Provincie FRIESLAND.
f WL fL
natuurlijk zeli' uit te maken, gelijk spr. zich voorbe
houdt ook zelf uit te maken, of dit voorstel wel hele
maal zakelijk verantwoord is. De vraag, of dit inder
daad het geval is, zou spr. kunnen beantwoorden
niet de tegenvraag: Zou de beer Pols liet verantwoord
hebben geacht, dat B. en W., nu ze in de gelegenheid
waren om, in overeenstemming met het gevoelen van
liet grootste deel van de raad, voor de industrie iets
te doen, te gaan knibbelen en dingen? Spr. kan zich
voorstellen, dat iemand met een critische geest als
de heer Pols bezit, dat verwijt dan wel eens tot het
college zou kunnen richten. B. en \V. hebben er in
dit geval niet aan gedacht om in verband met dit
beseheiden voorstel een tegenprestatie te vragen. Zij
zijn er tevreden mee geweest, dat ze op deze wijze de
werkgelegenheid in de stad kunnen bevorderen, ter
wijl het op zichzelf, zonder die doelstelling, ook niet
geheel doelloos zou zijn geweest om ter plaatse die
weg aan te leggen, ter voorlopige ontsluiting van die
gebieden, die voor industrievestiging of anderszins
in de toekomst van belang kunnen zijn.
Dêrmei is miskien de fraech fan de hear Van der
Meer, dy't ynformearre hat nei it bigryp tydlik, ek
biantwurde. It leit yn 'e bidoeling, lyk as hy witte
kin, om de wei by de Harnzertrekfeart lans oan 'e
spoarlyn ta yn in steat to bringen, dy't it swiere
forkear fordraecht. It wurdt en mei rjocht yn
dit litstel ek sein: „De aan te leggen weg is gedacht
als tijdelijk, maar biedt het voordeel, dat tal van
werkzaamheden te zijner tijd bij het maken van de
definitieve weg (dus in wei mei in flinke fundearring,
fan in bihoarlike draechkrêft en fan foldwaende
breedte) benut kunnen worden."
Spr. gelooft, dat dit het meeste is van wat hij er
van zeggen kan.
De Voorzitter vraagt het hem ten goede te houden,
dat hij nog een enkele aanvulling geeft ter beant
woording van de opmerkingen van de heer Pols. Deze
industrie kan enige orders uitvoeren ten bedrage van
millioenen guldens, welke orders dus in onze gemeen
te zullen kunnen worden verwerkt door enige tien
tallen extra arbeiders. Een garantie, zoals de heer
Pols verlangt, dat deze industrie hier zal blijven,
is hierin gelegen, dat zij bezig is zich uit te breiden.
Er komen gebouwen bij, die verscheidene duizenden
guldens zullen kosten. Dit op zichzelf is een voldoende
waarborg, dat deze onderneming ter plaatse zal
blijven.
De heer Pols vond het moeilijk over het voorstel,
zoals het daar ligt, een idee te krijgen. Nu hoort spr.
in tweede instantie, dat het hier om grote bedragen
gaat. Natuurlijk voelt hij er voor, dat deze industrie
hier blijft en wordt uitgebreid. Dat hier tientallen
mensen werk door krijgen, bleek echter niet uit liet
voorstel.
Het ging spr. er 0111 wat meer verheldering te
krijgen.
De Voorzitter zegt, dat het voldoende duidelijk in
het voorstel staat.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20 (bijl. 110. 246).
De heer Beuving constateert, dat men bij het vast
stellen van de huur voor de gasmeters, rekening
houdend met kosten en onderhoud, geheel uitgaat van
een sluitende exploitatie. De uitkomsten zullen ech
ter van weinig invloed zijn op de rekening van het
gasbedrijf in zijn geheel. Wat toch is het geval?
De meeste muntgasmeters staan bij hen, die ver
weinig inkomsten beschikken. Weliswaar word de
prijs van de eerste 20 m3 gas per maand met 1 ct
per 111" verlaagd, maar toch zal men per jaar 3 gu len
meer moeten betalen. Door de huidige loon- en 1 ijs-
politiek is iedere vermeerdering van kosten een lok
aan het been van deze mensen. Zulks slaat tem op
de productie-afname; het zal minder gebruik van .^as j
ten gevolge hebben en op het bedrijf niet gu tig
werken. Spr. is van mening, dat deze weg niet ioet
worden bewandeld. Geen grotere lasten op de to< 1 al
kleine inkomens, doch goedkope levering van ais,
wat betekent grotere productie van liet bedrij en
betere bedrijfsresultaten. E11 dan als service de gas
meters en de coinioren.
Spr. kan zich dan ook met het voorstel, zoals liet
hier ligt, niet verenigen.
De heer W. M. de Jong zegt, dat het natuu lijk
altijd zeer onaangenaam is, wanneer in een bep; rilde j
sector van het huishoudelijk budget weer een sti injt I
van kosten voorkomt, maar men ligt hier in Leeu-1
warden wel buitengewoon laag aan de markt w do
huur der meters, ook de muntgasmeters betreft. Dezt1
is 15 ct per maand en geldt al van voor 20 jaai Er
zijn verder ook nog verschillende andere fact ren,
die duidelijk in het voorstel zijn vermeld. E11 dit lies
heeft de commissie voor de lichtbedrijven aanle linj:
gegeven om zich volledig met dit voorstel te ver- I
enigen.
De Voorzitter wil bij afwezigheid van de wethouder j
voor de lichtbedrijven nog enkele opmerkingen maken j
n.a.v. hetgeen door de heer Beuving is gezegd.
Hij zou zich iu de eerste plaats gaarne willen aan- '1
sluiten bij de woorden van de heer De Jong en daar- 1
aan willen toevoegen, dat ten slotte geen enkele munt- j
gasgebruiker verplicht is 0111 zich aan zijn muntgas
meter te houden. Hij kan desgewenst overgaan naar
een gewone ga meter, als hem dit voordeliger irt-
komt. I11 zoverre heeft hij een mogelijkheid om a::;i
het bezwaar van de verhoging der huur van de munt- J
gasmeters te ontkomen; de heer Beuving zou spr. I
kunnen tegenwerpen, dat ook de prijs van de huur j
der gewone gasmeters verhoogd is en dat is 11; tuur-
lijk ook wel juist, maar het zou ten slotte een onjuiste
politiek zijn van de gemeente, de muntgasmeters be
neden de kostprijs te leveren, waar de heer Be 1 ving
naar toe wil. Er is ten slotte een grens, die wordt
bepaald door de kostprijs. Er wordt practisch tegen
kostprijs gas geleverd en ook de gasmeters zullen de
kostprijs moeten opbrengen. Een gemeente met een I
productiebedrijf kan zich niet blijvend veroorloven k
beneden kostprijs te leveren. Zij kan geen behoorlijk'
tarievenpolitiek voeren, als voor bepaalde verbrui-
kers gelden uit de gemeentekas zouden moeten vror-
den bijgepast.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en \V.
Punt 21 (bijl. 110. 245).
De heer Lef f ertstra had, toen hij op 24 September
trachtte aan de raad kenbaar te maken, dat het z.J
111 aller belang was om het geschil tussen B. en 1
en de aannemers zo spoedig mogelijk op te lossen. J
gedacht, het daarheen te leiden, dat op zo kort moge
lijke termijn een conferentie zou plaats hebben tussen
B. en W. en aannemers. Zijn ondervinding in deze
aangelegenheden heeft hem geleerd, dat dergelijk
geschillen bijna altijd spoedig zijn op te lossen. T"t
spr.'s grote teleurstelling meende de Voorzitter hen1
niet te kunnen toestaan hierover het woord te voeren,
met liet gevolg, dat gebeurde wat hij vreesde, 11.1.
dat door het uitbrengen van een prae-advies het
bouwen van de 66 woningen voorlopig zou worden
uitgesteld. Thans, drie maanden 11a de aanbesteding,
ontvangt de raad liet prae-advies. Weliswaar zijn de
geschillen opgelost en is de bouw van de massa aan
de laagste inschrijver gegund, maar het is intussen
winter en de allergrootste kans bestaat uiteraard, dat
deze bouw door de weersomstandigheden moet worden
uitgesteld ofwel telkens onderbroken. Had de conle-
I ren tie bijv. reeds op 25 September of wat nog veel
l verstandiger was geweest direct na de aanbeste
ding oj) 29 Augustus plaats gehad, dan had precies
hetzelide bereikt kunnen worden als thans is bereikt
en waren zeer waarschijnlijk de funderingen reeds
klaar gekomen vóór het invallen van de winter. Was
het geschil dus toen reeds opgelost en naar spr.'s
mening moest dit altijd gelukken dan had de be
rucht geworden conferentie op 9 September achter
wege kunnen blijven. Dit is helaas niet gebeurd. Na
29 Augustus hebben B. en W. abrupt het contact met
de aannemers verbroken. De laagste inschrijver heeft
enige dagen na de aanbesteding nog getracht contact
te krijgen met de directeur der Gemeentewerken, resp.
de gemeente-architect, doch dezen waren niet te be
reiken. Wel deelde een deskundig ambtenaar hem op
een desbetreilende vraag mede: „Nu, het zal wel voor
elkaar komen." Genoemde inschrijver had n.l. op
verzoek van de directeur der Gemeentewerken bij de
aanbesteding wel aparte bedragen opgegeven voor a,
b en c en dit, eveneens op verzoek, 's namiddags
schrixtelijk bevestigd. Deze aannemer bleef dus ver
der rustig afwachten. Spr. begrijpt, dat B. en W. na
tuurlijk geen verantwoording dragen voor wat een
ambtenaar uit eigen beweging mededeelt, maar wel
kan hij meevoelen met de aannemer, die verwachtte,
dat B. en W. nog wel nader op de kwestie terug zou
den komen.
Als een donderslag uit heldere hemel verschenen
op 10 September in vrijwel alle dagbladen in ons land
berichten als volgt: „Willen aannemers de gemeente
Leeuwarden de wet stellen?" Of wel: „De overheid
wil zich niet door aannemers de wet laten voorschrij
ven", alles in groot formaat, met vet gedrukte letters.
Spr. zal niet al het fraais herhalen, wat men in de
b.aden heelt kunnen lezen, doch wel wil hij hier mede
delen, dat het hem voorkomt, dat deze persconferen
tie beter niet had kunnen worden gehouden en zeker
niet, alvorens een bespreking had plaats gehad met
de andere belanghebbenden, 11.I. de aannemers-in
schrijvers. Er is thans alleen bereikt, dat zowel
B. en W. als de aannemers door het gehele land over
de tong zijn gegaan. Wanneer het college met de
opdracht aan de directeur van Gemeentewerken 0111
een conferentie te beleggen heelt bedoeld wereld
kundig te maken datgene wat inderdaad aan de pers
is medegedeeld, dan ziet spr. zich helaas verplicht
mede te delen, dat hij in dat opzicht met B. en W.
van mening moet verschillen. Men moet de feiten
eerlijk en objectief beschouwen. Wat is gebeurd? De
gemeente laat voer 66 huizen, 11.I. 54 woningwet
woningen en 12 premiewoningen, bestek en tekening
maken, waarin precies beschreven staat hoe en waai
de huizen moeten worden gebouwd. Er moet apart
ingeschreven worden voor de 54 etagewoningen en
de 12 boven- en benedenwoningen en in massa. De
bedoeling van B. en \V. is natuurlijk om verschillen
de prijzen te krijgen voor woningwetwoningen en
premiewoningen dat staat natuurlijk niet in het
bestek en 0111 zo voordelig mogelijk te kunnen
bouwen; dat alles is zeer juist. De gemeente stelt de
inschrijving open. De aannemers kopen een bestek en
bestuderen de voorwaarden. Kunnen zij zich daarmee
verenigen, dan schrijven zij in, wat men noemt: ge
heel overeenkomstig bestek en tekening. Menen zij
echter, dat in het bestek bepalingen voorkomen, waar
door tijdens de uitvoering moeilijkheden kunnen ont
staan, dan schrijven ze in onder restrictie. Dat houdt
niet in, dat zij aan de gemeente de wet willen voor
schrijven, maar uitsluitend aan de gemeente een
voorstel doen 0111 de huizen te bouwen, met dien ver
stande, dat enig al wijken van de bepalingen wordt
toegestaan. De aannemers, die op de 66 woningen
hebben ingeschreven, hebben dit allemaal onder res
trictie gedaan, weibewust en naar spr.'s opvatting, 11a
gemeenschappelijk overleg. Dit laatste is natuurlijk
niets bijzonders. Ook deze mensen zijn, net ais andere
groepen werkers, in een bond verenigd. Dat is beslist
noodzakelijk in het bedrijf. Iedere ingewijde weet 1111
eenmaal, dat in een bestek bepalingen kunnen voor
komen, die, worden ze aanvaard, de aannemers in be-
paaide omstandigheden in grote moeilijkheden kun
nen brengen. Het is spr. persoonlijk bekend en heel
goed zelfs, dat er aannemers zijn geweest, die die
moeilijkheden, uit angst voor de grote concurrentie
maar 1 lebben genegeerd, doch daardoor hun linan-
cièie ruggegraat hebben gebroken.
Toen de aannemers bestek en tekening bestudeer
den, ontdekten ze, dat ze inderdaad voor moeilijkheden
kwamen te staan, wanneer ze op beide percelen af
zonderlijk zouden inschrijven. Anderzijds waren ze
er ook van overtuigd, dat inschrijving in massa goed
koper zou zijn. Al met al was het dus beter, dat ieder
in massa inschreef. Zij hebben dit gedaan en daar
mede begingen ze juist een grote vergissing, hoewel
onwetend. Bij de opening der brieljes deelde de direc
teur der Gemeentewerken mede, dat inschrijving
alleen in massa voor de gemeente niet aanvaardbaar
was, omdat 3 blokken woningwetwoningen en het
vierde blok, dat er trouwens geheel tussen in lag,
premiewoningen waren. De vergissing ligt voor de
hand, te meer, waar de gemeente tot nog toe alleen
woningwetwoningen had gebouwd. Helaas heelt nie
mand van Gemeentewerken, ook niet op de aanwijzing
op 25 Augustus, de aannemers hierop opmerkzaam
gemaakt. Het is logisch, dat zij, wanneer ze geweten
hadden, dat 12 van die woningen premiewoningeu
waren, op de afzonderlijke percelen hadden inge
schreven. Dan hadden ze geweten, dat de gemeente
aparte prijzen moest hebben. Het was natuurlijk in
massa wel goedkoper geweest, maar dat doet niet ter
zake. Maar de gemeenten moeten aparte cijfers kun
nen overleggen aan Wederopbouw. Daar ging het in
eerste instantie om.
Het bevreemdt spr. erg, dat B. en W. de juiste si
tuatie niet direct hebben kunnen verklaren. Als ze
zich even in verbinding hadden gesteld met de aan
nemers, dan was het geschil binnen enige uren geen
geschil meer geweest. Dan was toen al gebeurd wat
1111 ook gebeurd is. De aannemers hadden alsnog ge
daan wat zij nu na 3 maanden ook hebben gedaan.
Na 29 Augustus vergisten B. en W. zich in nog ergere
mate dan de aannemers. Zij bleven passief, totdat zij
op 9 September een persconferentie belegden. Het is
spr. nog steeds niet duidelijk, waarom dat nodig was.
De aannemers hebben op hun beurt op 12 September
een persconferentie gehouden om zich te verweren.
Op deze bijeenkomst hebben ze o.a. medegedeeld, dat
ze te allen tijde bereid waren in overleg met B. en W.
te treden, doch helaas is de uitgestoken hand niet
aanvaard.
In October hebben de hoofdbesturen van de Neder
landse Aannemersbond en Patroonsbond en de Ne-