RAADSVERGADERING van Woensdag 14 October 1953 zeggen: laat de raad hier het vertrouwen schenken, dat op dit moment nodig is; zou dat vertrouwen beschaamd worden, dat is dat een lering voor later. De raad zou kunnen zeggen tot de werkgevers: Toont Uw goede wil. Wij als stadsbestuur willen graag het stadsbelang die nen. Spr. stelt daarom voor er niet langer over te praten, maar ook voor de tweede dag ontheffing te verlenen. De Voorzitter zal er niet veel meer van zeggen. Het vertrouwen, waarover enige raadsleden spraken, is niet uitgesproken door de Bedrijfsunie. Die heeft als uitdrukkelijke voorwaarde bij ontheffing gesteld: aan wijzing van een andere halve vrije dag. Als hier sprake is van een zeker wantrouwen, zoals de heer Pols zegt, dan komt dat niet in de eerste plaats van de kant van het college, maar dan blijkt dat duidelijk uit de brief van de Bedrijfsunie. En daarbij komt, dat de raad hier staat voor een zaak, die niet voldoende voorbereid is, uitsluitend door de schuld van de éne belanghebbende partij, die aan de raad geadresseerd heeft. Nu is het standpunt van B. en W., dat, waar de ene kant van het bedrijfsleven, althans tegenover hen, geen blijk heeft gegeven van het vertrouwen, dat sommige raadsleden wel blijken te willen schenken, en waar naar de mening van het college bij deze gang van zaken ook inderdaad geen voldoende basis voor is, dat zij niet verder kunnen gaan dan zopas door spr. aangegeven. En dan wil hij wel duidelijk zeggen het moet er maar eens uit dat de gang van zaken bij de Braderie juist ook bij de Bedrijfsunie grote ontstemming heeft gewekt en dat is voor B. en W. aanleiding, dat zij in dezen niet verder wensen te gaan. Spr. gelooft het hierbij te kunnen la ten en de raad moet ten slotte weten, of de ontheffing voor één dag of voor twee dagen moet worden verleend. Hij stelt voor om de beraadslagingen te sluiten en tot stemming over het amendement over te gaan. Om de zaak niet te veel te vertroebelen, zal het beter zijn, dat in het amendement Woensdagmiddag wordt ge lezen in plaats van Woensdag. Het amendement-Van Balen Walter c.s., om de ont heffing ook tot de Woensdagmiddag 7 October 1953 uit te strekken, wordt in stemming gebracht en aange nomen met 19 tegen 13 stemmen (die van de heren Wiersma, Hartstra, J. de Jong, J. K. Dijkstra, Stobbe, Mani, mevr. Ringenaldus-Van der Wal, mevr. Boersma- Hemminga en de heren Beeksma, Venema, Vellenga, Tiekstra en Van der Schaaf). Het voorstel van B. en W. wordt, voor zoveel be treft het verlenen van ontheffing van de verplichte winkelsluiting op Dinsdag 6 October 1953, z.h.st. aan genomen. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van Woensdag 14 October 1953 1 Aanwezig: 34 leden. Afwezig: de heer Schootstra. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Voorstel om E. Beeksma, alhier, te ontheffen van zijn functie als voorzitter van het bestuur van de stich ting „Volkscrediet", alsmede voorstel tot het benoemen van een voorzitter van dat bestuur (bijlage no. 209). 3. Voorstel van het college van curatoren van het stedelijk gymnasium, alhier, tot het benoemen van een conrector van dat gymnasium voor het cursusjaar 1953/54. 4. Voorstel van het college van curatoren van het stedelijk gymnasium, alhier, tot het benoemen in tijde lijke dienst van leraren in de Franse taal aan dat gym nasium. 5. Voorstel tot het toekennen van een weduwen- pensioen aan mevr. A. de Walle-van Buren, alhier (bijlage no. 212). 6. Voorstel tot aankoop van het perceel Spanjaards laan 66 van H. de Boer, alhier (bijlage no. 206). 7. Voorstel tot aankoop van percelen grond, gelegen ter weerszijden van de Nieuwlandsweg, van Joh. van der Pol, te Hempens (bijlage no. 208). 8. Voorstel tot het verhuren van barak no. 7 van het voormalige Ericadorp aan de Mr. P. J. Troelstra- weg, aan de stichting Leeuwarder Werkgemeenschap voor minder valide arbeiders (bijlage no. 205). 9. Voorstel tot toelating van L. Tamminga, alhier, tot de afkoop van grondpacht (bijlage no. 204). 10. Voorstel tot vaststelling van het uitbreidingsplan „Zuid-West I" met bijbehorende bebouwingsvoorschrif ten (bijlage no. 207). 11. Voorstel tot herziening van het uitbreidingsplan „West" en tot wijziging van de bij dat plan behorende bebouwingsvoorschriften (bijlage no. 210). 12. Voorstel tot het aanleggen van straten ten zui den van het Schapendijkje en tot wijziging van de gemeentebegroting en de begroting van het Gemeente lijk Grondbedrijf, voor het dienstjaar 1953 (bijlage no. 211). 13. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebegro ting en de begroting der Gemeentelichtbedrijven, voor het dienstjaar 1953 (bijlage no. 213). Punt 1. De Voorzitter deelt mede: A dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben goedgekeurd de raadsbesluiten van 22 Juli 1953, tot het aangaan van overeenkomsten met de N.V. Bouwkas Noord-Nederlandse Gemeenten, te Assen, waarbij de gemeente zich tegenover deze verbindt rechtstreeks te waarborgen de tijdige betaling van rente en aflossing van een twaalftal onder verband van eerste hypotheek aan bouwspaarders te verstrekken geldleningen; B. dat Gedeputeerde Staten van Friesland gedeeltelijk hebben goedgekeurd het raadsbesluit van 22 Juli 1953, tot herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen met betrekking tot gronden, gelegen ten oosten van de bebouwing aan de Boomgaardstraat en tot vast stelling van de daarbij behorende bebouwingsvoor schriften; C. dat bij Koninklijk Besluit van 7 September 1953, no. 17, alsnog goedkeuring is verleend aan het raads besluit van 21 November 1951, tot herziening van het uitbreidingsplan in onderdelen der gemeente Leeuwar- deradeel (kern Wirdum), tot vaststelling van de bij deze herziening behorende bebouwingsvoorschriften en tot herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaak der gemeente Leeuwarderadeel met betrekkking tot gron den in en nabij de kern Wirdum; het besluit van Gede puteerde Staten van Friesland van 8 September 1952, waarbij goedkeuring is onthouden aan het genoemde raadsbesluit, is bij eerdergenoemd Koninklijk Besluit vernietigd. De hear Hartstra seit, dat in simpel forhaeltsje soms net neilitte kin tige yndruk to meitsjen. Sa kinne dizze inkelde wurden, troch de Foarsitter utere, oars net as foldwaning oan de rie jaen. Men kin konstatearje, dat in fadskip yn dit gefal in tasjend fadskip wol ris toloarstelling bringe kin en hjir is wer in biwiis foar de rie, dat men net sa gau bang wêze moat foar jins eigen skaed. Doe't de rie inkelde jierren lyn it ütstel fan B. en W. ta it wizigjen fan dit ütwreidingsplan to bihanneljen krige, is der sein, dat Wurdum eigentlik net folie forlet hie fan sa'n plan. Mar nou kin men dochs bliid wêze, dat it plan fan B. en W. ütfierd wurde kin, omdat de Wurdumers tige wiis binne mei har aide terpdoarp. Fan ütwrydske ütwreidingsplannen lykwols hawwe hja gjin forlet. De s.n. lintbibouwing docht spr. tinken oan in spin mei in lyts lichem en lange fielhoar- nen. Hy hopet, dat nou de tiid hwat tichterby komt, dat in sportfjild oanlein en inkelde fan de krotten op- romme wurde kinne. Al mei al leaut spr., dat de rie tige tankber wêze kin foar dit bislüt fan 'e Kroan. Ek bringt spr. tank oan de doedestiids sittende wethalder fan lepenbiere Wurken, mar foaral ek oan de direkteur fan Gemeentewurken, dy't op sa'n treflike wize it forwar tsjin Deputearre Steaten fierd hat. D. dat zijn ingekomen: 1. een rapport omtrent kasopneming en controle van de administratie van het Stadsziekenhuis; 2. bericht van verhindering van de heer Schootstra. De mededelingen sub A, B, C en D worden voor kennisgeving aangenomen. Punt 2 (bijl. no. 209). De voordracht van B. en W. luidt als volgt: 1. J. T. Vellenga, alhier; 2. J. Tiekstra, alhier. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het eerste ge deelte van het voorstel van B. en W. Benoemd wordt de heer Vellenga, met 28 stemmen (de heer Tiekstra en mevr. Ringenaldus elk 1 stem; 2 bilj. van onwaarde en 2 bilj. blanco). l'unt 3. De aanbeveling van het college van curatoren luidt als volgt: Ir. J. C. van den Berg, alhier. Benoemd wordt de aanbevolene, met alg. stemmen. Punt 4. De aanbevelingen van het college van curatoren lui den als volgt: mevr. A. Hijmans-Wijnen, alhier, W. K. Wassenaar, alhier; B. van der Wal, alhier.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1953 | | pagina 1