-
Raadsvergadering van Woensdag 8 Aug. 1951
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 18 Juli 1951.
c. Ten slotte deelt de Voorzitter nog mede, dat de
raadsleden Kromkamp, Pols, Rengelink, Schootstra en
Stobbe berichten van verhindering hebben gezonden.
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt 2 (bijl. no, 144).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 3 (bijl. no. 145).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt:
1. S. Bekius, Baflo;
2. S. A. Ettema, alhier;
3. S. Schaafsma, alhier.
De heren W. M. de Jong en A. Witteveen vormen
het stembureau.
Benoemd wordt de heer Bekius, met 24 stemmen (de
heren Ettema en Schaafsma elk 1 stem).
Punten 4, 5, 6 en 7 (bijl. nos. 146, 142, 143 en 147
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
v
- - .iSu^
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 8 Augustus 1951.
1
Aanwezig; 29 leden.
Afwezig: mevr. Mr Vondeling-van t Hof en de
heren J. K. Dijkstra, Ir Geerts, Santema, Schootstra en
De Vries.
Voorzitter: de heer Mr A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
dering van 4 April 1951.
2. Mededelingen.
3. Beëdiging van de heer H. Schraffordt Koops als
gemeente-ontvanger.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
hei aankopen van het perceel Schoppershof no. 11 (bij
lage no. 149)
Alsvoren tot het overdragen in eigendom van een
gedeelte van de „Boerevaart" of „Dorpsvaart" bij
H; npens aan het waterschap „Het Lanq Deel" (bij
lage no. 152).
Alsvoren tot het verlenen van medewerking aan
de Vereniging tot Stichting en Instandhouding van
Sci olen met de Bijbel te Huizum, voor het aanschaffen
vai nieuwe schoolbanken (bijlage no. 148).
Alsvoren tot het wijzigen van de gemeente-
fa oting, dienstjaar 1951 (bijlage no. 153).
Alsvoren tot het aangaan van een onderhandse
gel ening, groot 1.050.000,met de Pensioenraad
te Gravenhage (bijlage no. 151).
Alsvoren tot het vaststellen van een verordening
op de gemeentelijke cursus voor het onderwijs aan oud-
1 ngen der scholen voor buitengewoon lager onder
wijs (bijlage no. 150).
'unt 1. De notulen worden onveranderd vast
gesteld.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
a. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd:
de raadsbesluiten van 5 Juli 1951 tot:
hei uitgeven in erfpacht van een bouwterrein, ge
degen aan de Lekkumerweg, aan de fa. gebr. J. en H.
Hettei a, alhier;
het aststellen van de verordening, houdende regelen
rekking tot de controle op het geldelijk beheer
boekhouding van de ontvanger en van de andere
geldelijk beheer en boekhouding belaste ambte-
uen, alsmede tot het onderzoek naar de deugdelijk
heid van de rekeningen;
2. de raadsbesluiten van 20 September 1950 tot:
herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen
der gemeente Leeuwarderadeel, met betrekking tot de
gronden, gelegen ten Zuiden van de weg naar Swichum
en ten Oosten van de Wirdumervaart;
herziening van het uitbreidingsplan der gemeente
Leeuwarden, met betrekking tot gronden, gelegen nabij
de 5 vhopinstraat, de Mendelssohnstraat, de Beethoven-
straat en de Sweelinckstraat, met bijbehorende be
bouwingsvoorschriften;
dat zijn ingekomen rapporten omtrent de veri
ficatie van kas en boeken van:
de gemeente-ontvanger en de Gemeentelijke Dienst
voor Sociale Zaken, alsmede omtrent de controle van
■e Centrale Kas;
dat bericht van verhindering is ontvangen van
gende raadsleden: mevr. Vondeling-Van 't Hof
cu de heren J. K. Dijkstra, Geerts, Santema en De
\?ries.
De mededelingen sub a, b en c worden voor kennis
geving aangenomen.
Punt 3.
De heer Schraffordt Koops legt in handen van de
Voorzitter de bij art. 115 der gemeentewet voorge
schreven eden af.
De Voorzitter wenst hem hierna geluk met zijn be
noeming en hoopt, dat hij nog vele jaren in het belang
van de gemeente Leeuwarden en ook tot eigen vol
doening als gemeente-ontvanger werkzaam mag zijn.
De heer Schraffordt Koops dankt de Voorzitter ten
zeerste voor diens vriendelijke woorden.
Punten 4, 5 en 6 (bijlagen nos. 149, 152 en 148).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 7 (bijl. no. 153).
De heer W. C. Dijkstra meent, dat het nauwelijks
behoeft te worden gezegd, dat verbetering van de
Leeuwrikstraat onderdeel van dit voorstel de
instemming van spr. c.s. heeft. Immers, in de lang ge
voelde behoefte om de Leeuwrikstraat rechtstreeks
aansluiting te geven aan de Harlingerstraatweg kan
worden voorzien.
Intussen hopen zij wel, dat het het college mogelijk
zal blijken verdere voorstellen tot partieelsgewijze ver
betering van de Harlingerstraatweg, welke verbetering
in hun ogen nog steeds urgent is, te doen. Spr. heeft
er bij een vroegere gelegenheid al eens op gewezen, dat
de Harlingerstraatweg geen voldoende parkeergelegen
heid voor auto's heeft. Een auto, die men daar tegen
de trottoirband plaatst, staat deels op het rijwielpad,
terwijl een auto, die meer aan de kant van de weg
wordt geplaatst, óf op de weg óf op het gazon moet
staan; het een is natuurlijk evenzeer af te keuren als het
ander. Bovendien moet men, om de rechterkant van de
weg te bereiken, over het gazon rijden, wat dit, vooral
in het natte seizoen, tot een modderpoel maakt.
Belangrijker is evenwel, dat de huizen aan de Har
lingerstraatweg aan zware trillingen onderhevig zijn bij
het intensieve verkeer, dat deze weg passeert. Men ligt
daar in bed te schudden, als vrachtauto's voorbij rijden.
Spr. is geen deskundige en kan niet nagaan, waardoor
dat komt. Het wil hem echter voorkomen, dat dit op
den duur funest voor de woningen moet zijn. Misschien
kan de wethouder de raad iets over de oorzaak mede
delen. Ligt het aan een onvoldoende of een onjuiste
fundering of aan een onjuist wegdek? Enerzijds zouden
spr. e s. dit euvel gaarne onder de aandacht van het
college brengen en anderzijds zouden zij er nog wel iets
over willen horen.
Voorts heeft spr. nog een vraag en een opmerking
over het voorstel in zijn geheel. Doordat bij de stukken
geen kaart van het uitbreidingsplan ter plaatse aan
wezig was, hebben de raadsleden zich persoonlijk niet
kunnen vergewissen van de vraag, of het tracé van dit
verlengstuk inderdaad moet lopen, zoals hier wordt
voorgesteld. Er staat daaromtent een geruststellende
mededeling van de directeur der Gemeentewerken in de
stukken, maar het lijkt spr. c.s. beter, in voorkomende
gevallen ook de raad zelf in de gelegenheid te stellen
zich een oordeel te vormen. Misschien willen B. en W.
een volgende keer een tekening van het uitbreidings
plan, als thans door spr. gevraagd, aan de raad over
leggen.
Ten slotte een verzoek. Zouden B. en W. er naar
kunnen streven, dat de bestaande gesloten bomenrij
zoveel mogelijk in tact wordt gehouden? Uiteraard
kunnen verkeerstechnische of andere redenen zich hier
tegen verzetten. Mocht dit echter niet het geval zijn,
dan verdienen deze oude bomen naar het inzicht van
spr. c.s. te worden gespaard.
De heer Vellenga zou graag een paar opmerkingen
willen maken n.a.v. het onder punt 5 genoemde: „Kos
ten experiment voortgezet lager onderwijs."