41^
Provincie FRIESLAND.
er moet toch rekening worden gehouden met de rea
liteit en met alle mogelijke bepalingen en eisen, die
op het ogenblik worden gesteld. De grond is duur en
de bouwkosten zijn hoog en dit noodzaakt de ge
meente in de hoogte te bouwen. De flatbouw met b.v.
vier woonlagen vindt spr. persoonlijk niet mooi, maar
hij wil zijn smaak gaarne uitschakelen; liet kan nu
eenmaal niet anders. Het plan met zijn ruime straten
is heel aardig. Er is rekening gehouden met sport
velden en scholen en tot spr.'s groot genoegen is er
zo hier en daar nog al wat groen geprojecteerd. Het
is heel prachtig, dat de sportvelden omzoomd worden
met groenstroken. Maar nu zag spr. tot zijn grote
verrassing in de toelichting, dat er ook sport- oi'
speelvelden, z.g. sehoolsportvelden, zijn geprojecteerd
in de mooie rand van 60 meter breed, die men
denkt aan te leggen als afsluiting van de bebouwing.
Wanneer in die strook een aardige aanplanting tot
stand komt, dan blijft hier een stukje natuur over,
waar de stadsbewoners de rust van het buitenzijn
kunnen genieten en deze rust zou weer verstoord
worden, wanneer daar sportvelden worden aangelegd.
Spr. zou daarom in overweging willen geven de
mooie rand aan te leggen zonder sportvelden, opdat
deze voor de bewoners van Leeuwarden een verbin
ding kan zijn met het mooie dat in de natuur is.
De heer Van der Yegte zegt, dat men hier dikwijls
heeft gehoord, dat hoogbouw eigenlijk niet voorde
liger was. Spr. heeft nu eens het gedeelte van het
plan-Oost, dat grenst aan de Groningerstraatweg,
vergeleken met het overeenkomstige gedeelte van
de bestaande bebouwing aan de andere kant vau
de Groningerstraatweg, tussen Goudenregenstraat,
Bijenhofstraat en Goudsbloemstraat, en is tot de con
clusie gekomen, dat in dit laatste gedeelte 180 m2
grond per woning nodig was en in liet geprojecteerde
gedeelte 135 nr. Dus kunnen thans 30 meer wonin
gen op dezelfde oppervlakte gebouwd worden.
Spr. meende deze gegevens niet voor zichzelf te
moeten houden en dacht, dat ze de raad wel zouden
interesseren.
Het bouwen in vier woonlagen lijkt hem wel een
mogelijkheid voor Leeuwarden, maar misschien denkt
men er straks weer anders over. Wanneer er eenmaal
op drie woonlagen is gerekend, zou dit nog een be
sparing geven van 25
De heer Geerts (weth.) heeft met groot genoegen
gehoord, dat hier voor dit plan veel belangstelling
bestaat. Hij had ook niet anders verwacht, omdat
het heel belangrijk is; het betreft een zaak, die allen
hier na aan het hart ligt. De dank, die B. en W. ge
bracht is, wordt gaarne aanvaard. Spr. hoopt ook de
dank van de raad aan de directie van Gemeentewer
ken en aan de mensen van de stedebouwkundige
dienst over te brengen voor het werk, dat daar ver
richt is.
Er zijn door de sprekers verschillende problemen
genoemd; in de eerste plaats de hoogbouw. Men heeft
deze aanvaard en de heer Van der Vegte heeft met
cijfers gestaafd, dat hoogbouw nodig is. Inderdaad
is die nodig, niet alleen ter besparing van cultuur
grond, maar vooral van aanlegkosten van straten,
enz. In dit plan komt men tot een bedrag per woning
voor bouwgrond van l' 1500,Dit is aanvaardbaar
en het moet ook niet veel hoger zijn; zou men minder
woningen bouwen, dan zou dit bedrag veel hoger zijn.
Dit is slechts bereikt kunnen worden door een zo
economisch mogelijke opzet. Het exploitatie-overzicht
heeft waarschijnlijk ook bij de stukken gelegen. De
raadsleden hebben daarin kunnen vinden, dat een
gedeelte van het bedrag van f250.000,voor een
plantsoenstrook op de algemene dienst geboekt w idt,
terwijl er verder nog een bezuiniging is van
f250.000,ten gevolge van het feit, dat verschillende
straten, waarvoor een breedte gedacht was van m,
voorlopig 5 of 4'/2 m breed zullen worden. Met deze
besparingen dus is het pas mogelijk tot een prijs van
f 1500,per woning voor bouwgrond te komen, wel
een bewijs, dat hoogbouw in dit gedeelte van het plan
nodig is.
De heer Santema heeft een pleidooi gevoerd om
de wijken niet alleen te noemen met de namen vau
de windroos. Deze kaart en toelichting echter moesten
voor een ieder duidelijk zijn. Had men dan de wijken
namen als bijv. Camminghabuurt gegeven, dan had
niemand er uit wijs kunnen worden.
De heer Lef f ertstra heeft bezwaren geuit tegen
sportterreinen in de groenstrook aan de rand van
plan-Oost, omdat hij lawaai temidden van de
rust vreest. Nu is het niet de bedoeling daar sport
terreinen aan te leggen, waar wedstrijden gehouden
zullen worden, enz. Men wil hier alleen de mogelijk
heid openlaten speciaal voor de jeugd, die in het
centrum van het plan niet voldoende speelgek geil
heid heeft, een heel bescheiden sportterreintje te heb
ben, in de geest van dat bij school 16, dus overal
omringd door een behoorlijke groensingel, zodat het
zeker ook niet zal misstaan.
De heren W. C. Dijkstra, Santema e.a. hebben een
lans gebroken voor de wijkgedachte, die ook in dit
plan is uitgewerkt. De heer Santema meende uit de
toelichting bij het plan te moeten opmaken, dat het
enthousiasme van B. en W. hiervoor niet overmatig
groot was, maar zo is het niet. De wijken echter, die
hier gedacht zijn, zijn eigenlijk wel wat klein om de
wijkgedachte tot leven te laten komen. De kwestie,
van de wijkgedachte is, voor zover spr. weet, eigen
lijk voer het eerst en goed behandeld door een groep
architecten in Rotterdam tijdens de oorlog, maai' wat
men daar onder een wijk verstaat, is zo iets als hier
de gehele stad. Het probleem is daar ook veel groter.
In een stad met een half millioen inwoners is men
zo gauw een nummer in het geheel en weet men niet.
lioe men zijn werk voor de gemeenschap zal moeten
doen. Dat geldt hier bij lange na niet zo sterk. Een
stad met zo'n 78.000 inwoners valt in haar geheel
nog wel te overzien. Vandaar, dat de wijkgedachte
hier niet in die vorm doorgevoerd behoeft te worden
als in Rotterdam, waar men in Hoek van Holland
bijv. een wijkraad heeft.
De heer W. C. Dijkstra vroeg verder, of bij B. en W.
ook plannen bestaan om de wijkgedachte door te
voeren. Zoals men in de toelichting kan lezen, is in
plan-O'ost een centrum-terrein gedacht ter grootte
van naar spr. meent 3 ha. Op dat terrein zijn ver
schillende gebouwen geprojecteerd, o.a. een grote
school, en het plan is om er een schoolzaal hij te
bouwen, die dienst kan doen voor de school zei i', u i.
voor het houden van lezingen enz., maar ook als wijk-
gebouw, waar men films kan vertonen, lezingen en
vergaderingen kan houden, enz. Dit is dus als een
onderdeel van de wijkgedachte te beschouwen. Er is
ook gedacht aan een medisch centrum. Maar hoe dit
alles in de toekomst uitgevoerd zal worden, is nog
onbekend, omdat er bepaalde krachten naar voren
zullen moeten komen, die dit werk zullen moeten
leiden. Het is niet een zaak, die van bovenaf geregeld
zal kunnen worden.
De heer A. Witteveen vroeg nog, of de zuiverings
installatie aan de Greunsweg invloed zal hebben op
de recreatieterreinen er naast. Voor zover spr. bekend
is, zal hiervan geen enkele nadelige invloed uitgaan.
Spr. gelooft verder, dat op hetgeen hier in het al
gemeen gezegd is, geen antwoord van B. en "NV.
nodig is.
I Jh heer Schootstra heeft nog gevraagde naar plaats
voor kerken op dit terrein. Er is, zoals de raad heeft
ku men zien, slechts gedacht aan één kerk, zonder
een 'paald kerkgenootschap te noemen. In de straat,
die an de Groningerstraatweg naar het zuiden loopt,
precies in het centrum is een kerk gedacht. Maai
er s nog wel meer plaats voor kerken in de open
ri uiten, die er nog zijn. Er is ook aan de westgrens
vau dit terrein, in de buurt van de Finse school en de
te bouwen lagere school nog plaats voor een kerk.
I De heer W. C. Dijkstra heeft nog enkele kantteke
ningen te maken op hetgeen de wethouder gezegd
hm lt omtrent de wijkgedachte. Het is inderdaad
juist, dat deze aan de orde is gesteld o.m. door mensen,
die over de situatie in Rotterdam hebben geschreven,
maar anderzijds is het ook zo, dat zij al voor de laat
ste vereldoorlog in de grote steden en daarbuiten
leeide. Spr. heeft gelegenheid gehad op dit punt enige
ervaring op te doen in Amsterdam; daar werd de
wijkgedachte in de loop der jaren, voorafgaande aan
de tweede wereldoorlog, al levendig, hoewel ze eerst
Hl de oorlog tot bloei is gekomen.
[Wat ziet men daar? Dat de wijkgedachte meer in
houd krijgt naarmate de wijk kleiner wordt. Anders
gezegd, liet typisch eigene, de beslotenheid, die men
er zoekt, komt blijkbaar het best tot zijn recht, wan
neer de omtrek niet al te groet genomen wordt. Voor
het overige staat. spr. geheel achter de wethouder,
waar deze zegt, dat men dit natuurlijk niet van boven
af kan regelen. Een zaak als deze zou dan tot mis
lukking gedoemd zijn. Er moet dus afgewacht wor
den, welke krachten uit de burgerij opkomen. Hier
wordt evenwel een schetsplan gemaakt, dat beoogt
voor een lange reeks van jaren in de verschillende
bek oei ten te voorzien en daarom is het goed rekening
te houden met de mogelijkheid, ja zelfs met de waar
schijnlijkheid, dat deze krachten er zullen komen en
dan dient in het plan ruimte te zijn gelaten om aan
die krachten behoorlijke mogelijkheden te geven in
de door spr. c.s. bedoelde zin.
Hij dankt de wethouder overigens voor zijn toe
lichting.
De hear Santema hat net sitearre ut de taljochting
om oan to tsjutten, dat hy it mei dit sitaet net iens
is, nnir allinnich om dêrmei üt to sprekken, dat de
wurdeamng fan B. en W. foar de wykgedachte nou
net .101) wie. En as de wethalder meidielt, dat de
yndieJmg fan de wiken op de kaert allinnich mar
net tens de namraen fan de wynroas barre koe en dat
aerom oer de histoarje net rept is, kin spr. dat noch
wol ynskikke; spr. syn wurden haldden eigentlik yn,
nat yn elk gefal by dit struktuerplan yn prinsipe
jaen 1 wu k*u oan dy wiken oare naminen to
Spr. is it tige iens mei de miening, dy't lijir üt-
spi u sen is, dat dizze saek net fan hoppe öf oplein
mo,at» jnar hwannear fan gemeentewegen de
mak.like died dien wurde kin om de forskillende wiken
wvketamȕi-vai1 Y!mlt if ,oan de bifolking fan dy
siplpn k i makke om de wyk mei libben to bi-
sieien li wat net oars as it gehiel to goede komme kin.
tf-T r,1J ne* kwestje fan in greate of in lytse
aÏ vy e.stêd hat Ekegoed forlet fan libbene ün-
imelon as in greate. Dêrom soe spr. fan B. en W
fajSv Vasizzing Eawwe, dat hja by it bineamen
y ,wike" nainmen, üntliend oan de histoarje en
u de hjoeddeiske geografy, brüke wolle. Dan hinne
- kA tonearsten yn alle gef allen tof reden.
De heer Geerts (weth.) kan tot zijn spijt de toe
zegging, die de heer Santema vraagt, om deze wijken
historische of geografische namen te geven, niet doen,
niet omdat hij de heer Santema niet ter wille wil zijn,
maar omdat het benoemen van deze wijken ook een
bepaalde reden moet hebben. Wanneer moeten deze
namen gebruikt worden en waarvoor? Officiële stuk
ken en poststukken adresseert men toch: Leeuwarden,
die en die straat. Het zou maar verwarrend werken
voor de post en andere diensten, daarbij nog meer
namen te zetten. Spr. gelooft, dat, zoals in het ver
leden namen uit het volk zijn ontstaan, ook thans zo
langzamerhand wel weer namen uit het volk zullen
opkomen. Zo zou bijv. de naam Cambuur of Cam-
minghaburen als de ware aangenomen worden, als
pers en publiek deze naam steeds zouden gebruiken.
Maar het is niet goed een stempel op een wijk te
leggen of ei- een naam aan te geven, omdat zulks op
het ogenblik geen zin heeft.
De Voorzitter stelt voor, do beraadslagingen te
sluiten.
De raad gaat hiermede accoord.
Z.li.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 19 t/m 25 (bijl. nos. 110, 111, 120, 117, 109, 103
en 102).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 26 (bijl. no. 113).
De lieer Beuving zegt, dat bij dit voorstel duidelijk
de politiek in het licht wordt gesteld, die door de
Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting
wordt gevolgd. Hierdoor werd de gemeente voor het
feit geplaatst, dat ze zelf moest zorgen, dat er geld
kwam voor het bouwen van nieuwe woningen. In
Leeuwarden werd een burgerzin-lening uitgeschre
ven, in andere gemeenten waren het soms leningen
met attracties, welke de goklust van het publiek
moesten aanwakkeren. Zo moest men het woning
vraagstuk oplossen. Geld was er niet. Minister ln
't Veld moest het toegezegde aantal woningen af
remmen. De gelden, hiervoor benodigd, kregen echter
een andere bestemming. Zij werden cok aan bouw
besteed, maar aan boinv van bommenwerpers en slag
schepen. Deze regering lieeft zich gebonden aan een
Amerikaanse bewapeningspolitiek, de Amerikaanse
kliek, die droomt van een macht, niet alleen van een
macht over West-Europa, docli van de macht over de
gehele wereld. Dit is reeds eerder door spr.'s fractie
in de raad gezegd en het wordt steeds door de feiten
bewezen, ook weer door dit voorstel betreffende de
bouw van 54 woningen ten behoeve van militairen.
Nu is er plotseling weer geld en is het Rijk zelfs be
reid een lening te verstrekken van f5.000,— per wo
ning, naar het lijkt een royaal gebaar, doch bedoeld
ter versterking van liet militaire apparaat. De wer
kelijkheid is, dat het woningprobleem, waarmede de
Leeuwarder burgerij te worstelen heeft, hierdoor niet
wordt opgelost; zelfs wordt een deel van het geld,
nodig voor liet houwen van goede arbeiderswoningen,
aan deze woningen voor militairen besteed. De be
langen van de werkende bevolking worden niet ge
diend door het versterken van het militaire apparaat,
dat tot doel heeft een oorlog uit te lokken. Zij erkent
niet, dat, zoals B. en W. beweren, de belangen van
het garnizoen moeten worden gediend. De dakloze
hier in Leeuwarden krijgt hierdoor geen woning.
De krotten moeten worden opgeruimd en dat kan
alleen, als men werkt voor de vrede. Geen woningen