12 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Mei 1951. moest uitbreiden. De heer Landstra vroeg, of de ge meente zo snel mogelijk voor straataanleg wilde zorgen. Men moest bouwen. Deze straat diende toen geen enkel belang buiten dat van de L.P.F. De gemeente moest hierin een bedrag van 35.000,investeren. Na enig wikken en wegen, omdat de gemeenschap hier een vrij zwaar offer moest brengen aan een individueel par ticulier bedrijf, werd toch besloten, ter wille van de industrie, dit te doen. Gelukkig kon de gemeente later ook nog Benninga's Fabrieken hiervan mee laten profi teren. Men moet dit even goed begrijpen: de heren Landstra verkochten in, voor hen schijnbaar minder goede, jaren voor zegge 10,de m2 hun best gelegen reserve-uitbreidingsterrein en vroegen in latere jaren, waarin voor hen betere mogelijkheden bestonden, straat- aanleg van de gemeenschap om hun achterterreinen, door henzelf uit toenmalig eigen financieel belang op slot gemaakt, te ontsluiten. En toen de gemeente dit niet vlug genoeg deed, volgde nog zware critiek. Toen klaagde de heer Landstra over de al jaren in slechte toestand verkerende Harlingertrekweg. Maar men heeft dan toch maar kans gezien het daaraan gelegen eigen terrein voor 10,per m2 te verkopen, vrijwel het dub bele van de gemiddelde prijs, die de gemeente tot dus verre heeft gemaakt voor industrieterreinen, die in door snee, wat ligging en kwaliteit betreft, niet minder zijn. Nog een voorbeeld: Eind Februari 1949 zocht de heer Landstra mondeling contact met B. en W. inzake een terrein voor de stich ting van een clichéfabriek. Er was zeer veel haast bij de zaak. 8 Maart 1949 werd dit schriftelijk aangevraagd en op zeer spoedige behandeling aangedrongen, aange zien de tijdelijke overkoepeling, welke zou worden on dergebracht bij de N.V. L.P.F., slechts van tijdelijke aard zou kunnen zijn. Indien de bouw van de clichéfabriek te lang op zich zou laten wachten, zou stagnatie ontstaan. Er was n.l. een N.V. in oprichting, waarin deelnamen de L.P.F., de Leeuwarder Courant en, naar spr. meent, een cliché- bedrijf uit Enschede. De heer Landstra was de exponent, die naar buiten optrad, althans wat de gemeente betrof, en die herhaaldelijk op spoed aandrong. Na enig overleg was er spoedig een zeer geschikt terrein gevonden en reeds 30 Maart d.a.v. was het voorstel met advies van de Directeur der Gemeentewerken bij B. en W. Op 19 April verklaarden B. en W. zich bereid aan de raad voor te stellen aan de op te richten N.V. te verkopen een terrein bij de Snekertrekweg, groot 1044 m2 a 5,50 per m2, een gedeelte van het mooiste, direct beschikbare terrein. 4 Mei ging het voorstel uit en 11 Mei werd conform dit voorstel door de raad besloten. 27 Juni volgde de goedkeuring van Ged. Staten en 16 Juli 1949 had de kadastrale opmeting plaats. Een vluggere behan deling had practisch niet mogelijk kunnen zijn. Boven dien kon de L.P.F. natuurlijk in deze behandelingstijd alle voorbereidingen treffen. En wat gebeurde er nu? Niets! Op de informaties van B. en W. kwam geen ant woord. Ruim 1J/2 jaar later, n.l. in October 1950, ging de Directeur der Gemeentewerken op aandrang van B. en W. een definitief antwoord vragen bij de heer Landstra. De gemeente had n.l. juist naar dit terrein regelmatig vraag. De heer Landstra deed nu alsof zijn neus bloedde en verwees de directeur der Gemeente werken naar de Directie van de Leeuwarder Courant. Hier wist men ook van niets en was men min of meer verbaasd. De heer Landstra deed toen niets en liet B. en W. modderen. Daarop heeft het college toen contact gezocht met het clichébedrijf te Enschede. Het wilde nu eindelijk haring of kuit hebben. Op 25 October 1950 kwam een laconiek briefje, dat werd afgezien van aan koop van het industrieterrein, daar de oprichting van een clichéfabriek vooralsnog niet zou kunnen geschieden. Op 13 December 1950 volgde toen intrekking van het raadsbesluit d.d. 11 Mei 1949. Hiermede heeft spr, dan even de handelwijze van de heer Landstra tegenover het Gemeentebestuur geschetst, Deze durft dan bovendien nog te komen met achterbakse critiek wat B. en W. meermalen is gebleken; deze opmerking wil spr. graag in deze Vergadering even maken èn met openbare critiek, welke bleek uit het Friesch Dagblad. Spr. gelooft, dat hij aan dit geval niets meer behoeft toe te voegen. Een dergelijke handelwijze zou men wel allerminst verwachten van een directeur van een van onze grootste bedrijven, maar dit moet toch wel als een uitwas worden beschouwd en men moet hiermede de algemene toestand zeker niet karakteriserer Wat de prijzen van de industrieterreinen betreft, deze liggen nog vrijwel op voor-oorlogs peil, n.l. van 3, tot 6,per m2. Een enkel zeer mooi terrein met zeer veel straatfront is pas aan de Shell verkocht voor 8, per m2. Niettegenstaande de werkelijk zeer lage prijs zijn er toch nog enkelingen, die hier over klagen en het Friesch Dagblad, zij het in bedekte vorm, onderstreept dit min of meer. Spr. zou voor de raad Leeuwarden met andere soort gelijke steden willen vergelijken; hiermee kan hij aar- tonen, dat Leeuwarden met zijn prijzenpolitiek een zeer goed figuur slaat. Hij begint met Groningen, waar enige tijd gelede i door het Nieuwsblad van het Noorden, als voorganger van het Friesch Dagblad, een soortgelijke campagne, a-s hier gevoerd, tegen het Groninger gemeentebeleid werd ingezet. Na enige verlagingen variëren de prijzen in Groningen nu nog van 8,tot 10,per m2. Zwolle 9,tot 10,- per m2. Deventer voor terreinen, die noch aan het spoor, noch aan het water liggen, 5,50 a 6,en bij ligging aan spoor en water 9,tot 10,50 per m2. Arnhem. Al naar gelang van de ligging, 7,50 tot 12,per m2. Enschede 2,50 tot 6,per m2. Hengelo 4,tot f 6,per m2. Dordrecht geeft uitsluitend tegen erfpacht uit tegen 0,50 tot 0,75 per jaar per m2, wat tegen een cancn van 5 overeenkomt met resp. 10,en 15,p r m2. (Deze terreinen zijn gelegen aan grootscheepsvaa - water en hebben gelegenheid tot spooraansluiting.) Gouda. Nog voorradige terreinen tegen 7,p r m2 en de nieuwe in wording zijnde terreinen vermc - delijk 15,per m2. 's-Hertogenbosch. Nog voorradige terreinen tot du - ver gemiddeld 7,per m2. Deze prijzen gelden voc - lopig eveneens voor de nieuwe terreinen, die pas lat r geheel bouwrijp worden gemaakt. Haarlem. Voor het oudere complex (aangelegd n 1940/41) zijn de prijzen feitelijk 17,50 per m2, doch, gezien de omstandigheden, zijn de prijzen verlaagd t resp. 10,50, 14,en 15,50 per m2. De nieuw c - creëerde terreinen komen gemiddeld op 30,per m2. De uitvoering is echter versoberd, zodat de gemi 1- delde prijs kon worden verlaagd tot 23,per m2. Deze laatste prijs is bij enige aanvragen aangehouden. Enschede en Hengelo liggen zo ongeveer in het vl k van de Leeuwarder prijzen, waarbij men moet bedenkt n, dat het daar veelal zandgronden betreft, terwijl het h r duurdere kleigronden zijn. Overigens blijft Leeuwarden bij een vergelijking met soortgelijke steden ver en ver beneden het gemiddelde. De terreinprijs hier ligt zo ongeveer op de helft van de prijs, waarvoor de heren Landstra vóór de oor) g hun reserveterrein verkochten, n.l. voor 10,per r Emmen geeft ook een sprekend voorbeeld. Ieder weet, dat Emmen een plaats is, die zich vooral op industrie gebied zeer snel heeft ontwikkeld. B. en W. stelden ju st veel prijs op een antwoord van deze gemeente. Er ligc n grote velden braak en het zijn geen dure gronden. 'e kosten van deze terreinen, exclusief kosten van aankoop, variëren in het veengedeelte van 5,tot 6,p r m2 en het zandgedeelte van 3,tot 4,— per ru in deze kosten zijn begrepen het verwijderen van alle Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 16 Mei 1951. 13 ware grond en van het veen en het weer aanvullen met zuiver zand, benevens de verharding van hoofdwegen. Kosten van riolering zijn hier niet in begrepen, omdat het rioleringstelsel niet van te voren kan worden vast gesteld. Het is ook niet bekend, welke industrieën hier gevestigd zullen worden, of ze veel of weinig water lodig zullen hebben. Ook omtrent verkaveling verkeert nen in het onzekere. Hetzelfde geldt ook voor Leeu warden. Meer typische gevallen zijn aan te halen wat de Prijzenpolitiek en de prijzenmogelijkheden betreft. Een ondernemer dit is een voorbeeld van zeer ecente datum die zijn bedrijf per se aan de Zuidkant van de stad wil hebben, koopt van een particulier een terrein voor 13,per m2. Aanzienlijke kosten voor het bouwrijp maken hiervan komen nog voor zijn reke ning. Een ander voorbeeld: De heer De Vries, landbouw machinefabrikant, kocht in 1947 van nu wijlen de heer Jeletier een terrein aan de Snekertrekweg voor 5,—- de m2. Hierbij kwamen nog de kosten van de aanleg van de voorgelegen straat en kade. Het Centrale Prijzen- bureau in Den Haag keurde deze prijs niet goed en zo ;on de transactie niet doorgaan. Vorig jaar kocht de gemeente dit terrein voor een lagere prijs en zo kon zij e heer De Vries zijdelings hetzelfde terrein aanbieden tegen een lagere prijs. De prijzencalculatie van deze gemeente kan de ver gelijking met iedere andere soortgelijke stad glansrijk ioorstaan. Maar het is natuurlijk dwaas de stadsprijzen et die van het platteland te vergelijken. Of het mogelijk zal zijn de terreinprijzen op de tegen- oordige basis ook voor de toekomst te kunnen hand- aven, zal afhangen van de offers, die de gemeente kan en wil brengen ten behoeve van de industriële sector. "oorlopig zal er aan het brengen van offers moeilijk te ontkomen zijn, terwijl men hierbij er van uit moet aan, dat door vestiging van levensvatbare bedrijven een compensatie zal volgen. Overigens is het zakelijk en economisch bezien fout, at bij dit soort grondexploitaties door de gemeenschap aak dik geld moet worden bijgepast. Hierdoor is het (enwoordig ook alleen maar mogelijk, dat de be- ordering van industrievestiging van overheidswege geschiedt. Gezond is deze toestand allerminst, maar ook de ge- eente wordt hoe langer hoe meer in deze richting brongen en merkwaardigerwijs mede door de groe- ;n. die overigens geen goed woord hebben voor aller- overheidszaken, vooral wanneer dit met verlies ge- rd gaat. Persoonlijk zou spr. willen waarschuwen or deze gevaarlijke inconsequentie, hans komt spr. bij de anonieme klagers. Hij be treurt, dat om bepaalde redenen namen moesten wor deverzwegen. Dit doet on-Nederlands en on-demo- Jtisch aan. Het dwingt ook B. en W. tot zwijgen, niet om hierover een opmerking te maken en we! deze, dat naar goede Nederlandse traditie het open er gelukkig nog opgeld doet. Gelukkig wordt dit o| n vizier normaliter niet alleen door het Friesch Dag- b. i gepropageerd, maar in de regel geëist, een preten tie die men, naar spr. hoopt, nooit zal prijs geven. Was or deze pretentie hier doorgevoerd, dan zou uit de d ussies mogelijk zijn gebleken, dat het zo ragfijn ge fleerde zijden draadje, waarbij inderdaad een be- me en zachte hand nodig is, misschien een stevige E i is. In de diverse artikelen worden hier en daar verschillende gecamoufleerde insinuaties geplaatst, die, naar spr. s mening, vooral ook uit journalistiek oogpunt 9e- n. onprettig aandoen. Misschien is dit de bedoeling gev eest en dan wil hij graag zeggen, dat, gezien ook de - gemene indruk, deze bedoeling goed geslaagd is. nierbij moet hem echter tevens de vraag van het hart, - bedoelingen en bewoordingen van de geïnter viewden, van wie spr. enkelen van nabij kent, wel ge- nee; verantwoord zijn weergegeven. Spr. komt nu tot de garage-ondernemers; één onder neming is hier met name genoemd en wel de L.A.B.O. De L.A.B.O. vroeg indertijd aan B. en Wh toewijzing van het open terrein naast de bestaande bussengarage aan de Bildtsestraat met vrijwel gelijktijdige indiening van het bebouwingsontwerp. De bebouwingsvoorschrif ten verzetten zich tegen deze bestemming, terwijl de- schoonheidscommissie zowel tegen het plan als tegen de bestemming ernstige bezwaren had. Men moet niet vergeten, dat het hier niet een garage in de gewone zin des woords betreft, maar een soort busstation voor de eigen onderneming. B. en W. deelden de bezwaren en boden de onderneming een zeer geschikt en mooi gelegen terrein aan de Snekertrekweg aan. Dit terrein was toen juist in gemeentehanden overgegaan. De N.T.M. reflecteerde voor hetzelfde doel naar dit ter rein, doch B. en W. hebben gemeend, dit het eerst aan de L.A.B.O. te moeten aanbieden. Toen de L.A.B.O. hier niet op inging, kwam de N.T.M.als zelfde soort bedrijf, maar dan misschien van groter omvang, aan bod, welke onderneming direct op het aanbod inging. B. en W. hebben nóg de overtuiging, inzake de L.A.B.O. verantwoord te hebben gehandeld, maar zij hebben evenzeer de indruk, dat de L.A.B.O. t.a.v. uitbreiding van haar bedrijf in Leeuwarden, om welke zakelijke redenen dan ook, min of meer weifelend was. Van de anonieme garagebouwers met plannen van 1 a 2 millioen, welke plannen al min of meer klaar zouden liggen en waarover al jaren lang onderhan delingen zouden lopen, is bij B. en W. noch bij de dienst iets bekend. Spr. heeft de indruk, dat deze zo ongeveer in hetzelfde vlak liggen als de plannen, die reeds lang bij B. en W. sluimeren, om te komen tot de bouw van 4 a 5000 woningen. B. en W. hebben die ook nog niet aan de Minister voorgelegd. De bekende aanvragen voor garagebouw zijn de vol gende: Een paar jaar geleden is er een informatie geweest i.z. de mogelijke stichting van een garagebedrijf op een van de mooiste punten aan de Harlingerstraatweg. Hoe serieus dit was bedoeld, weten B. en W. niet, maar wel kunnen zij mededelen, dat vooralsnog van hun col lege hiervoor geen medewerking te verwachten is. Dan zijn er twee vrijwel uitgewerkte aanvragen ge weest naar eenzelfde terrein aan de Marnixstraat. Nadat de toezegging tot medewerking op de eerste aanvraag geen verdere gevolgen had, hebben B. en W. ook op de latere aanvraag eenzelfde toezegging gedaan. Ook hierna hebben zij niets meer van dit plan gehoord. Een volgende aanvraag kwam binnen na het gereed komen van de vernieuwde Verlengde Schrans. B. en W. hebben hun volle medewerking hieraan toegezegd en daartoe met bekwame spoed een herziening van het vigerende uitbreidingsplan voorbereid, welke herziening in de vorige vergadering door de raad werd goedge keurd. Of dit plan zal doorgaan, moet afgewacht worden. Dit is alles wat hier bekend is van voorgenomen plannen. Natuurlijk zijn er enkele garages aanzienlijk uitge breid en enkele kleinere, nieuwe, bijgebouwd. Aan iedere serieuze aanvraag is de meeste medewerking verleend. Even natuurlijk is het, dat er ook in deze sector nog van een groot tekort kan worden gesproken. Men krijgt ook hier de indruk, dat de anonieme klagers door eigen onmacht, wat overigens geen schan de is, op de overheid terugvallen. Prettiger zou het zijn, dat men dan niet in een schuilhoek kroop, maar openlijk voor de dag kwam en dat men zich als verstandig mens even goed realiseerde, welke middelen een plaatselijke overheid tegenwoordig ten dienste staan. Ook de planoloog, stedebouwkundige en econoom, allen eveneens anoniem, spreken een woordje mee in de artikelen van het Friesch Dagblad. Spr. voelt eigen-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1951 | | pagina 7