6
Het zou dus niet zo erg zijn, wanneer in dit jaar of
mogelijk later de rente even boven 3 zou stijgen.
Dan zouden de gemeente en de stichting weer quitte
zijn.
Spr. acht het daarom gewenst, dat de clausule „en
tot een maximum van 3%" wordt gehandhaafd. De
financiële commissie heeft de consequenties van deze
bepaling goed overwogen.
De heer Geerts (wetli.) behoeft na alles wat er over
deze zaak opgemerkt is, niet veel meer te zeggen.
Daar de zegelbelasting betaald zou moeten worden op
dit moment en een lager rentepercentage, dat vrij
stelling van zegelrecht ten gevolge zou hebben, pas
bekend zou zijn aan het eind van het jaar, hebben
B. en W. gezegd: laten wij bij de voorwaarden een
maximum rente vermelden van 3%. Zij hebben
voor zich ook de zekerheid, dat dit percentage vol
doende is.
Spr. antwoordt de heer Van der Meer, dat de be
doelde clausule voor onbepaalde tijd geldt. Zodra
B. en W. bemerken, dat er een verlies zal worden
geleden, zullen zij prompt een nieuwe overeenkomst
tot stand brengen. Het is uitdrukkelijk niet de be
doeling de stichting subsidie te geven.
De Voorzitter vraagt de heer Lef f ertstra c.s., of
zij hun voorstel handhaven.
De heer Leffertstra: De zaakt zit zo:
De Voorzitter: De beraadslagingen zijn gesloten.
Hij heeft alleen gevraagd, of de heren hun voorstel
handhaven. Er zouden misschien motieven kunnen
zijn, waarom men het zou willen intrekken. Als spr.
de heer Leffertstra aan het woord laat, zou hij ook
andere raadsleden moeten toestaan het woord te
voeren. Hij vraagt nogmaals, of de heren hun voor
stel intrekken.
De heer Leffertstra vraagt, of hij het intrekken
van het voorstel motiveren mag.
De Voorzitter wil dit, als de raad zeer bepaald prijs
stelt op die motivering, wel toestaan.
De heer Leffertstra trekt, nu hij al van de
heren K. de Jong en Geerts gehoord heeft, dat het
niet de bedoeling is, subsidie te verstrekken voor
hem het eardinale puilt het voorstel van hem c.s. in.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 12 (bijl. no. 67).
De heer Vellenga zegt, dat dit voorstel een gevolg
is van het beleid in Den Haag en het beleid in Leeu
warden. Spr. stelt het even zo: van de ene kant komt
het geld en van de andere kant komen de plannen.
Dit voorstel is een onderdeel van de werkverrui-
mingspolitiek, die op het ogenblik in Nederland ge
voerd wordt enzeer terecht gevoerd wordt, want
de laatste maanden is er onrust onder ons volk ge
komen over de uitbreiding van de werkloosheid. Er
zijn zelfs al vergelijkingen gemaakt tussen de derti
ger jaren en nu. Dat is gebeurd door „the man in the
street" en zeer terecht. I)e kleine man wordt immers
vaak het eerst de dupe van de werkloosheid. Zekere
bladen hebben op dit punt demagogie bedreven. Spr.
heeft trouwens cok wel eritiek gehad op de politiek,
die op dit stuk van zaken vanuit Den Haag is gevoerd.
Toch gelooft hij wel, dat een vergelijking tussen de
dertiger jaren en nu niet geheel opgaat. Er is een
aantal verschillen te noemen.
In de eerste plaats is er dit verschil, dat er destijds
een maximum van 500.000 werklozen was, terwijl dit
nu 160.000 bedraagt. Dit is nog veel te veel, maar hier
zijn slachtoffers van wrijvings- en seizoenwerkloc s-
lieid bij, die in het algemeen moeilijk is te onder
vangen.
in de tweede plaats bestaat dit verschil, dat or
thans andere oorzaken zijn aan te Avijzen dan toon.
Een derde verschil is, dat er toen een andere rege
ring Avas dan nu en dat „andere" slaat niet alleen op
de personen, die deel uitmaakten van de toenmalige
kabinetten.
Een vierde verschil is het volgende: Toen is jaren
lang de alarmklok-geluid over de werkloosheid, maar
zonder resultaat. In het parlement kon men ook niet
bereiken Avat men wilde. Vandaar, dat er toen massa
meetings door de socialisten zijn georganiseerd. Nu
is de noodklok enkele maanden geluid spr. denkt
aan de interpellatie Stapelkamp en Nederhorst en
reeds is de regering met millioenen gekomen om de
Averkloosheid te bestrijden. Er zijn dus geen massa
meetings belegd, zoals in het glorieuze tijdperk Coli.n-
Oud.
Het vijfde verschil is, dat er in het rijke Nederland
van toen niet al te veel gebeurde op dit gebied en dat
men in het arme Nederland van nu bereid is met gold
de Averkgelegenheid uit te breiden en zo de Averkloos
heid te bestrijden.
Spr. gelooft troiiAvens, dat aan de veel verguisde
Lieftinck meer dank toekomt dan blijkt uit de In ti
ding van bepaalde lieden, die hun stem verhieven
tegen de consumptiebeperking, en uit het gehuil, dat
door Burgerrecht is aangeheven over de belasting
verhoging en de Avet op het credietAvezen.
Wat het beleid in Leeuwarden betreft, spr. Avil be
ginnen met te zeggen, dat hij c.s. alle lof hebben voor
de plannen, Avaarmee het college vanavond in de raad
is gekomen; zij nemen aan, dat deze plannen alle in
z.g. vrij werk zullen Avorden uitgevoerd.
In de eerste plaats kan hierdoor de werkloosheid
in deze gemeente bestreden Avorden en meteen Avorden
belangrijke objecten aangepakt, op Avelker uitvoering
lang is gewacht.
Het eerste project biedt niet alleen werkgelegen
heid, maar ook Averkgelegenheid op lange termijn, dit
alle fabeltjes over de houding van het college t.a.v.
industrievestiging ten spijt in verband met indus
trieterreinen in de buurt van de SneekertrekAmari
In de tAveede plaats: de uitbreiding van de be
graafplaats. Dit is een object, dat van de hier ge
noemde objecten Avel het meest arbeidsintensief is.
Spr. c.s. zijn het volkomen eens met het college, waar
het uit de drie plannen het 8-jarenplan heeft ge
kozen. Dit kan n.l. een onderdeel zijn van een plan op
langere termijn.
Hier Avil spr. aan toevoegen, dat hij c.s. met belang
stelling de herziening van de verordening ter zake
tegemoet zien, omdat in zijn fractie toch Avel sterke
bezwaren bestaan tegen de oude klasse-indeling.
Het derde project is het aanleggen van het Hav-
lingerplein. Allen hier zullen het er over eens zijn.
dat, Avaar de toegangsAvegen tot onze stad uit het
zuiden, uit het noorden en uit het oosten al zo voor
treffelijk zijn, men nu blij kan zijn, dat de entree in
liet Avcsten thans in overeenstemming Avordt gebracht
met de allure, die Leeivwarden als provinciale hoe.hl-
stad dient te hebben. Ook de verkeerssituatie zal hier
aanzienlijk verbeterd worden. Het verkeer, komende
van de Troelstraweg, kan nu immers meteen spr.
is intussen al met het 5e project bezig door de
Valeriusstraat de HarlingerstraatAveg bereiken. Dit
zelfde geldt ook voor het verkeer, dat van de Gronin
ger kant komt en in de richting van de Afsluitdijk
gaat. Hier is dus een begin gemaakt met de roiKhveg'.
Provincie FRIESLAND.
Mogelijk zal die in de toekomst Avel verder komen te
lopen, hoeAvel men natuurlijk ergens op rails zal stui
ten. Wanneer dit plein er eenmaal is en de brede
Avegen, die ei' bij behoren, met aan weerszijden de
hoge llatAVoningen, er straks zullen liggen, dan ge
looft spr., dat de Aveemoed, die misschien zal gevoeld
worden over het verloren „gouden swipe"-tijdperk,
getemperd zal worden door de trots over dit mach
tige project.
Spr. zou t.a.v. dit plan nog de vraag Avillcn stellen,
of de gazons alleen gras en bloemen zullen bevatten
of misschien ook nog iets meer.
Het vierde plan, dat de raad Avordt voorgelegd, is
de verbetering van de Harlingerstraatweg van Har-
lingerplein tot Engelsestraat. Spr. kan zich voor
stellen, dat hiermede wordt voldaan zowel aan de
Avensen van de weggebruikers als aan die van de be-
Avoners van de huizen langs deze weg. Het geluid van
deze laatsten heeft hier in de raad ook wel eens ge
klonken.
Zoals dit plan hier is geprojecteerd, heeft het de
volledige instemming van spr. c.s. Spr. heeft gezien,
dat hier ook aan de bomen is gedacht. Hij zou deze
vraag aan de Avethouder willen stellen: geldt voor
de boombeplanting hier niet hetzelfde bezwaar als
destijds bij de Schrans, Avaar om bepaalde technische
redenen de bomen jammer genoeg moesten ver-
dAvijnen?
Het vijfde plan: de Valeriusstraat, heeft spr. in
tussen al behandeld.
Wat het zesde plan betreft, herinnert spr. zich, dat
een poosje geleden een inAvoner van deze goede stad
LeeuAvarden tot een der Avethouders heeft gezegd: ,.Je
skame je hast om in Luwadder te wezen, as je naai
de kademuren van het Fliet en de Tunen sicne". Spr.
kan zich voorstellen, dat de wethouder blij is, door
middel van dit plan het gevoel van schaamte bij deze
LeeuAvarder Aveg te kunnen nemen. En meteen kan nu
de Tontjepijp Avorden hersteld.
Het is spr. c.s. ook een genoegen, dat het college in
staat is gesteld dit gehele geval te financieren. De
kraan in Den Haag is gelukkig weer een klein beetje
opengedraaid. Overigens had spr. liever gehad, dat
die kraan een behoorlijke slag omgedraaid Avas.
Thans nog een slot-opinerking. De meeste raads
leden zullen misschien de klacht uiten, dat zij eigen
lijk te Aveinig tijd hebben om goed in deze plannen
te duiken. Dat is geen verwijt, maar eenvoudig het
constateren van een feit. Men moet de kaarten be
kijken en de situatie desnoods ook nog ter plaatse
gaan opnemen. Wanneer men echter denkt aan de
steeple chase van instanties en aan liet snel moeten
benutten van geboden kansen, kan men toch voldaan
zijn over het feit, dat deze plannen thans ter behan
deling in de raad zijn en niet over drie weken. Tijd
is hier letterlijk en figuurlijk geld. Hoe vlugger de
Averken Avorden aanbesteed, hoe beter. Hoe vlugger de
mensen aan de slag zijn, hoe beter.
Het college heeft uit een en ander Avel begrepen,
dat spr.'s fractie geheel en al accoord kan gaan met
het voorstel.
De hear Van der Meer seit, dat ek syn fraksje him
wol tige mei dizze plannen forienje kin. Spr. k.s.
binne bliid, dat dit wurk dien wurdt en dat de min-
sken, dy't der mei to set sille, Avurk haAvwe. Mar as
men nou seit: dit helpt tige mei om de Avurkleazens
to bistiiden, dan wit hy it net. Hy mient lezen to
hawAven, dat 100 minsken hjiroan in jier wurk haAVAve.
Dat fynt hy tige fan bilang, mar der Avurdt ek (sun
der de kosten foar de groun) sahwat f 1.900.000,
oan spendcarre, dat is dus de man f 19.000,Dat kin
men ayoI ris in kear dAvaen; it joAvt avoI wurkgelegen-
hcit, mar üt iinansieringseachpunt vvei is it fansels
net sa hiel maklik. Men hat nou it gelokje, dat men
hjir en der lrwat jild weifynt, mar dat sil in f'olgjende
kear net Aver sa Avêze. Spr. fynt avoI, dat it bistriden
fan de Avurkleazens op dizze manear altyd Avêze moat,
omdat it produktive wurken binne, mar, der stiet
tsjinoer, dat it, as al de Avurkleazen oan it wurk
moatte en dit sil f 19.000,de man it jier kostje, in
hiele toer wurde sil mei it jild.
It liket spr. goed ta, dat it yn oarder bringen fan 'e
Snitsertrekfeart barre sil lyk as it oarspronklik soe.
Ta bislüt avoI hy noch in opmerking meitsje oer it
earste diel fan de speech fan de hear Vellenga. Spr.
mient, dat de rie in Avurkkolleezje is en dat it der gjin
forlet fan hat om Den Haech en de regearingen, dy't
der foarhinne Avest hawAve, to bikritisearjen. De re-
gearing, dy't der nou is, sil ek avoI wer ris fordwine.
Spr. leaut, dat de rie der better oan docht, ek foar de
underlinge forhaldingen, him mar oan de dingen to
halden, dêr't hy mei to dwaen hat.
De heer Van der Schaaf vindt het vanzelfsprekend,
dat ook zijn fractie deze plannen van harte steunt.
De meeste daarvan zijn al eerder door de raad aan
genomen, maar toch Avil spr. er nog iets van zeggen,
ook met het oog op hetgeen de eerste spreker naar
voren heeft gebracht. Hij wil bekennen, dat die
speech hem enigermate heeft gekriebeld. Hij moet
dus zeer voorzichtig zijn en zijn Avoorden Avegen bij
de beantAvoording van dit betoog. De heer Vellenga
heeft hier ter sprake gebracht de dertiger jaren en
de Voorzitter heeft dat toegelaten, zodat hij spr. ook
ongetAvijl'eld zal toestaan daarop te repliceren.
1930 en 1950. Het verschil Colijn en Lieftinck. Alle
mogelijke dingen zijn daar even bij ter sprake ge-
Aveest. Het tijdperk van nu Averd ten voorbeeld gesteld
en het vroegere werd in enigszins gebruikte, althans
helemaal geen nieuwe, formuleringen een beetje be
streden. De periode Colijn-Oud werd ten tonele ge
voerd en spr. moet zeggen, dat Avat daarbij het meest
opvalt het woord „Oud" is, want die argumentatie
is zeer oud. Als de heer Vellenga iets zegt, dan zegt
hij dat met een bedoeling, maar spr. kan zich niet
voorstellen, dat het ophalen van de genoemde periode
ou het stellen van deze tegenover die van thans
(Lieftinck) nu werkelijk moet bijdragen tot de oor
deelvorming in de raad over dit punt. Maar aange
zien hij aanneemt, dat de heer Vellenga toch een
bedoeling heeft met hetgeen hij naar voren brengt,
moet hij raden welke die bedoeling is.
Spr. gelooft niet, dat men op deze wijze moet voort
gaan; men krijgt dan allerlei afdwalingen en daar
heeft spr. zich dan nu ook aan schuldig gemaakt.
Hij Avil er thans de aandacht op a^estigen, dat dit
punt een merkwaardig gebrek aan gemeentelijke
zelfstandigheid aantoont. De raad heeft enige tijd
geleden plannen als de onderhavige aangenomen. Ze
werden echter ingeperkt en nu Avorden ze weer uit
gebreid. Men kan hier dus constateren, dat de ge
meenteraad op de gang van zaken te weinig invloed
heeft en dat de centrale overheid te diep ingrijpt.
Dat is een beleid, dat spr. c.s. niet kunnen bewonde
ren. Hij Avil echter volstaan met te zeggen en daar
mede hadden ook de vorige sprekers kunnen ato1-
staan dat zijn fractie deze plannen van harte toe
juicht. Zij strekken tot belangrijke a'erbeteringen in
de gemeente en kunnen tegelijkertijd de werkloosheid
beperken en dat juist in een tijd, waarin zovele andere
beperkingen zich voordoen!
Spr. moge er voorts op Avijzen, dat in de voorbe
reiding van deze plannen in het college een man,
die niet van de richting van de heer Vellenga is, een