1 8 zeer belangrijk aandeel heeft gehad. Als toch de zaken hier geëtaleerd worden, wil spr. dat ook even noemen. Ten slotte herhaalt hij, dat zijn fractie van harte haar medewerking aan deze plannen geeft. De heer W. M. de Jong wil over het eerste deel van het betoog van de heer Vellenga, nu zijn fractie voorzitter aan dat deel, dat spr. ook niet tot de ge lukkigste van de redevoering rekent, al enige woorden heeft gewijd, maar zwijgen. Hij had niet verwacht, dat een dergelijke toon hier vanavond nodig zou zijn te minder, omdat de betreffende plannen eigenlijk al lang bestonden. Over het voorstel zelf zou spr. een detailopmerking willen maken, die hem c.s. toch wel van belang leek. Als hij het goed begrepen heeft, wordt drie kwart van de walmuur aan de Tuinen grondig hersteld, althans het gedeelte, dat ligt tussen Turfmarkt en Tuinsterbrug. Blijkbaar wordt aangenomen, dat het andere deel nog van voldoende kwaliteit is om liet nog enige jaren te kunnen houden. Nu hebben spr. c.s. zich afgevraagd, of dit niet een unieke gelegenheid zou zijn, die walmuren, gerekend vanaf het hek tegen over de Turfmarkt, meteen een andere loop te geven. In de zuidzijde van de Tuinen zit 11.1. een vrij sterke bocht en in het midden van die bocht wordt de rijweg angstig smal. Als men ter plaatse een kijkje neemt, ziet men, dat aan de andere kant van de Tuinen het verloop der walmuren ook gewijzigd is. Spr. meent, dat dit een belangrijke verkeersverbetering zou be tekenen. Het college zal trouwens de door spr. be doelde verbetering wel overwogen hebben. Hij wil haar met warmte bepleiten. Desnoods zou hij de be handeling van dit onderdeel van het plan tot de vol gende vergadering willen uitstellen. De heer Kamstra heeft ook beslist niet kunnen be grijpen, waarom de heer Vellenga de politiek er bij heeft gehaald. Het feit, dat de gemeente reeds plan nen in voorbereiding had, heeft het mogelijk ge maakt, dat ze op zo korte termijn door de regering konden worden goedgekeurd, zodat vanavond deze voorstellen aan de raad konden worden aangeboden. Dat hier met zulke grote voortvarendheid is gewerkt, doet de r.k. fractie veel genoegen. Daarom kan spr. volstaan niet het college dank te betuigen voor het geen het in dezen heeft gedaan. Hier is dus al weer gebleken, dat de zorg voor de werklozen bij het col lege veilig is en dat B. en W. ook aandacht hebben voor de noodzakelijkheid van projecten als de onder havige. Er is hier gezegd, dat het aantal manwekeu teleurstellend is; de omstandigheden echter leiden in die richting. Men vergeet misschien ook, dat onder delen van deze werken op andere plaatsen reeds man- weken vorderen, zodat het totaal aantal manwekeu groter is dan het in de stukken genoemde aantal. De heer Pols sluit zich namens zijn fractie aan bij hetgeen de heer Van der Schaaf heeft gezegd. Hij voelt in het geheel geen behoefte over wat de heer Vellenga zeide veel op te merken. Er zou over diens vergelijking tussen vroeger en nu overigens wel iets te zeggen zijn. Hij kan zijn betoog anders niet ver klaren dan aldus: waar liet hart vol van is, loopt de mond van over. Het kan verhelderend werken en ruimte geven, als men het er op een gegeven moment maar eens uitgooit: vroeger werkloosheid, vandaag onder de geleide economie weer werkloosheid. Hoe komen wij er aan'? Hoe komen wij er af? (Gelach.) Of het hiervoor echter in de raad de juiste plaats is weet spr. niet. Hij hoopt van harte voor de heer Vellenga, dat hij nu weer rust zal krijgen. Spr. kan het niet fraai noemen, dat de kraan in Den Haag, door de werkloosheid gedrongen, open- komt. Leeuwarden kan nu echter volvoeren wat liet graag wil. E11 dit was de enige mogelijkheid. Maar of liet veel zal helpen 0111 de werkloosheid te bestrij den? Het zal misschien een druppel op de gloeiende plaat zijn. Wat het uitbreiden van de Noorder begraaf plaats betreft, dit is maar een onderdeel van een groter plan, welks uitvoering enige jaren zou duren en dat 3 mil- lioen gulden zou kosten. Heeft men echter ook geda< lit aan de mogelijkheid een nieuwe begraafplaats aan tc leggen? Een begraafplaats toch is een laatste rust plaats. En 1111 nadert de Noorderbegraafplaats steeds dichter de vliegbasis, dus de onrust. Spr. heeft en ge begrafenissen meegemaakt, waar de sprekers so us twee of drie keer moesten ophouden vanwege de o\ or- vliegende toestellen. Nu kan men wel zeggen: d ar is niets aan te doen. De begraafplaats was er eer. lor dan het vliegveld en dat is een realiteit, waar li Lee men rekening moet houden, maar spr. vraagt zich toch af, of voor een machtig object als het onder havige de omgeving van de Groningerstraatweg niet beter geschikt is. De heer Beuving is het niet eens met de verse' il- lende sprekers, die menen de heer Vellenga een ver wijt te moeten maken, wanneer hij spreekt zoals hij heeft gedaan. I11 de aanhef van de bijlage wordt ge sproken over aanzienlijke toeneming van de werk loosheid en spr. is van mening, dat een raadslid, als dit zich houdt aan het punt, dat aan de orde is in dit geval projecten ter bestrijding van de werkloos heid hij te allen tijde zijn persoonlijke mening naar voren mag en zal moeten brengen. Noemde men de werkloosheid enige maanden ge leden nog normaal en een gezond verschijnsel in het voorjaar zou ze immers tot een minimum terug lopen thans moet men met B. en W. constateren, dat ze nog steeds toeneemt. Daaruit blijkt duidelijk, dat zij, die steeds gewaarschuwd hebben tegen de voor de arbeiders noodlottige politiek van de regeri ig, het bij het rechte eind hebben gehad. Zij hebben er steeds op gewezen, dat de bewapeningspolitiek liet grote aantal werklozen nog steeds zal doen vermeer deren. Een groot deel van de werkers uit de verst uil- lende vakken en bedrijven zal worden uitgesehak ld. Gaat men op deze wijze voort, dan zal dat het gehele volk treffen en zal hier armoede worden gebracht. Het is echter nog niet te laat; ook het Nederlandse volk zal eenmaal de kracht opbrengen 0111 een rege ring te formeren, die een andere weg zal kiezen. Een groot deel van de bevolking zal uitvoering van pro ductieve arbeid eisen. Het zal daarbij als leuze voeren: „Werk en brood". Wel zullen de onderhavige plannen werkverruiming brengen en vanzelfsprekend is ook spr.'s fractie oor een zo spoedig mogelijke uitvoering, maar toch vindt zij de voorgestelde werken lang niet toereikend om de werkloosheid in de gemeente op te heffen. Slechts een deel der werklozen kan hiervan korte tijd profi teren. Uitvoering van werken op grote schaal i> noodzakelijk. Onder 2 van het voorstel wordt een 3-tal plannen omschreven voor uitbreiding der Noorderbegi al- plaats. Het college stelt voor plan II uit te voeren. Dit zou kunnen voldoen aan de behoefte aan graf ruimte voer de tijd van 8 jaar. Nadien of misschien voordien reeds zal men genoodzaakt zijn, weer tan een uitbreiding te beginnen. Het lijkt spr. dan ook gewenst een beroep op het college en de raad te doen om de bij plan I omschreven uitbreiding, die een op lossing geeft voor 25 jaar en die een fraaie oplos ing wordt genoemd, te doen uitvoeren. Provincie FRIESLAND. Bij punt 6 wordt gesproken over herstel van de walmuren aan de Tuinen en het vernieuwen van de Tontjepijp. Spr. zou zeggen: begin niet aan dat lap werk. College, kom zo spoedig mogelijk met een plan tot demping van deze stadsgrachten, zodat Leeuwar den eindelijk eens wordt bevrijd van het stinkende stil staande water; geef Leeuwarden goede rijwegen, die voldoen aan de eisen van het zo drukke verkeer. Zo'n plan zou van betekenis zijn voor de werkver ruiming en zou de gehele Leeuwarder bevolking ten goede komen. Spr.'s fractie zal dan ook de raad een voorstel doen, waarin B. en W. wordt verzocht met plannen i.z. demping te komen. De Voorzitter deelt mede, een voorstel, ondertekend door de heren Beuving en F. T. Dijkstra, te hebben ontvangen, dat luidt als volgt: „Ondergetekenden stellen de raad voor B. en W. te verzoeken een plan tot demping van de Tuinen en de andere stadsgrachten op korte termijn te willen uitwerken en aan de raad voor te leggen; tevens de regering te verzoeken uitvoering van dit plan moge lijk te maken door het ruimschoots te subsidiëren." Spr. noemt dit voorstel vreemd aan de orde van de dag. De raad zal dus na afhandeling van de agen da dienen te beslissen, of het voorstel hedenavond of later in behandeling zal worden genomen. Doe't de hear Santema de stikken lies, is by him de gedachte opkommen: is yn it kolleezje fan B. en W. ck tocht oan in oar projekt, dat gelike bilangryk is en miskien noch wol sa bilangryk men kin altyd in bipaelde rangoarder fan bilangrykheit meitsje as de punten, dy't hjir al utsteld binne. Spr. komt yn dit forban by liwat de hear Vellenga opmurken hat, doe't hy ta de saek seis kaem. Hy hie it oer de for- bettering fan it Harnzerplein en sei, dat de tagongs- wegen lit it suden en üt it easten al sa treflik wienen, mar doe bat hy der fêst net by stilstien, dat ien fan dy treflike wegen net foldocht oan de meast ien- faldige casken, dy't men oan sa'n earste klas for- kearswei stelle mei. De Skrans sit nammentlik noch altyd mei it probleem fan de oerwei. Der wurdt alle dagen oer kankere en alle dagen wurdt der lest fan ünderfoun. Spr. wit wol, dat dit wer in oar punt is eu as sadanieh sil de Foarsitter net tastean, dat it oan de oarder steld wurdt. As it hjir net kin, hopet spr. der by de bigreating op werom to kommen. Syn Iraecli is op dit stuit allinnieh mar: hawwe B. en W. wier lik en oer dizze saek tocht? En as hy dêr antwurd op krijt, is spr. al tof reden. De lieer F. T. Dijkstra zou een kleine toelichting willen geven op het voorstel, dat zijn fractiegenoot en hij hebben ingediend. De Voorzitter: Dit voorstel is vreemd aan de orde van de dag. Spr. zal het 11a de afhandeling van de agenda aan de raad voorleggen, om te beslissen, of het in behandeling' kan worden genomen. Dan kan de heer Dijkstra de gelegenheid krijgen het voorstel toe te lichten. De heer Geerts (weth.) zegt, dat dit debat voor een deel een debat tussen de fracties is geweest. Spr. ge looft niet, dat het nodig is, dat hij daarop ingaat. Hij wil daarom beginnen met dank te betuigen voor de erkentelijkheid, die is uitgesproken aan het adres van B. en W. Hij wil er slechts de waarschuwing aan toe voegen, dat, zoals ook al in de stukken staat, dit alles nog gebaseerd is op mondelinge toezeggingen. Hij gelooft echter, dat er 99 kans is, dat de uitvoering van de plannen door kan gaan. Alleen theoretisch bestaat 9 dus de mogelijkheid, dat het niet kan. Spr. moet de heer Van der Meer, die bezwaar maakte tegen de geringe arbeidsintensiteit van deze plannen, zeggen, dat het er in de stukken inderdaad de schijn van heelt, maar het geval ligt wel iets anders. Aan de stukken was, naar spr. meent, een brief toegevoegd, die aan de provinciale werkgelegenheidscommissie werd gezonden. Daaruit blijkt, dat het aantal man- weken, dat genoemd is, slechts die manwekeu zijn, die op het werk zelf worden doorgebracht. Voor de uitvoering van het plan Noorder begraaf plaats moet bijv. zand worden aangebracht en juist in het op graven en de aanvoer zit heel veel werk. Het zand zal waarschijnlijk uit zee gebaggerd moeten worden. Het aantal manwekeu, dat dit vergt, is niet in het genoemde aantal begrepen. De materiaalkosten vor men misschien maar 25 a 30 van het totaal. Alle andere kosten zijn arbeidslonen en vervoerskosten. De plannen moesten wel arbeidsintensiever zijn dan misschien uit de stukken gebleken is; anders zou Den Haag ze niet goedgekeurd hebben. Zou men de norm van zo'11 f 200,per manweek aanvaarden, dan zou in dit werk, dat 8500 manwekeu zal vragen, 1.7 mil- üoen gulden aan werkloon zitten. De heer Van der Schaaf maakte de opmerking, dat kortgeleden dezelfde plannen deels niet goedgekeurd werden en dat ze thans toch wel goedkeuring ver kregen. Daarbij vraagt hij: wat is dat nu voor een beleid? Spr. kan hem daarover het volgende zeggen: Er is een investeringscommissie, die tot doel heeft de investeringen te beperken. Men weet ook, dat de regering, in verband met de moeilijkheden van onze betalingsbalans, is overgegaan tot consumptiebeper king tot 5 Deze maatregelen gelden nog wel dege lijk voor het grootste deel van het land en dat heeft liet voordeel, dat men het geheel kan overzien. In sommige gebieden, waar geen werkloosheid heerst, zoals b.v. in Velzen en Zuid-Limburg, blijven de in vesteringsbeperkingen van kracht. In andere ge bieden is de werkloosheid zodanig toegenomen, dat de bedoelde maatregelen niet langer verantwoord waren. Zo is te verklaren, dat de plannen in het af gelopen najaar niet goedgekeurd werden, maar nu, met het oog op de werkloosheid in Leeuwarden, wel. De heer Van der Schaaf wees er verder op, dat deze plannen door spr.'s voorganger als wethouder van Openbare Werken zijn voorbereid. Dat is inder daad het geval. Spr. gelooft ook niet, dat ergens in de stukken of op andere wijze de schijn is gewekt, alsof iemand anders dan zijn voorganger de voorberei dingen heeft getroffen. Thans komt spr. tot de beantwoording van de con crete vragen. De heer W. M. de Jong vroeg, of het mogelijk is de walmuur aan de Tuinen een ander beloop te geven, waardoor de rijweg breder zou worden. Spr. heeft de zaak nog niet van deze kant bekeken. Misschien be staat inderdaad die mogelijkheid. Het college zal in ieder geval met deze opmerking rekening houden. Als het met het oog op het stadsschoon of op andere factoren mogelijk is het beloop te wijzigen en daar door de rijweg te verbreden, zullen B. en W. niet nalaten dit te bevorderen. Spr. gelooft niet, dat hier een apart raadsvoorstel voor nodig is. Dit zal wel als onderdeel van het gehele werk beschouwd kunnen worden. Een concrete vraag van de heer Vellenga was: kunnen in de parkeerstrook van de Harlingerstraat- weg bomen geplant worden? Spr. kan hem mede delen, dat hij daaromtrent inlichtingen heeft inge wonnen bij Gemeentewerken. Daar heeft men gezegd, dat hier het planten van bomen wel mogelijk zou

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1952 | | pagina 5