22
De heer Geerts (weth.) zegt, dat liet laatste jaar
meer aan reclame besteed is dan in voorgaande jaren
en dit is voor een groot deel een gevolg van de aan
drang van buiten het college. Hij persoonlijk ziet
niet erg veel nut in reclame in de vorm van adver
tenties e.d. Hij is geen industrieel, maar hij weet wel
zoveel van de industrie af, dat men zich heus niet
door advertenties zal laten beïnvloeden, zoals mis
schien met consumenten wel gebeurt. De industrie
wil wel degelijk alle mogelijke factoren nagaan, die
voor industrievestiging noodzakelijk zijn, in de eer
ste plaats de arbeidsmarkt en in de tweede plaats het
beschikbaar zijn van grond, de tarieven van electri-
citeit en gas, de mogelijkheden van schoolopleiding
enz. Spr. gelooft, dat dit voor de industrie belang
rijker is dan advertenties in bepaalde kranten. Overi
gens heeft hij steeds de indruk gekregen van de heer
Winsemius, de man, die de industrievestiging hier te
lande zal moeten bevorderen, dat industrievestiging
in bepaalde plaatsen niet gebeurt via de activiteit
van gemeentebesturen, maar heel gewoon vanuit Den
Haag. Dat in Emmen bepaalde industrieën zijn ge
komen, ligt helemaal niet aan de activiteit van het
gemeentebestuur van Emmen, maar de heel doodge
wone reden is, dat in de venen een noodtoestand
heerste door grote werkloosheid. Er moest iets ge
beuren en Den Haag heeft bepaalde industrieën daar
heen gedirigeerd, natuurlijk met goedvinden van de
betrokken maatschappijen.
Voor Leeuwarden lijkt spr. de uitbreiding van be
staande industrieën heel gezond. Het zijn geen één
dagsvliegen. De heer Pols noemde als voorbeeld de
Shell en vond deze uitbreiding niet belangrijk. On
belangrijk is zij echter ook niet. Het betekent, dat do
Shell alles hier gaat concentreren; dat de depóts uit
andere plaatsen van Friesland wegtrekken.
De heer Pols heeft niet genoemd de C.A.F. en de
Condens. Dat zijn wel arbeidsintensieve bedrijven. De
Condens, waar grote aantallen arbeiders werken, gaat
zich hier uitbreiden. Spr. zou nog andere voorbeelden
kunnen noemen, o.a. het spuitbedrijf van Posthuma,
dat pas geopend is, en de machinefabriek Postma en
Feenstra; deze laatste is wel niet in het afgelopen
jaar hier gevestigd, maar deze is ook behoorlijk uit
gebreid.
Ten slotte zou spr. nog' een kleinigheid willen zeg
gen over de stand op de tentoonstelling „Handel en
Industrie". Dit is, voor zover spr. bekend, de eerste
keer, dat de gemeente op deze manier met een stand
uitkwam en natuurlijk zal zij iets moeten leren. Een
maquette van het uitbreidingsplan zou meer de aan
dacht getrokken hebben dan een plaatje, maar de
tijd, die toegemeten was, was niet toereikend om nog
een maquette te maken.
Volgno. 44 wordt onveranderd vastgesteld.
Volgno. 58. Uitbreidingsplannen f36.770,
De hear A. Witteveen seit, dat hy op luist alle ge
lneten wurdearring hat t'oar it kolleezje fan B. en W.
Mar op ien gebiet: de litwreiding en opbou fan de
stêd, is hy it net alhiel mei it kolleezje iens. Hy sjocht
yn, dat it-o sa'n slim gefal is. Hy wol de problemen
hiel yn it koart neame: de oergong hy de Skrans, it
Gasfabryk, it archyffraechstik, de fémerk en oaren.
Spr. wol der eltse kear wer de klam op lizze, dat men
dizze net stik foar stik under it each sjen moat, mar
it iene yn forban mei it oare. Hy wol der nou lykwols
net fierder op yngean.
Spr. hat okkerdeis, yn it ïiümer fan 2 Maeije 11)52
fan Frysk en Frfj oer de stêd Ljouwert skreaun, Dy't
der bilangstelling foar hat, kin by him sa'n krante
wol forgees krije.
It is syn bitinken, dat de stêdboukundige tsjinst
fan Ljouwert to min krêften telt. Hy luit alle wur
dearring foar dy tsjinst en liy is bliid, dat de post
foar dy öfdieling it léste jier mei ƒ8.000,forhege
is, mar it liket him dochs to min ta. Yn Haerlim,
Eindhoven en Utert sitte in man as 10. Spr. is dei' oer
it algemien net foar om de bisettiug fan de tsjinsteu
by de gemeente lit to wreidzjen, mar men sil der nel
foarwei kinne hwat dizze tsjinst oaugiet.
Spr. wol ek noch efkes it omtinken fan it kolleezje
freegje foar in tokoart, dat hy en oaren al sa mek
op it aljeinint brocht hawwe; hy bidoelt, dat de i eds
leden de plannen fan de stédsutwreiding net fol-
dwaende bisjen kinne. Hwat lijir oan kaerten leis
hat, heart neffens him mear thus yn it museum as
dat it tsjinje kin om de riedsleden yn to ljocht jeu.
Der stiet yn it seksjerapport: „Vele leden stellen
prijs op een goede, duidelijke kaart" en nou anderje
B. en W.: „Wij zullen de hier aanwezige mogelijk
heden nader onder ogen zien." Dat sinniget spr net.
Doe't hy noch mar 14 dagen yn de rie siet, hat i y al
frege om in kaert. As it nou misbiteart, dan bil bta
hy it net mear. Dêrom binne spr. c.s. sa fi'ii
0111 it folgjende fitstel to dwaen. It komt fan de hemen
v. d. Vegte en Beuving en spr. hat it seis ek tekene.
It is sa: „De raad verzoekt B. en W. te willen bevor
deren, dat het gehele stadsplan op schaal 1 op 10W.
dus op een kaart van 3'/2 bij 5 m, ten dienste vi n de
raadsleden in het stadhuis blijvend woidt opgesr 'ld.
Dy kaert hienen spr. c.s. yn fakken tocht. De hear
wethalder hat al yn 'e seksjegearkomst sein, dat de
kaert fiersten to great wurde soe, nammentlik H
m. Mar dat is net wier. Spr. hat de tomstök erby
liawn en as der in kaert komt ian 3'/2 by 5 in. dan
binne de riedsleden by steat de litwreidingsplannen
goed to bisjen en to bistudearjen.
Hjirmei is spr. klear.
De Voorzitter heeft zojuist het door de lieer A. W h
teveen vermelde voorstel ontvangen. Nadat hij hier
van lecture heeft gedaan, vraagt hij de lieer W itte
veen, waar deze zo'n kaa"t in liet stadhuis /ou willen
plaatsen.
De hear A. Witteveen mient, dat dy byg. sten i kin
yn ile keainer, liwer't de riedsleden de stikken léze ol
yn de lytse seal. It kin in bitrekiik arlistike kaert
wêze. Mar yn it stêdhüs hinne B. en W. better bikeuo
as spr.
De Voorzitter zegt, dat de vertrekkamer geen lm-
heeft, waar zo'n kaart in kan. Eu de Nieuwe zaal is
steeds in gebruik voor vergaderingen.
De heer W. M. de Jong kan met de geest van (lil
voorstel wel meegaan. Hij gelooft, (lat op betrekke
lijk korte termijn wel een gelegenheid gevonden zon
kunnen worden om aan de wens van de heren V. itte-
veen c.s. te voldoen. Dat deze kaart wai te groot zot
worden, wil spr. graag aannemen. Het voorstel s
misschien wat te concreet.
Spr. wil zich graag aansluiten bij hetgeen in |H''
sectieverslag is gevraagd. Z.i. zal zo'n kaart er of
korte termijn toch moeten komen.
De heer Geerts (weth.) meent, dat het gemakke
lijker gezegd dan gedaan is om een kaart te maken
van afmetingen, als in dit voorstel genoemd, hei
kaart moet aan bepaalde eisen voldoen. Het moet e®
goede kaart zijn, waar bijv. afstanden op afgep»5'
zullen moeten kunnen worden. Daar zal heel wat
meterij aan vooraf moeten gaan. Het zal tienduizen
den kosten, voordat zo'n kaart voor elkaar is.
Provincie FRIESLAND.
De heer W. M. de Jong zeide zojuist, dat het voor
stel wat erg concreet is, maar dat hij met de geest
er van wel mee kon gaan. Dat kan spr. ook wel, want
het is inderdaad de bedoeling van B. en IV. om kaar-
tenmateriaal aan de raad te verschaffen, niet in de
hier gevraagde vorm, maar zodanig, dat het beter
beschikbaar kan worden gesteld. Dit zal waarschijn
lijk in de loop van de volgende week gebeuren. Dan
zal aan de raadsleden een structuurplan van de stad
worden rondgestuurd, waarop in hoofdlijnen staat
aangegeven hoe de stedebouwkundige dienst zich het
uitbreidingsplan heeft gedacht; daarop komen voor
de rondweg, terreinen voor recreatie, voor woning
bouw, voor industrie, enz. Deze kaart is van een zo
danige afmeting, dat zij in een gewoon huis terecht
kan. Spr. wil er uitdrukkkelijk bij zeggen, dat dit
geen vastgesteld uitbreidingsplan is; de kaart geelt
alleen de richtlijnen van de stedebouwkundige dienst
weer, waarmede B. en IV. zich hebben kunnen ver
enigen. Het is de bedoeling bij deze kaart een toe
lichting te geven.
Verder ligt het in het voornemen de raadsleden
voordat de heer Witteveen aftreedt! een topogra
fische kaart van de gehele gemeente te verstrekken.
Als bijv. ergens ook maar een transformatorgebouw
tje geplaatst moet worden, dan moet men direct
weten, waar dat zal gebeuren. Spr. gelooft, dat dit
kaartenmateriaal bij het besturen van de stad beter
aan zijn doel zal beantwoorden dan de door de heer
Witteveen gevraagde kaart. Daarop zou de raad nog
lange tijd moeten wachten.
De heer Witteveen sprak verder over de verschil
lende uitbreidingsplannen en over de bezetting van
de dienst, die hier te gering zou zijn. Inderdaad is
de bezetting te gering, om binnenkort een volledig
uitbreidingsplan van de gehele stad te maken. Maar
het is toch thans reeds zo, dat het uitbreidingsplan
zo „njonkenlytsen" al aardig te voorschijn komt;
voor het oosten van de stad is het uitbreidingsplan
gereed; het uitbreidingsplan voor het westen heeft
reeds ter visie gelegen. Voor Achter de Hoven be
staat een uitbreidingsplan en voor Huizuin is het
gedeeltelijk klaar. Zou men een grotere bezetting van
de stedebouwkundige dienst nemen, dan zou het mis
schien mogelijk zijn binnen Vh jaar het volledige
plan klaar te hebben, maar dan zou men de 8 a 10
man, die men had moeten aantrekken, ook weer een
andere functie moeten geven. Het lijkt spr. beter in
het tegenwoordige tempo door te gaan.
Verder sprak de heer A. Witteveen over de vraag,
hoe men zich de bouw in de binnenstad in het alge
meen denkt. Spr. meent, dat diens artikel in „Frysk
en Fr ij" daar ook over gaat. Die bouw is echter geen
kwestie van een uitbreidingsplan. Een plan voor de
binnenstad zou alleen kunnen zijn ex art. 43 van de
Woningwet. Iets dergelijks heeft men ook gehad voor
het Oldehoofsterkerkhof, maar dat plan is toen niet
goedgekeurd. Het is wel nodig, dat het gemeentebe
stuur zich bezint op dergelijke dingen, alleen men
kan nu eenmaal niet alles tegelijk. Daarom zal dit
nog wel eens een keer uitgesteld moeten worden.
Zoals de raad uit de mem. v. a. heeft vernomen, zal
bij de raad een voorstel aanhangig worden gemaakt
tot het uittrekken van gelden ter bestudering van
het tunnelplan. Dit plan staat ook in verband met
het doortrekken van de rondweg.
Als spr. zegt, dat men op deze weg langzamerhand
verder zal gaan, wil hij daarmee niet zeggen, dat men
„langzaam" werkt. Binnen niet al te lange tijd zal er
een volledig plan zijn, ook t.a.v. wat men met de bin
nenstad zal doen.
23
De heer Van der Schaaf wil graag even terugkomen
op de door de heer Witteveen voorgestelde kaart.
Zou het niet het beste zijn, zo vraagt spr., liet voor
stel in handen van B. en W. te stellen om prae-
advies en af te wachten, wat binnenkort aan de
raadsleden zal worden verstrekt? Dan kan worden
uitgemaakt, of daarnaast nog' zo'n kaart nodig is.
In de tweede sectie ging het voorstel van de heer
Witteveen er als een vloedgolf door. Deze opperde
het plan en vond van alle kanten bijval. Er staat
dus zeer terecht in het sectieverslag, dat vele
leden er op hebben aangedrongen zo'n kaart te mogen
ontvangen. Maar, wanneer spr. van de wethouder
hoort, dat een dergelijke kaart misschien evenveel
moet kosten als drie arbeiderswoningen, schrikt li ij
daarvan. Hij zou de heer Witteveen in overweging-
willen geven zijn voorstel aan B. en W. toe te ver
trouwen voor prae-advies, waarin uiteraard een kos
tenberekening zal worden opgenomen.
De hear A. Witteveen wol mei liwat de hear Van
der Schaaf seit wol akkoart gean. It giet him der net
om, it litstel fan him c.s. der troch to driuwen, mar
hy wol o sa graech in kaert, omdat hy dy nedieh hat
om de stikken to bistudearjeu. It is de goedkeapste
mallear, as sa'n kaert foar eltsenien opsteld stiet. Men
wol de minsken fan Gemeentewurken net al to faek
ian it wiirk liable, hoewol men dêr skiklik genöch is.
Spr. hat de kaert op skael 1 a 1000 tocht. Dy kin mak
lik yn fakken opset wurde. De hear Geerts hie it
fierder oer in kaert fan it struktuerplan, mar dat is
in skematysk gefal. It is natuerlik praktysk en de
rie soe der tige syn foardiel mei dwaen kinne, mar
it is net hwat men lijir hawwe moat. Op in kaert Jyk
as spr. dy bidoelt, moatte de kadastrale nümers en
ek de goed karringen stean. Dat moat men allegearre
kontrolearje kinne. Foar in fakman is it diïdlik, dat
soks it moaiste wêze soe. Dat sa'n kaert tsieutüzenen
kostje moat, sjocht hy net yn. Mar hy giet dermei
akkoart, dat B. en W. mei in prae-advys komrne sille,
sa as de hear Van der Schaaf ütsteld liat.
De heer Geerts (weth.) zegt, dat er blijkbaar oen
misverstand bestaat tussen de heer Witteveen en licm
ever deze kaart, Spr. heeft gezegd, dat zo'n kaart
ontzettend veel geld kost en de lieer Witteveen meent,
dat zij niet veel zal kosten. Als spr. vooropstelt, dat
men een goede kaart wil hebben, zullen vele delen
van de stad opnieuw uitgemeten moeten worden. Wil
men volstaan met een vergroting van do bestaande
kaarten, dan zal het lang geen tienduizend gulden
kosten. De bestaande kaarten zijn alle op verschil
lende en andere dan de door de heer Witteveen be
doelde schalen, n.l. op 1 a 2500, 1 ii 2000 en 1 a 1250.
De Voorzitter is geneigd de heer Witteveen te ad
viseren zijn voorstel in te trekken. Hij heeft zopas ai
gehoord; dat de raadsleden gewoonlijk beter worden
bediend dan zij zelf vragen. Spr. heeft geen be
zwaar om dit voorstel 0111 prae-advies aan B. en
W. ter hand te stellen. Een plaats voor een zo
grote kaart, als de heer Witteveen vraagt, is bij
de tegenwoordige inrichting van het stadhuis, dat
uitermate intensief wordt gebruikt, niet te vinden.
Wat hier aan bezienswaardigheden is, kan men
toch niet met een grote kaart camoufleren. Elke
keer, dat zo'n kaart opzij gezel zou moeten wor
den, zou het arbeidsloon kosten. Dat gaal eenvoudig
niet. De raad stelle het voorstel van de heer A. Wit
teveen e.a. in handen van B. en W. om prae-advies
en waclite eens af wat dezen aan de raadsleden zullen
toesturen; dan kan men altijd nog verder zien.
De hear A. Witteveen kin dêrmei akkoart gean,