46 47 ■i. gen komen naar spr.'s mening hiervoor wel in aan merking. Ook zou het van belang zijn, dat de raad van te voren ruim de tijd had om de eventuele plannen te bestuderen, evenals de plaats waar gebouwd zal worden, want ook dat is van belang. Deskundigen zijn van mening, dat deze tehuizen bij voorkeur te midden van andere hui zenblokken moeten komen en dus niet aan het uiterste randje van de stad. In verband hiermede zou het goed zijn in de nieuwe wijken ruimte te laten voor deze centra. Spr. c.s. gaan er van uit, dat bij toewijzing van deze woningen niet zal worden gezien naar maatschappelijke welstand. Al hoewel er nog wel het een en ander valt op te merken t.o.v. dit vraagstuk, wil spr. thans eindigen met het stellen van de volgende vragen: a. Kan de raad spoedig de concrete plannen voor de bouw van een bejaardencentrum verwachten b. Zijn B. en W. bereid, of hebben zij de bedoeling met meerdere plannen te komen c. Mag de raad de desbetreffende plannen zo vroeg tijdig ontvangen, dat hij ruimschoots de tijd krijgt om ze te bestuderen? d. Denken B. en W. de behoefte aan bejaardentehuizen te peilen? Ook over de eventuele bouw van een ziekenhuis voor chronische of bedlegerige patiënten zou spr. een paar opmerkingen willen maken. Het wil hem voorkomen, dat deze zaak zo mogelijk nog dringender is dan de vorige. Er zijn in Leeuwarden op het ogenblik 60 bedden beschikbaar voor de chro nische patiënten, terwijl deskundigen beweren, dat er voor 1970 voor deze groep 150 moeten zijn. Op het ogenblik is er al een vrij groot tekort, dat voortdurend toeneemt. Bovendien zijn de bestaande bedden nog ver spreid over verschillende ziekenhuizen, terwijl ook de ruimten, waarin deze bedden zijn geplaatst, veelal niet voldoen aan de eisen, die men op dit ogenblik zou mo gen stellen. Nu moet Leeuwarden de chronische pa tiënten vaak naar elders vervoeren. Spr.'s voorkeur gaat er naar uit om zo mogelijk een bestaand gebouw voorlopig voor hen in te richten, opdat tijdelijk in de nood kan worden voorzien. Dan zal men het bouwen van een nieuwe inrichting, waarvoor de plannen thans bij het college in overweging zijn, goed kunnen voorbe reiden. Een nieuw ziekenhuis voor deze patiënten spr. zou het een verpleeghuis willen noemen zou di rect al ruimte kunnen krijgen voor 200 bedden, opdat Leeuwarden ook in dezen als centrum zou kunnen func tioneren voor de omliggende gemeenten, die met het zelfde probleem worstelen. De heer Vellenga (weth.) zegt, dat de verzorging van de bejaarden in de toekomst verschillende activiteiten zal vragen. Eén activiteit zal zijn het scheppen van huisvestingsmogelijkheden, afgestemd èn op de behoefte van deze in getal en last groeiende bevolkingsgroep (in een aantal gevallen zal een huis vrijkomen) èn op de moderne inzichten t.a.v. deze materie, wat betekent, dat op dit terrein èn door particulier initiatief èn in de over heidssfeer nieuwe en doelmatig geoutilleerde gebouwen zullen moeten verrijzen. Over een initiatief van een commissie uit de burgerij is reeds in de aanbiedingsbrief geschreven en de hier bedoelde burgers van verschil lende gezindten zoeken het, in samenwerking op het technische vlak met de gemeente, in de richting van een centraal gebouw met daaromheen huisjes voor bejaar den, die nog meer of minder zelfstandig kunnen wonen. De gemeente zelf streeft naar een oplossing voor de zeer moeilijke situatie in het Stadsverzorgingshuis in de Haniasteeg. Er is een tijdlang gespeeld met de gedachte, ergens in de stad, b.v. in het Nieuwe Stadsweeshuis, een de pendance van het Stadsverzorgingshuis in te richten èn om tijd te winnen èn om een nieuw gebouw verantwoord in te passen in het financieringsschema voor een aantal grote objecten, dat om uitvoering vraagt. Toch is deze gedachte los gelaten en heeft het gemeentebestuur zich in grote lijnen kunnen verenigen met het voorstel van de reeds genoemde commissie, die sinds de vorige be grotingsbehandeling, toen ook over deze zaak is ge sproken, elf maal heeft vergaderd, litteratuur heeft bestudeerd en de nodige adviezen van deskundigen heeft ingewonnen. Zoals in de aanbiedingsbrief is vermeld, denkt het college ook aan een verpleeghuis voor chro nische zieken en bedlegerige bejaarden. Men meent op grond van een bepaalde prognose, die door het E.T.I.F. is verstrekt, een zeker aantal mensen hierin te kun nen opnemen. Dit zullen bejaarden zijn en in de aan looptijd mensen, die men niet tot deze categorie kan rekenen. De heer Beeksma heeft ter zake een paar opmerkingen gemaakt. Hjj heeft op meer spoed aange drongen en heeft gezegd, dat een ander gebouw zou kunnen worden benut, zolang een nieuw nog niet klaar is, maar het gemeentebestuur, dat zo'n gebouw niet heeft, ziet de mogelijkheid dus niet zo reëel als de heer Beeksma. Voor het ogenblik kan het college onder schrijven, dat in een dergelijk verpleeghuis, dat in de eerste plaats voor chronische zieken en bedlegerigen bedoeld is, voor gemeentenaren van alle rangen en standen plaats moet zijn, waarbij de welstand of liever gezegd het gebrek aan welstand niet een doorslagge vende rol mag spelen. In deze gedachtengang blijft het Stadsverzorgingshuis voorlopig voor valide bejaarden, tot ook voor hen in een tweede faze een nieuw verzor gingshuis zal worden gesticht in de omgeving van het verpleeghuis, dit met het oog op centrale voorzienin gen, keuken, gemeenschappelijke tuin, administratie, centrale verwarming, enz. In dit verpleeghuis zal de nadruk vallen op verzorging, maar daarnaast zal aan dacht worden besteed aan eenvoudige vormen van be weging en physische therapie. Waar zo'n verpleeghuis in zekere zin een unicum is, hebben B. en W. een be paald bureau ingeschakeld, dat t.a.v. de outillage en een economische en efficiente inrichting van het ge bouw inlichtingen kan verstrekken. Zij streven er naar om in een van de eerste vergaderingen van de raad in 1955 te komen met een voorstel om hun een crediet voor dit doel toe te staan. Als t.z.t. de plaats van dit gebouw definitief moet worden bepaald, hopen B. en W. rekening te houden met de wens van de heer Beeksma, om de raadsleden ruim de tijd te geven om de plannen te be studeren. De gedachte aan een dependance, nadere be spreking met deskundigen, zorgvuldig overwegen van consequenties, het bepalen van het definitieve stand punt t.a.v. Noordbergum en andere factoren hebben de voorbereidingen langer doen duren dan velen lief was en daarom leek het spr. juist, verantwoording van za ken in deze min of meer uitvoerige vorm aan de raad te verschaffen. Volgno. 538. Centraal autobusstation f 28.980, De heer Ras wil graag nog even pleiten voor het le gaal maken van de illegale doorgang in de heg op het autobusstation. Spoedig nadat de heg wordt dichtge maakt, is deze ook telkens weer open. Het blijkt, dat die doorgang in een behoefte voorziet, ten eerste voor de voetgangers, bezoekers aan de veemarkt, die daar altijd oversteken, en in de tweede plaats voor de fiet sers, die vrijwel geen andere mogelijkheid bezitten om het autobusstation te naderen. Wanneer de toegang legaal gemaakt wordt, loopt men ook in de toekomst geen kans, dat er weer lelijke ga ten ontstaan in de heg. De heer W. M. de Jong zegt, dat niet alleen op Vrij dag het autobusstation voor fietsen en auto's niet is te benaderen; men kan er eigenlijk op de fiets nooit legaal komen. Het is wel mogelijk, maar dan moet men eerst de gehele Zuidersingel af, dan langs het trottoir, door een kleine opening en dan weer terug in ooste lijke richting. Een kwajongen komt er wel anders, maar de politie zegt: dat mag niet. Spr. heeft n.a.v. deze zaak gesproken met een taxi exploitant. Deze zei: Auto's mogen er eigenlijk ook niet rijden, maar men vindt het wel goed, dat wij er heen gaan. Op spr.'s vraag: mogen jullie dan langs de Zui dersingel en kunnen jullie dan het éénrichtingsbord ne geren, antwoordde men: Ja, dat wordt wel goedgevon den. De moeilijkheid ligt dus niet alleen bij het Vrijdags- verkeer, maar eigenlijk is de situatie daar fout: het autobusstation heeft geen behoorlijke entree. Dat lijkt spr. niet goed. En daarom vindt hij het cru, dat het college gezegd heeft, dat die illegale doorgang in de heg nt»j*a «TT ~T:1' V. dichtgemaakt zal worden. Als men per fiets even gaat zien, hoe laat de bussen vertrekken, zijn fiets tegen het hek van de veemarkt zet, even door die illegale ope ning gaat en weer terug, dan vernielt men niets. Spr. heeft op spitsuren wel met eigen ogen gecon stateerd, dat er rijen vrachtwagens langs de noordelijke zijde van de Zuidersingel, dus langs het hek van de vee markt, stonden. Mensen van de CAF kwamen van hun werk. Spr. heeft getracht het autobusstation te bena deren, maar fietsen kon hij daar niet; hij moest van de fiets af. Hij kon tussen de fietsers en auto's, die van de andere kant af kwamen, zo'n beetje het leven houden. Het bezwaar doet zich op spitsuren en op Vrijdag in versterkte mate voor. Spr. zou willen een algehele oplossing is misschien niet direct te verwezenlijken dat B. en W. de gehele situatie onder ogen zouden wil len zien. Wanneer een principiële wijziging niet moge lijk is, zou spr. zeggen: doe dan een paar meter hegje weg. Hoe moet men thans, als men iemand met een wagen of fiets van de bus wil halen, op een eerlijke en fatsoenlijke wijze op het autobusstation komen? De heer Rutkens wil kort zijn over dit punt. Wij zou den, aldus spr., er mèt de heer De Jong, bij B. en W. op willen aandringen deze situatie nog eens te bezien om zo mogelijk een oplossing te vinden, die meer in over eenstemming is met de te stellen eisen. Volgno. 546. Bijdrage aan hoofdstuk XIV van de ge wone dienst wegens kapitaalslasten f 19.515,—. De heer Schootstra zou graag nog even terug willen komen op wat in de sectie is gezegd i.z. de industrie terreinen. Het doet hem bijzonder genoegen, uit het ant woord van B. en W. te vernemen, dat aan een verdere ontsluiting van deze terreinen gewerkt wordt, mede door het feit, dat er nog weer enkele industriegebouwen zullen bijkomen. Op de vraag over de slechte kwaliteit van het indus trieterrein antwoorden B. en W., dat die ontstaan is, doordat een sleuf werd gegraven voor de aanleg van een nieuwe weg, maar dat men nu, waar dat nodig is, de grondslag van de sleuf heeft laten verbeteren door het verwijderen van de ingebrachte grond en het in brengen van zand; men brengt de zaak dus weer in orde. Spr.'s vraag is deze: is het ook nodig, gezien de er varing, die men in de laatste maanden heeft opgedaan, dat ook op andere plaatsen van dat industrieterrein ver beteringen worden aangebracht, opdat, wanneer de ge meente industrieterreinen aanbiedt, dat terrein in elk geval aan redelijke eisen voldoet en een normaal ge bouw daar ook inderdaad zonder extra voorzieningen op kan worden gezet. En mede in verband met de opmerkingen, die van morgen gemaakt zijn, zou spr. willen zeggen, dat men de kosten voor verbetering niet op de grond kan leg gen, want dan komt men op een kostprijs, die zeer ze ker een vergelijking met elders niet zou kunnen door staan. Een redelijke eis is: een behoorlijk bruikbaar terrein voor de industrie. De hear Van der Meer wol oer dat yndustryterrein noch wol hwat sizze. Hy wol foarop stelle, dat hy net yn it minst de belangen van de gemeente skea dwaen wol. As spr. hwat seit en de Foarsitter oardielet, dat hy dat net yn it publyk sein hawvve moast, dan wol hy graech, dat de Foarsitter him mar ófkloppet. De Voorzitter heeft liever, dat de heer Van der Meer het niet zegt. De hear Van der Meer soe dan to foaren freegje moat- te om de doarren ticht to dwaen. Spr. wol it hawwe oer de „slechte kwaliteit van de industrieterreinen", krekt as yn it seksjeforslach stiet. De Voorzitter zegt, dat daar al over gesproken is en dat de heer Van der Meer dan beter doet met af te wachten wat het college daarvan zegt. De hear Van der Meer hat fortellen heard, dat de yn- dustryterreinen, dy't de gemeente ütjowt, oer it alge- mien net better wurden binne troch de speesje, dy't der opbrocht is. Der wurdt wol ris sein, dat men, as men dér in gebou op sette wol, heije moat. En as men plak meitsje moat foar swiere motoren, dan is de speesje to sêft en moat men dy öfgrave en der san foar yn it plak bringe. De heer Van der Schaaf (weth.) zegt, dat de illegale doorgang een hardnekkig leven heeft en ook hardnek kige verdedigers vindt. Toch is het bezwaarlijk om hem daar te handhaven. Wanneer op de Zuidersingel nogal wat verkeer is, levert een doorgang daar bepaald ge vaar op. En de adviseurs van B. en W. delen ook de mening, dat het maken van een doorgang zeer zeker geen aanbeveling verdient. Wanneer dus deze doorgang toch in stand wordt gehouden, dan blijft daar het on wettige karakter aan kleven. Spr. heeft de politie niet in zijn portefeuille, maar wanneer dat het geval zou zijn, dan gevoelde hij zich misschien verplicht de heer De Jong een reprimande te maken. Hij kan dat nu niet doen. Hoe de heer De Jong zich daar moet redden is toch minder moeilijk dan hij meent. Hij kan van de fiets afstappen en verder even lopen en hij kan ook de fiets aan de hand nemen. Als dat bord daar staat, staat het er niet zonder bedoeling. Het is de goede regel, dat men zich daaraan houdt. Dat men een taxi, die met een minder valide persoon naar het autobusstation moet, daar wel laat rijden, is een practische modus vivendi, die alleszins aanbeveling verdient; dat is een soepele toepassing van de verordening. Spr. ziet daar geen be zwaar in. Wanneer echter het bord: „Inrijverbod" wordt weggenomen, ontstaat daar een situatie, die stellig veel minder zou voldoen en die meer gevaren schept. Men moet beslist niet de toestand hebben, dat op het station naast de bussen, die er behoren, en de passagiers, die zich daar naar toe begeven, een volledig verkeer wordt toegelaten. Spr. ziet dan ook niet in, dat hierdoor een verbetering tot stand zou komen. Dit neemt echter niet weg, dat dit punt de moeite waard is om voortdurend in de gaten te worden gehouden. Spr. kan de toezeg ging doen, dat B. en W. deze kwestie met genoegen willen bekijken, maar op dit ogenblik ziet spr. de op lossing daarvoor niet. Dan is er gesproken over de verbetering van de in dustrieterreinen, die misschien wenselijk is. De heer Schootstra heeft daarover zijn mening te kennen ge geven. Spr. gelooft, dat men er niet al te uitvoerig over moet spreken. De industrieterreinen zijn voor bepaalde doeleinden uitstekend bruikbaar. Zij liggen daar voor een deel prachtig aan het water en de weg. Dat is niet industrieterrein van slechte kwaliteit; de ligging is uit nemend en het ontmoet in het minst geen bezwaar er, nadat geheid is, op te bouwen. Voor de typische in dustriehal wordt niet geheid; daarvoor wordt het ter rein plaatselijk verbeterd. Dit is helemaal niet zo dramatisch als het wel eens wordt voorgesteld. Wanneer een industriehal wordt ge bouwd, verricht de gemeentelijke dienst een plaatselijke correctie op dat terrein en dan marcheert de zaak goed. Wanneer, in andere gevallen, wordt geheid en een zand laag aangebracht, is het ook weer in orde. B. en W. hadden natuurlijk liever gehad, dat die grond oorspron kelijk al van uitstekende kwaliteit geweest was, maar het is zeer de vraag, of het heien dan geheel overbodig zou zijn. B. en W. bekijken dus, wanneer er aanvragen om in dustrieterrein binnenkomen, geval voor geval en vra gen zich af, op welke wijze de grond voor dit doel ge schikt is te maken. Het college is stellig bereid om met voorstellen dienaangaande bij de raad te komen. Het feit, dat de industriehallen daar nu zijn gevestigd, dat er weer aanvragen zijn voor nieuwe industriehallen en dat er ook voor andere delen van het industrieterrein weer aanvragen lopende zijn, doet B. en W. de verwach ting koesteren, dat ontsluiting en ingebruikneming van dit industrieterrein ondanks de in het sectierapport ge noemde bezwaren toch op zeer bevredigende wijze voort gang kunnen vinden. Volgnos. 538 en 546 worden onveranderd vastgesteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1954 | | pagina 24