Provincie FRIESLAND.
20
21
De heer Geerts zit in de provinciale commissie en in
de commissie van de vier noordelijke provinciën ter
zake wat spreker zeer juist acht en weet precies
hoe het met deze zaak staat. Hij verstrekt het col
lege zo nu en dan gegevens (soms ook verrassende)
over dit vraagstuk. Spr. verzoekt hem dan ook, er
straks het een en ander van te willen zeggen.
Dan heeft de heer F. T. Dijkstra nog een vraag'
gesteld omtrent de verlichting van de Fabriekssteeg.
De bewoners hebben een adres gericht aan B. en W.
om een betere verlichting. Namens het college ver
klaart spr., dat daaraan aandacht is geschonken. Het
is hem echter, toen hij de situatie opnam, opgevallen,
dat plaatsing van een lantaarn in particuliere grond
is gevraagd en de heer Dijkstra zal weten, dat zo'n
zaak nu niet bepaald gemakkelijk ligt. Er zijn vroeger
door de gemeente al eens pogingen aangewend om de
grond, waarop de straat (voor zover daarvan gespro
ken kan worden) ligt, in handen te krijgen, doch deze
zijn toen mislukt. Thans zal weer een poging daartoe
worden gewaagd, opdat niet alleen de verlichting ver
beterd zal kunnen worden, maar ook aan de afwate
ring en wat dies meer zij aandacht zal kunnen worden
geschonken, hoewel de bewoners om dit laatste niet
hebben gevraagd. Spr. meent, dat hij de heer Dijkstra
hiermee wel gerustgesteld zal hebben. Hij is zelfs in
gelicht over een kwestie, die hij niet ter sprake heeft
gebracht. B. en W. hebben deze zaak even laten wach
ten met het oog op maatregelen, die strikt noodzake
lijk zijn ter verkrijging van de grond.
De heer Geerts (weth.) zegt, dat het nog de vraag
is, of het college mededelingen kan doen omtrent de
gasconcentratie en het aardgas. Als spr. formeel zou
blijven, zou hij moeten zeggen, dat B. en W. op de
vraag van de heer Slaterus geen antwoord kunnen
geven, omdat zij officieel van deze kwestie niets af
weten. Het enige is, dat zij een brief ontvangen heb
ben van de directeur-generaal van Energievoorzie
ning met de mededeling, dat aan de directeur der
lichtbedrijven een vragenlijst is ingezonden, waarbij
deze verzocht wordt over die lijst zijn gedachten te
laten gaan, eventueel na een samenspreking met het
college. Die brief is op twee punten belangrijk. In
de eerste plaats door de uitdrukking „eventueel na
samenspreking met B. en W.", want door dit laatste
laat de directeur-generaal eigenlijk blijken, dat daar
nog heerst de geest van de oude vakgroep, waarbij
rechtstreeks met de directeur en niet met B. en W.
wordt onderhandeld. Dat is het enige wat B. en W.
hiervan weten. Maar nu verkeert spr., zoals de heer
Wiersma reeds gezegd heeft, in de bijzondere om
standigheid, dat hij lid is van de aardgascommissie,
die samengesteld is door de gemeenten in de 4 noor
delijke provinciën en liet noordelijke deel van Gel
derland. Ook is spr. lid geweest van de commissie,
die het gasvraagstuk in Friesland bestudeerd heeft.
De provinciale commissie werd samengesteld op ver
zoek van de afd. Friesland van de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten. Deze commissie heeft eind
vorig jaar een rapport uitgebracht en kwam daarin
tot de conclusie, dat het nuttig zou zijn de verschil
lende gasfabrieken in Friesland te verbinden door
een ringleiding en om t.z.t. de productie en zo moge
lijk de distributie te concentreren in één fabriek. Dit
levert financieel voor alle fabrieken voordeel op, zelfs
voor de grootste fabriek, die het goedkoopst kan wer
ken, dus de Leeuwarder fabriek, lil dat rapport is
geen rekening gehouden met het ter beschikking
komen van aardgas. Enige weken voordat dit rapport
werd ingediend, is nog een bespreking gevoerd met
de directeur-generaal van Energievoorziening en ook
daar werd medegedeeld, dat met het aardgas voor
Friesland geen rekening gehouden was. In October.
November en December 1951 stond plotseling de kiant
vol van berichten van grote hoeveelheden aardgas,
die waren gevonden en die ter beschikking van do
bevolking in liet noorden van het land zouden komen.
Het gasrapport heeft, hoewel het als studiemate
riaal nog wel van belang is, zijn directe waarde ver
loren, omdat het voordeel van de concentratie, voor
gesteld in het gasrapport, bestaat in concentratie an
productie en de productie is vervallen, omdat het
aardgas al aanwezig is.
Toen ten slotte bekend werd, dat aardgas besc ïik-
baar zou komen, hebben verschillende gemeenten in
Twente bezoek gekregen van een afgevaardigde van
de directeur-generaal van Energievoorziening, om
over de levering van dit aardgas te spreken. Deze
gemeenten hebben zich daarna gewend tot liei be
stuur van de Vereniging van Nederlandse Genven-
ten en dit heeft in Assen een vergadering belegd,
waarin besloten is voor liet noorden een commissie
in te stellen, bestaande uit 10 leden, n.l. 2 uit elke
provincie, aan welke commissie zou worden opgedra
gen in de eerste plaats het bestuderen van het vraag
stuk van het aardgas en in de tweede plaats op te
treden als onderhandelaar tegenover de staat over
de prijs en de manier van leveren van het aardgas.
Deze commissie is spoedig aan het werk gegaan, heelt
zich georiënteerd over het vraagstuk en is ook tot
een bepaald resultaat gekomen. Dat kwam hierop
neer, dat het aardgas door de staat aan een transport-
maatschappij geleverd zal dienen, te worden. Die
maatschappij zal het gas van de verschillende l ron-
nen leveren voor Friesland, Groningen, Drente, enz.
en aan de reeds bestaande distributiebedrijven ver
kopen. Het gas, dat zo uit de grond komt, heelt een
waarde van 8200 cal. Dat is twee maal zo sterk als het
stadsgas. Het zou dan, zoals het voorstel van de •om-
missie is, een zaak worden van de gezamenlijk' ge
meenten. Dat wordt dan een gemeenschappelijke rege
ling op voet van de wet 1951, waarbij verschillende ge
meenten zich verbinden gezamenlijk een gast ans-
portbedrijt' op te richten en te verzorgen. Me* dit
voorstel heeft de commissie zich tot de minister ge
wend, bij wie het niet direct in goede aarde viel. Hij
heeft uitdrukkelijk gezegd, dat hij niet met deze om-
missie in zee wenste te gaan. Haar bedoeling om als
onderhandelingspartner op te treden voor verschil
lende gemeenten werd niet door de minister geac
cepteerd. Deze stelt zich op het standpunt, dat het
gas, dat bestemd is voor de 5 noordelijke provinciën,
niet alleen aan de thans gas-producerende geniee ïten.
maar ook aan de gemeenten, die nu geen gas hebben,
zal moeten worden geleverd, m.aw.: de transport-
maatschappij, die dus het gas van het rijk zou kopen,
zou niet mogen bestaan alleen uit vertegenwoordi
gers van gasgemeenten, maar ook van andere ge
meenten en van het provinciale bestuur, omd; i dit
volgens de minister beter de mogelijkheden van de
provincie kan overzien dan de gemeenten dat kun
nen. Verder staat de minister op het standpunt, dat
ook de provincie niet volledig bevoegd is in dezen en
dat het rijk in een eventuele maatschappij vertegen
woordigd zou moeten zijn, omdat dit weer beter kan
overzien, waarin bijv. de verschillen tussen Friesland
en Twente bestaan. De minister gaat nog verder. Niet
alleen wenst hij in deze maatschappij vertegenwoor
digers van de gemeenten, de provinciën en het rijk
maar ook van het georganiseerde bedrijfsleven. Het
is een zaak, waaraan van verschillende kanten ge
trokken wordt. Het bedrijfsleven, dat ook hier zijn
beste beentje voorzet, heeft al goede resultaten ge
boekt, want het was eerst helemaal niet zeker, dat het
aardgas voor het noordoosten van het land beschik
baar zou zijn.
De Kamer van Koophandel van Twente heeft toen
een actie opgezet, als gevolg waarvan de minister in
de Tweede Kamer heeft toegezegd, dat het aardgas
voor de noord-oostelijke provincies bewaard zal blij
ven. Er komt dus aardgas en het zal worden geleverd
via een transportmaatschappij, welke moet bestaan
uit vertegenwoordigers van verschillende lichamen.
Partijen zijn het er nog niet over eens hoe de ver
tegenwoordiging zal moeten worden geregeld: of de
gezamenlijke gemeenten de meerderheid in die maat
schappij moeten vormen, of dat provincies en ge
meenten op basis van fifty-fifty zullen moeten zijn
vertegenwoordigd.
Het aardgas moet spoedig gebruikt worden, omdat
het deviezenbesparing betekent. In de tweede plaats
is hiervoor een technische reden aanwezig. Spr.
spreekt nu uiteraard als leek. Wanneer liet gas nu
niet wordt afgenomen, maar pas over enige jaren,
dan zijn de bronnen intussen verstopt, zodat opnieuw
geboord moet worden. Bovendien wordt het aanneme
lijk geacht, dat het aardgas in communicatie staat
inet het gas in Duitsland, waar het wel gebruikt
wordt. Wanneer Nederland het dus niet neemt, wordt
het door Duitsland opgebruikt en vist ons land achter
het net. Het is hierom, dat spoed moet worden be
tracht. en zo zijn onder de hand al verschillende con
tracten afgesloten, o.a. met Coevorden, Steen wijk en
Weststellingwerf. Er is overeengekomen, dat in deze
gemeenten aardgas zal worden geleverd, maar dat
geen gemeente met het rijk zal onderhandelen, dan
via de commissie. Er is voor de levering aan de ge
noemde gemeenten nog geen prijs vastgesteld.
Ten slotte w il spr. nog meedelen welke plannen er
zijn omtrent het aanleggen van aardgasleidingen en
in welk tempo men meent deze plannen te kunnen
uitvoeren. De bedoeling is, dat in de eerste phase, dat
is in liet tweede halfjaar 1952, de leidingen gereed zul
len komen van de bronnen bij Wanneperveeu via
Steemvijk, Wolvega, Heerenveen en Gorredijk tot aan
Drachten en van de andere bronnen in de buurt van
Coevorden en Tubbergen naar Drente en Twente. In
de tweede phase, de eerste helft van 1953, denkt men
leidingen aan te leggen van Heerenveen naar Ak-
krurn eu omgeving en in de derde phase, de tweede
helft van 1953, van Heerenveen via Sneek en Bols-
ward tot aan Workum. In de vierde phase komt pas
de mogelijkheid het gas aan Leeuwarden te leveren,
en dan zullen ook leidingen worden gelegd van Bols-
ward uit naar Franeker, St. Anna Parochie, enz.
Het is nog niet bekend, of het aardgas inderdaad
voor de hoofdstad beschikbaar komt. Leeuwarden
staat niet op de eerste plaats, zoals uit het zopas
gegeven overzicht wel is gebleken. Dit is ook, omdat
het aardgas beter geleverd kan worden op plaatsen,
waar het lichtgas nu duur is, dan daar, waar het 1111
niet duur is, zeals in Leeuwarden. Immers maakt dit
verschil in verband met de winst, die gemaakt kan
worden.
Persoonlijk is spr. van mening, dat, wanneer het
aardgas naar Friesland komt, het voor de gemeente
Leeuwarden van belang is, ook indien zij zelf geen
aardgas zou krijgen, er bij betrokken te zijn eu in de
transport maatschap pij haar plaats in te nemen. In
ieder geval dient hiernaar gestreefd te worden.
De heer K. de Jong, zal graag iets opmerken naar
aanleiding van wat de wethouder zei over het woord
willekeur". Spr. heeft dit woord niet bedoeld in deze
zin, dat er bij de wethouder in de toepassing van deze
tarieven van opzet sprake zou zijn, maar de -werke
lijkheid is toch zo, dat een bepaalde groep een beetje
in de knel zit. Dan komt soms bij deze groep de ge
dachte op: waarom kunnen bij de ene categorie het
ruimte dubbel-tarief en het piektarief wel toegepast
worden en bij de andere niet? Nu zijn er redenen
voor: in de eerste plaats het ontbreken van statisti
sche gegevens, die op ieder willekeurig moment ter
beschikking zouden moeten zijn, en de herhaalde ver
hoging van de kolenprijs van de laatste tijd. In deze
zich telkens wijzigende omstandigheden is het nodig
voldoende statistisch materiaal te hebben. Spr. is dan
ook dankbaar, dat over uitbreiding gedacht wordt.
De heer Wiersma (weth.) kan de heer K. de Jong
verzekeren, dat aan de statistieken aandacht wordt
geschonken. In de loop van de laatste paar jaar is er
een nieuwe administratie ingevoerd en in het jaar
1951 is men begonnen meer dan voorheen statistische
gegevens te verzamelen. Men is dus het moge niet
volmaakt zijn, want dat kan niet in korte tijd met
ernst aan deze zaak bezig.
De begroting van het G.E.B. wordt z.h.st. overeen
komstig het voorstel van B. en W. vastgesteld, even
als de begrotingswijziging no. 1.
Aan de orde is de Gemeentebegroting.
Volgno. 44. Reclame 2.500,
De heer Pols ziet in de begrotingsbehandeling een
zekere lijn. Het wordt zo langzamerhand gewoonte,
dat hij over deze post enkele woorden zegt. Hij is
thans niet van plan veel op te merken. Het is Avel
bekend geworden, dat er over dit punt in de raad
verschillend wordt gedacht, maar als spr. zich stil
hield, zou er voor hem het gevaar in zitten, dat men
meent, dat hij het eens is met de gevoerde politiek.
Dat is niet het geval. Hij is altijd nog van mening,
dat men aan de mogelijkheden, die Leeuwarden biedt,
meer bekendheid naar buiten uit moet geven. Nu heeft
de wethouder vanmorgen al enige toelichting gege
ven. Hij heeft gezegd, dat het best gaat met de indus
trievestiging. De gemeente heeft al heel veel grond
verkocht. Spr. kan dat wel beamen, maar hij had
graag, hoewel hij weet, dat het heel moeilijk is, dat
hier andere soorten industrie kwamen, n.l. arbeids
intensieve. De wethouder zegt o.a., dat de Shell een
terrein gekocht heeft, maar dit betekent slechts, dat
er een tank in de grond wordt gestopt; veel mensen
zullen daar in de toekomst niet werken. Hetzelfde
geldt voor de Transport Mij „Pax", die ook een stuk
grond heeft gekocht. Spr. meent, dat men meer zijn
best moet doen im de industrie in Nederland de mo
gelijkheden te vertellen, die Leeuwarden biedt, om de
hier noodzakelijke industrie aan te trekken. Het
lijstje, dat de wethouder heeft opgesomd, o.a. van
advertenties en van wat de gemeente meer aan recla
me heeft gedaan, is langer dan verleden jaar en het
gaat dus de goede richting uit. De gemeente kwam hij
de laatste tentoonstelling „Handel en Industrie" in
de Beurs voor het eerst naar voren. Daar was spr.
zag het tot zijn genoegen wel een aardige stand
ingericht; hij meent, dat het nog wel iets beter had
gekund, hoewel hij toegeeft, dat het iets nieuws was
en dat dit werk zal moeten groeien. Hij juicht dit
initiatief toe, maar gelooft toch, dat hier meer moge
lijkheden liggen, dan hier waren benut.
In het algemeen zou spr. de reclame nog wat meer
in het openbaar willen hebben om juist die industrie-
en aan te trekken, die Leeuwarden kunnen helpen bij
de bestrijding van de werkloosheid.