17 maar integendeel gemeend heeft zonder elke informatie bij B, en W. zijn aantijging aan de openbaarheid prijs te moeten geven. B. en W. hadden volgens genoemde voorzitter het oordeel van de Kamer van Koophandel moeten vragen. Nu beschikken zij in deze niet alleen over eigen ge meentelijke technische en financiële deskundigen, maar zij hebben bij hun beleid tevens gebruik kunnen maken van de adviezen der deskundigen van de samenwerkende gemeenten. Zij hebben in deze dus geen behoefte aan een oordeel van de Kamer van Koophandel, die, in tegenstelling met de gemeente, in het verleden geen taak op het gebied der gasvoorziening had, in de toe komst ook terecht geen taak zal hebben en evenmin over bedoelde deskundigen beschikt, maar zich des niettemin en zonder de eerstbelanghebbende, de ge meente, hierin ook maar enigszins te kennen, met het aardgasvraagstuk heeft bezig gehouden. B. en W. betreuren de wijze, waarop de voorzitter van de Kamer van Koophandel zich met een zaak be moeid heeft, welke niet in de eerste plaats een zaak van de Kamer van Koophandel, maar allereerst een zaak van de gemeente is. Zij betreuren die handelwijze te meer, nu deze niet zonder precedent is. Zij kunnen slechts met het oog op de juiste verhoudingen, op het behoud waarvan zij veel prijs stellen, hopen, dat een dergelijke handelwijze niet herhaald zal worden. De pers zal in de loop van de middag een afschrift van deze verklaring ontvangen. De heer Pols wil zich niet bemoeien met het conflict (zo zou spr. het naar de aard van het antwoord van B. en W. willen noemen) tussen het college en de Kamer van Koophandel, omdat hij van deze zaak heel weinig af weet. Hij wil er zich dus niet een oordeel over aanmeten. Toch meent hij „op het eerste gevoel" te moeten be twijfelen, dat de Kamer van Koophandel hier helemaal geen taak heeft. Het beantwoorden van bepaalde uit latingen is vaak een gevoelskwestie. Spr. vraagt zich af: moest dat zo, maar daarvoor ligt de verantwoor ding bij het college. Spr. voor zich ziet toch altijd weer een raad van Leeuwarden, die zal moeten samenwerken met de Kamer van Koophandel en omgekeerd. Hij acht een goede verhouding tussen de Kamer en de gemeente nuttig, maar die blijkt op deze manier verstoord te zijn. Waar de oorzaak ligt? Spr. gevoelt voor een minder scherpe verklaring en voor overleg i.z. deze dingen. Hij meent, dat de Kamer van Koophandel in verband met het feit, dat de industrie een grote afneemster van gas is, wel degelijk belang bij deze zaak heeft en hier ook wel een taak heeft. Hij meent ook, dat de raad om die reden de Kamer haar belangstelling voor dit vraagstuk met mag ontzeggen. In het algemeen wil spr. t.a.v. deze gehele kwestie wel zeggen, dat hij niet gelooft, dat de gemeente er niet voldoende aandacht aan heeft besteed. De raadsleden echter wisten er, voordat zij de rapporten en verslagen hadden gelezen, heel weinig van af. De gehele aardgaspolitiek is spr. eigenlijk een raadsel, want het blijkt, dat dit gas duur der is dan het gas, dat de gemeente zelf produceert, terwijl toch het aardgas, voor het gebruik gereed uit de grond komende, absoluut goedkoper moest zijn. Spr. zou het zo willen stellen, dat er landelijk met de aardgaspolitiek iets aan de hand is; er moet wel iets scheef zitten. Mevr. Blanksma-Kok had in de sectie gevraagd, of in Leeuwarden voor binnenstad en buitenwijken beide een voltage van 220 niet mogelijk zou zijn. Daar is op geantwoord: Die aangelegenheid is nog in studie. Spr. gelooft wel, dat het een moeilijk onder werp is, maar zij stelde haar vraag, omdat de moeilijkheden, die de burgers er mee hebben, buiten gewoon groot zijn. Wanneer men van buiten in de stad komt, kan men zijn electrische toestellen zonder meer niet meer gebruiken en bij vertrek heeft men hetzelfde. Het kan zelfs voorkomen, dat, wanneer aan een be staand huis een gedeelte bijgebouwd wordt, in het oude gedeelte een voltage van 127 is en in het nieuwe een van 220. Gebruikt de huisvrouw haar stofzuiger dus eerst in het oude deel en daarna in het nieuwe, terwijl ze vergeet de transformatoren in te schakelen, dan gaat de motor stuk. Het veranderen van de apparaten kost ook veel geld. In Veendam, waar spr. vandaan komt, is het voltage van 150 wat nog vreemder was dan hier ook veranderd in 220. Spr. zou willen, dat B. en W. er bij het G.E.B. op aandringen, die studie met man en macht voort te zetten en de raad zo spoe dig mogelijk te vertellen, wat ten aanzien hiervan uit de bus is gekomen. De heer K. de Jong zou nog een enkel woord willen wijden aan het zakentarief. De vorige keer heeft hij er ook over gesproken en toen is hem door de toenmalige wethouder van Financiën, de heer Wiersma, medege deeld, dat, voordat daartoe zou kunnen worden over gegaan, eerst afgewacht diende te worden, of de laatste tariefswijziging door Ged. Staten zou worden goedge keurd of niet. Spr. heeft begrepen, dat die goedkeuring nog niet is afgekomen; hij heeft ze nog niet bij de stukken gezien. Het is anders al een hele tijd geleden. Wanneer dit inderdaad de oorzaak is, is het voor spr. begrijpelijk, dat het zakentarief nog niet aan de orde is gekomen. Het komt hem intussen voor, dat dit een van de punten is, waarover nader contact met de mid denstand gezocht moet worden. Het moet worden warm gehouden. Een tweede punt, dat spr. aan de orde wil stellen, is de levering door het G.E.B. van bepaalde artikelen aan het personeel der gemeente. Spr.'s bezwaar richt zich in het bijzonder hiertegen, dat het bedrijf wasmachines e.d. aan personeelsleden beschikbaar zou stellen, wat in feite tot „leveringen aan derden" behoort. Dat gaat hem een beetje te ver. Is het niet mogelijk ook t.a.v. die leveringen aan het personeel contact met de middenstand te zoeken, zodat men hier niet twee belangen tegen elkaar in krijgt? Dit zou misschien bij een juiste afpaling der grenzen nader te bekijken zijn. Van de heer Wiersma zal men kunnen begrijpen, dat hij t.a.v. deze begroting zeer schaarse op- en aanmer kingen zal maken. Nu de geschiedenis van het aardgas hier echter ter sprake komt, wil hij er toch een enkel woord van zeggen. Hij wil niet op de gehele affaire ingaan. Er zijn leden van het college, die weten, dat spr. de geschiedenis van de aanvang af heeft meege maakt. Hij is het met de heer Pols eens, dat hetgeen zich rondom deze aardgasaffaire heeft afgespeeld, zo nu en dan onbegrijpelijk is geweest en dat schijnt het nog te zijn. Spr. interesseert zich wel voor de verkla ring, die de Voorzitter voorgelezen heeft en die de Kamer van Koophandel van het gemeentebestuur zal ontvangen en de daarop gevolgde, zij het dan ook maar simpele, bespreking. Spr. is het met de heer Pols eens, dat de Kamer van Koophandel hier inderdaad een taak heeft. Maar hij ziet de uitvoering van die taak iets anders dan de heer Pols. Hij gelooft, dat het tot de taak van de Kamer van Koophandel had kunnen behoren om zich tot het gemeentebestuur te wenden met de vraag: hoe zit het met de aardgaskwestie? Spr. weet niet, hoe die vraag door het college zou zijn ontvangen, maar hij heeft de indruk, dat B. en W. niet onwelwillend ge weest zouden zijn om te gaan praten en om de Kamer van Koophandel, voor zover mogelijk, in te lichten over de stand van zaken. Zo ziet spr. in ieder geval de taak van de Kamer van Koophandel. Het was veel beter geweest, dat de Kamer deze taak had waargenomen zonder publicaties aan de pers te verstrekken, die, het blijkt nu, niet waar zijn. Inderdaad is de industrie steeds een grote afneemster geweest van door de gemeente Leeuwarden geprodu ceerd gas. Daardoor, zo zegt de heer Pols, heeft de industrie er belang bij. Ook spr. weet dat maar al te goed, maar de gemeente Leeuwarden heeft altijd be wezen, dat ze zeer goed gevoeld heeft, dat de industrie er belang bij had en dat via de industrie de gemeente er belang bij had het gas aan die industrie te leveren en daardoor de ontwikkeling van die industrie mogelijk te maken. Want dank zij de verstrekking van het gas tegen zeer gereduceerde tarieven ten behoeve van het grootbedrijf, heeft menig bedrijf zich kunnen ontwik kelen in deze stad; dit was althans een der factoren, die daartoe medegewerkt heeft. Meer wil spr. van die geschiedenis niet zeggen. Hij meent, dat hij daar toch wel een oordeel over vellen kan, omdat hij deze zaak mede heeft behandeld. Spr. wil zich volledig aansluiten bij de verklaring, die door de Voorzitter namens het college aan de raad is voorgelezen. De Voorzitter heeft namens het college een verkla ring over het aardgas afgelegd en hij ziet geen enkele reden om hier nu verder nader over te discussiëren. Het college heeft gemeend de verklaring in deze vorm te moeten afleggen, zodat daarop niet van zijn kant nader teruggekomen behoeft te worden. Spr. zou dus het woord willen geven aan de wethouder. De heer Tiekstra (weth.) is het met mevr. Blanksma, die pleitte voor een uniform voltage van 220, eens, dat het inderdaad zeer gewenst is, dat dit er komt, alleen meent hij, dat de omvang van dit vraagstuk niet moet worden onderschat. Dit probleem moet worden geschikt in de rij van al die grote investeringen, waar voor de gemeente in de naaste toekomst staat. Natuur lijk moet dit uniforme voltage er zo spoedig mogelijk komen, maar er zijn naar spr.'s mening andere vraag stukken, welker oplossing voorrang moet hebben boven dit probleem. Overigens is de invoering van een voltage van 220 volt over de gehele linie niet zo eenvoudig. De heer K. de Jong hield een betoog over het zakentarief. Hij haalde daarbij het antwoord aan, dat spr.'s voorganger, de heer Wiersma, bij de begroting voor 1953 heeft gegeven. Spr. meent, dat hier een klein misverstand in het geding is. Het is niet zo, dat ged. staten de tarieven, die door de raad zijn vastgesteld, moeten goedkeuren. De tarieven worden door de raad geheel zelfstandig vastgesteld binnen het kader van de geldende overeenkomst i.z. de stroomlevering door de provincie aan de gemeente. De heer Wiersma zal zich weten te herinneren, dat omtrent een artikel uit deze overeenkomst de meningen diepgaand verschilden. De gemeente was van mening, dat voor een tussentijdse tariefwijziging geen goedkeuring van ged. staten nodig was. Ged. staten stonden echter op een tegenovergesteld standpunt. Door de gemeente kan geen nieuwe wijzi ging in de tarieven worden aangebracht, voordat de wijzigingsovereenkomst in werking is getreden. Iets anders is, dat per ultimo volgend jaar de onderhande lingen over de overeenkomst per 1 Januari 1955 moeten worden gevoerd. Het betrof dus niet de kwestie van goedkeuring dooi ged. staten van de tarieven, maar de overeenstemming over de inhoud der stroomleveringsovereenkomst. Bij de overname van de portefeuille van de heer Wiersma is deze zaak bekeken. Daarbij is allerlei ma teriaal onderzocht en is gebleken, dat er zeer vele kan ten aan de kwestie zitten. Het is niet zo eenvoudig tot een uniform tarief voor de onderscheidene groepen van afnemers te komen, omdat de differentiatie tussen deze groepen, wat betreft de verbruiksgewoonten, zo groot is. Het bedrijf is bezig de zaak uit te zoeken en het zakentarief voor te bereiden. Mogelijk zal de raad bin nen afzienbare tijd meer horen. Spr. waarschuwt er echter voor, dat de resultaten van het onderzoek wel eens heel anders kunnen uitvallen, dan men zou ver wachten. Voor bepaalde groepen zou zo'n uniform tarief in het geheel niet leiden tot een aanmerkelijke verlaging van de stroomkosten, voor andere groepen daarentegen wel misschien. Wat de heer De Jong bedoelde met afpaling der grenzen tussen middenstand en G.E.B. is spr. niet recht duidelijk geworden. Misschien heeft hij op dat moment slecht geluisterd. Het G.E.B. heeft tot taak energie te leveren, in de vorm van electriciteit of gas, doch het heeft ook de taak, om daarbij zoveel mogelijk rekening te houden met de omstandigheden, waaronder deze energie wordt verbruikt en daarmee is, zo gelooft spr., de taak van het G.E.B. beëindigd. Misschien doelde de heer De Jong op een bepaalde vorm van overleg. Dat ware eventueel te bekijken. Spr. ziet echter geen reden voor afpaling van grenzen. Misschien zou de heer De Jong dit willen doen op grond van levering van be paalde artikelen, maar het G.E.B. levert slechts in be scheiden hoeveelheid en in bepaalde vorm artikelen aan personeelsleden. Persoonlijk heeft spr. hier geen be zwaar tegen en het college ook niet. Dat zou wel het geval zijn, wanneer de levering een grote omvang zou aannemen, maar dat is hier bepaald niet het geval. De heer Ki.de Jong heeft de indruk, dat de wethouder hem niet zo goed heeft gevolgd, terwijl spr. zich toch vrij positief heeft uitgelaten. Wanneer de levering aan het personeel tot bescheiden proporties beperkt blijft, heeft spr. er niet zoveel be zwaar tegen, maar wel wanneer het gaat om grotere leveranties, bijv. van wasmachines. Tegenover de plaat selijke middenstand zou spr. de indruk niet willen wek ken, dat de gemeente aan personeelsleden levert. Laten wij even weten, aldus spr wat w:j aan elkaar hebben. Spr. staat op het standpunt: wat aan derden niet ge leverd wordt, wordt ook niet geleverd aan personeels leden. Wat het zakentarief betreft, spr. is blij, dat de wet houder de indruk bij hem weggenomen heeft, dat er niets van invoering zal kunnen komen, voordat de tariefsonderhandelingen met het P.E.B. definitief zijn beëindigd. (De heer Tiekstra (weth.): Dat hoeft niet.) Dan zou spr. op de nodige spoed willen aandringen. De raad is er tijdens drie achtereenvolgende begrotings zittingen mee bezig geweest. Er is een begroting ge weest, waarbij cijfers voor het zakentarief genoemd werden. De wethouder meent, dat het niet zoveel voor deel voor de zakenlieden zal meebrengen. Spr. herhaalt in antwoord daarop wat hij bij de begroting 1953 heeft gezegd, n.l., dat op de begroting voor 1952 met een zakentarief van 11.47 ct. per kWh is rekening gehou den, daarnaast met een prijs van 13.78 ct. voor het piektarief en van 16.97 ct. voor het ruimte dubbel- tarief. Er is dus wel degelijk verschil in de tarieven. Hij heeft dan ook wel de indruk, dat de cijfers van de begroting 1952 hem wel voldoende houvast geven. Dan betekent het zakentarief een behoorlijk belang voor een bepaalde groep, die hiervan zou kunnen profiteren. Men moet het dus niet te lang uitstellen. Is het niet mogelijk te zeggen wanneer ongeveer een desbetreffend voorstel kan worden tegemoet gezien De heer Tiekstra (weth.) zegt, dat het dus wel blijkt, dat hij niet voldoende heeft geluisterd. Hij heeft het woord „wasmachine" niet eens gehoord. Hij is blijk baar afgeleid. Wanneer dergelijke artikelen inderdaad geleverd zouden worden, dan zou deze levering een punt van overleg tussen winkelhouders en G.E.B. kunnen uitmaken. Thans komt spr. weer tot het zakentarief. De heer De Jong noemt een aantal tarieven op. Buiten het groot verbruikerstarief zijn er echter bij het G.E.B. practisch uitsluitend tarieven voor huishoudelijk gebruik, zoals het ruimte enkel- en het ruimte dubbel-tarief. Dat is oorzaak, dat het ruimte dubbel-tarief geen toepassing kan vinden bij afnemers, wier huis een woongedeelte en een bedrijf omvat, die op dezelfde wijze verlicht moeten worden. Deze afnemers beschikken zelfs over twee meters. Het kan zijn, dat zij in hun bedrijf het ruimte enkel-tarief moeten toepassen, terwijl ze in de woning het ruimte dubbel-tarief zouden kunnen hebben. Het G.E.B. tracht deze zaak zo goed mogelijk in het rechte spoor te houden, maar hier zit natuurlijk een zekere onbillijkheid in. Vandaar dit onderzoek. Zolang het college niet volledig geïnformeerd is, kan het niet met een voorstel komen. De cijfers, door de heer De Jong genoemd, zijn door de feiten achterhaald en zijn dus verouderd. Het is twee jaar geleden, dat ze ge noemd zijn; tussen dat tijdstip en nu ligt een aanmer kelijke wijziging van de tarieven en van de vaste ver goeding. De omvang van de afname is ook niet te be palen op dit moment. De begroting van het Gem. Electriciteits- en Gasbe drijf wordt z.h.st. overeenkomstig het voorstel van B. en W. vastgesteld. Aan de orde is de Gemeentebegroting. Volgno. 36. Abonnement op het staatsblad, provinciaal blad, dag-, week- of maandbladen en de aan koop van boeken f 2.000, De hear Van der Meer is tankber foar it oersjoch fan al de blêdden, hwer't de gemeente op abonnearre is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1953 | | pagina 69