogal iets veranderd. Het verkeer in de binnen stad wordt dermate druk, dat in de toekomst wel eens maatregelen zullen moeten worden genomen, die voor het bedrijfs- en zakenleven niet erg prettig zijn. Daarom zou spr. willen vragen: is het mogelijk een verbinding te maken tussen het college en de ,,verkeerscommissie als hij deze zo mag noemen? Nu is het niet spr.'s bedoeling, om bij elk bordje, dat hier of daar gespijkerd zal moeten worden, deze com missie in te schakelen, maar hij zou toch willen ver zoeken, om deze commissie in te schakelen, als het gaat om de grote lijn in het verkeer in Leeuwarden. De Voorzitter zal namens het college antwoorden. Spr. gelooft, dat bij de heer Pols een misverstand bestaat t.a.v. de taak van een bepaalde commissie. Er zijn, als hij zich niet vergist, twee commissies, een com missie voor het veemarktvraagstuk en een voor het par- keervraagstuk, maar de verschillende onderwerpen, waar het in dit voorstel om gaat, bestrijken een veel ruimer terrein. Dit zijn voor een heel groot deel zaken, die met de commissie, waar de heer Pols op doelt, niets te maken hebben. Nu hebben B. en W. t.a.v. deze zaken niet behoefte gevoeld aan verdere voorlichting dan door de instanties, die hun in dezen plegen voor te lichten. Dat zijn, voor zover dat nodig is, de Direc teur der Gemeentewerken en overigens de Politie, die ook een verkeersafdeling heeft. Tot dusverre hebben B. en W. niet gemerkt, dat die voorlichting onvol doende zou zijn en zeker niet in die mate onvoldoende, dat behoefte zou bestaan aan het inschakelen van nog Daar de zaak hier plotseling ter tafel gebracht word- spr. heeft uiteraard geen nader overleg met het col lege kunnen plegen zou hij de heer Pols willen zeg gen, dat B. en W. gaarne bereid zijn de zaak in het college nader te overwegen, maar dit behoeft dan ver der geen verband te houden met het al of niet aan nemen van dit voorstel. Het instellen van een com missie van bijstand uit de raad kan hier naast staan Spr.'s aanvankelijke mening is echter, dat de practijk uitgewezen heeft, dat die behoefte niet bestaat. De heer Pols wil er graag nog even iets van zeggen Hij heeft blijkbaar de commissie, waar hij zelf in zit niet helemaal goed door gehad. (Gelach). Spr. zit met de moeilijkheid, dat hij op zijn opmerkinc in de sectie, dat ook in andere steden van het land B en W. zich laten bijstaan door deskundigen en menser uit het bedrijfsleven, ten antwoord heeft gekregen, dat een commissie, als door hem bedoeld, eigenlijk al in 1947 was benoemd. Het kan zijn, dat spr. mis is, maar dan is hij op het verkeerde spoor gekomen door he antwoord, dat hij in de Mem.v.A. heeft gekregen. Wat de materie zelf betreft, waarom het hier gaat. spr. meent, dat men in het belang van de stad in de toekomst zal moeten overgaan tot een parkeer- of stop verbod wachtverbod. zoals het in de nieuwe wetgeving wordt genoemd) en dat zal voor de zakenmensen niet prettig zijn. Hij zou het dan ook van belang vinden, dat er dan een commissie van deskundigen is, die slechts adviserend zou kunnen optreden. Iemand, die geregeld aan het verkeer deelneem weet, dat Leeuwarden in de toekomst vele verkeers problemen krijgt op te lossen. Spr. meent, dat B. en W. dan veel plezier zullen kunnen hebben van een com missie van bijstand op dit gebied. De Voorzitter heeft, wat het eerste, door de heer Pols behandelde, punt betreft, het gevoel, dat hier ee misverstand bestaat i.z. hetgeen bij de begroting is be handeld en ook i.z. het verband, dat de heer Pols t.a.v. deze materie legt. Spr. zou moeten navragen, wat eigen lijk precies in de sectie is behandeld en moeten naleze wat is geantwoord. Hij kan het op het ogenblik niet anders zien dan zoals hij het in eerste instantie hee t gezegd. Wat het andere, door de heer Pols besproken, punt aangaat: de wenselijkheid van voorlichting van het co - lege door deskundigen, de situatie is zo, dat B. en V zich nu reeds door deskundigen laten voorlichten. Sp heeft zopas de diensten van Gem.werken en Politie g - noemd, maar bij een bepaalde moeilijke situatie garn B. en W. ook wel eens verder en vragen dan de voo - lichting van de A.N.W.B. of de K.N.A.C. of van beid*. Dat is tot dusverre wel bij herhaling gebeurd en B. en W. hebben van sommige dier adviezen ook wel ee is groot nut gehad. Of zij in de toekomst behoefte zullen hebben aan verdere voorlichting? Tot dusverre is hi n die behoefte niet in die mate gebleken, dat zij nu al tot instelling van een adviescommissie zouden willen overgaan. Maar spr. moge herhalen, dat hij gaarne bereid s, over deze aangelegenheid in de kring van het ge meentebestuur nader te praten en wanneer in de toe komst mocht blijken, dat die behoefte toch werkeli k groter zou worden dan ze nu is, dan willen B. en graag gaan in de richting, die de heer Pols thans heeft aangeduid. Op het ogenblik echter meent spr. toch hij een, zij het voorlopige, afwijzing te moeten persisteren- Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voors el van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Aanwezig: 30 leden. Afwezig: de heren Kamstra, V. d. Meer, Schootstra, Visser en V. d. Wal. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de raadsver- g dering van 13 December 1950. 2. Mededelingen. 3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot h t verlenen van eervol ontslag aan F. Polet, als ge meente-ontvanger (bijlage no. 16). 4. Alsvoren tot het verlenen van eervol ontslag aan nej. H. J. Loman, als onderwijzeres aan gemeenteschool no. 17 (bijlage no. 11). 5. Alsvoren tot benoeming van een onderwijzer aan gemeentescholen nos. 10 en 28 (bijlage no. 19). 6. Alsvoren tot aankoop van grond voor de bouw an een transformatorstation te Swichum (bijlage no. 12). Alsvoren tot aankoop van grond aan het Olde- hoofsterkerkhof (bijlage no. 13). 8. Alsvoren tot aankoop van de panden Harlinger- trekweg nos. 66 en 67 en van een perceel weiland bij de lieuwlandsweg (bijlage no. 17). 9. Alsvoren tot wijziging van de voorwaarden, ge steld in het raadsbesluit, d.d. 13 December 1950, no. 11122, tot verkoop van een gedeelte van het fabrieks terrein en opstallen van de voormalige Gasfabriek ten Noorden van de Huizumerlaan, alsmede tot het ver strekken van een geldlening aan de Fa. D. J. Steensma en Zn. (bijlage no. 24). 10. Alsvoren tot herziening van het uitbreidings plan voor de gemeente Leeuwarden voor de terreinen, gelegen ten Zuiden van de Harlingerstraatweg en ten Westen van de uitmonding van de Bildtsestraat, als mede tot vaststelling van bebouwingsvoorschriften voor deze terreinen (bijlage no. 20). 11. Alsvoren tot vaststelling van het kostenbedrag, bedoeld in art. 55bis der Lager-onderwijswet 1920 en tot toekenning van voorschotten ingevolge art. 103, 6e lid, der Lager-onderwijswet 1920 aan de bijzondere scholen, beide voor 1951 (bijlage no. 14). 12. Alsvoren tot vaststelling van het getal weke lijkse lesuren in vakonderwijs en tot toekenning van oorschotten aan bijzondere scholen, beide voor 1951 (bijlage no. 15). 13. Alsvoren tot vaststelling van het kostenbedrag, bedoeld in de artt. 32, le lid, en 34, 4e lid, van het besluit Buitengewoon Lager Onderwijs 1949 en tot toe kenning van voorschotten aan bijzondere scholen, beide voor 1951 (bijlage no. 18). 14. Alsvoren tot het verstrekken van een renteloos voorschot aan de Stichting Zomerverblijven Gemeente werken ,,De Schakelalsmede tot wijziging van de gemeentebegroting en de begroting der kapitaalsinkom sten en -uitgaven van het bedrijf der Gemeentewerken voor het dienstjaar 1951 (bijlage no. 23). 15. Alsvoren tot het aangaan van een rekening courant-overeenkomst met de N.V. Bank voor Neder- andsche Gemeenten, te 's-Gravenhage (bijlage no. 22). 16. Alsvoren tot voorlopige vaststelling van de •alansen op 31 December 1949 en van de verlies- en winstrekeningen en de rekeningen van baten en lasten en kapitaalsinkomsten en -uitgaven over 1949 van: 1 de Gemeente-Lichtbedrijven; 2. het Gemeentelijk Grondbedrijf; 3. het Gemeentelijk Woningbedrijf; 4. het bedrijf der Gemeentereiniging; 5. het bedrijf der Gemeentewerken; 6. het Openbaar Slachthuis. 1Alsvoren tot goedkeuring van de rekeningen over 1949 van: 1het Stadsziekenhuis; 2. het Nieuwe Stadsweeshuis; 3. de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk Hulpbetoon. 18. Alsvoren tot voorlopige vaststelling van de ge meenterekening, dienst 1949, met verantwoording van Burgemeester en Wethouders. 19. Alsvoren tot wijziging van de verordening op de heffing van straatbelasting, alsmede van de ver ordening op de heffing van een vergoeding voor het gebruik van gemeentegebouwen (bijlage no. 21). Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De Voorzitter deelt mede: a. dat Ged. Staten van Friesland hebben goedge keurd: het raadsbesluit van 13 December 1950 tot aankoop van een perceel grond, gelegen aan de Nieuweburen; de raadsbesluiten van 22 November 1950 tot: het verhuren van een strook grond, deel uitmakende van het terrein van het Openbaar Slachthuis; het verpachten van een perceel gardeniersland, ge legen aan de Badweg; het verpachten van twee percelen hooiland, gelegen nabij het Ouddeel; afstand in erfpacht van bouwterrein, gelegen aan de Goudenregenstraat; het raadsbesluit van 13 December 1950 tot verkoop van industrieterrein, gelegen ten Zuiden van de Sneker- trekweg; het raadsbesluit van 1 November 1950 tot wijziging van de Bouwverordening; het raadsbesluit van 17 Mei 1950 tot herziening van het uitbreidingsplan met betrekking tot gronden, ge legen ten Zuiden van het Schapendijkje en grenzende aan de spoorlijn Leeuwarden-Stiens en tot vaststelling van de bij deze herziening behorende bebouwingsvoor schriften; b. dat bij Kon. besluit is goedgekeurd het raadsbe sluit van 30 Augustus 1950 tot vaststelling van de ver ordening op de heffing en invordering van rechten, als bedoeld in art. 21 der Besmettelijke-Ziektenwet (Stbl. 1928. no. 265); c. dat zijn ingekomen: I. rapporten omtrent de verificatie van de centrale kas en omtrent de verificatie van kas en boeken van: 1. het Openbaar Slachthuis; 2. de Gem. Dienst voor Sociale Zaken; 3. de Gem. Lichtbedrijven; 4. de woningstichting ,,St. Joseph"; 5. de arbeiders-woningbouwver. „Beter Wonen"; De mededelingen sub a, b en c worden voor ken nisgeving aangenomen. II. een verzoek van het Bestuur van de School stichting „St. Joannes de Dooper", alhier, om, ingevolge het bepaalde in art. 72 der L.O.-wet 1920, medewerking te verlenen voor de stichting van een gymnastieklokaal; Het verzoek wordt in handen van B. en W. gesteld om prae-advies. III. een schrijven van de stichting „Protestants- Christelijke Gezinszorg in Leeuwarden", waarbij wordt medegedeeld, dat het tot de raad gerichte adres om trent de verdeling van het subsidiebedrag t.b.v. de gezinszorg, wordt ingetrokken. Voor kennisgeving aangenomen. IV. berichten van verhindering van de heren V. d. Meer en Visser. Voor kennisgeving aangenomen. Punten 3 en 4 (bijl. nos. 16 en 11). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1951 | | pagina 1