Is er dus bij de regering niet voldoende helderheid, de gemeenteraad leeft helemaal in de mist. Een groeiende stad als Leeuwarden vraagt bijzondere voorzieningen en men mag aannemen, dat de regering en ged. sta ten bereid zullen zijn de moeilijkheden en zorgen, welke uit die situatie voortvloeien, met begrip te bezien. Met mag een verheugend feit worden genoemd, dat het nadelig saldo van de gemeentereiniging, ondanks dat de stad groeit en de moeilijkheden voor dat bedrijf dus ook groter worden, geen verandering heeft onder gaan. Of dat nu komt door de meer doorgevoerde me chanisatie, dan wel door de goede bedrijfsvoering, kan spr. niet nagaan, doch het feit strekt tot tevredenheid; het werk van de arbeidsanalist zal dit alles zeker ook in gunstige zin hebben beïnvloed. Het college noemt ook de financiële resultaten van de lichtbedrijven gunstig. Dat geeft spr. aanleiding even aan te haken aan de mededeling betreffende de levering van aardgas. De onderhandelingen i.z. de levering aan de gemeente Leeuwarden zijn voorlopig opgeschort, terwijl de prijs niet aantrekkelijk is. Spr. heeft ver trouwen in het college, dat het de nodige voorzichtigheid in acht neemt, want op dit terrein is nog niet alles tot volledige klaarheid gekomen, zoals reeds ook door an dere sprekers is opgemerkt. Men mag 1953 het jaar noemen van belangrijke be sluiten en gebeurtenissen. De eerste stappen voor de centrale riolering en de nieuwe veemarkt zijn gezet door het beschikbaar stellen van gelden voor het voorberei dende werk. Deze besluiten zijn voor de gemeente van historische betekenis. Het is dan ook begrijpelijk, dat hieraan in de secties aandacht is geschonken. In het kader van de belangrijke werken mag ook genoemd worden het feit, dat eindelijk met het werk aan de Harlingerstraatweg kon worden begonnen. In de Prinsentuin is men druk doende deze histo rische plaats door de bouw van het Kunstcentrum en het Pier Pandermuseum de oude glorie te hergeven, waartoe, naar spr. c.s. hopen, in 1954 de plaatsing van het oorlogsmonument in niet geringe mate zal bijdragen. Deze verandering en verbetering mag van grote be tekenis worden geacht, niet alleen voor de stad, doch voor de gehele provincie; dit is een bezit, waar Leeu warden, als hoofdstad van Friesland, trots op mag zijn. Het is spr. niet bekend, hoe momenteel de stand van de werkloosheid is. Er staan hem geen cijfers ter be schikking. Als hij zich refereert aan de aanbiedings brief, dan geven de daar genoemde cijfers een gunstiger beeld dan vorige jaren. Er zijn gelukkig objecten voor handen om, zo nodig, de stoot op te vangen. Zo heeft ook de industrialisatie de aandacht van het college en is er reeds een stichting in het leven ge roepen, genaamd „Leeuwarder Industriegebouwen". Daardoor zal er ook voor kleine bedrijven straks een plaats van vestiging zijn. In dit kader doet een kran tenberichtje, dat een industrie zich genoodzaakt ziet Leeuwarden te verlaten, en beetje pijnlijk aan. Hierin werd de vraag gesteld, of de gemeente wel voldoende medewerking aan deze industrie heeft verleend. Spr. heeft dit expresselijk even genoemd. Misschien geeft dit het college de gelegenheid antwoord op de gestelde vraag te geven. Uit de raad was al eerder het verlangen naar voren gekomen een bijeenkomst voor de jonge kiezers te or ganiseren. Zo'n bijeenkomst is dit jaar gehouden en spr. is van oordeel, dat de burgemeester, die, naar hij meent, de organisator was, met genoegen op dit ge beuren kan terugzien. Dat een van de eerste viool spelers een dissonantje pleegde, zal de burgemeester, naar spr. hoopt, niet doen besluiten het bij deze ene keer te laten. De heer K. de Jong heeft gewezen op het belang van het contact tussen de middenstand en het gemeente bestuur. Met vreugde mag worden geconstateerd, dat zich bij de Leeuwarder middenstand een grotere activi teit begint te ontwikkelen. Deze zomer zijn er enige festiviteiten geweest, waardoor de aandacht op Leeu warden werd gevestigd en het gemeentebestuur heeft de op gang gebrachte wagen een flinke duw gegeven. Men beseft in de kringen van de middenstand nu wel voldoende, dat de zo veel besproken centrumfunctie, die onze stad heeft te vervullen, niet zonder hun mede werking naar behoren kan worden vervuld. Van Leeu warden moet een gezellige koopstad worden gemaakt. Aardig is de bloemversiering in het Naauw en zo kan met medewerking van V.V.V. nog veel worden tot stand gebracht, waarbij de medewerking van de ge meente zeker zal worden verkregen. Ook hier is samen bundeling van krachten noodzakelijk. Met genoegen heeft spr. gisteravond nog eens de notulen van de vorige begrotingsvergadering doorge lezen en nu spijt het hem voor de wethouder van Onder wijs, dat er geen sneeuw ligt. Hij zal nu een ander vergelijkingsobject moeten zoeken, wat hem trouwens geen moeite zal kosten. Het college zelf n.l. dwingt spr. haast om nog even de subsidiëring van het kleuteronder wijs te noemen. De voorgestelde begrotingswijziging, of liever het nadere voorstel, heeft spr. c.s. groot ge noegen gedaan en hij twijfelt er niet aan, of de raad zal het accepteren. Verleden jaar was er gegronde ver wachting, dat in dit jaar een wettelijke regeling tot stand zou komen en thans bestaat deze verwachting voor het komende jaar. Spr. gelooft, dat het college met hem c.s. de dag zal prijzen, dat de gemeente de bemoei ingen met het bijzonder kleuteronderwijs in de vorm van onverplichte subsidiërin.g zal kun nen beëindigen. Spr. betuigt namens zijn fractie de wethouder van Volkshuisvesting dank voor de zeer overzichtelijke ge gevens, die zij in de aanbiedingsbrief mocht aantreffen betreffende spr. zou haast zeggen de grootste zorg van het gemeentebestuur. Hier wordt het probleem ten voeten uit gemeten en daardoor wordt ook de pers de gelegenheid gegeven bij het bespreken van de aange boden begroting het publiek hiervan mededeling te doen. Het is goed, dat de burgerij weet voor welke moeilijkheden de betreffende instanties staan. De aantallen der aanvragen en de huurprijzen, die kunnen worden betaald, behoeft spr. hier niet te noe men. Dat er bij de aanvragen voor een woning met twee kamers in totaal 702 waren van mensen met trouwplannen, deed spr. toch wel wat schrikken. Is dit de geest van de tijd. of zijn er mensen bij, die denken: als we eerst maar in een woning zitten, dan krijgen we later wel een grotere? Zulke aanvragen noemt spr. niet serieus. Want in de regel zullen de meeste van deze mensen over een of twee jaar weer voor het loket staan. Spr. haalt hier nog even aan wat minister Witte de vorige week in de Tweede Kamer zeide, n.l., dat „de kleine woning een gezond huwelijksleven in de weg staat". Het woningprobleem is bij de onthulling van de gedenksteen in het woningcomplex aan de Abeel- straat wel zeer sterk door de burgemeester belicht. Daar is over de hoofden van de aanwezigen heen aan die instanties, die het moesten vernemen, verteld hoe de werkelijke toestand hier ter stede is. Geen losse bewe ringen, doch feiten en cijfers, die de noodzakelijkheid van het beschikbaar stellen van een ruimer bouwvolume aantoonden en ook van het verstrekken van een aan vullende krotopruimingsbijdrage, opdat eindelijk eens zal kunnen worden overgegaan tot de bouw van 40 woningen, ter vervanging van de krotwoningen, een aantal dat voor Leeuwarden nog veel te klein is. Er zal dan ook wat anders moeten gebeuren. Er bestaan hier in Leeuwarden nog toestanden, die mens-onwaar dig zijn. Er zijn uitgewoonde krotten, waar men in schuilen kan en ten onder gaan, want wonen is het niet meer. En dan leven daar soms 10 tot 14 mensen in. Dezen zijn gedoemd daarin te blijven, want de huis eigenaar, die een woning vrij krijgt en die keuze mag doen uit twintig gezinnen, schrapt de namen van de krotbewoners, wat hem ook niet kwalijk kan wor den genomen. Maar ook de gemeente kan deze mensen niet helpen, want zij heeft geen woningen voor hen. De mensen, die in de krotten wonen, zijn nog niet allen a-sociaal, doch ze worden het wel. De heer Mani heeft in dit verband gesproken over het rapport „Massajeugd Leeuwarden", waarin ook wordt gespro ken over de moeilijkheden op het gebied van woning voorziening en over krotbewoning, en hij heeft gezegd, I dat het rapport er misschien aanleiding toe kan geven, dat suggesties van onderop worden gedaan. In het rapport wordt gezegd, dat de toestanden in Leeuwarden erger en ergerlijk zijn dan in de veen koloniën of in de grote steden in het Westen des lands. Men stelt, dat in Leeuwarden de algemene opvatting is, dat geen mens, die zich zelf respecteert, in de krot buurten wonen kan en dat zij, die hier wonen, alleen door dit feit reeds het stempel dragen van onmaat schappelijk te zijn. Men vergeet echter, dat er mensen zijn, die alle moeite doen uit deze ellende weg te ko men, doch al hun pogen is bij voorbaat tot vruchteloos heid gedoemd en bij Volkshuisvesting ziet men de el lende aan en kan niet helpen. Aan deze te selecteren groep moet hulp worden geboden. De raad kan niet volstaan met te zeggen: We staan hier machteloos, we kunnen niet helpen. Hier moet geholpen worden. Spr. c.s. zullen overwegen, of zij B. en W. bij het be treffende punt een voorstel kunnen aanbieden. Spr. hoopt niet, dat het college door hetgeen hij zo juist gezegd heeft de indruk krijgt, dat hij hier een aanklacht tegen B. en W. heeft gedaan. De omstandig heden hebben tot deze toestanden geleid en die moeten we, aldus spr., veranderen. En hij citeert in dit verband: ,,Aan het hoofd van de gemeente staat de raad". Spr. c.s. hebben volledig waardering voor het werk van het college en zijn er dankbaar voor. Zij weten, dat de taak van B. en W. moeilijk is. „Wie aan de weg timmert..."; men weet het. Spr. wil hier echter niet mee verzwakken wat hij zopas gezegd heeft. Hij zou deze beschouwing willen besluiten in het ver trouwen, dat ondanks het tekort, dat nu tot zowat 9 ton is uitgegroeid, het college de moed zal vinden zijn taak te vervullen en op het gebied van de subsidiëring - zoals spr. reeds heeft gezegd het wenselijke niet zal nalaten. Over dat wenselijke zal men van mening kunnen verschillen, doch wanneer in het oog wordt ge houden, dat onze gemeenschap bestaat uit groepen van verschillende religies en denkrichtingen, en allen recht hebben op gelijke behandeling, dan zal onder Gods on misbare zegen, door gezamenlijke arbeid, ook voor 1954 veel goeds voor de gemeente Leeuwarden tot stand kunnen worden gebracht. De hear Van der Meer wol dizze kear bigjinne mei in pear opmerkingen en mei in fraech, dy't daelks net dizze bigreating oangiet, mar wol it gemeentebistjür. As spr. it goed lezen en goed ünthalden hat en as it goed yn 'e krante stien hat, dan moat ien fan de sprek- kers yn de forkiezingsgearkomsten fan de P.v.d.A. sein hawwe, dat de opposysje yn de Ljouwerter ried net folie to bitsjutten hat. Mei dy opposysje sille dan wol bidoeld wêze de partijen, dy't gjin sit hawwe yn it kolleezje. Neffens spr. syn bitinken hoecht dy opmer king hielendal net yn it neidiel fan dy opposysje ütlein to wurden. Spr. c.s. wolle it leaver sa forklearje, dat de ütstellen, dy't it kolleezje, dat dan nou öfgien is, oan de rie dien hat, net ütsprutsen soasialistysk wienen en dus ek foar de opposysje-partijen akseptabel. Wie it net Dr. Drees, dy't yn 'e Gerdyk sein hat, dat de re- gearingspolityk in kompromissenpolityk is en hat ek net minister Suurhoff sein, dat de regearingspolityk net soasialistysk is. Spr. c.s. hoopje en hja hawwe ek it bitrouwen, dat dit nije kolleezje mei ütstellen komme sil, dy't ek foar de opposysjepartijen akseptabel binne. De c.h. hawwe gjin forlet fan opposysje om de op posysje. In twadde opmerking is dizze, dat nei it bitinken fan spr. c.s. it skipke fan de greatste riedsfraksje ditkear in frjemde namme draecht en dy namme is dan „Toe komst zonder angst". Spr. c.s. leauwe net, dat der dit kear ien yn dat skipke sitten gean kin, dy't de boargers fan Ljouwert in takomst sünder eangst garandearje of seis mar ünthjitte wol. Ek dizze minsken sille sün der twivel witte, dat de takomst fan de minske as ienling mar ek fan de mienskip net yn minskehannen leit. Hwat bitsjut dan wol de „leuze": „Toekomst zon der angst" Spr. wol oannimme, dat it bidoeld is as in soasialistysk program en it liket him ta, dat dan ek oare partijen dér wol yn meigean kinne. Allinnich sjogge dy partijen de bidoeling miskien hwat oars en miskien wolle hja har doel lans oare wegen en mei oare middels birikke. Spr. c.s. hoopje, dat de gemeente en ek üs lan en de wrald yn dizze sittingsperioade nea yn de sitewaesje komme sille, dat de kiezers tsjin de P.v.d.A. sizze: Hwer bliuwt nou jimme takomst sünder eangst Nou wol spr. in fraech fan hiel oare aerd oan it kol leezje stelle. Koartlyn hat men yn 'e krante léze kin nen, dat de K.L.M. hwat fan doel is mei Eelde. Spr. hat it seis net lézen en as hy it net al to goed seit, wurdt hy miskien wol korrigearre. Soe it de bidoeling wêze, dat der wer in boargerloftlyn op Eelde komme sil As men der oan tinkt, dat Ljouwert al yn 1938 in fleanfjild hie en dat it dat earst troch de Dütskers, mar nou dochs yn elts gefal troch it militaire apparaet, dat it hielendal oan him lutsen hat, kwyt rekke is, dan komt de fraech op: soe it wêze kinne, dat der foar Ljouwert en dus ek foar hiel Fryslan noch ris moog- likheden lizze Oer de bigreating hat spr. net folie nijs to sizzen nei alles hwat de foarige sprekkers al sein hawwe. It tokoart is great en it iennige hwat de rie dwaen kin is to hoopjen op in ekstra ütkearing. De rie hat sa dus net folie haldfêst. Spr. c.s. hawwe ien biswier tsjin dizze bigreating, mar dat is net sa great, dat hja har net akseptearje kinne. Har biswier is, dat it ünderhald fan strjitten en pleinen, wegen en wallen sa rigoureus bisnoeid is. Hja bigripe wol skoan, bwerom it kolleezje dat docht, mar hja binne it der dochs net mei iens. As men oannimme mei, dat Gemeentewurken har bigrea ting goed opmakke hat en dat it dus needsaeklik is om de ütjeften to dwaen lyk as de tsjinst dy ütstelt, dan liket it spr. c.s. net gaedlik ta, it tokoart op dizze manear lytser to krijen as it yn wurklikheit is. Seis ek om de ekstra ütkearing to krijen, liket it spr. better om de ünderhaldsposten, dy't eigentlik dochs ütjown wurde moatte, op de bigreating stean to litten. Nam- merstomear leit men der dan de klam op, dat men jinsels net rédde kin. Yn it algemiene diel fan it seksjeforslach wurdt ef- kes praet oer de hüsfesting fan aide minsken. Spr. syn fraech oan it kolleezje is dizze: Is it, nou't de biwuste groun oan 'e Borniastrjitte oan de gemeente tawiisd is, ek mooglik, dat der nou in oar ljocht op it probleem fait? Spr. wol him oanslute by de goede winsken, dy't oan it adres fan B. en W. rjochte binne en wol it hjirby litte. De heer W. C. Dijkstra heeft het woord gevraagd om in de gelegenheid te zijn B. en W. iets te vragen over het Stadsziekenhuis, maar hij vraagt de Voorzitter, hem te veroorloven, daaraan enkele mededelingen te laten voorafgaan. Spr. wil in de eerste plaats zeggen, dat in de fractie van de P.v.d.A. waardering bestaat voor het sportieve gebaar, dat hier zo juist door de fractievoorzitter van de V.V.D. is gemaakt. Hij heeft zijn bedenkingen je gens de samenstelling van het college in het openbaar vergezeld laten gaan van de mededeling, dat dit col lege zijn taak zodanig vervult, dat dit zijnerzijds geen enkele reden tot critiek geeft. Spr. ziet een dergelijke uitlating als een bijdrage tot een stijlvol verkeer in het politieke leven en hij en zijn fractiegenoten vinden dan ook, dat deze uitlating de fractie als zodanig siert. Minder tevreden kan men zijn over datgene wat door de heer Van der Meer te berde is gebracht. Het was trouwens ook veel minder concreet. De heer Van der Meer begon met de zeggen, dat in de P.v.d.A. in het afgelopen voorjaar de opmerking is gemaakt, dat in de raad van Leeuwarden een vrij zwakke oppositie pleegt te bestaan. A 1 s die opmerking is gemaakt spr. kan zich niet goed herinneren waar dan is daar zeker mee bedoeld, dat in de raad een vrij grote eens gezindheid aan de dag pleegt te treden en dat is niet minder dan het vaststellen van een feit. Erger wordt het echter, wanneer de heer Van der Meer zegt: Dat komt, doordat geen socialistische politiek meer wordt bedreven. Spr. zou hem willen vragen: is van een ge meenteraad, c.q. van een college, dat samengesteld is als dat van Leeuwarden, te verwachten, dat het een socialistische politiek zal voeren? Dan zou samenwer king in de raad en in het college niet wel mogelijk zijn. Dit neemt echter niet weg, dat de maatregelen, die het college voorstelt, althans voor wat betreft de leden van de P.v.d.A., wel degelijk mede uit de socialistische ge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1953 | | pagina 63