1
8
zeer belangrijk aandeel heeft gehad. Als toch de zaken
hier geëtaleerd worden, wil spr. dat ook even noemen.
Ten slotte herhaalt hij, dat zijn fractie van harte
haar medewerking aan deze plannen geeft.
De heer W. M. de Jong wil over het eerste deel van
het betoog van de heer Vellenga, nu zijn fractie
voorzitter aan dat deel, dat spr. ook niet tot de ge
lukkigste van de redevoering rekent, al enige woorden
heeft gewijd, maar zwijgen. Hij had niet verwacht,
dat een dergelijke toon hier vanavond nodig zou zijn
te minder, omdat de betreffende plannen eigenlijk
al lang bestonden.
Over het voorstel zelf zou spr. een detailopmerking
willen maken, die hem c.s. toch wel van belang leek.
Als hij het goed begrepen heeft, wordt drie kwart
van de walmuur aan de Tuinen grondig hersteld,
althans het gedeelte, dat ligt tussen Turfmarkt en
Tuinsterbrug. Blijkbaar wordt aangenomen, dat het
andere deel nog van voldoende kwaliteit is om liet
nog enige jaren te kunnen houden. Nu hebben spr.
c.s. zich afgevraagd, of dit niet een unieke gelegenheid
zou zijn, die walmuren, gerekend vanaf het hek tegen
over de Turfmarkt, meteen een andere loop te geven.
In de zuidzijde van de Tuinen zit 11.1. een vrij sterke
bocht en in het midden van die bocht wordt de rijweg
angstig smal. Als men ter plaatse een kijkje neemt,
ziet men, dat aan de andere kant van de Tuinen het
verloop der walmuren ook gewijzigd is. Spr. meent,
dat dit een belangrijke verkeersverbetering zou be
tekenen. Het college zal trouwens de door spr. be
doelde verbetering wel overwogen hebben. Hij wil
haar met warmte bepleiten. Desnoods zou hij de be
handeling van dit onderdeel van het plan tot de vol
gende vergadering willen uitstellen.
De heer Kamstra heeft ook beslist niet kunnen be
grijpen, waarom de heer Vellenga de politiek er bij
heeft gehaald. Het feit, dat de gemeente reeds plan
nen in voorbereiding had, heeft het mogelijk ge
maakt, dat ze op zo korte termijn door de regering
konden worden goedgekeurd, zodat vanavond deze
voorstellen aan de raad konden worden aangeboden.
Dat hier met zulke grote voortvarendheid is gewerkt,
doet de r.k. fractie veel genoegen. Daarom kan spr.
volstaan niet het college dank te betuigen voor het
geen het in dezen heeft gedaan. Hier is dus al weer
gebleken, dat de zorg voor de werklozen bij het col
lege veilig is en dat B. en W. ook aandacht hebben
voor de noodzakelijkheid van projecten als de onder
havige. Er is hier gezegd, dat het aantal manwekeu
teleurstellend is; de omstandigheden echter leiden in
die richting. Men vergeet misschien ook, dat onder
delen van deze werken op andere plaatsen reeds man-
weken vorderen, zodat het totaal aantal manwekeu
groter is dan het in de stukken genoemde aantal.
De heer Pols sluit zich namens zijn fractie aan bij
hetgeen de heer Van der Schaaf heeft gezegd. Hij
voelt in het geheel geen behoefte over wat de heer
Vellenga zeide veel op te merken. Er zou over diens
vergelijking tussen vroeger en nu overigens wel iets
te zeggen zijn. Hij kan zijn betoog anders niet ver
klaren dan aldus: waar liet hart vol van is, loopt de
mond van over. Het kan verhelderend werken en
ruimte geven, als men het er op een gegeven moment
maar eens uitgooit: vroeger werkloosheid, vandaag
onder de geleide economie weer werkloosheid. Hoe
komen wij er aan'? Hoe komen wij er af? (Gelach.) Of
het hiervoor echter in de raad de juiste plaats is
weet spr. niet. Hij hoopt van harte voor de heer
Vellenga, dat hij nu weer rust zal krijgen.
Spr. kan het niet fraai noemen, dat de kraan in
Den Haag, door de werkloosheid gedrongen, open-
komt. Leeuwarden kan nu echter volvoeren wat liet
graag wil. E11 dit was de enige mogelijkheid. Maar
of liet veel zal helpen 0111 de werkloosheid te bestrij
den? Het zal misschien een druppel op de gloeiende
plaat zijn.
Wat het uitbreiden van de Noorder begraaf plaats
betreft, dit is maar een onderdeel van een groter plan,
welks uitvoering enige jaren zou duren en dat 3 mil-
lioen gulden zou kosten. Heeft men echter ook geda< lit
aan de mogelijkheid een nieuwe begraafplaats aan tc
leggen? Een begraafplaats toch is een laatste rust
plaats. En 1111 nadert de Noorderbegraafplaats steeds
dichter de vliegbasis, dus de onrust. Spr. heeft en ge
begrafenissen meegemaakt, waar de sprekers so us
twee of drie keer moesten ophouden vanwege de o\ or-
vliegende toestellen. Nu kan men wel zeggen: d ar
is niets aan te doen. De begraafplaats was er eer. lor
dan het vliegveld en dat is een realiteit, waar li Lee
men rekening moet houden, maar spr. vraagt zich
toch af, of voor een machtig object als het onder
havige de omgeving van de Groningerstraatweg niet
beter geschikt is.
De heer Beuving is het niet eens met de verse' il-
lende sprekers, die menen de heer Vellenga een ver
wijt te moeten maken, wanneer hij spreekt zoals hij
heeft gedaan. I11 de aanhef van de bijlage wordt ge
sproken over aanzienlijke toeneming van de werk
loosheid en spr. is van mening, dat een raadslid, als
dit zich houdt aan het punt, dat aan de orde is in
dit geval projecten ter bestrijding van de werkloos
heid hij te allen tijde zijn persoonlijke mening
naar voren mag en zal moeten brengen.
Noemde men de werkloosheid enige maanden ge
leden nog normaal en een gezond verschijnsel in
het voorjaar zou ze immers tot een minimum terug
lopen thans moet men met B. en W. constateren,
dat ze nog steeds toeneemt. Daaruit blijkt duidelijk,
dat zij, die steeds gewaarschuwd hebben tegen de voor
de arbeiders noodlottige politiek van de regeri ig,
het bij het rechte eind hebben gehad. Zij hebben er
steeds op gewezen, dat de bewapeningspolitiek liet
grote aantal werklozen nog steeds zal doen vermeer
deren. Een groot deel van de werkers uit de verst uil-
lende vakken en bedrijven zal worden uitgesehak ld.
Gaat men op deze wijze voort, dan zal dat het gehele
volk treffen en zal hier armoede worden gebracht.
Het is echter nog niet te laat; ook het Nederlandse
volk zal eenmaal de kracht opbrengen 0111 een rege
ring te formeren, die een andere weg zal kiezen. Een
groot deel van de bevolking zal uitvoering van pro
ductieve arbeid eisen. Het zal daarbij als leuze voeren:
„Werk en brood".
Wel zullen de onderhavige plannen werkverruiming
brengen en vanzelfsprekend is ook spr.'s fractie oor
een zo spoedig mogelijke uitvoering, maar toch vindt
zij de voorgestelde werken lang niet toereikend om
de werkloosheid in de gemeente op te heffen. Slechts
een deel der werklozen kan hiervan korte tijd profi
teren. Uitvoering van werken op grote schaal i>
noodzakelijk.
Onder 2 van het voorstel wordt een 3-tal plannen
omschreven voor uitbreiding der Noorderbegi al-
plaats. Het college stelt voor plan II uit te voeren.
Dit zou kunnen voldoen aan de behoefte aan graf
ruimte voer de tijd van 8 jaar. Nadien of misschien
voordien reeds zal men genoodzaakt zijn, weer tan
een uitbreiding te beginnen. Het lijkt spr. dan ook
gewenst een beroep op het college en de raad te doen
om de bij plan I omschreven uitbreiding, die een op
lossing geeft voor 25 jaar en die een fraaie oplos ing
wordt genoemd, te doen uitvoeren.
Provincie FRIESLAND.
Bij punt 6 wordt gesproken over herstel van de
walmuren aan de Tuinen en het vernieuwen van de
Tontjepijp. Spr. zou zeggen: begin niet aan dat lap
werk. College, kom zo spoedig mogelijk met een plan
tot demping van deze stadsgrachten, zodat Leeuwar
den eindelijk eens wordt bevrijd van het stinkende
stil staande water; geef Leeuwarden goede rijwegen,
die voldoen aan de eisen van het zo drukke verkeer.
Zo'n plan zou van betekenis zijn voor de werkver
ruiming en zou de gehele Leeuwarder bevolking ten
goede komen. Spr.'s fractie zal dan ook de raad een
voorstel doen, waarin B. en W. wordt verzocht met
plannen i.z. demping te komen.
De Voorzitter deelt mede, een voorstel, ondertekend
door de heren Beuving en F. T. Dijkstra, te hebben
ontvangen, dat luidt als volgt:
„Ondergetekenden stellen de raad voor B. en W.
te verzoeken een plan tot demping van de Tuinen
en de andere stadsgrachten op korte termijn te willen
uitwerken en aan de raad voor te leggen; tevens de
regering te verzoeken uitvoering van dit plan moge
lijk te maken door het ruimschoots te subsidiëren."
Spr. noemt dit voorstel vreemd aan de orde van
de dag. De raad zal dus na afhandeling van de agen
da dienen te beslissen, of het voorstel hedenavond of
later in behandeling zal worden genomen.
Doe't de hear Santema de stikken lies, is by him
de gedachte opkommen: is yn it kolleezje fan B. en W.
ck tocht oan in oar projekt, dat gelike bilangryk is
en miskien noch wol sa bilangryk men kin altyd in
bipaelde rangoarder fan bilangrykheit meitsje as
de punten, dy't hjir al utsteld binne. Spr. komt yn
dit forban by liwat de hear Vellenga opmurken hat,
doe't hy ta de saek seis kaem. Hy hie it oer de for-
bettering fan it Harnzerplein en sei, dat de tagongs-
wegen lit it suden en üt it easten al sa treflik wienen,
mar doe bat hy der fêst net by stilstien, dat ien fan
dy treflike wegen net foldocht oan de meast ien-
faldige casken, dy't men oan sa'n earste klas for-
kearswei stelle mei. De Skrans sit nammentlik noch
altyd mei it probleem fan de oerwei. Der wurdt alle
dagen oer kankere en alle dagen wurdt der lest fan
ünderfoun. Spr. wit wol, dat dit wer in oar punt is
eu as sadanieh sil de Foarsitter net tastean, dat it
oan de oarder steld wurdt. As it hjir net kin, hopet
spr. der by de bigreating op werom to kommen. Syn
Iraecli is op dit stuit allinnieh mar: hawwe B. en W.
wier lik en oer dizze saek tocht? En as hy dêr antwurd
op krijt, is spr. al tof reden.
De lieer F. T. Dijkstra zou een kleine toelichting
willen geven op het voorstel, dat zijn fractiegenoot
en hij hebben ingediend.
De Voorzitter: Dit voorstel is vreemd aan de orde
van de dag. Spr. zal het 11a de afhandeling van de
agenda aan de raad voorleggen, om te beslissen, of
het in behandeling' kan worden genomen. Dan kan
de heer Dijkstra de gelegenheid krijgen het voorstel
toe te lichten.
De heer Geerts (weth.) zegt, dat dit debat voor een
deel een debat tussen de fracties is geweest. Spr. ge
looft niet, dat het nodig is, dat hij daarop ingaat.
Hij wil daarom beginnen met dank te betuigen
voor de erkentelijkheid, die is uitgesproken aan het
adres van B. en W.
Hij wil er slechts de waarschuwing aan toe voegen,
dat, zoals ook al in de stukken staat, dit alles nog
gebaseerd is op mondelinge toezeggingen. Hij gelooft
echter, dat er 99 kans is, dat de uitvoering van de
plannen door kan gaan. Alleen theoretisch bestaat
9
dus de mogelijkheid, dat het niet kan. Spr. moet de
heer Van der Meer, die bezwaar maakte tegen de
geringe arbeidsintensiteit van deze plannen, zeggen,
dat het er in de stukken inderdaad de schijn van
heelt, maar het geval ligt wel iets anders. Aan de
stukken was, naar spr. meent, een brief toegevoegd,
die aan de provinciale werkgelegenheidscommissie
werd gezonden. Daaruit blijkt, dat het aantal man-
weken, dat genoemd is, slechts die manwekeu zijn,
die op het werk zelf worden doorgebracht. Voor de
uitvoering van het plan Noorder begraaf plaats moet
bijv. zand worden aangebracht en juist in het op
graven en de aanvoer zit heel veel werk. Het zand
zal waarschijnlijk uit zee gebaggerd moeten worden.
Het aantal manwekeu, dat dit vergt, is niet in het
genoemde aantal begrepen. De materiaalkosten vor
men misschien maar 25 a 30 van het totaal. Alle
andere kosten zijn arbeidslonen en vervoerskosten.
De plannen moesten wel arbeidsintensiever zijn dan
misschien uit de stukken gebleken is; anders zou Den
Haag ze niet goedgekeurd hebben. Zou men de norm
van zo'11 f 200,per manweek aanvaarden, dan zou
in dit werk, dat 8500 manwekeu zal vragen, 1.7 mil-
üoen gulden aan werkloon zitten.
De heer Van der Schaaf maakte de opmerking, dat
kortgeleden dezelfde plannen deels niet goedgekeurd
werden en dat ze thans toch wel goedkeuring ver
kregen. Daarbij vraagt hij: wat is dat nu voor een
beleid? Spr. kan hem daarover het volgende zeggen:
Er is een investeringscommissie, die tot doel heeft
de investeringen te beperken. Men weet ook, dat de
regering, in verband met de moeilijkheden van onze
betalingsbalans, is overgegaan tot consumptiebeper
king tot 5 Deze maatregelen gelden nog wel dege
lijk voor het grootste deel van het land en dat
heeft liet voordeel, dat men het geheel kan overzien.
In sommige gebieden, waar geen werkloosheid heerst,
zoals b.v. in Velzen en Zuid-Limburg, blijven de in
vesteringsbeperkingen van kracht. In andere ge
bieden is de werkloosheid zodanig toegenomen, dat
de bedoelde maatregelen niet langer verantwoord
waren. Zo is te verklaren, dat de plannen in het af
gelopen najaar niet goedgekeurd werden, maar nu,
met het oog op de werkloosheid in Leeuwarden, wel.
De heer Van der Schaaf wees er verder op, dat
deze plannen door spr.'s voorganger als wethouder
van Openbare Werken zijn voorbereid. Dat is inder
daad het geval. Spr. gelooft ook niet, dat ergens in de
stukken of op andere wijze de schijn is gewekt, alsof
iemand anders dan zijn voorganger de voorberei
dingen heeft getroffen.
Thans komt spr. tot de beantwoording van de con
crete vragen.
De heer W. M. de Jong vroeg, of het mogelijk is
de walmuur aan de Tuinen een ander beloop te geven,
waardoor de rijweg breder zou worden. Spr. heeft de
zaak nog niet van deze kant bekeken. Misschien be
staat inderdaad die mogelijkheid. Het college zal in
ieder geval met deze opmerking rekening houden.
Als het met het oog op het stadsschoon of op andere
factoren mogelijk is het beloop te wijzigen en daar
door de rijweg te verbreden, zullen B. en W. niet
nalaten dit te bevorderen. Spr. gelooft niet, dat hier
een apart raadsvoorstel voor nodig is. Dit zal wel
als onderdeel van het gehele werk beschouwd kunnen
worden.
Een concrete vraag van de heer Vellenga was:
kunnen in de parkeerstrook van de Harlingerstraat-
weg bomen geplant worden? Spr. kan hem mede
delen, dat hij daaromtrent inlichtingen heeft inge
wonnen bij Gemeentewerken. Daar heeft men gezegd,
dat hier het planten van bomen wel mogelijk zou