I
2 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 Augustus 1951.
weer. Misschien had dit ook in de toelichting betrokken
kunnen worden. Het is geen zaak van gewicht, maar
waarom blijft dit achterwege?
Zo zijn er tal van kleine incidentele vraagpunten.
Het voornaamste echter wat ontbreekt is een becij
fering van het bedrag, dat men met deze verhoging
tracht te bereiken. In de toelichting staat wel, dat er
55.000,meer verschuldigd is aan het P.E.B. wegens
de verhoging van de kolenbijslag, maar spr. had zo
graag gewild, dat èn de tarieven èn de uitkomsten in
de stukken waren becijferd, zodat gebleken was, hoe
het uiteindelijke bedrag te voorschijn was gebracht.
Spr. is zelf als volgt te werk gegaan.
Hij heeft aan de Mem. v. Toelichting van de begro
ting van het G.E.B. het aantal kWh stroomverbruik
ontleend en daarop de nieuwe verhoging toegepast; dan
komt hij in totaal op een verhoging van 92.700,en
ziet, dat het ruimte dubbel-tarief alleen al 43.000,
te voorschijn zal brengen. Hij zal nu niet een specificatie
geven, maar is wel gaarne bereid om dat desgewenst
te doen. Is spr.'s berekening juist, dan zou er dus
92.700,meer van de afnemers gevraagd worden,
terwijl de gemeente zelf maar 55.000,meer ver
schuldigd is. Wanneer het werkelijk de bedoeling zou
zijn er meer uit te halen in verband met stijging van
andere kosten, dan had toch een toelichting ter zake
niet mogen ontbreken. Spr. stelt zich t.a.v. de electri-
citeitstarieven op hetzelfde standpunt als B. en W.
innemen t.a.v. de gasprijs. Zij verklaren te dien aanzien
pertinent, dat zij met de prijsverhoging niet verder
zullen gaan dan strikt noodzakelijk is. Alleen al op
grond van het feit, dat de electriciteitstarieven 68
meer dan strikt noodzakelijk is worden verhoogd, heeft
spr. bezwaar om zonder meer met dit voorstel mee te
gaan. Dit is wel een beetje aan de hoge kant, want in
April ging het om een verhoging van de kolenprijs van
2,— 6,75 8,75 per ton en thans om een
van 7,per ton. Dat is dus een verhouding als van
5 4. Alleen daarom al had men er met deze verhoging
minder uit behoren te halen (als spr. die uitdrukking
mag gebruiken) dan toen, terwijl de hogere opbrengst
toen slechts 75.000,was. Het feit, dat niet een be
cijfering, als door hem bedoeld, in de stukken voorkomt,
alsmede het feit, dat men naar spr.'s stellige overtuiging
te hoog uitkomt, zijn oorzaak van zijn bezwaar om
straks met dit voorstel mee te gaan.
Dit wilde hij in het algemeen zeggen. Hij komt thans
wat men waarschijnlijk wel verwacht zal hebben
op de rigoureuze verhoging, die het college t.a.v. het
ruimte dubbel-tarief voorstelt.
Hoe is die geargumenteerd? Opnieuw alleen met het
feit, dat de prijs van de meters zo exorbitant hoog is.
Maar kan die hoge prijs twee maal verdisconteerd
worden? Gaat men, als er straks weer een nieuwe ver
hoging van de kolenprijs komt, weer verder met de
nivellering? Spr. stelt die vragen, omdat hij deze zaak
belangrijk acht; hij vraagt zich af, waar de gemeente
met haar tarievenpolitiek heengaat. Een eenvoudige
becijfering wijst uit, dat de afnemers van het ruimte
dubbel-tarief nu over de gehele linie 33 meer moeten
betalen, met inbegrip van het vastrecht.
Als de noodzakelijkheid met de nodige argumenten
wordt aangetoond, valt er over te praten, maar wan
neer dit alleen geschiedt op grond van het argument,
dat de betreffende meters zo veel in prijs zijn gestegen,
kan spr. ditmaal beslist niet met B. en W. meegaan.
Hij vindt het bovendien een eigenaardig argument. Er
bestaat nu eenmaal zoiets als meterhuur en zolang die
bestaat, moet z.i. een verhoging van de meterprijzen
bestreden worden uit verhoging van de meterhuur. Zou
deze alleen gelden voor de nieuwe meters, dan zou de
huur wel wat te hoog kunnen worden en daarom leek
het spr. beter, deze verhoging uit te strijken over de
4.000 ruimte dubbel-tarief meters, die er zijn. Aanvan
kelijk, zo meent hij, bestond daar bezwaar tegen; men
mocht niet meer vragen dan over 1940. Spr. gelooft
echter, dat er bij de prijsbeheersing wel een beetje
souplesse betracht wordt. Er schijnt wel iets mogelijk
te zijn op dit gebied.
Een ander argumentje van de directeur der Lichtbe-
drijven begrijpt spr. ook niet. Er staat in diens brief,
dat de meters, waarvan de prijs zo exorbitant hoog is,
moeilijk te verkrijgen zijn. Spr. meent, dat dit argument
juist tegen verhoging der tarieven pleit. Immers, als die
meters moeilijk te verkrijgen zijn, zullen er voorlopig
niet veel bijkomen en dit kan dan ook niet veel kosten
meebrengen.
Als het inderdaad de bedoeling is om enkel op grond
van de hoge prijs der meters voor het ruimte dubbel-
tarief dit tarief met 33 op te voeren, zal spr. in
tweede instantie een mogelijkheid aan de hand doen
om in dezen tot een compromis te komen. Men zit hier
met geen enkel ander tarief aan het plafond. Deze heb
ben alle een speling van cent. Waarom moet dan
juist het ruimte dubbel-tarief tot het plafond opgevoerd
worden? Dit is te meer de vraag, nu men 37.700,
meer vraagt dan strikt noodzakelijk is.
Hierbij zal spr. het in eerste instantie laten.
De heer Kamstra veronderstelt, dat het niet zonder
bedoeling zal zijn geweest, dat de notulen der verga
dering van 25 April j.l., toen een soortgelijk voorstel
aan de orde was, bij de stukken lagen.
Het heeft spr. c.s. niet verbaasd, dat B. en W. met
een voorstel tot tariefsverhoging zijn gekomen, want
toen de mededeling werd gedaan, dat de kolenprijs
was verhoogd, heeft de Minister direct toestemming
gegeven tot verhoging van de gasprijs met 1 cent
per m3 gas en met 1 cent per kWL electriciteit. liet
voorstel van B. en W. echter vertoont weer dezelfde
j onbillijkheid als het vorige.
Niet de verhoging der gasprijzen heeft in de verga
dering van 25 April aanleiding gegeven tot bespreking,
maar wel die der electriciteitstarieven, en vooral die
van het ruimte dubbel-tarief. Spr. gelooft, dat dit tarief
bij de directeur der Lichtbedrijven en daardoor ook bij
het college maar geen genade kan vinden, want thans al
weer wil men dit meer belasten dan de andere tarieven.
De motivering vindt spr., mèt de heer W. M. de
Jong, wat vreemd. Steeds weer komt men met het ar
gument, dat de meters voor het ruimte dubbel-tarie zo
duur zijn. Spr. heeft voor zich een lijstje van de ver
hogingen van 1940 tot 1951. Het enkel-tarief heeft een
verhoging ondergaan van 20 maar van het ruimte
dubbel-tarief is de verhoging van het hoogtarief 50
en van het laagtarief 150 Hij vindt het voorts niet
juist, dat de verhoging van het ruimte dubbel-tarief ook
wordt toegepast op hen, die dit tarief en dus ook de
meter daarvoor al hebben. Hij meent, dat het ook mo
gelijk is, om degenen, die thans willen overgaan tot het
ruimte dubbel-tarief, een compensatie voor de meerdere
kosten van de meters te laten betalen. Men kan ook
overgaan tot verhoging van de meterhuur, maar dan
moeten ook zij, die al lang afnemer van dit tarief zijn,
meebetalen.
Spr. meent, dat deze verhoging alleen gemotiveerd
kan worden met verhoging van de kolenprijs. Dat is
ten slotte de achtergrond van het geheel. En dan ver
wacht men ook, dat, als de Minister toestemming reeft
voor verhoging der tarieven met 1 cent, dit ook ge leurt
en niet, dat verhoging met of 2 en 1cent piaats
heeft. Dit is niet juist en zeker is het niet juist, dit te
motiveren met de hogere prijs der meters.
Keurt de Minister die ongelijkheid in verhoging wel
goed?
Er is wel toestemming gegeven om de tarieven met
1 cent te verhogen, maar niet om de een meer te 'aten
betalen dan de ander.
De heer Beuving herinnert er aan, dat er door hem
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 29 Augustus 1951.
3
c.s. in de vergadering van 25 April op is gewezen, dat
de inkomsten van het grootste deel der bevolking geen
prijsverhoging voor welk artikel ook kunnen verdragen.
Nu ligt er na enige maanden al weer een voorstel tot
ta iefsverhoging van gas en electriciteit, welke na ver
hoging van de prijs van de brandstof weer een nieuwe
a; nslag op het al te lage levenspeil der arbeiders be
tekent. Spr. c.s. verklaren hier dan ook, dat zij hun
st m tegen iedere verhoging zullen laten horen, omdat
zt worden veroorzaakt door maatregelen, welke er op
zijn gericht om de koopkracht van de bevolking te ver
minderen. Men doet dit, om de millioenen, besteed aan
de voorbereidingen voor een nieuwe wereldoorlog, op
de werkende bevolking te kunnen verhalen. Er is geen
prijzenstop en de lonen worden niet naar verhouding
verhoogd. Dat is het systeem. De ene prijsverhoging
volgt de andere op en het zal de taak zijn van ieder,
die de belangen van de gehele bevolking voorstaat, de
regering te laten weten, niet te willen medewerken aan
een politiek, waarvan armoede en oorlog het gevolg
zijn. Spr.'s partij wil geen oorlog, maar welvaart voor
de gehele bevolking. Hij wil geacht worden tegen dit
voorstel te hebben gestemd.
ie heer Wiersma zegt, dat een paar sprekers hebben
beweerd, dat de beweegredenen tot wijziging van de
v houding tussen het ruimte dubbel- en het ruimte
enkel-tarief eigenlijk alleen gezocht moesten worden
in het feit, dat de prijs van de ruimte dubbel-tarief-
rr :ers exorbitant hoog is en dat ze zeer moeilijk zijn te
v rijgen. Spr. meent evenwel, dat uit het voorstel
v B. en W. blijkt, dat deze bewering niet juist is.
b iat dezen de directeur even aan het woord hebben
gelaten over de verandering in de verhouding der ge-
n :mde tarieven, weliswaar in verband met de aanschaf
der meters, zeggen zij: „Temeer bestaat daartoe aan
leid :ng (dit is dus een tweede argument voor de wijzi-
g; van de verhouding tussen de tarieven), waar door
de inkrimping van het aantal uren zogenaamde spertijd
d oeveelheid kWh. afgenomen in hoogtarief, zeer
bei igrijk zal dalen." Z.i. wordt door de beide sprekers
d irgument geheel verwaarloosd. Spr. twijfelt er niet
of de wethouder kan straks aan de hand van
cij "s een toelichting geven. De heer Kamstra, die op-
me :te, dat de Minister slechts toestemming had ge
geven voor verhoging der tarieven met 1 cent, ant
woordt spr., dat dit juist is, maar de heer Kamstra
mo f niet vergeten, dat hier maar één tarief is, dat met
meer dan één cent wordt verhoogd en dat hier tal van
tar ven zijn, die niet toekomen aan de toegestane; daar
lig! nen hier zelfs vrij ver beneden. Dat zijn z.i. feiten,
die toch niet helemaal verwaarloosd mogen worden.
I >e heer Leffertstra zegt, dat het toeval wil, dat de
raadsleden de notulen van de vergadering van 25 April,
I v in ook verhoging der gas- en electriciteitstarieven
I aan de orde was, terzelfder tijd met het nieuwe voorstel
I in hun bezit kregen.
et lijkt spr. nuttig even stil te staan bij de tariefs-
I verhogingen, die in de loop der tijden hebben plaats
I geh. d. Hij zal proberen kort te zijn. Oorspronkelijk had
I men alleen een enkel-tarief en daarna heeft men uit
financieel-economisch oogpunt daarin verandering ge-
I bracht. Zo is men begonnen met het vastrecht, in com-
I binatie met tariefsplitsing: ruimte dubbel- en ruimte-
I enkeltarief. Nu moet men niet uit het oog verliezen, dat
I jaren geleden de meterhuur en het vastrecht zeer laag
I waren. Men heeft spr. medegedeeld, dat het vastrecht
I thans nog op dezelfde basis wordt geheven als van
I ettelijke jaren geleden, zelfs van voor de oorlog. Hij
I meent, dat voor het vastrecht 72 cent en voor meter-
s Jluur 25 cent als basis is genomen. Destijds heeft men
I het vastrecht zo laag gesteld, omdat velen terugschrok-
Iken van de nieuwe tarieven en vasthielden aan het
I gewone enkel-tarief. In de tegenwoordige tijd oefenen
de basistarieven van 72 en 25 cent niet veel invloed
meer op het huishoudboekje uit. De lonen zijn wel ver
hoogd, maar de regering heeft gemeend, de genoemde
tarieven niet te moeten verhogen. Het is dus vanzelf
sprekend, dat B. en W., resp. de directeur der Licht
bedrijven het benodigde geld willen zien te vinden uit
verhoging van de prijzen per kWh. Nu vindt spr. wel
het is in de vergadering van 25 April al gezegd en
hij is het er mee eens dat het ruimte dubbel-tarief
zeer drastisch is verhoogd. Hij heeft zich een ogenblik
afgevraagd: bereikt men wel het doel met verhoging
van dit tarief, als de meters, daarvoor benodigd, zo
enorm kostbaar zijn? Spr. is er van overtuigd, dat dit
laatste juist is. Die meters komen uit landen in dit
geval voornamelijk Zwitserland waar de valuta
hoog is en de Nederlandse gulden-een beetje scheef
wordt aangekeken. En voorlopig zullen ze ook wel niet
goedkoper worden, maar wel duurder. Wanneer men
zich echter blind staart op de meters, bereikt men niet
met de verhoging van de betreffende tarieven, wat men
zou willen. Het is toch altijd zo, dat er een grote groep
is, die geneigd is te betalen. Of het helemaal billijk is,
een en dezelfde groep telkens meer te belasten dan
andere, is een tweede vraag. Maar zijn er geen andere
middelen om aanschaffing van die meters te voorkomen?
Er is in de vergadering van 25 April medegedeeld, dat
er grote vraag naar is, maar ook een grote achterstand.
En wanneer de vraag is blijven bestaan, is de achter
stand intussen nog veel groter geworden. Spr. weet,
dat electro-technische apparaten vaak uit Dordrecht
komen, maar door een grote brand is daar stagnatie
ontstaan, zodat men voorlopig is aangewezen op Zwit
serland. Men kan zich niet geheel aan de indruk ont
trekken, dat de duurte en de moeilijke verkrijgbaarheid
van de toestellen min of meer een gordijn vormen,
waarachter men zich hier verbergt. Want spr. neemt
aan, dat juist is wat de heer De Jong heeft voorge
rekend, n.l., dat hier meer gevraagd wordt dan nodig
is. Als tegelijkertijd gezegd wordt: de meters zijn duur
en moeilijk te verkrijgen, dan worden de tarieven onge
motiveerd verhoogd. Is het nu niet mogelijk, de aan
vrage aan banden te leggen? Kan men niet bepalen,
dat er per maand maar een zeker aantal meters mag
worden geplaatst, totdat er weer andere tijden aan
breken?
Ten slotte nog dit: De wethouder heeft in de ver
gadering van 25 April gezegd, dat er een 3.000 afne
mers van het ruimte dubbel-tarief zijn en van het enkel
tarief (niet te verwarren met het ruimte enkel-tarief)
14.000. Spr. heeft echter niet gehoord, hoeveel afnemers
het ruimte enkel-tarief heeft, terwijl het hier toch eigen
lijk gaat om de verhouding tussen het ruimte dubbel
en het ruimte enkel-tarief. Spr. wil de tarieven van de
groep, die de laagst-bezoldigden omvat, niet verhogen,
maar hij wil wel eens weten, waarom het ruimte enkel
tarief zo weinig wordt verhoogd.
De heer Tiekstra gelooft, dat men bij de bespreking
van dit voorstel twee dingen uit het oog verliest: ten
eerste het feit, dat men bij de vaststelling van deze
tarieven gebonden is aan de tarievenconstructie van
1939. Dat wil niet zeggen, dat men niet van de eenmaal
vastgestelde constructie kan afwijken, maar wel, dat
in die tarieven verdisconteerd is de vaste vergoeding,
die ongewijzigd bleef. Nu kan men de vraag stellen,
welke motieven men van de zijde der regering heeft
voor het bevriezen van de vaste vergoeding en voor
het toestaan van verhoging der tarieven. Naar spr.'s
mening zou de veronderstelling kunnen gaan in de rich
ting van een streven naar een zoveel mogelijke be
perking van het stroomverbruik. Gelet op de kolen-
positie van ons land, lijkt dit niet onlogisch.
Voorts zou spr. willen opmerken, dat vanavond uit
den treure is gesproken over de verhoging van het
ruimte dubbel-tarief, maar dat er met geen woord ge-