4 5 toch wel een heel typisch verkeerspunt. Zo'n situatie is zo maar niet in een ander deel van de stad te vinden. De De Ruyterweg blijft een vernauwing, een bottle neck, vertonen. Bij sportgebeurtenissen op Cambuur zal toch op deze plaats een heel grote stoot opgevan gen moeten worden. Spr. heeft zich dan ook afge vraagd wat hier gedaan zou kunnen worden; de weg ruimer maken lijkt op het eerste gezicht wel verant woord, maar dan rijst toch ook de vraag: kan het verkeer niet beter naar de richting Groningerstraatweg worden geleid? De De Ruyterweg kan door het voet gangersverkeer, vooral bij manifestaties op het sport veld, zeer zwaar worden belast. Zou men dus aan de ene kant het verkeer uit deze straat willen halen, aan de andere kant ontlast de De Ruyterweg in zekere mate de Bleeklaan. Het verkeer, komende van de Gro ningerstraatweg, gaat via de De Ruyterweg naar het centrum. De hoek De Ruyterweg en Bleeklaan is ook een gevaarlijk kruispunt. Spr. is het niet met de wet houder eens, dat het onderhavige plan een onschuldig kruispunt betreft. Men kan in het gehele verkeers beeld daar ter plaatse voor heel eigenaardige situa ties komen te staan. Ook de Sontstraat komt aan stonds op de grote ruimte uit, waarvan het verkeer toch weer door de vernauwing bij de De Ruyterweg moet gaan. Nu zegt de wethouder, dat mensen met gemiddeld intellect het wel zullen redden. Men zou ook kunnen zeggen: het project ligt in het Oosten en daar kwamen ook de Wijzen vandaan. Misschien is de weggebruikers daar nog een kans te geven. Maar vol gens spr. is maar niet zo één, twee, drie uit die ver keerssituatie te komen. Hoe het wel moet, weet spr. zo ook niet; als het plan hem geheel had bevredigd, had hij natuurlijk ook het voorstel niet ondertekend. Hij voelt er veel voor, dat men nu eens het ver- keersdeskundig bureau van de A.N.W.B., dat derge lijke problemen in alle steden van Nederland bij de hand heeft, het gehele project liet bekijken, zelfs van af de Groningerstraatweg; het is mogelijk daar een heel goed advies over te krijgen. Spr. herhaalt, dat hij persoonlijk de situatie ter plaat se zeer moeilijk vindt. De heer Ras kan het betoog van de heer Pols onder strepen, omdat deze voor het grootste deel al antwoord heeft gegeven op wat de wethouder heeft gezegd. Bij twee punten wil spr. graag nog even stil staan. Ten eerste de verantwoordelijkheid van de raad. Hij voelt zich op dit moment niet verantwoord, om zonder meer zijn fiat te hechten aan dit voorstel, omdat de importantie van het project, vooral in de toekomst bij de steeds verder gaande ontwikkeling van het verkeer niet tot spr. doordringen kan. Hij meent, dat, om dit te bekijken, juist mensen als van de A.N.W.B., die der gelijke problemen in meer steden bij de hand hebben gehad, nodig zijn. De wethouder heeft gesproken over de naleving van verkeersregels; daarvan wil spr. het volgende zeggen. Als hij zich de situatie van dat plein indenkt, meent hij, dat in de toekomst de weggebruikers daar worden uitgenodigd om van de verkeersregels af te wijken. Zij, die uit de Insulindestraat op de De Ruyterweg moeten komen, worden als het ware naar links getrokken. Het verkeer uit de Cambuurstraat, dat linksaf moet, zal een diepere dan haakse bocht naar de De Ruyter weg moeten maken. Daardoor voorziet spr. ongelukken. Hij is er in dit geval huiverig voor om hij her haalt het zonder meer zijn fiat aan het voorstel te geven. De heer Schootstra zou er van uit willen gaan, dat de situatie, zoals die straks wordt, ongetwijfeld een belangrijke verbetering zal inhouden, vergeleken bij de situatie van thans. Dat is trouwens door niemand hier ontkend. Van een eindoplossing is hier ook geen sprake, aangezien B. en W. uiteindelijk bij de sanering in deze buurt de zaak toch nog weer onder de loupe moeten nemen. Men kan ervaring opdoen door af te wachten, hoe de zaak zich hier ontwikkelt en of de nieuwe situatie inderdaad aan de eisen, die kunnen worden gesteld, voldoet. B. en W. zouden met verschil lende diensten de zaak nog wel eens kunnen gaan be zien; misschien moeten er wat meer blokbanden wor den aangebracht dan nu zijn gedacht. Maar spr. ge looft niet, dat de situatie van dien aard is, dat men hier rapporten van een speciale verkeerscommissie zal be hoeven te hebben. De verantwoordelijkheid weegt ook hem zwaar, maar hij kan die in dit geval heel wel dra gen en zal het voorstel van B. en W. steunen. De heer Rutkens antwoordt de wethouder, die zeide, dat het op dit ogenblik nog niet mogelijk is om het ge hele plan uit te voeren, omdat men hier met juridische problemen zit in tegenstelling tot die landen, waar men de grond usurpeert dat men daar inderdaad grond onteigent, wanneer deze de bloei van de samen leving in de weg staat. En hier bouwt men netjes om het oude rotte stel heen. De beantwoording door de wethouder doet ons, al dus spr., overwegen, of het niet voordeliger is om als nog te wachten met de uitvoering van dit plan, totdat de bezwaren, die door de wethouder zijn genoemd, zijn opgeheven. Spr. hoopt niet, dat de wethouder zóveel bezwaar heeft, dat dit hem zou kunnen leiden tot niet- onderschrijving van deze mening, omdat juist, wanneer dit plan niet in zijn geheel wordt uitgevoerd, maar in onderdelen, dit onwillekeurig hogere kosten met zich meebrengt, al zou men enkel en alleen het aanslepen van het benodigde materiaal maar rekenen, wat al veel kost. Men zou uitstel van dit plan in overweging moeten nemen, omdat het voor de gemeente voordeliger zou zijn, indien het in zijn geheel zou kunnen worden uit gevoerd. De heer Van der Schaaf (weth.) zegt, dat de heer Pols heeft gewezen op de bezwaren, die kunnen ont staan, wanneer zich ter plaatse, bij gebeurtenissen op het sportveld Cambuur, een druk verkeer voordoet. Het is de gemeentediensten ook bekend, dat het sportveld Cambuur in de buurt ligt en zij hebben dit feit onge twijfeld daar kan de raad zeker van zijn in hun beschouwing betrokken. Hoe de zaak daar opgelost moet worden? Spr. kan er weinig anders van zeggen dan dat er, wanneer er moeilijkheden ontstaan bij de bestaande verkeersregeling, natuurlijk een agent zal komen te staan om die moeilijkheden op te vangen. Daarom gelooft hij, dat men op deze kwestie wel gerust zal kunnen zijn. Men moet niet vergeten de heer Schootstra heeft het ook al opgemerkt dat, verge leken bij de bestaande toestand, hier wel van een ingrij pende verbetering sprake is. Het is dus niet, zoals de heer Pols zegt, dat hier „zo maar even" is beslist.... (De heer Pols protesteert.) Als de heer Pols deze woorden niet gezegd heeft, trekt hij ze blijkbaar terug en dan behoeft spr. er ook niet op te antwoorden! (Gelach.) De heer Ras acht zich niet verantwoord voor het voorstel van B. en W. te stemmen. Hij gelooft, dat de heer Ras er toch wel gerust op zal kunnen zijn. Hij moet echter naar zijn eigen inzicht zijn houding bepalen en niet naar dat van spr. Spr. is er wel gerust op. De heer Rutkens heeft in tweede instantie het kosten element naar voren gebracht en nu pas ontdekt, dat dit bij uitvoering van het geheel misschien f 500, goedkoper zou zijn. Spr. vraagt, of hij mag aannemen, dat de heer Rutkens op die weg zal voortgaan en dat deze steeds in bepaalde situaties de voordeligste en goedkoopste oplossing zal kiezen. Dan zal hij daar nota van nemen. Spr. gelooft echter, dat het bezwaar van de heer Rutkens vandaag de dag niet mag gelden; de directe uitvoering van het grootste gedeelte van dit plan moet niet wachten totdat de juridische problemen zijn opgelost. De heer Rutkens: Heeft dit plan dan zo'n haast? De heer Van der Schaaf (weth.)Ja, het kan niet langer wachten. De Voorzitter zou hieraan willen toevoegen, dat men zich niet moet voorstellen, dat bepaalde deskundigen van landelijke organisaties ook werkelijk t.a.v. deze dingen altijd volkomen de wijsheid in pacht hebben. Het gemeentebestuur heeft bij herhaling dergelijke deskun digen geraadpleegd en is tot de ontdekking gekomen, dat het advies van de deskundigen van de ene organi satie soms geheel tegengesteld is aan het advies van de deskundigen van de andere organisatie. De heer Pols schudt van nee(De heer Pols bedoelde de deskun digen van de A.N.W.B.) T.a.v. het plan Harlingerplein zijn zowel de deskundi gen van de A.N.W.B. als van de K.N.A.C. geraadpleegd, wier deskundigheid volkomen op één lijn gesteld mag worden, maar die het toch geheel oneens waren en ten slotte was de Rijkswaterstaat het nog met deze deskundigen oneens. De deskundigheid moet men dus ook met het eigen gezonde verstand bekijken. Spr. wil het hierbij laten. Hij stelt voor de beraadslagingen te sluiten en vraagt of de raad stemming wenst over het voorstel-Ras c.s. De heer Ras deelt mede, dat het de ondertekenaars, na peiling van de mening van de raad en na gepleegd overleg, goed lijkt, dit voorstel te laten rusten. De Voorzitter: U trekt het voorstel dus in? De heer Ras: Ja, maar graag met deze restrictie, dat het college de nodige aandacht zal besteden aan de technische kanten, die genoemd zijn, m.n. de lantaarns, de kolken, de oversteekplaatsen voor voetgangers bij de Insulindestraat en verder de verkeersovergangen van de Cambuurstraat, de Insulindestraat en de De Ruyterweg naar het plein. De heer Van der Schaaf (weth.): Dus alles, met uitzondering van De Voorzitter wil dat de heer Ras wel toezeggen, met van de kant van B. en W. deze restrictie: voor zover de door hem genoemde punten niet reeds bekeken zijn. De heer Ras kan er zich van verzekerd houden, dat de technische dienst van de gemeente dit al heeft ge daan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1954 | | pagina 3