2 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Mei 1951. gemeente fan notaris Ottema yn dy omkriten in lyts stikje lan kocht hat. Nei oanlieding fan dat punt hat spr. doedestiids frege, hwat de bistimming wêze soe fan it Borniapark, dat dêrre eartiids bistie, mar dat yn 'e oarloch hielendal ütroege is. Dy groun leit der nou altiten mar hinne en kin sünder to folie muoite wer ynrjochte wurde as parkje. Nou liket it spr. tige fan bilang ta, dat hy yn dit forban syn fraech fan doe herhellet: Hwat sil de gemeente mei de groun en mei it stikje, dat der nou wer bykomt, dwaen? De wethalder hat spr. yndertiid andere, dat hwat barre soe, sünder mis yn it bilang fan de gemeente wêze soe. Dat nimt spr. fansels wol graech oan, mar hy soe syn fraech presizer biandere ha wolle. Yn elts gefal soe hy graech witte wolle, hwat mei dy groun dêrre barre sil. Yn it ütwreide stêdsdiel fan Huzum is it nedich in park to hawwen. Dêrom trunet spr. der op oan, dat men dêr yn 'e takomst wer in Borniapark krijt. De heer Witteveen (weth.) zegt, dat dit park al ver schillende keren in de raad ter sprake kwam. Dat hier omtrent nog geen concreet voorstel van B. en W. is ge weest, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat deze zaak tot dusverre nog niet geheel rond lag. Men kent de geschiedenis van de Borniastraat. Deze straat liep niet door; ze was versperd door particulier bezit van nota ris Ottema. Het is B. en W. echter gelukt deze strook aan te kopen en het is hun thans eveneens gelukt een perceel land te kopen, dat aan het door te trekken verlengde van de Borniastraat ligt, zodat zij het bezit van het Borniapark met beide genoemde aankopen heb ben kunnen completeren. Dit park is op het ogenblik belast met een voetpad naar het achtergelegen sport terrein, op zichzelf allerminst een gelukkige oplossing. Het heeft altijd in de bedoeling van B. en W. gelegen, om, als zij deze zaak zouden kunnen afronden, in ieder geval de Borniastraat door te trekken. Dit kan thans, zo hopen zij, binnen zeer afzienbare tijd plaats hebben. Dan komt in de tweede plaats aan de orde de vraag: wat gaat de gemeente met deze grond doen? Er is meer dan één mogelijkheid. Men kan er weer een park van maken, maar er ook een andere bestemming aan geven. Vooruitlopende op de plannen, waarmee B. en W. hoogstwaarschijnlijk binnen zeer afzienbare tijd bij de raad zullen komen, meent spr. wel even te kunnen mededelen, dat het doel van deze plannen, zoals ze op het ogenblik bij B. en W. liggen, is in dit park, dus aan de Borniastraat, een soort flat te bouwen voor bejaarden. Deze plannen zijn op het ogenblik in studie, maar zijn nog niet rijp. Misschien dat er, als zij aan de raad voorgelegd worden, ook een voorstel zal komen tot behoud van het park van de zijde van diegenen, die het minder prettig zullen vinden, dat een deel van het parkoppervlak met de bouw zal zijn gemoeid. Een ander deel van het terrein echter zal zeer zeker park blijven en het geheel zal dus een nuttige bestemming krijgen. Het zal de raadsleden dus niet verwonderen, dat, aan gezien deze zaak nog zeer vaag lag, ook wat de eigen dom van grond en de mogelijkheden betrof, B. en W. niet eerder met een voorstel omtrent de toekomstige bestemming van het Borniapark zijn gekomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 6, 7, 8 en 9 (bijl. nos. 106, 100, 94 en 99). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punten 10 en 11 (bijl. nos. 95 en 105). De hear Hartstra soe efkes de punten 10 en 11 kom- binearje wolle nei oanlieding van de folgjende opmer king. It is by üs, sa seit spr., altiten wenstich, dat foar boulan in hegere hierpriis jildt as foar greidlan en nou is it hjir krekt oarsom. It boulan wurdt forhierd foar mar twa tredde fan de priis, dy't foar it greidlan frege wurdt. De heer Witteveen (weth.) overrompelt deze vraag een klein beetje, omdat hij nu toevallig met dit geva niet zo heel erg op de hoogte is. Hij kan er alleen van zeggen, dat al deze prijzen natuurlijk zijn gebaseerd op het advies van de deskundige voor de gemeente landerijen. Spr. heeft dit terrein zelf niet in ogenschouw kunnen nemen. Het geval op zichzelf zal echter niet veel betekenis hebben. Spr. kan het verschil niet vak kundig beoordelen, maar de reden is, dat het land, dat aan Braaksma verhuurd zal worden en waarvoor een lagere huurprijs gevraagd wordt dan voor het weiland, in een zeer slechte toestand verkeert. Het schijnt slecht behandeld te zijn, maar de oorzaak daarvan is spr. on bekend. Het is dus niet zo, dat bouwland voor lagere prijs wordt verhuurd dan weiland; de oorzaak zit in de kwaliteit van de grond. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 101)). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 13 (bijl. no. 102). De heer Kamstra vraagt, of het ook mogelijk is, om, nu de veiling meer ruimte krijgt, de toegangsweg over te brengen naar de open ruimte voor de Raadhuis straat, d.w.z. een soort éénrichtingverkeer tot stand te brengen. Met druk verkeer naar en van de veiling ont staan er opstoppingen. De heer W. M. de Jong verheugt zich er over, dat deze overeenkomst tot stand is gekomen, omdat de ve - ling in ruimtenood verkeert. Spr. vindt het echter een beetje jammer, dat men nu voor 10 jaar aan de ver keerssituatie ter plaatse vast zit. Hij meent, dat uit de overgelegde tekening al voortvloeit, dat tegenover de Raadhuisstraat een speciale ingang wordt gemaakt. A s het inderdaad de bedoeling is, om daar zoveel mogeliik éénrichtingverkeer toe te passen, dan zullen zijn be zwaren niet zodanig zijn, dat hij zich tegen dit voorstel zou willen verzetten. Misschien kan de wethouder hie - omtrent iets mededelen. De heer Pols heeft zojuist gehoord, dat de heer Kamstra de uitgang voor de Raadhuisstraat zou willen hebben. (De heer Kamstra: Net andersom: de ingang.) Dan komt de uitgang dus bij de overweg, waarbij men dan weer de moeilijkheid krijgt, dat, als het verkeer na sluiting van de overweg stil ligt, het verkeer van rechts, dat van de veiling komt, nooit door de stroom heen te krijgen is, die uit de Schrans komt. De mooiste oplossing zou zijn, om het verkeer, dat van de veiling komt, het links afslaan te verbieden, het om het eerste circuit van het Zuiderplein heen te leiden en dan pas de Schrans in te laten gaan. Maar dan zit men natuur lijk weer met de overweg, waar dit verkeer dan twee keer doorheen moet. Spr.'s bedoeling is echter, om het verkeer bij de overweg te remmen en het bij de Raad huisstraat rechtuit te laten gaan. De heer W. C. Dijkstra heeft zich bij de beoordeling van dit voorstel afgevraagd, of de gemeente niet te zeer zou worden gebonden, wanneer ze een transactie voor 10 jaren met de Coöperatieve Veiling ,,De Tuinbouw G.A. aangaat. Immers, het gaat om terreinen, die aan sluiten aan het complex, dat gelegen is bij de overweg. Men komt hier dus al heel spoedig voor de vraag te staan, of het ook verband houden kan met de gehele Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Mei 1951. problematiek, die samenhangt met de overweg. Die problematiek is zo gecompliceerd, dat daarvoor binnen fzienbare jaren waarschijnlijk niet een oplossing zal unnen worden gevonden. Spr. denkt aan de mogelijk heid, dat toch wel binnen enkele jaren een partiële erziening zal moeten plaats hebben. Er zal misschien en tunnel voor het voetgangers- of rijwielverkeer of :ts van dien aard komen. Spr.'s vraag is nu, of dit aspect van de zaak in het college onder ogen is gezien i wat daaromtrent de mening van het college is. Mis- ehien kan de Voorzitter, resp. de wethouder, daarover ■dichtingen verschaffen. De heer Witteveen (weth.) weet nog niet precies, oe de verkeerssituatie bij de overweg zal worden. Maar zeer zeker zal ze door deze verandering ver beterd worden. Moet men nu de ingang hebben bij de overweg en de uitgang tegenover de Raadhuisstraat of et andersom? Voor beide mogelijkheden valt z.i. wel ets te zeggen, maar hij gelooft, dat dit een verkeers technische kwestie is, die zich straks bij het gereed komen van deze werkzaamheden automatisch zal op lossen. Bij de spoorwegovergang is vaak een gedrang; er ntstaan dikwijls moeilijke situaties. De heer Pols heeft dat duidelijk geschetst. Vooral nadat de overweg ge goten is geweest, zit het hele verkeer op slot; dan ordt soms de weg voor het verkeer naar de veiling ersperd. Van de andere kant geeft een ingang of uitgang op et vrij drukke kruispunt Verl. SchransRaadhuis raat ook wel enige moeilijkheden en het zal misschien odig zijn het is ook reeds door een der leden van commissie voor Openbare Werken opgemerkt dat punt een of ander verkeerscircuitje aan te leg- n. Het is vanzelfsprekend, dat het verkeer hierdoor i zeer zeker op de spitsdagen en spitsuren zou worden jrbeterd. Ooor de heer W. C. Dijkstra werd iets naar voren ebracht i.z. de termijn van 10 jaar, waarvoor deze .meenkomst geldt en de ter plaatse zo noodzakelijke Dssing. )e veilingterreinen dateren al van vrij lange tijd ge- ':n. Het is daarmee een moeilijk en gecompliceerd al geweest. B. en W. hadden zeer graag gezien, dat ar deze veiling een meer bevredigende oplossing had innen worden gevonden, maar men stuit direct al op moeilijkheid van de vereiste grote investeringen, or beide partijen zou het niet moeilijk geweest zijn zeer geschikt en beter terrein aan te wijzen. Dat dt echter niet in, dat het veilingbestuur, dat hier vast zit, daarmee erg ingenomen zou zijn geweest. :ien het feit, dat de veiling zeer zeker ook een be- i grijk onderdeel van onze stad is, hebben B. en W. met het belang van de veiling rekening moeten len. Er moest worden gezocht naar een compromis, oe de toestand zich in de toekomst en misschien in iabije toekomst zal ontwikkelen, wat het overweg- igstuk betreft, is op het ogenblik met geen moge- i ieid te voorspellen. en W. weten alleen, dat zij het graag zouden 1,1 :n oplossen en de situatie een definitieve vorm en. Maar als men het doet, moet men het goed Het lijkt spr. uitgesloten, dat het vraagstuk met oetgangerstunneltje op te lossen zou zijn. Als men deze zaak begint, moet men een oplossing zoeken, oor de stad representatief is en uit verkeersoogpunt 1 treffend. Op het ogenblik bestaat daarvoor niet de üjkheid. Het zou een dusdanig bedrag vragen, dat le oplossing voor de gemeente niet bereikbaar is. 0 idien vraagt deze ook amovering van heel wat dl en in de omgeving. De zaak is alleen met een 1 ter plaatse niet opgelost. Het is ook de vraag, 1 profiel en de richting van de Schrans gelijk kun- e" Olijven. De Schrans buigt heel sterk af. Men kan dus ook vragende mogelijkheid is er zeker en de wenselijkheid ook of de Verl. Schrans recht door getrokken zou moeten worden; dit zou meebrengen, dat de kop van de Potmarge gedempt en de Wirdumer- poortsbrug vernieuwd en verplaatst zou moeten worden. Dit zijn echter allemaal vraagstukken, die wel vrij serieus in studie zijn geweest en waarover ook ver schillende rapporten en ideeën bij het gemeentebestuur liggen, maar waar men toch voorlopig niet aan toe komt. Dergelijke objecten vragen veel tijd van voorbe reiding en B. en W. vinden het beter hun tijd en energie te besteden aan vraagstukken, die binnen zeer afzien bare tijd bereikbaar zijn. De vraag is: voor hoelang zal de gemeente deze terreinen maximaal kunnen verhuren? De veiling zelf heeft geprobeerd de termijn van 10 jaar verdubbeld te krijgen, maar B. en W. hebben gemeend deze termijn als uiterste te moeten stellen. Spr. wil hier als zijn persoonlijke mening aan toe voegen, dat, als men meent, dat over 10 jaar dit werk aangepakt kan worden, men blijk geeft van een vrij optimistische kijk op de ontwikkeling van de toekomst. Ten slotte heeft ook de veiling genoegen genomen met een huurtermijn van 10 jaar. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 14 (bijl. no. 103). De heer Kamstra zegt, dat hier wordt voorgesteld voor de gemeentelijke drukkerij een snelpers aan te kopen. De degelpers, die van 1929 dateert, is versleten. Revisie is wel mogelijk, maar te kostbaar. Spr. gelooft, dat het een goede gedachte is geweest over te. gaan tot aanschaffing van een snelpers, omdat deze meer mogelijkheden biedt dan de degelpers, ofschoon de snel pers van klein formaat is. Hij vraagt zich echter af, of het bij de tegenwoordige personeelsbezetting van de drukkerij verantwoord is om tot deze aankoop over te gaan. Hij kent de aard en de hoeveelheid van het ge meentelijke drukwerk, dat moet worden vervaardigd, niet. Hij meent, dat, wanneer twee mensen op een druk kerij werken, waar een snelpers is, er voor die pers te veel onproductieve uren zullen komen. Als de pers loopt, blijft er maar één zetter over, want er moet ook één bij de machine blijven. Daarnaast zou spr. de vraag willen stellen, of het de bedoeling is, er in de toekomst of zelfs in de nabije toekomst nog een degelpers bij te nemen. Een snelpers lijkt hem n.l. voor klein werk niet bijzonder geschikt. Of is het mogelijk de tegenwoordige degelpers voor dat kleinere werk te benutten? De heer Geerts (weth.) zegt, dat dit een onderwerp is, dat al eens eerder ter sprake is geweest. In 1947 was het ook al de bedoeling een pers te kopen. Toen is het voorstel, dat bij de begroting werd gedaan, door B. en W. teruggenomen om de zaak nog eens te be kijken. De gemeente heeft de laatste drie jaar nog met de oude machine gewerkt, maar het blijkt nu, dat deze onmogelijk langer mee kan. Het is dus ook niet de be doeling, haar verder nog te gebruiken. Er zal inderdaad meer dan voldoende werk voor de nieuwe pers zijn. Spr. noemt als voorbeeld de kwitanties van de Lichtbedrijven en verder enveloppen e.d., die thans worden gedrukt bij particulieren. Het blijkt, dat werk, in eigen drukkerij vervaardigd, beneden de prijs blijft, die de gemeente bij particuliere drukkerijen moet betalen. Het lijkt spr. heel zeker, dat de gemeente, als men rekening houdt met kostprijs en afschrijving, 1000,per jaar rijker kan worden door meer drukwerk bij de eigen drukkerij te laten vervaar digen. Het is thans nog niet de bedoeling, een degelpers er bij te nemen. Er is op het ogenblik nog niet vol doende werk om twee drukmachines aan het werk te houden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1951 | | pagina 2