2 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 September 1951.
derde sectie: mevr. Vondeling-Van 't Hof en de heren
Tiekstra, Schootstra, V. d. Meer, K. de Jong, Pols,
W. M. de Jong, Visser, Beuving, Leffertstra en San-
tema.
Volgens art. 60 van het Reglement van Orde is weth. j
Geerts voorzitter van de eerste sectie.
Bij de loting worden aangewezen tot voorzitter van
de tweede sectie weth, J. K. Dijkstra, terwijl weth.
Beeksma mede zitting zal nemen in deze sectie; tot
voorzitter van de derde sectie wordt aangewezen weth.
D. Witteveen,
Punt 3.
Benoemd worden de heren Kamstra en Wiersma, elk
met 29 stemmen, de heer Heijstra met 28 stemmen
(de heer Heitink 1 stem, 1 bilj. van onwaarde en 1
blanco bilj.).
Punt 4 (bijl. no. 160).
De heer Van der Veen heeft het vorige jaar bij de
benoeming der leden van de „Woonruimte-commissie"
vrij uitvoerig de mening van zijn fractie t.a.v. de samen
stelling dezer commissie weergegeven en hij zou thans
in het algemeen willen volstaan met daarnaar te ver
wijzen. Hij zou willen herhalen, dat h.i. in de com
missie, die thans moet worden gekozen, niet dezelfde
personen behoren voor te komen, die ook zitting heb
ben in de commissie, ingesteld op grond van gemeen- j
telijke verordening. Bovendien blijft hij het onjuist j
achten, dat een ambtenaar van de gemeente deel uit
maakt van de commissie, anders dan als adviseur. Hij
zal echter geen nieuw voorstel doen, omdat de be
zwaren, die hij c.s. de vorige keer hebben ontwikkeld,
wel mee werden gevoeld en blijkens de nieuwe samen
stelling voor een groot deel zijn weggenomen.
Spr. uit de hoop, dat de samenstelling der commissie j
de volgende keer nog meer zal gaan in de richting, als
door hem c.s. bedoeld.
Benoemd worden tot leden de heren W. C. Dijkstra
en De Vries, elk met 29 stemmen, mevr. Heijmeijer-
Croon, met 28 stemmen en de heren W. M. de Jong
en Heitink, elk met 25 stemmen (de heren Santema en
Leffertstra elk 4 stemmen, de heer K. J. de Jong 2 stem
men en de heer Kamstra 1 stem, 1 bilj. blanco en 3
blanco stemmen voor afzonderlijke vacatures).
Benoemd worden tot plaatsvervangende leden de
heren Vellenga en Leffertstra (resp. plaatsvervangers
voor de heer W. C. Dijkstra en mevr. Heijmeijer-
Croon), elk met 30 stemmen, en de heren Santema,
K. J. de Jong en Ir. V. d. Vlis (plaatsvervangers voor
de heren De Vries, W. M. de Jong en Heitink), elk
met 29 stemmen (de heren V. d. Meer en V. d. Vegte
elk 1 stem, 1 bilj. blanco en 1 blanco stem voor een der
afzonderlijke vacatures).
Punt 5 (bijl, no. 159).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 6 (bijl. no. 165).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.; de heer J. A. Tolsma wordt met alg.
stemmen benoemd tot onderwijzer aan gem.school no. 2.
Punt 7 (bijl. no. 161).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
W. Dijkstra, alhier.
Benoemd wordt de heer Dijkstra, met alg. stemmen.
Punt 8.
De aanbeveling van het college van curatoren luidt
als volgt:
mej. E. G. Hooijmeijer, te Amsterdam.
Benoemd wordt mej. Hooijmeijer, met alg. stemmen.
De heren Stobbe en Sijbrandij vormden het stem
bureau.
Punt 9 (bijl. no. 162).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 10 (bijl. no. 166).
De heer Kamstra is dit voorstel niet bijzonder sym
pathiek, want men loopt hier z.i. het gevaar, dat men,
om de belangen van een staatsbedrijf te dienen, de
belangen van particuliere bedrijven schaadt. In dit voor
stel wordt het belang van de P.T.T. een algemeen en
dat van de twee particuliere bedrijven een bijzonder
belang genoemd. Waarom nu alleen het verbinden van
de twee gebouwen van P.T.T. een algemeen belang kan
worden genoemd, is spr. niet recht duidelijk, te meer
niet, daar hierdoor het belang van twee particuliere
zaken, deel uitmakende van het Leeuwarder bedrijfs
leven, het z.g. bijzondere belang, wordt geschaad. De
redenen voor het doen praevaleren van het belang van
P.T.T. acht spr. van te weinig betekenis. Wanneer de
P.T.T. het nodig oordeelt, om haar beide gebouwen te
verbinden, dan is dat ook mogelijk, zonder dat de steeg
voor het openbare verkeer wordt afgesloten. Er is toch
ook een bovengrondse verbindingsgang te maken. Een
andere reden, die hier genoemd wordt, is, dat er een
gebouwtje moet worden geplaatst ten behoeve van de
telefoonapparatuur. Spr. twijfelt er heel sterk aan. of
dat een van de redenen is, waarom P.T.T. de steeg in
eigendom wil hebben, want in die steeg staat een aan
tal onbewoonbaar verklaarde woningen, welke zeker
voor dat doel kunnen worden omgebouwd. De zaak is,
dat men de vrije beschikking wil hebben over deze
steeg en daaraan moeten andere belangen opgeofferd
worden. Het wordt in dit voorstel helemaal niet erg
genoemd, dat de grote particuliere bedrijven, waar het
hier om gaat, een stuk verder van de grote weg worden
verdrongen; men zegt, dat ze wel langs een andere weg
zijn te bereiken. Spr. gelooft echter, dat men de weg
door Droevendal niet graag zal nemen; de andere weg,
door het Nieuwstraatje, wordt een bredere straat
genoemd, maar wie daar dagelijks passeert, zal to' de
ontdekking komen, dat, hoewel die straat wel een kiein
beetje breder is, de passage er toch moeilijker is. Deze
straat wordt meermalen per dag geblokkeerd wegens
het laden en lossen ten behoeve van daar gelegen be
drijven. Men noemt het verkeer in de Driekramerssteeg
niet van belang. Door de politie is controle gehouden,
waarbij bleek, dat per uur gemiddeld slechts 5 perso en,
buiten het personeel van de P.T.T., van die steeg ge
bruik maken. Als men nacht en dag samenrekent, komt
men op een totaal van 43.800 voetgangers per jaar. Spr.
weet niet, op welke uren die controle is gehouden, maar
het komt hem voor, dat het aantal een tikje aan de iage
kant is. Zijn vermoeden wordt bevestigd door het be
zwaarschrift van het Friesch Dagblad. Ook vanwege
dit bedrijf is controle gehouden op verschillende tijden
van de dag en men kwam daar tot andere aantallen
voetgangers. Men registreerde daar een totaal aantal
voetgangers van 100.000. Gelukkig wordt het openbaar
belang, dat bij de openbare weg is betrokken, be
schermd en bestaat er in de raad gelegenheid hierover
te spreken.
Met deze kwestie zijn andere belangen gèmoeid dan
alleen die van de P.T.T. Het Friesch Dagblad en de
Handelsdrukkerij Het Leeuwarder Nieuwsblad hebben
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 19 September 1951. 3
hun hoofdingang precies tegenover de Driekramers
steeg en die ingang is vanaf de Tweebaksmarkt te zien.
Wanneer de steeg wordt afgesloten en een gebouwtje
ter plaatse zal verrijzen, wordt het belang van beide
genoemde bedrijven in ernstige mate geschaad. De be-
di iven worden als het ware verdrongen naar een ach
teraf gelegen straat. De motieven, die worden aange
voerd in hun bezwaarschriften, zijn niet overdreven,
maar streng reëel. Het Friesch Dagblad schrijft, dat
deze weg ten eerste van algemeen belang is en ten
tweede van bijzonder belang voor zijn bedrijf en dat
van Het Leeuwarder Nieuwsblad is. Als daarbij dan in
aanmerking wordt genomen de functie, die een dagblad
in het openbare leven vervult, ook van belang voor de
ge eente Leeuwarden, dan heeft spr. ernstig bezwaar
te n dit voorstel. Laat het belang van het staatsbedrijf
der P.T.T., zo zegt hij, dan een algemeen belang zijn,
de belangen van het gemeentelijke bedrijfsleven zijn dat
niei in mindere mate en moeten evenzeer worden ge
diend.
De hear Santema kin him foar fierwei it greatste
pa I oanslute by itjinge, dat de hear Kamstra nei foaren
br< ht hat. Ek by it lézen fan de stikken hat it spr.
blii en dien, dat men oer de motivearring, dy't, byg.
troch de direkteur fan Gemeentewurken, nei foaren
brocht wurdt, net rjocht mear in oardiel foarmje kin.
Yn it skriuwen fan de direkteur wurdt nammentlik sein,
dat eartiids ek al ris in steich oan it forkear ünttrutsen
is; dat wie de steich, dy't roun fan de Weerklank nei
it Noardfliet. Spr. stelt him foar, dat dit net in steich
we hat, hwer't it forkear gelyk wie oan it forkear yn
de 'riekramerssteeg. Hy en syn kollega's fan de Pro
vin- ale Bibleteek witte, trochdat hja der direkt by for-
kea dat yn dizze steich in frij yntensyf forkear is en
de s ers, dy't neamd binne yn de stikken fan B. en W..
lykjt- spr. dan ek abslüt oan 'e lege kant ta. Hy nimt
grae h oan, dat de sifers, neamd yn it biswierskrift fan
it I esch Dagblad, goed binne. Hy leaut net, dat it
diz: cant üt moat, dat men in libben en vitael bidriuw
fan is stêd Ljouwert in sikere libbenskans en ünt-
jowgsmooglikheit üntnimt. Dêrom kin spr. him hielen
dal anslute by itjinge, dat de hear Kamstra hjir nei
foare brocht hat. En hy hopet, dat aensens B. en W.
de 1 vieren, dy't hy c.s. hawwe, wei riddenearje sille,
sad. syn fraksje dit ütste! stypje kin.
De heer Wiersma kan van zijn kant, nadat twee
sprekers voor hem, de heren Kamstra en Santema, enige
bezwaren tegen het voorstel hebben ontwikkeld, kort
zijn :4et kan z.i. niet ontkend worden, dat de beide
bedrij en, door de voorgaande sprekers genoemd, toch
reeds een enigszins geïsoleerde plaats hebben en dat
het contact, dat nog met de openbare weg bestaat, voor
een d el tot stand komt via de onderhavige steeg. Gaat
men ene nu sluiten, dan komen de bedrijven in een ge-
Hee! geïsoleerde positie. In het voorstel wordt van an
dere 'ogelijkheden gesproken om dit contact tot stand
te brengen, maar die mogelijkheden zijn toch in elk
geval lang zo practisch en gemakkelijk niet als de nu
bestaande steeg. Spr. c.s. zullen met dit voorstel ac-
coord :aan, als het voor hen vast staat, dat het alge
meen .elang hier in sterke mate bij gediend is en dan
bedoev hij in dit geval het belang der P.T.T. Als dat
nderc id het geval was, dan zou daarvoor, hoewel het
ammer zou zijn, het particuliere belang moeten wijken.
Pr. c.s zien het echter zo nog niet. Zij geloven niet,
at he:, algemeen belang hier zo overwegend is, en dat
•T. ieigenlijk niet zonder deze steeg kan. En waar
ren. door het voorstel van B. en W. aan te nemen, toch
igenlijk beide genoemde particuliere bedrijven belang-
jjk dupeert, menen spr. c.s., dat zij zich moeten aan-
'uiten bij hen, die bezwaren hebben geopperd tegen dit
'oorstel.
De heer Witteveen (weth.) zegt, dat bij het doen van
dit voorstel tweeërlei belang in aanmerking moest wor
den genomen, n.l. het algemene, openbare of publieke
belang en het belang van P.T.T.
De heer Kamstra heeft het gehad over het algemene
en het bijzondere belang, maar deze liggen beide eigen
lijk vrijwel in hetzelfde vlak.
Het belang van P.T.T. bij het straatje was B. en W.
al spoedig duidelijk. Voor en aleer zij in dezen echter
hun standpunt konden bepalen, moesten zij een peiling
hebben van het algemene belang, ook wat betreft het
verkeer. Nu is zo'n test altijd heel moeilijk en misschien
kon deze het best geschieden op de wijze, die de politie
heeft toegepast.
Het lag voor de hand, dat B. en W. behalve de direc
teur der Gemeentewerken de politie hebben geraad
pleegd. Spr. moet de heer Santema toegeven, dat het
feit, dat wel eens eerder een steegje is afgesloten, niet.
een motief mag zijn om het thans weer te doen. Het is
inderdaad alleen maar te motiveren, als het gegrond is
op concrete gegevens. B. en W. hebben dergelijke ge
gevens gevraagd en gekregen. Het verkeer is volgens
het rapport van de politie zo minimaal, dat B. en W.
menen, dat voor het zeer grote belang van P.T.T. dit
kleine offertje gebracht moet worden. De heer Kamstra
zegt, dat het Friesch Dagblad met andere cijfers komt.
B. en W. zijn op het politierapport afgegaan. Het ver
keer zal misschien niet alle dagen gelijk zijn. De heer
Kamstra zegt verder, dat de ingang van het gebouw
van het Friesch Dagblad en Het Leeuwarder Nieuws
blad precies tegenover de steeg ligt. Dat weet spr. en
hij kan zich indenken, dat het voor de hier gevestigde,
vrij belangrijke bedrijven tamelijk vervelend is, dat deze
steeg wordt afgesloten, maar toch niet uit een oogpunt
van ingang, uitzicht of doorkijk. Uit het politierapport
blijkt, dat gemiddeld per uur slechts 4 of 5 mensen door
de steeg lopen. Dat is een motief, maar van de andere
kant is het niet een motief, dat toevallig de hoofdingang
van een gebouw tegenover de steeg ligt. Dit moet dan
ook volgens B. en W. het belang van P.T.T. niet in
de weg staan.
Spr. zou niet weten, wat hij meer van deze zaak zou
moeten zeggen.
De heer Kamstra is door de wethouder niet overtuigd
van de noodzakelijkheid, deze straat af te sluiten. Had
hij er, voordat de wethouder gesproken had, bezwaar
tegen, zijn bezwaren zijn thans nog groter geworden.
Spr. hoorde van de wethouder, dat de belangen van
beide partijen parallel lopen; deze zegt n.l., dat het
algemene en het bijzondere belang in hetzelfde vlak
liggen. Spr. zou zo zeggen: laat dan de toestand, zoals
die is, want dan schaadt men tenminste de belangen
van de bedrijven, die in de gemeente gevestigd zijn,
niet. Het is toch voor P.T.T. niet onoverkomelijk, als
die twee gebouwen, die op het ogenblik gescheiden zijn,
op andere manier worden verbonden. Daar zal toch de
dienst evengoed wel doorgang om kunnen vinden.
Het gaat hier niet, zoals de wethouder zegt, alleen
maar om de doorkijk, maar juist om de directe verbin
ding van beide genoemde bedrijven met de grote weg
en met het centrum van de stad en die verbinding mist
men, als deze steeg wordt afgesloten en daar een ge
bouw geplaatst wordt. Men krijgt dan een muur voor
zijn neus en men komt in een achter-af-straat. Dat is
schadelijk voor deze bedrijven. Ze gaan niet alleen in
waarde achteruit, maar ook de bedrijfswaarde daalt:
het publiek, dat in het gebouw moet zijn, moet een
moeilijker weg nemen dan wanneer het gebruik kan
maken van deze steeg. Spr. moet dan ook zijn bezwaren
handhaven.
Ek de hear Santema is troch de wethalder net oer-
tsjüge. De bilangen fan de P.T.T. wurde hjir foaral nei
foaren brocht, as soenen dy eigentlik de boppetoan fiere
moatte. Dat is krekt de kwesje, hwer't it hjir om giet.