4
5
toch wel een heel typisch verkeerspunt. Zo'n situatie is
zo maar niet in een ander deel van de stad te vinden.
De De Ruyterweg blijft een vernauwing, een bottle
neck, vertonen. Bij sportgebeurtenissen op Cambuur
zal toch op deze plaats een heel grote stoot opgevan
gen moeten worden. Spr. heeft zich dan ook afge
vraagd wat hier gedaan zou kunnen worden; de weg
ruimer maken lijkt op het eerste gezicht wel verant
woord, maar dan rijst toch ook de vraag: kan het
verkeer niet beter naar de richting Groningerstraatweg
worden geleid? De De Ruyterweg kan door het voet
gangersverkeer, vooral bij manifestaties op het sport
veld, zeer zwaar worden belast. Zou men dus aan de
ene kant het verkeer uit deze straat willen halen, aan
de andere kant ontlast de De Ruyterweg in zekere
mate de Bleeklaan. Het verkeer, komende van de Gro
ningerstraatweg, gaat via de De Ruyterweg naar het
centrum. De hoek De Ruyterweg en Bleeklaan is ook
een gevaarlijk kruispunt. Spr. is het niet met de wet
houder eens, dat het onderhavige plan een onschuldig
kruispunt betreft. Men kan in het gehele verkeers
beeld daar ter plaatse voor heel eigenaardige situa
ties komen te staan. Ook de Sontstraat komt aan
stonds op de grote ruimte uit, waarvan het verkeer
toch weer door de vernauwing bij de De Ruyterweg
moet gaan. Nu zegt de wethouder, dat mensen met
gemiddeld intellect het wel zullen redden. Men zou
ook kunnen zeggen: het project ligt in het Oosten en
daar kwamen ook de Wijzen vandaan. Misschien is de
weggebruikers daar nog een kans te geven. Maar vol
gens spr. is maar niet zo één, twee, drie uit die ver
keerssituatie te komen. Hoe het wel moet, weet spr.
zo ook niet; als het plan hem geheel had bevredigd,
had hij natuurlijk ook het voorstel niet ondertekend.
Hij voelt er veel voor, dat men nu eens het ver-
keersdeskundig bureau van de A.N.W.B., dat derge
lijke problemen in alle steden van Nederland bij de
hand heeft, het gehele project liet bekijken, zelfs van
af de Groningerstraatweg; het is mogelijk daar een
heel goed advies over te krijgen.
Spr. herhaalt, dat hij persoonlijk de situatie ter plaat
se zeer moeilijk vindt.
De heer Ras kan het betoog van de heer Pols onder
strepen, omdat deze voor het grootste deel al antwoord
heeft gegeven op wat de wethouder heeft gezegd.
Bij twee punten wil spr. graag nog even stil staan.
Ten eerste de verantwoordelijkheid van de raad. Hij
voelt zich op dit moment niet verantwoord, om zonder
meer zijn fiat te hechten aan dit voorstel, omdat de
importantie van het project, vooral in de toekomst bij
de steeds verder gaande ontwikkeling van het verkeer
niet tot spr. doordringen kan. Hij meent, dat, om dit
te bekijken, juist mensen als van de A.N.W.B., die der
gelijke problemen in meer steden bij de hand hebben
gehad, nodig zijn.
De wethouder heeft gesproken over de naleving van
verkeersregels; daarvan wil spr. het volgende zeggen.
Als hij zich de situatie van dat plein indenkt, meent
hij, dat in de toekomst de weggebruikers daar worden
uitgenodigd om van de verkeersregels af te wijken. Zij,
die uit de Insulindestraat op de De Ruyterweg moeten
komen, worden als het ware naar links getrokken.
Het verkeer uit de Cambuurstraat, dat linksaf moet,
zal een diepere dan haakse bocht naar de De Ruyter
weg moeten maken. Daardoor voorziet spr. ongelukken.
Hij is er in dit geval huiverig voor om hij her
haalt het zonder meer zijn fiat aan het voorstel te
geven.
De heer Schootstra zou er van uit willen gaan, dat
de situatie, zoals die straks wordt, ongetwijfeld een
belangrijke verbetering zal inhouden, vergeleken bij
de situatie van thans. Dat is trouwens door niemand
hier ontkend. Van een eindoplossing is hier ook geen
sprake, aangezien B. en W. uiteindelijk bij de sanering
in deze buurt de zaak toch nog weer onder de loupe
moeten nemen. Men kan ervaring opdoen door af
te wachten, hoe de zaak zich hier ontwikkelt en of de
nieuwe situatie inderdaad aan de eisen, die kunnen
worden gesteld, voldoet. B. en W. zouden met verschil
lende diensten de zaak nog wel eens kunnen gaan be
zien; misschien moeten er wat meer blokbanden wor
den aangebracht dan nu zijn gedacht. Maar spr. ge
looft niet, dat de situatie van dien aard is, dat men hier
rapporten van een speciale verkeerscommissie zal be
hoeven te hebben. De verantwoordelijkheid weegt ook
hem zwaar, maar hij kan die in dit geval heel wel dra
gen en zal het voorstel van B. en W. steunen.
De heer Rutkens antwoordt de wethouder, die zeide,
dat het op dit ogenblik nog niet mogelijk is om het ge
hele plan uit te voeren, omdat men hier met juridische
problemen zit in tegenstelling tot die landen, waar
men de grond usurpeert dat men daar inderdaad
grond onteigent, wanneer deze de bloei van de samen
leving in de weg staat. En hier bouwt men netjes om
het oude rotte stel heen.
De beantwoording door de wethouder doet ons, al
dus spr., overwegen, of het niet voordeliger is om als
nog te wachten met de uitvoering van dit plan, totdat
de bezwaren, die door de wethouder zijn genoemd, zijn
opgeheven. Spr. hoopt niet, dat de wethouder zóveel
bezwaar heeft, dat dit hem zou kunnen leiden tot niet-
onderschrijving van deze mening, omdat juist, wanneer
dit plan niet in zijn geheel wordt uitgevoerd, maar in
onderdelen, dit onwillekeurig hogere kosten met zich
meebrengt, al zou men enkel en alleen het aanslepen
van het benodigde materiaal maar rekenen, wat al
veel kost.
Men zou uitstel van dit plan in overweging moeten
nemen, omdat het voor de gemeente voordeliger zou
zijn, indien het in zijn geheel zou kunnen worden uit
gevoerd.
De heer Van der Schaaf (weth.) zegt, dat de heer
Pols heeft gewezen op de bezwaren, die kunnen ont
staan, wanneer zich ter plaatse, bij gebeurtenissen op
het sportveld Cambuur, een druk verkeer voordoet. Het
is de gemeentediensten ook bekend, dat het sportveld
Cambuur in de buurt ligt en zij hebben dit feit onge
twijfeld daar kan de raad zeker van zijn in hun
beschouwing betrokken. Hoe de zaak daar opgelost
moet worden? Spr. kan er weinig anders van zeggen
dan dat er, wanneer er moeilijkheden ontstaan bij
de bestaande verkeersregeling, natuurlijk een agent zal
komen te staan om die moeilijkheden op te vangen.
Daarom gelooft hij, dat men op deze kwestie wel gerust
zal kunnen zijn. Men moet niet vergeten de heer
Schootstra heeft het ook al opgemerkt dat, verge
leken bij de bestaande toestand, hier wel van een ingrij
pende verbetering sprake is. Het is dus niet, zoals de
heer Pols zegt, dat hier „zo maar even" is beslist.... (De
heer Pols protesteert.) Als de heer Pols deze woorden
niet gezegd heeft, trekt hij ze blijkbaar terug en dan
behoeft spr. er ook niet op te antwoorden! (Gelach.)
De heer Ras acht zich niet verantwoord voor het
voorstel van B. en W. te stemmen. Hij gelooft, dat de
heer Ras er toch wel gerust op zal kunnen zijn. Hij moet
echter naar zijn eigen inzicht zijn houding bepalen en
niet naar dat van spr. Spr. is er wel gerust op.
De heer Rutkens heeft in tweede instantie het kosten
element naar voren gebracht en nu pas ontdekt, dat
dit bij uitvoering van het geheel misschien f 500,
goedkoper zou zijn. Spr. vraagt, of hij mag aannemen,
dat de heer Rutkens op die weg zal voortgaan en dat
deze steeds in bepaalde situaties de voordeligste en
goedkoopste oplossing zal kiezen. Dan zal hij daar nota
van nemen. Spr. gelooft echter, dat het bezwaar van
de heer Rutkens vandaag de dag niet mag gelden; de
directe uitvoering van het grootste gedeelte van dit
plan moet niet wachten totdat de juridische problemen
zijn opgelost.
De heer Rutkens: Heeft dit plan dan zo'n haast?
De heer Van der Schaaf (weth.)Ja, het kan niet
langer wachten.
De Voorzitter zou hieraan willen toevoegen, dat men
zich niet moet voorstellen, dat bepaalde deskundigen
van landelijke organisaties ook werkelijk t.a.v. deze
dingen altijd volkomen de wijsheid in pacht hebben. Het
gemeentebestuur heeft bij herhaling dergelijke deskun
digen geraadpleegd en is tot de ontdekking gekomen,
dat het advies van de deskundigen van de ene organi
satie soms geheel tegengesteld is aan het advies van de
deskundigen van de andere organisatie. De heer Pols
schudt van nee(De heer Pols bedoelde de deskun
digen van de A.N.W.B.)
T.a.v. het plan Harlingerplein zijn zowel de deskundi
gen van de A.N.W.B. als van de K.N.A.C. geraadpleegd,
wier deskundigheid volkomen op één lijn gesteld mag
worden, maar die het toch geheel oneens waren en
ten slotte was de Rijkswaterstaat het nog met deze
deskundigen oneens. De deskundigheid moet men dus
ook met het eigen gezonde verstand bekijken.
Spr. wil het hierbij laten.
Hij stelt voor de beraadslagingen te sluiten en vraagt
of de raad stemming wenst over het voorstel-Ras c.s.
De heer Ras deelt mede, dat het de ondertekenaars,
na peiling van de mening van de raad en na gepleegd
overleg, goed lijkt, dit voorstel te laten rusten.
De Voorzitter: U trekt het voorstel dus in?
De heer Ras: Ja, maar graag met deze restrictie, dat
het college de nodige aandacht zal besteden aan de
technische kanten, die genoemd zijn, m.n. de lantaarns,
de kolken, de oversteekplaatsen voor voetgangers bij
de Insulindestraat en verder de verkeersovergangen
van de Cambuurstraat, de Insulindestraat en de De
Ruyterweg naar het plein.
De heer Van der Schaaf (weth.): Dus alles, met
uitzondering van
De Voorzitter wil dat de heer Ras wel toezeggen, met
van de kant van B. en W. deze restrictie: voor zover
de door hem genoemde punten niet reeds bekeken zijn.
De heer Ras kan er zich van verzekerd houden, dat de
technische dienst van de gemeente dit al heeft ge
daan.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.