12 13 A De Voorzitter: Dat is een kwestie van terminologie. Men kan deze bedrijven eerst noemen en vervolgens de vier groepen. Het lijkt spr. goed, dat hij de raad ook de namen en adressen van die groepen voorleest, want het is ten slotte aan de raad om deze verordening vast te stel len. De verordening kan dan aldus luiden: „DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; Gehoord het voorstel van de Commissie voor de Strafverordeningen van heden; Gelet op artikel 5 van de Winkelsluitingswet 1951; BESLUIT vast te stellen de volgende verordening VERORDENING ingevolge artikel 5 van de Winkel sluitingswet 1951 voor winkels voor aardap pelen, groenten en fruit voor het jaar 1954. Artikel 1. Het is verboden een hieronder genoemde winkel, waar uitsluitend of in hoofdzaak aardappelen, groen ten en fruit plegen te worden verkocht, voor het pu bliek geopend te hebben gedurende het tijdvak, dat is vermeld bij de groep, waarbij de winkel is ingedeeld 1. T. Epema, Carel Fabritiusstraat 20. Gesloten van 11 tot en met 17 Juli. 2. G. Gardenier, Oude Oosterstraat 9. Gesloten van 18 tot en met 24 Juli. Groep 3. Gesloten van 26 tot en met 31 Juli Visserzoon, Voorstreek 81; A. Boukes, Voorstreek 43; F. Boonstra, Oosterkade 42b; J. Kramer, Vijzelstraat 13; C. Hoekema, Huizumerlaan 53; W. Huizinga, Jac. Marisstraat 23; J. Plantinga, Schrans 11; J. Groen, Slotmakersstraat 11; G. Visser, Sacramentstraat (uitsl. aardappelen) Noordvliet 311; W. Fahner, Naauw 2; H. Gootjes, Nieuwestad 15; B. van Zwol, Meidoorn straat 20; A. Wierda. 2e Koestraat 38; P. Wobma, Bleeklaan 105; P. Wiersma, Oldegalileën 169 (uitsl. aardappelen); Tj. Spoelstra, Snakkerburen 111; A. Mendel, Singelstraat 10; M. Braaksma, Sumatra- straat 2; G. Visser, Noordvliet 340; K. Mollema, Zuid- vliet 10 (uitsl. aardappelen) P. Dijkstra, Zuidvliet 296; J. Ferwerda, Wijbrand de Geeststraat 30; Visserzoon, Spoorstraat 4; Fa. Schreur en Co., Zuiderplein 9; J. Bronger, 4e Klanderijdwarsstraat 44 (aardappelen); P. Kamma, Vinkstraat 29; S. Boukes, Elisabethstraat 36. Groep 4. Gesloten van 2 tot en met 7 Augustus: S. v. d. Haring, Beethovenstraat 30; B. Weistra, Voor streek 11; H. v. d. Wal, Tuinen 64; P. Spindelaar, Monnikemuurstraat 111; J. Dijkstra, Sacramentstraat 32; Fa. Dames, Nieuwestad 141; G. Keverkamp, KI. Kerkstraat 37; Visserzoon, v. Leeuwenhoekstraat 34; O. Bosma, Goudenregenstraat 8; W. Hayma, Tj. Hid- desstraat 53; J. Woudstra, Tj. Hiddesstraat 72; G. Ferwerda, Oldegalileën 6; S. Muntendam, Camstrabu- ren 129; H. Werkhoven, Blekerstraat (aardappelen); W. Slof, Bleeklaan 35; P. Dorenbos, Abeelstraat 53; D. v. d. Schors, Noordvliet 489; J. Gerlofsma, Zuidvliet (aardappelen); A. Mendel, Singelstraat 10; H. v. d. Galiën, Straat van Welgelegen 3; P. Fokkema, Gysb. Japicxstraat 27; K. Rienks, Achter de Hoven 73; A. Boukes, Zuiderplein 7; C. Gros, Ypeystraat 2; M. de Wal, Steynstraat 28; P. Dirksen, Handelstraat 12; J. Dijkstra, Marssumerstraat 11; K. v. d. Meulen, Mr. P. J. Troelstraweg 156; A. IJbema, Huizumerlaan 119; J. Terpstra, Schrans 67; S. Huizinga, Hobbema- straat 17a. Groep 5. Gesloten van 9 tot en met 14 Augustus H. Jaasma, Voorstreek 60; J. v. d. Meulen, Nieuwe Oosterstraat 1; R. Braaksma, Breedstraat 50; G. Al- berda, Koningstraat 8 (aardappelen)A. Fahner, Wir- dumerdijk 29; M. Camping, Nieuwestad 80 (Huizumer GroentenhalS. Hoogterp, KI. Kerkstraat 43; M. v. d. Meulen, Groningerstraatweg 342; W. de Wit, Koe plein 36 (aardappelen); J. v. d. Wal, Hoeksterstraat 9; J. Muntendam, Blekerstraat 25; Fa. Wierda, Bleek laan 136; M. de Haan, Balistraat 24; J. Dijkstra, Zuid vliet 230; H. v. d. Haring, Gysb. Japicxstraat 53; B. Smeding, Achter de Hoven 114e; J. Visser, Diepen- broekstraat 2; J. Visser, Kwartelstraat 9; J. Alfring, Leeuwrikstraat 45; W. Wieling, Roekstraat 35 (aard appelen); D. Tabak, Tijnjedijk 80; W. Huizinga, Heijer- mansstraat 43; I Z.jlstra, Gerard Doustraat 22. Groep 6. Gesloten van 16 tot en met 21 Augustus: S. Poelsma, Wijnaldumerstraat 1; A. Slof, Vijzelstraat 13; B. v. d. Brug, Nieuweburen 122; P. Veltman, Pioen straat 3; S. Brouwer, Wijnhornsterstraat 2; S. v. d Meer, Gerard Doustraat 1; H. Jacobs, Bagijnestraat 64; W. v. d. Galiën, Achter de Hoven 16b; H. Bijlsma, Schrans 121c. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking op de dag van haar afkondiging. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 Juli 1954." De hear Van der Meer hat tafallich in kladlist fan de nammen dy't de Foarsitter to foaren lê.;en hat en it is him opfallen, dat hy yn de earste groep lézen hat A. Mendel, Singelstraat 10, mar dat dyselde ek yn de twadde groep sit. Op de list, dy't spr. hat, is de hear Mendel yn 'e earste groep trochskrast. De Voorzitter gelooft, dat men dit grote toeval dank baar moet zijn; Mendel zal dus op spr.'s lijst ook uit een van beide groepen - de raad moet dan maar uit maken uit welke geschrapt moeten worden. De hear Van der Meer seit, dat de hear Mendel op it kladtsje, dat fan de organisaesjes komt, yn 'e earste groep trochskrast is. De Voorzitter: Dan is het niet zo toevallig als ik meende. Maar goed, dan wordt hij in de eerste groep geschrapt. De hear Van der Meer seit, dat yn groep C de namme, dy't heart by it adres Breedstrjitte 50, net düdlik is. Spr. hat der Braaksma üt lézen. It is miskien net ün- mooglik (Stem van de tribune: Het is wed. Braaksma.) De Voorzitter: Het woord is niet aan de publieke tribune. Dat is hier nog niet eerder gebeurd. Indien U zich weer in de vergadering mengt, zal ik U moeten laten verwijderen. (Stem van de tribune: Ik ben hier niet eerder ge weest; ik ben hier niet mee bekend.) De Voorzitter tot de bode: Wilt U deze mijnheer de zaal uitsturen? De Voorzitter tot de heer Van der Meer: Het is mogelijk, dat U gelijk heeft. Tijd om dit na te vragen, is er natuurlijk op dit moment niet meer. De raad zal een verordening moeten vaststellen naar de gegevens, die hij op dit ogenblik beschikbaar heeft. De heer Van der Veen gaat dit alles vlug genoeg. Hij weet ook niet, of deze zaak zo formeel geheel rond is. Dat zal t.z.t. blijken. Wanneer de Commissie voor de Strafverordeningen met deze procedure accoord gaat, is het spr. wel, maar persoonlijk kan hij deze verant woordelijkheid niet op zich nemen. De heer De Vries wil even op een kleinigheid wijzen. Bij de eerste groep liggen er zes dagen tussen begin en eind van de vacantie, n.l. van de Zondag tot en met de Zaterdag, bij de laatste groep loopt de vacantie van Maandag tot en met Zaterdag. Het zou misschien eleganter zijn één lijn te trekken. De heer Ras is het opgevallen, dat een van de tegen standers van een verplichte vacantieregeling, n.l. de fa. Visserzoon, met twee zaken in de eerste groep valt. Deze zou dan misschien dubbel gedupeerd worden. De heer Van Balen Walter geven de opmerkingen, die zo langzamerhand zijn gemaakt, de indruk, dat deze wijze an verordeningen maken toch wel een ge vaarlijke kant heeft. Hij persoonlijk wenst de verant woording niet te dragen. De heer W. C. Dijkstra heeft gehoord, dat de Voor zitter zojuist zeide, dat het college in staat zou zijn om staande de vergadering deze zaak nog voor elkaar te brengen. Spr. wil wel verklaren, dat hij bij hst uit brengen van zijn stem er van is uitgegaan, dat dit niet op moeilijkheden zou stuiten, omdat de Voorzitter bij deze mededeling geen reserve in acht nam. Als nu de VVD-fractie er aan twijfelt, of de procedure wel ver antwoord is, stelt spr. een duidelijk antwoord van de Voorzitter op prijs, omdat het natuurlijk geenszins in de bedoeling van wie dan ook gelegen kan hebben om, koste wat kost, zijn zin door te drijven. Spr. kan zich heel goed voorstellen, dat er nog wel een en ander bij komt kijken en dat de gehele gang van zaken niet van die degelijkheid bij de voorberei ding getuigt als men gewend is. Desniettemin stelt spr. het voor zich persoonlijk op prijs, dat de Voor zitter de mogelijkheid heeft geopend om uit de impasse te geraken, maar hij voegt er aan toe, dat hier niet een voorstel mag worden aangenomen, dat niet naar alle kanten verantwoord is. Hij vraagt, of de Voor zitter daaromtrent een geruststellende verklaring zou willen afleggen. De Voorzitter heeft de raad in eerste aanleg al ge zegd, dat B. en W. de gehele materie zodanig vonden, dat zij niet op hun verantwoording konden nemen om voor deze zomer nog een voorstel omtrent een vacantie regeling aan de raad te doen. En spr. heeft bij her haling gezegd: als de raad hier anders over denkt en thans wel een vacantieregeling wil vaststellen, dan ligt de verantwoording daarvan dan ook geheel bij de raad. Dat zal spr. volledig blijven volhouden, ook t.a.v. de uitvoering van wat de raad zopas gemeend heeft te moeten besluiten. Hij heeft, met de gegevens, die B. en W. hadden, menen te mogen zeggen, dat, als de raad een vacantieregeling wilde vaststellen, B. en W. dan daaromtrent een voorstel konden doen. En B. en W. hebben dat nu ook gedaan, om de heer W. C. Dijkstra heeft dat goed begrepen de raad zo volle dig mogelijk ter wille te zijn, en, als de raad meent een bepaalde kant te moeten uitgaan, hem daartoe in staat te stellen. B. en W. hadden ook een ander standpunt kunnen innemen, met het gevolg, dat de raad onmo gelijk uit deze materie zou kunnen komen. B. en W. hebben dit van hun kant zo sportief mogelijk willen spelen, maar een garantie want daar komt toch eigenlijk de vraag van de heer Dijkstra op neer dat de gegevens, die men hier nu onder zich heeft, wer kelijk in alle delen feilloos zijn, kunnen B. en W. de raad met de beste wil niet verschaffen. Zij hebben die gegevens gekregen van de organisaties, zoals ook de heer Van der Meer een lijst van die organisaties heeft gekregen, maar, voor zover spr. weet, is die lijst niet nader geverifieerd. Daaraan zijn B. en W. niet toege komen. Dus is het theoretisch best mogelijk, dat de organisaties op bepaalde punten want spr. weet ook niet met welke zorgvuldigheid zij de lijsten hebben samengesteld fouten hebben gemaakt. Met de ge gevens, die spr. nu heeft, kan hij die mogelijkheid niet uitsluiten. De raad begrijpt intussen toch ook heel goed, dat, wanneer B. en W. de raad helpen aan een ontwerp verordening ter zake, dit uitsluitend een technische hulp is, zonder dat het college behalve spr. zelf t.a.v. de inhoud van die regeling enige aansprakelijk heid aanvaarden kan. De opmerkingen van de heren Van der Veen en Van Balen Walter worden door het college onderschreven. B. en W. hebben de raad t.a.v. de inhoud van een va cantieregeling zo goed mogelijk voorgelicht, maar een garantie, dat de regeling werkelijk in alle delen goed is, kunnen zij hem niet geven. Ook daaromtrent moet de raad de verantwoordelijkheid zelf op zich nemen. De heer Pols zegt, dat er veel gesproken is over tijd nood. Is dat eigenlijk wel juist? Spr. komt steeds meer tot de ontdekking, dat deze zaak niet rijp is. Hij zou heel graag van de verantwoordelijkheid voor hat vast stellen van een regeling, als bedoeld, ontheven worden. De heer Rutkens zou, wat de verantwoordelijkheid t.a.v. het voorstel van B. en W. betreft, het volgende willen opmerken: Hij gelooft, dat men voldoende ver trouwen moet stellen in de organisaties, die een inde ling in groepen aan B. en W. hebben doen toekomen. Natuurlijk werkt niemand zonder fouten en fouten zijn er om ze te verbeteren. Dat wil echter niet zeggen, dat men fouten moet maken, omdat men anders niets zou hebben te verbeteren. Wanneer men niet werkt, maakt men geen fouten, maar dan zou men zich zelf ook niet vooruit kunnen helpen. Dit geldt ook voor de desbe treffende organisaties en misschien zal deze zaak voor dit jaar niet voor 100 bevredigend zijn. Dat neemt spr. bij voorbaat aan. En ze zal waarsch jnlijk ook de leden der organisaties niet voor 100% bevredigen. De heer Pols heeft gezegd, dat de zaak nog niet rijp is. Wan neer er vandaag de dag ter zake nog bepaalde tegen stellingen zijn, dan gelooft spr., dat deze door het vast stellen van een verplichte vacantieregeling kunnen worden opgeheven, want wanneer de raad thans dit besluit neemt, dan dwingt hij althans degenen het is gelukkig maar een heel kleine groep, die tegen zijn het volgend jaar in hun organisaties het regelen der vacanties met de overgrote meerderheid in der minne te schikken. Dan is de tijd daarvoor volledig rijp en de raad heeft dan daartoe een steentje bijgedragen. Daarom wensen wij, aldus spr.. deze verantwoordelijk heid wel op ons te nemen. De heer K. de Jong komt het voor, dat de raad, nu deze eenmaal het besluit heeft genomen, dat een vacan tieregeling moet worden vastgesteld, daar niet meer op terug kan komen. Er zijn een paar foutjes opgemerkt en dat spijt spr. ook. Als de raadsleden alles geweten hadden, hadden zij misschien wat anders tegenover deze zaak gestaan. Maar de raad heeft A gezegd en moet nu ook B zeggen. Hij kan nu niet meer terug, of er zou een nieuwe raadsvergadering moeten worden ge houden, waarin men over nader geverifieerde gegevens zou beschikken. Een extra raadsvergadering brengt echter weer vele kosten met zich mee en de lijst van namen, die de raad thans met de verordening gaat vaststellen, zal op de secretarie toch wel geverifieerd worden. Laat de raad nu een vacantieregeling vast stellen; er kan misschien een foutje m zitten, maar dat kan spr. wel aanvaarden. De hear Van der Meer hat, doe't de Foarsitter de list oplêzen hat, by elts adres in tekentsje set. En nou is it him opfallen, dat op de list, dy't spr. hat, yn de earste groep trije saken steane: C. Hoekema, Huzumer- leane 53; W. HuLinga, Jac. Marisstrjitte 23 en J. Plantinga, Skrans 11, dy't de Foarsitter net oplêzen hat. En dan liat spr. noch dizze fraech: Kin de rie der ek üt komme troch yn de forordening in artikel II op to nimmen fan dizze ynhald, dat it kolleezje machtige wurdt om bipaelde minsken fan de iene groep nei in oare forhüzje to litten? Datjinge, hwat nou artikel II ütmakket: „Dit artikel treedt in werking" ensfh., kin dan artikel III wurde. De heer De Vries acht de mogelijkheid niet uitgeslo ten, dat in de door de organisaties overgelegde lijst, die niet geverifieerd is, fouten voorkomen. Spr. is op het gebied van de Winkelsluitingswet niet juridisch ge schoold; hij vraagt zich echter alleen maar af: zou het niet mogelijk zijn om deze lijsten met namen ach terwege te laten en in de verordening op te nemen, dat er gedurende een periode van bijv. 24 Juli tot en met 31 Augustus dus gedurende een aaneengesloten tijd perk groentewinkels gesloten moeten zijn. Hij zou dan de verdeling van de groepen aan de winkeliers willen overlaten. De Voorzitter gelooft niet, dat het enig nut heeft in zoveelste instantie te praten over de verantwoordelijk heid; die ligt bij de raad en de raad moet die nemen of moet alsnog op zijn besluit terugkomen. Dat is ge heel aan de raad. De mogelijkheid om te werk te gaan, zoals de heer K. de Jong heeft aanbevolen, n.l. dat de lijst van na men nog door de secretarie wordt geverifieerd, is niet aanwezig. Als de raad iets wil, zal hij nu deze regeling volledig moeten vaststellen. Hij kan niet een besluit nemen, waarin achteraf door een deel van de admini stratie nog veranderingen naar eigen goedvinden wor den aangebracht. Dat is niet mogelijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1954 | | pagina 7