- verdubbeling van het subsidie betreft, zal de post slechts met 1.750,verhoogd worden. Er zijn nog enige gevallen van subsidieverhoging, waaraan niet te ontkomen viel, bijv. de verhoging van de post Zwemonderwijs". De kosten van zwembaden zijn hoger geworden; de Overdekte kwam met het ver zoek om de prijs van 20 ct. tot 24 ct. te verhogen. Vandaar deze verhoging van 2.340, Verder gaat het hier om subsidies, die in hoofdzaak al besproken zijn in de begrotingszitting. Dat zijn o.a. de subsidies Frysk Orkest Ljouwerter Orkest Forban en E.T.I.F. Bij laatstgenoemde subsidieverhoging stellen B. en W. zich voor, dat aangedrongen moet worden op een betere vertegenwoordiging van de gemeenten in dit bestuur. Dit is geen nieuw standpunt van B. en W. Bij de oprichting van het E.T.I.F. hebben B. en W. de oprichters, n.l. de provincie en het bedrijfsleven, ge schreven: „Indien op het voetspoor van de commissie de geraamde bijdrage van de provincie en de gemeenten in de kosten als maatstaf van het belang van die lichamen mag worden beschouwd naar onze mening is dat belang zelfs groter dan komt aan de pro vincie beslissende zeggingschap toe in het bestuur der E.T.I. en zullen hierin de gemeenten minstens even goed als de Kamer van Koophandel vertegenwoordigd moeten zijn. Wij mochten vroeger reeds op de grote belangen van de provinciale hoofdstad bij deze zaak wijzen." Dat is het standpunt, dat B. en W. toen ingenomen hebben. Zij willen er thans in elk geval bij het bestuur van het E.T.I.F. op aandringen, dat de gemeente ook in het bestuur van het instituut vertegenwoordigd zal worden. Dan is verder nog door de heren Tiekstra en Wier- sma gesproken over de kwestie van de 2.400,die is uitgetrokken voor reis- en verblijfkosten van de direc teur der Gemeentereiniging. Deze bedragen zijn inder daad vrij hoog en het is mogelijk, dat, zoals de heer Wiersma zegt, de directeur iets te hoog in de boom heeft gezeten met zijn wensen, maar het is toch niet zo, dat alles ten koste van de gemeente is gegaan. Ook privé heeft het de directeur een heel belangrijk bedrag gekost, omdat hij met zijn gezin hier in een hotel heeft moeten wonen. De kosten voor zijn familie zijn niet door de gemeente vergoed. Spr. gelooft, dat woningruil op dit moment tot stand is gekomen, zodat geen verdere kosten zijn te verwachten, Is er voor B. en W. geen reden geweest om in te grijpen? Op het moment, dat de directeur de woning weigerde, was er geen reden de Verplaatsingskostenverordening niet langer toe te passen. Het is inderdaad wel in overweging geweest, maar de beoordeling van de vraag, of een huis voor zo iemand geschikt is, is natuurlijk in de eerste plaats aan de man zelf. Er zijn hier geen objectieve normen te stellen. Spr. kan wel zeggen, dat B. en W. in andere gevallen, waar de zaak een ietsje duidelijker lag, wèl hebben ingegrepen en hebben gezegd: „Neem dit huis of de vergoeding voor reis- en verblijfkosten wordt verder niet uitgekeerd." Spr. gelooft hiermee de vragen wel voldoende te hebben beantwoord. De heer Tiekstra wil n.a.v. het betoog van de wet houder, dat doorspekt was met cijfers, nog het volgende zeggen. De raad kan nu z.i. wel oordelen over de vraag, of het financieel beleid, zoals het in het afgelopen jaar door het college is gevoerd, goed is geweest of niet. Hij meent, dat men zich kan verheugen over het feit, dat de financiële positie van Leeuwarden gezond is te noemen, in die zin dan, dat de gemeente op tijd ook heeft gezorgd, dat ze voldoende reserve tot haar be schikking hield. Dat ze daarnaast oog heeft gehad voor het feit, dat de nieuwe tijd ook aan de financiering van de gemeentehuishouding hogere eisen stelt en dat 10 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 5 Juli 1951 Punten 18, 19, 20, 21 en 22 (bijl. nos. 138, 130 40, 131 en 132). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorste len van B. en W. Punt 23. De Voorzitter vraagt, wat dit nu met de begr ting uitstaande heeft. De heer Van der Vegte kan ook van achter a> aan beginnen en dan zal men zien, dat hij bij de begr ting terecht komt. De Voorzitter vraagt de heer V. d. Vegte, zie tot een bepaalde post van deze begroting te beperke en niet het algemeen beleid, dat hier niets mee te m ken heeft, er bij te betrekken. De Voorzitter vraagt, over welke post van de be grotingswijziging de heer V. d. Vegte wil spreken. As de hear Van der Meer sa krekt goed harke nat, I hat de wethalder it der oer, dat it jier 1950 in oer kot I fan üngefear 150.000,oplevere hat, mar dan 1 it I dus oan spr. lein hawwe, dat hy yn dy hiele paj ier- I winkel in bytsje fordwaeld is, hwant spr. hat e rne I noteard de post „Unforsjoen" fan 99.000,yn elts I gefal ünder de ton. Fierders wol spr. by dit punt graech efkes oan: iute I by hwat de hear W. M. de Jong sein hat yn forban I mei punt 17: Hwa fan üs hat it einliks noch oan tiid om I dy hiele paperasseboel in bytsje fatsoenlik troch to sjen? I Men mei wol alle dagen hinne en wer nei de lêskeamer I gean en dan hat men noch kans, dat der in oarenien I by de stikken is. Is der net in foarm to finen, dat de I riedsleden in bigreatingswiziging op de ien of oare I manear thus krije? Byg. yn biknopte foarm stencille? I Spr. hat net graech, dat it in soad jild kostje r oat. I De heer Van der Vegte zou naar aanleiding van de I begrotingswijziging van Gemeentewerken graag een I paar algemene opmerkingen willen maken. In Sep- I tember 1950 ontvingen architecten, bouwonderne ners I en loodgieters een schrijven van Bouw- en Wo ing- I toezicht, in opdrrfcht van B. en W., i.z. eisen, waa aan I de riolering zal moeten voldoen. Een van de motieven I voor deze eisen was. dat de materialen voor de sa nen- I stelling van een riolering weer voldoende zij.- te I krijgen. De heer Van der Vegte ziet geen ander punt, waarbij hij kan aanknopen. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Donderdag 5 Juli 1951 ze een gelukkige combinatie heeft gevonden van een voorzichtig financieel beleid met een vooruitstrevend gemeentelijk beleid. Wat de kwestie van de woning voor het genoerde bedrijfshoofd betreft, is spr. bevredigd door het ant woord van de wethouder. Met betrekking tot het E.T.I.F. zou hij dit wi en zeggen: Bij het gemeentebestuur moet deze gedachte leven, dat de aandrang, die door het gemeentebestuur zal moeten worden uitgeoefend tot wijziging van de bestuursbepalingen van het E.T.I.F. ook vruchten moge afwerpen in die zin, dat het gemeentebestuur rreer daadwerkelijk bij het bestuur van genoemd instituut wordt betrokken. De heer Geerts (weth.) heeft eigenlijk weinig meer op te merken, alleen dit: Er is in dezen geen sprake van beleid van het college, maar van het beleid van de ra ad geweest, dat deze uitkomsten heeft gehad. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorste! van B. en W. uit te voeren, dat de raad meer inzicht hierin kan krijgen, bijv. door bestudering thuis. Spr. heeft zopas tegen de heer De Jong gezegd, dat de begrotings wijziging 1951 voor een groot deel een gevolg is van besluiten, door de raad genomen: het zijn meest finan- cieel-technische besluiten. En wat niet financieel-tech- nisch is, is opgenomen in de bijlage bij de begrotings stukken. Bij de begrotingswijziging 1951 was een heel behoorlijke bijlage, bij die van 1950 niet, omdat hetgeen hierin voorkomt, eigenlijk alles financieel-technisch is: misschien zijn er nog enkele andere dingen in, maar deze zijn van zeer weinig belang. In 1950 zijn er 7 begrotingswijzigingen geweest, ook een wijziging van ongeveer dezelfde omvang als de thans behandelde voor 1951 en daar was ook een grote toelichting bij. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. )e heer Van der Vegte heeft de post niet genoteerd. )an lijkt het de Voorzitter toch werkelijk toe, dat de heer V. d. Vegte buiten de orde is. De heer Geerts (weth.) meent, dat de heer Van der Meer, die gevraagd heeft: Wie heeft tijd, al deze zaken na te gaan, blijkbaar wèl tijd heeft gehad, want hij heeft de zaken heel goed nagegaan. In de wijziging van de begroting 1950 staat inder daad een bedrag van 99.000,voor „Onvoorzien". Maar dit is nog niet de eindwijziging. Daarin zal o.a. wo den verwerkt een overschot aan algemene kosten van Gemeentewerken; er zijn n.l. veel kapitaalswerken uitgevoerd als gewone dienstwerken en daardoor kreeg men minder algemene kosten. Vandaar, dat er een bedrag van 60.000,over is en op de begroting komt. De heer V. d. Meer heeft wel gelijk, maar spr. dus ook. Verder vraagt de heer V. d. Meer, of er geen moge lijkheid bestaat om de begrotingswijzigingen zodanig

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1951 | | pagina 6