Provincie FRIESLAND. 2 Voorgesteld wordt liet schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer Beuving meent, dat het schrijven van de afdeling Leeuwarden van de Nederlandse Vrouwen beweging meer belangstelling verdient dan liet zou krijgen, als het voorstel om het voer kennisgeving aan te nemen, werd aangenomen. In het aan de raad gerichte adres spreekt men zich uit tegen een maat regel, genomen door de dienst voor sociale zaken bij het uitkeren van steun in de weken, waarin Kerstmis en Nieuwjaar vielen. Zij, die over vacantiebons be schikten voorde z.g. verplichte snipperdagen, moesten deze inleveren, terwijl de kinderbijslag over deze dagen werd ingehouden. Door de langdurige werk loosheid van velen heerst in hun gezinnen armoede. Het is dan ook begrijpelijk, dat ten gevolge van een dergelijke maatregel, die nog meer verslechtering brengt, een beroep wordt gedaan op de hoogste in stantie van de gemeente en dat is deze raad om de genomen maatregel af te keuren of te niet te doen. Men moet goed begrijpen, dat deze niet alleen meer armoede betekent in de gezinnen der werklozen, maar ook, dat het de nu werklozen door het inleveren der vacantiebons onmogelijk gemaakt wordt hun vacantie behoorlijk met hun gezinnen door te brengen. Dit is naar spr.'s mening een directe inbreuk op het wettelijk vastgelegde recht op vacantie. In de raadsvergadering van begin December is een door de gezamenlijke werklozen van Leeuwarden tot de raad gericht verzoek om een toeslag van f 10, voor de komende feestdagen afgewezen. Ook de nood zakelijkheid van die toeslag is door spr.'s fractie aangetoond. Het argument van B. en W. was toen, dat de raad in dezen niet bevoegd was. Dat is door spr. c.s. bestreden en hij bestrijdt nu weer, dat de raad niet bevoegd zou zijn ter zake iets te doen. Wal is ii.l. het geval? Wanneer de raad dezer gemeente zich verantwoordelijk gevoelt ook voor liet door werk loosheid getroffen gedeelte van de bevolking, kan hij iedere maatregel treffen, welke hij noodzakelijk acht. Als hij daartoe niet bevoegd is, is het dan nodig hier bijeen te komen'? Wat de argumentatie tegen de motivering van B. en W. betreft, is spr. nu een stap verder. Hij kan met de feiten aantonen, dat meerdere gemeenten een andere houding hebben aangenomen dan Leeuwarden en de besluiten, door de gemeenteraden daar genomen, zijn wel degelijk uitgevoerd. In Amsterdam bijv. is een toeslag, als hier gevraagd, uitgekeerd, in Zutfen eveneens en de gemeente Arnhem ging nog een stap verder door 5 dagen uit te keren. Nu de zaken zo staan, hoopt spr., dat de raad eens ernstig aandacht schenkt aan het verzoek en zal be sluiten, in deze gemeente alsnog tot uitkering over te gaan. De heer Heijstra zegt, dat men hier, net als op 12 December j.l., een adres heeft van de communis tische partij hier ter stede. Nu is het een adres van de Nederlandse Vrouwenbeweging, a I'd. Leeuwarden. Men weet men kan ten minste weten dat, wan neer een rijkssteunregeling in het geding is, men geen plaatselijke regeling ter zake kan maken, maar dat men zich aan de landelijke regeling moet honden. Het valt niet te ontkennen, dat de werklozen niet Kerstmis en Nieuwjaar zeer moeilijke weken hébben gehad; dat vindt zijn oorzaak, zoals de heer Beuving al opmerkte, in de geschiedenis met de vacantiebons. Degenen, die nu eens een tijdlang bij de ene en dan weer bij de andere werkgever werken dat zijn vooral zij, dio in het bouwbedrijf werkzaam zijn en voorts de landarbeiders en enkele losse transport arbeiders krijgen vacantiebons, de klutsten trou wens nog maar enkele maanden. In Leeuwarden is ter zake ook de rijksregeling toe gepast. De boiialide vakorganisaties hebben er ernstig bezwaar tegen gemaakt, dat men een arbeider, die op een bepaald moment werkloos is, snipperdagen laat opnemen. Vlak voor de Kerstdagen zijn vacantie bons voor drie dagen ingeleverd, n.l. voor de beide Kerstdagen en voor de Nieuwjaarsdag, wat tot g' volg had, dat men een week na de Kerstdagen po uitkering kreeg. Ecu andere manier was ook ui: mogelijk, omdat eerst de berekening moest pla/;1 hebben. Er ontstond nu deze moeilijkheid, dat d werklozen slechts de Lel It van het steunbedrag kr< gen; doordat men de landelijke regeling toepas!, moesten de twee Kerstdagen en de andere snipperde worden afgehouden. De paar centen, die deze inen.sc i vooraf voor hun bons hadden ontvangen, zijn bij .hel steunbedrag ingesmolten. Spr.'s vakbeweging heeft direct gewag van de moeilijke toestand gemaakt en zich onmiddellijk ie verbinding gesteld met de betrokken gemeente-amb tenaar. Er is echter niets bereikt; de ambtenaar kon aantonen, dat hier sprake was van een opdracht van het ministerie. Toen lieeft de vakbeweging zieli ge wend tot de vakcentrale; iedere organisatie apart tot de eigen vakcentrale. Dit heeft tot verschillende be sprekingen geleid tussen de vakcentrales en de mi nister van sociale zaken. Ongelukkigerwijze echter heeft dit niet het gewenste resultaat gehad. Spr.'s vakbeweging blijft op het standpunt staan, dat het onlogisch is. dat iemand, die in November u/ December werkloos wordt en niet eerder weer aan de slag komt dan in Maart, snipperdagen moet op nemen. Dit heeft tot gevolg, dat hij zijn bons ver speelt en daarmee dus aanstonds eveneens bij even tuele vacantie de vacantiotoeslag van 2 die in d" vacantiebons is verdisconteerd. Wat aan het steunbe drag ontbreekt, wordt aangevuld, maar de vacant! - toeslag is men kwijt. De vakbeweging is hier nu langs de weg van overleg met de betrokken minister tegen op gekomen; daar moet men zijn, niet bij de gemeen! Spr. c.s. zijn het met de heer Beuving eens, dat werklozen met de Kerstdagen eigenlijk wat meer hadden moeten hebben, terwijl zij nu slechts het halve steunbedrag kregen. De gemeente kan echter niet ec i toeslag geven; dat zou neerkomen op het verstrekken van een subsidie op de rijkssteun. Vandaar, dat hel demagogisch is om met een voorstel te komen, als door de heer Beuving bedoeld. Daar komt bij, dat <I' werklozen, van wie snipperdagen werden ingehouden, door de vakverenigingen in de gelegenheid zijn ge steld, de bons voor twee dagen te verzilveren, zodat zij uiteindelijk niet minder inkomsten hadden dan zij, die geen bons hadden ingeleverd. Daarmee wil spr. natuurlijk niet zeggen, dat hij niet graag gewild had, dat de werklozen iets meer gekregen hadden. Met do kinderbijslag is het precies eender. De be trokkenen krijgen die deze keer niet bij de steun, maar van de bedrijfsverenigingen, zoals gewooni is, als zij bij een bepaalde werkgever werken. Waar de vakbeweging op heeft aangedrongen, i dat de betrokken werklozen alsnog twee snipperdagen (de Kerstdagen) vergoed krijgen langs de norma f' weg. De gemeente kan niet een vergoeding geven; dan zou ze niet alleen aan deze mensen, maar aaa allen, ook die geen bons hebben ingeleverd, een uit kering moeten verstrekken; het steunbedrag toch, dat zij over de beide betrokken weken ontvangen hebben, was voor allen hetzelfde. Spr. meent, dat het van belang was het voorgaande ter verduidelijking naar voren te brengen. De heer Beeksma (weth.) meent, dat over deze kwestie na hetgeen de heer Heijstra hierover heeft opgemerkt, niet veel meer valt te zeggen. Inderdaad is deze uitkering met de Kerstdagen op een minder gelukkige wijze geschied. Het is een feit B. en W. weten het ook wel dat daardoor in de gezinnen van de steuntrekkenden moeilijkheden zijn gerezen. Uiteindelijk echter is hier geen schade ge leden. Men .heeft de vacantiebons kunnen inwisselen en degenen, die geen bons hadden, hebben een bepaald bedrag kunnen krijgen. De kindertoeslag kon eerst niet worden uitgekeerd, maar dit zal alsnog geschieden. Wat overblijft, is dus de kwestie van de twee snipperdagen (wat de andere dag betreft, is de zaak al in orde of komt ze nog in orde). Degenen, die met de Kerstdagen werkloos waren, kregen deze snipperdagen niet ten volle uit gekeerd; hun bons en uitkeringen werden ingehou den. Zoiets is op het ogenblik beroerd, maar men moet het niet voorstellen, alsof docr deze maatregel, die genomen werd buiten de gemeentebesturen om, uiteindelijk schade wordt geleden. Spr. zou niet willen beweren dat heeft hij op 12 December ook al ge zegd dat de betrokkenen een royaal inkomen hebben. Integendeel. Maar dit geldt ook voor grote groepen van de Leeuwarder bevolking, die buiten deze regeling vallen, o.a. de kleine zelfstandigen. Naar spr.'s mening kan de gemeente dus niet aan de geuite verlangens tegemoet komen. De heer Beuving had het over de dienst voor sociale zaken; spr. wil even opmerken, dat dit niet de ge meentelijke dienst voor sociale zaken is, doch dat bedoeld is de dienst van het ministerie van sociale zaken. B. en W. hebben over deze regeling niets, maar dan ook niets te vertellen. Nu zijn er enkele gemeenten geweest, die anders hebben gehandeld; deze zeggen, dat men zich hij het ministerie heeft vergist. Die gemeenten zullen echter het bedrag, dat te veel is uitbetaald, hoogstwaar schijnlijk uit eigen zak moeten bijpassen. Dat is de zaak van die gemeenten; daar is ook een andere consulent dan hier. Door de gemeentelijke dienst voor sociale zaken is deze zaak niet de consulent van het ministerie uit voerig besproken en daarbij is uitdrukkelijk verboden, iets van gemeentewege te doen. De heer Beuving zegt, dat zulks in Amsterdam wel is gebeurd. Spr. heeft zelf met de betrokken wethouder van Amsterdam een onderhoud gehad en deze heeft hem verteld, dat de werklozen in Amsterdam (en dat is in Leeuwarden ook zo) niet beneden de normen voor het steunbedrag van M.H. mogen komen. Waar dit wel is gebeurd, heeft men in Amsterdam 25 van het tekort aange- old, d.w.z., dat, als deze mensen een verlies zouden hebben van f4,—, zij van M.H. een tegemoetkoming van 11,kregen. Wat in Arnhem is gebeurd, weet spr. niet. In Leeuwarden echter is de situatie zo, dat liet verzoek, dat hier ter tafel ligt, niet kan worden ingewilligd. B. en W. kennen de noodtoestand in de betrokken gezinnen en zij zijn zieh hun verantwoordelijkheid voor deze gezinnen ook zeer wel bewust. Ondanks dat echter kunnen zij de raad niet anders adviseren dan eenzelfde beslissing te nemen als in de vergadering van 12 December is genomen en liet verzoek van de afd. Leeuwarden der Nederlandse Vrouwenbeweging voor kennisgeving aan te nemen. De heer Beuving' meent, dat de heer Heijstra zich vergiste, toen li ij zei, dat de communisten de vorige maand een adres aan de raad hebben gericht. Toen heeft een xrerklozencomitê een adres aan de raad ge zonden en naast dat adres was een verzameling van 3 een 1000 handtekeningen van werklozen ingediend. Het was dus niet een communistisch adres. Spr. zou de wethouder willen antwoorden, dat de mogelijkheden in Leeuwarden precies eender liggen als elders; dat heeft spr. ook gezegd, toen 12 December j.l. het adres van het werklozeneomité werd behan deld. Hij staat nog op het standpunt, dat wat in andere gemeenten wel mogelijk is, hier ook kan. De raad kan toch een uitspraak doen in dezen; hij kan toch verklaren, dat hij de mening is toegedaan, dat de genomen maatregel moet worden vernietigd. De be trokkenen hebben, toen zij hun vacantiebons inlever den, niet alleen enig geld verspeeld (volgens de wet houder is er echter geen schade berokkend en zal de kinderbijslag later nog worden uitbetaald), maar zij zullen ook, als de vaeantietijd daar is, gespeend blijven van een deel hunner vacantie. Hierop heeft spr. zo juist in het bijzonder de aandacht willen vestigen. Voorts zou hij nog de opmerking willen maken, dat de raad toch in ieder geval bij machte is zieh uit te spreken in die zin, dat alsnog hetgene, dat betrok kenen te weinig hebben gehad, door de betreffende gemeentelijke instantie moet worden bijbetaald in de vorm van een toeslag. (De heer Tickstra: Dat kost ook geen centen, meneer Beuving!) Spr. meent, dat voor heel wat minder goede doel einden wel geld wordt uitgegeven. Hij zou willen eindigen met de opwekking, deze kwestie nog eens na te gaan en uit te spreken, wat de gemeenteraad in dezen te doen staat. De lieer Heijstra zou van de lieer Beuving de namen wel eens willen weten van hen, die te weinig hebhen gehad. Hij kan lieiu de verzekering geven, dat zij, die van zijn vakbeweging een voorschot hebben ont vangen, niets zijn tekort gekomen. Men zou als vak vereniging ook niet op zijn plaats zijn geweest, als men niet gezorgd had, dat die zaak op behoorlijke manier voor elkaar was gebracht. Degenen, die wel te kort zijn gekomen, worden alsnog in de gelegenheid gesteld het ontbrekende te ontvangen. Men moet het steunbedrag en de kinderbijslag bij elkaar rekenen. De lieer Stobbe zal op de zaak zeil' niet meer ingaan: alleen wil hij er zijn teleurstelling over uitspreken, dat hier een maatregel genomen is, die zeer veel ver warring gesticht heelt. Men zegt op het ene moment ja en op het andere neen. Men heeft in dit geval ge zegd: wé 1 bons inleveren, cok de werkloze arbeiders, maar bijv. in de schilderseontracten, die ook de goed keuring behoeven van de rijksbemiddelaars, is de clausule opgenomen, dat werkloze arbeiders geen bons mogen inleveren. De genomen maatregel lieet't niet alleen veel ver warring, maar ook teleurstelling en verbittering ge wekt en spr. hoopt, dat *1 it de mensen in het vervolg bespaard zal blijven. AA at de zaak zelf betreft, ze zal in de vorm, waarin ze nu aan de orde is, niet meer terugkomen. Van ver plichte snipperdagen zal in bet vervolg geca sprake meer zijn, als gevolg van de moeilijkheden, die deze materie heeft opgeleverd. De heer Beeksma (weth.) geeft de lieer Beuving toe, dat betrokkenen straks vacantiedagen tekort kunnen komen. De vakcentrales hebben echter deze zaak ter hand genomen, zoals de heer Heijstra al heeft gezegd. Het is, naar spr. meent, ook alleen en uitsluitend de taak van de vakbeweging om te zorgen, dat dit in liet. reine komt, niet van de gemeenteraad. De A oorzitter stelt voor de heraadslagingen te sluiten en herhaalt liet vocrstel van B. en AA', om het verzoek voor kennisgeving aan te nemen. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1952 | | pagina 2