Vergadering van Woensdag 29 Augustus 1951
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 Augustus 1951. 1
Aanwezig: 33 leden.
\fwezig: mevr. UijthofMiedema en de heer Sla
terus.
/oorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
fe behandelen punten:
Vaststelling van de notulen van de raadsverga-
dering van 25 April 1951.
2 Mededelingen.
Benoeming van een leraar in de Nederlandse taal
en etterkunde aan het Stedelijk Gymnasium in tijdelijke
dienst.
4. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het in erfpacht afstaan van een perceel bouwterrein,
gelegen aan de Oostzijde van de d'Hondecoeterstraat
alh r, aan Zijlstra, Goudenregenstraat 50, alhier,
(bijlage no. 155).
5. Alsvoren tot het herzien van de rooilijnen met
betrekking tot gronden, gelegen ten Zuiden van de
Var Lennepstraat, alhier (bijlage no. 156).
6. Alsvoren tot het toekennen van een gemeentelijke
marge aan de leerkrachten, verbonden aan de openbare
en l izondere scholen voor buitengewoon lager onder
wijs aan zwakzinnige kinderen (bijlage no. 154).
Alsvoren tot het verlenen van medewerking aan
de ereniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier,
voc het aanschaffen van leermiddelen (bijlage no 157).
Alsvoren tot het verhogen van de gas- en
ele iciteitstarieven van de Gemeente-Lichtbedrijven
(bijlage no. 158).
Punt 1.
notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
a. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd:
1. het raadsbesluit van 20 September 1950 tot her
ziening van het uitbreidingsplan in onderdelen der ge
meente Leeuwarden met betrekking tot de gronden,
gelegen aan de Linnaeusstraat en de Frederik Ruysch-
straa met bijbehorende bebouwingsvoorschriften;
2. het raadsbesluit van 5 Juli 1951 tot verpachting
van percelen weiland, gelegen ten Noorden van de
Boxumerdijk, aan J. W. Koopmans;
3 het raadsbesluit van 8 Augustus 1951 tot het
aangaan van een onderhandse annuïteitslening ad
J '3ü.OOO,met de Pensioenraad te 's-Gravenhage
b. dat zijn ingekomen:
het besluit van de Gedeputeerde Staten van
Friesland van 20 Augustus 1951, no. 85, waarbij de be
slissing omtrent het besluit van de raad der gemeente
Leeuwarden van 16 Mei 1951, tot verkoop van grond
bij de Dokkumer Ee aan de N.V. voorheen A. Kingma
en Zn., voor de tijd van twee maanden wordt verdaagd;
rapporten omtrent de verificatie van kas en
boeken van:
de Gemeente-ontvanger, de Gemeente-Lichtbedrijven
over het 2e kwartaal 1951, de Gemeentereiniging over
het 2e kwartaal 1951, het Openbaar Slachthuis over het
2e kwartaal 1951, de Woningbouwvereniging Beter
Wonen over het le halfjaar 1951, de Woningstichting
"St. Joseph over het le halfjaar 1951, de ambtenaar,
belast met de controle op en de inning van de ver
makelijkheidsbelasting;
3 rapporten omtrent de verificatie van de voor-
schotKas en de legeskas van het hoofd van de afdeling
Algemene Zaken der Gemeente-Secretarie en van de
legeskas van het hoofd van de afdeling Bevolking en
Militaire Zaken der Gemeente-Secretarie;
4. een rapport omtrent de verificatie van de boek
houding en de jaarrekening van de Woningstichting
„St. Joseph' over het jaar 1950;
5. bericht van verhindering van de heer Slaterus;
c. dat B. en W. hebben toegekend aan:
1. de straat, lopende onmiddellijk ten Westen van
en evenwijdig aan de Sabastraat, uit de Curagaostraat
naar de Julianalaan, de naam van Surinamestraat;
2. de straat, lopende uit de Aert van der Neerstraat,
tegenover de Jan van Scorelstraat, in Zuidoostelijke
richting naar de Hobbemastraat en vormende het Zuid
oostelijk verlengstuk van de Jan van Scorelstraat, mede
de naam van Jan van Scorelstraat;
3. de straat, lopende onmiddellijk ten Noordwesten
van en evenwijdig aan de Hondiusstraat, uit de
d'Hondecoeterstraat naar die sub 2, de naam van
Cornells Trooststraat.
Al deze mededelingen worden voor kennisgeving
aangenomen.
Punt 3.
De aanbeveling van het college van curatoren luidt
als volgt:
1. A. C. Bosch, te Groningen;
2. Th. Govaart, te Leiden.
Benoemd wordt de heer Bosch, met 29 stemmen (4
bilj. blanco).
De heren G. de Jong en A. Witteveen vormden het
stembureau.
Punten 4, 5, 6 en 7 (bijl. nos. 155, 156, 154 en 157).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 8 (bijl. no. 158).
De heer W. M. de Jong vindt dit voorstel in de
eerste plaats belangrijk, omdat het weer zo diep ingrijpt
en in de tweede plaats omdat het nu eens een materie
betreft, waarover de raad nog een en ander heeft te
vertellen, waarbij hij althans niet aan handen en voeten
is gebonden aan allerlei bepalingen.
Spr. begrijpt, dat dit voorstel door het college gedaan
is moeten worden. De verhoging van de kolenprijs, die
een ieder met schrik heeft vernomen, kan ook hier niet
zonder gevolgen blijven. In het algemeen meent spr.
weer te moeten verklaren wat hij de vorige keer ook
heeft verklaard, n.l„ dat men aan het doorberekenen
van de hogere kolenprijs niet zal kunnen ontkomen.
Maar het maakt natuurlijk verschil, hoe men dat doet.
Wat het gas betreft, is het spr. duidelijk geworden,
dat zowel bij de directeur der Lichtbedrijven als bij het
college een streven voorzat, om de prijs hiervan zo
weinig mogelijk te verhogen. Het is ook door de raads
leden na te rekenen, dat men met de halve cent ver
hoging uitkomt. T.a.v. het gas acht hij de toelichting
duidelijk en bovendien maar dat is zijn persoonlijke
mening -overtuigend.
T.a.v. de electriciteitstarieven heeft hij niet een toe
lichting kunnen vinden als die voor de gastarieven.
Bovendien zijn de electriciteitstarieven voor een buiten
staander moeilijk te beoordelen. Bij de stukken lag wel
een brief van de directeur der Lichtbedrijven met een
staatje van de tarieven, dat op zichzelf duidelijk was,
maar het was een beetje lastig, dat dit staatje niet over
genomen was in de bijlage. Het was prettiger geweest,
om dat thuis ook even te kunnen bekijken.
Verder zijn er verschillende kleinigheden. Zo is er
bijv. een tarief je voor tijdelijke aansluitingen, dat de
vorige keer buiten beschouwing is gebleven en nu ook