4
ft
5
porten, hoe slecht sommige eigenaren hun taak als zo
danig hebben verstaan en het hebben weten klaar te
spelen hun woning een krot te laten worden. En ook
hoe in sommige van deze woningen een categorie van
mensen woont, die moet rondkomen van een minimaal
inkomen. Bij de tegenwoordige betrekkelijk snelle wijze
van ontruiming zal het toch nog enkele en misschien
nog langer dan enkele jaren duren, voordat deze
woning-ellende voorbij is. Spr. hoopt, dat men in een zo
snel mogelijk tempo van deze schande voor de stad af
komt.
Bovendien is bij het lezen van de rapporten de vraag
bij spr. opgekomen: moeten de raadsleden de Chinese
taal nog leren Er komt n.l. telkens deze uitdrukking
in voor: ,,tekort aan li en lu." Als er nu nog ,,tsjang"
achter stond, was het helemaal klaar. Spr. denkt echter,
dat men hier te doen heeft met de manie om alles af
te korten. Ais men daarmee doorgaat, krijgt men
straks een „tekort aan 1 en 1". Spr. zou dan ook de
opstellers van deze rapporten willen vragen, als het
enigszins mogelijk is, van deze weg terug te komen,
opdat de raad zonder bezwaar van de gemeentekas rap
porten krijgt, die niet al te veel zijn besnoeid.
De heer Pols zou zich graag willen aansluiten bij
datgene wat de heer Beeksma zeide over het afkeuren
van woningen; daar moet de gemeente zo snel mogelijk
mee voortgaan. Het andere deel van het betoog, waar
in de heer Beeksma een aanval pleegde op de eigenaren,
kan spr. niet onderschrijven. De heer Beeksma weet
eigenlijk ook wel, dat het huurbeleid de laatste jaren
zodanig is geweest, dat men van de eigenaren niet
meer kan verlangen om datgene aan de huizen te doen
wat nodig is. Hier is volgens spr. een klein tikje
werkelijkheidszin wel op zijn plaats.
De heer Rutkens heeft nagegaan, in welke buurten
deze huizen zijn gelegen en hij is tot de ontdekking ge
komen, dat de woningen in het bezit zijn van wat men
zou kunnen noemen de gewone man. En spr. gelooft,
dat de heer Beeksma datgene wat de heer Pols tot hem
gezegd heeft zeer zeker in zich zal moeten laten om
gaan. Nochtans verkeren er van deze soort woningen
vele in een zodanig betere positie, dat ze misschien
nog enkele jaren te redden zijn. Dat neemt niet weg,
dat het voor spr. toch vast staat, dat deze woningen
over het algemeen, wat de huiseigenaren er ook aan
zouden hebben gedaan, nu eenmaal uitgeleefd zijn. Ze
hebben hun tijd gehad en zijn vervallen. Zij hebben
meestal een ondergrond, waarop een goede woning ook
niet zou kunnen gedijen, alleen al gezien de stand van
het bodemwater daar ter plaatse. Voorts heeft men
hier ook te maken met woningen, die méér dan uit
geleefd zijn. Wij kunnen ons, aldus spr., aansluiten bij
de wens van de heer Beeksma, dat men in Leeuwarden
zo snel mogelijk van de schande van de woningnood af
mag zijn en wij hopen, dat wij de heer Beeksma zeer
binnenkort aan deze woorden zullen kunnen herinneren.
De heer Van der Schaaf (weth.) constateert met
genoegen, dat geen van de sprekers, de heren B., P. en
R., (gelach) zich tegen het voorstel van onbewoonbaar
verklaring heeft verzet, zodat hij geen aanleiding vindt
om zich in de discussie te mengen, die zich tussen de
heren onderling heeft ontwikkeld.
Wat de kwestie „li en lu" betreft, het is nu eenmaal
gewoonte deze begrippen af te korten. De heer Beek
sma heeft er blijk van gegeven, over zoveel intelli
gentie te beschikken, dat hij het ook had begrepen, zelfs
als er alleen maar een „1" had gestaan. Spr. zou by
gelegenheid, als hij de ambtenaren althans niet van hun
werk houdt, de opmerking wel eens kunnen doorgeven.
Hij gelooft niet, dat dit punt zo veel bezwaar oplevert,
dat er langer over gepraat zou moeten worden.
De heer Beeksma verbaast zich er over, dat de heer
Pols zo spontaan en zo sportief is opgekomen voor die
genen, die deze woningen hebben laten verwaarlozen.
Het is spr. niet onbekend, dat de laatste jaren de huren
niet genoeg zijn verhoogd, maar men moet niet verge
ten, dat deze woningen indertijd voor een „habbe-
krats" zijn gekocht, misschien voor f 300.a f 400,
Zij hebben jarenlang een winst opgeleverd van mis
schien 10 en meer en ook toen is er nooit iets aan
gedaan. Waren de woningen, toen ze wel rendabel wa
ren, goed onderhouden, dan hadden de bewoners nu
niet in de woningellende gezeten. Want dat is wat
spr. heeft gezegd. Hij heeft het niet gehad, zoals de
heer Rutkens heeft beweerd, over de woningnood. Dat
is iets anders. Hij heeft alleen gezegd, te hopen, dat
men spoedig van deze woningellende af zal zijn. Er is
een spreekwoord: De uitersten raken elkaar. Spr. denkt,
dat dit vanavond met de heren Pols en Rutkens het ge
val is geweest. Hij zegt dat schertsend, zoals bij hem
ook de kwestie „li en lu" scherts was. Het trof hem en
hij dacht: „Het gaat in de raad zo ernstig toe en er
wordt soms zo weinig gezegd, laat ik dit daarom even
opmerken."
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 8 en 9 (bijlagen nos. 34 en 35).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 10 (bijlage no. 36).
De heer Pols betuigt zijn grote instemming met dit
voorstel. Het is n.l. een nieuw geluid, dat men op de
school in alle klassen verkeersonderwijs wil geven. Spr.
gelooft, dat het een van de heel goede middelen is om
staatsvijand no. 2 te bestrijden. Hij wil n.a.v. dit voor
stel dan ook graag een woord van erkentelijkheid laten
horen.
De hear Van der Meer wol foar de aerdichheit efkes
de fraech stelle, hoe't it üntwerp-riedsbislüt der üt-
sjocht; dat sit net oan 'e efterkant, mar hij kin him
de ynhald natuerlik wol foarstelle.
De heer J. K. Dijkstra (weth.) zegt, dat het college
zich verheugt over de erkentelijkheid, die de heer Pols
t.a.v. dit voorstel heeft betuigd.
Overigens merkt spr. op, dat althans aan alle ge
meentelijke scholen verkeersonderwijs, zij het dan niet
strikt methodisch, maar incidenteel in alle klassen
pleegt te worden gegeven, zulks overeenkomstig het
leerplan, dat voor die scholen geldt.
De Voorzitter antwoordt op de vraag van de heer
Van der Meer, dat deze waarschijnlijk een misdruk van
de raadsbrief heeft ontvangen, want op de achterkant
van het exemplaar, dat spr. kreeg, staat het ontwerp
besluit wel afgedrukt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 11 t.e.m. 17 (bijlagen nos. 37, 39, 40, 41, 49,
43 en 42).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 18 (bijlage no. 50).
De heer Mani zegt, dat, toen verleden jaar de open
bare kleuterschool Achter de Hoven werd geopend, dit
de eerste kleuterschool was, die in Leeuwarden na 60
jaar werd opgeleverd en hier verheugden spr. c.s. zich
bijzonder over. Men kan zich voorstellen, dat hij c.s.
nu, 60 weken daarna, nog meer verheugd waren over
het plan tot bouw van een tweede kleuterschool, al
werd die vreugde enigszins getemperd door het feit,
dat de gesteldheid van de school Achter de Hoven niet
is, zoals eigenlijk verwacht mocht worden, dat deze na
een jaar zou zijn. En de vraag rijst nu: is er voldoende
garantie, dat bij de thans te bouwen school de situatie
na een jaar niet zo zal zijn als thans bij de school
Achter de Hoven, als de plannen worden uitgevoerd,
zoals ze thans voorgesteld worden. Het is voor hem c.s.
ontzettend moeilijk om de technische kant van deze zaak
te beoordelen, maar zij zouden met meer enthousiasme
voor dit voorstel kunnen zijn, wanneer zij de zekerheid
hadden, dat de fouten al wil spr. het zo eigenlijk
ook niet noemen niet zullen worden herhaald. Hij
wil liever zeggen, dat hij hoopt, dat de omstandigheden,
waaronder thans zal worden gebouwd, andere zullen
zijn dan die, waaronder destijds aan Achter de Hoven
moest worden gewerkt en dat de gevolgen van die
bouw voor deze bouw vermeden zullen kunnen wor
den.
Spr.'s concrete vraag is deze: wat kan het college me
dedelen? Wat is gebeurd, om een toestand, als bij de
school Achter de Hoven is ontstaan, te voorkomen?
De heer Pols c.s. zijn ook blij, dat er een nieuwe kleu
terschool in het genoemde gebied komt. Een belangrijk
aantal leerlingen zal daar geplaatst kunnen worden.
Moge dit plan spoedig realiseerbaar zijn.
Spr vraagt zich echter af, of er in de toekomst ook
hier in Leeuwarden nog wei bouwvakarbeiders over
blijven voor een doel als dit. Men heeft in de pers kun
nen lezen en wij wisten het, aldus spr., ook al
dat Amsterdam zijn vangarmen uitstrekte om op alle
mogelijke manieren bouwvakarbeiders weg te zuigen.
De Kamer van Koophandel, het gemeentebestuur van
Groningen en verschillende gemeentebesturen in Zee
land protesteerden hiertegen. Spr. zou willen vragen:
Is het niet tijd, dat ook het gemeentebestuur van
Leeuwarden hetzelfde gaat doen?
De Voorzitter: Dit is toch wel met de haren er bij
gesleept; U bent buiten de orde.
De heer Pols vindt het belangrijk en er is volgens
hem haast bij.
De Voorzitter: Maar dit is wel erg buiten de orde.
De heer Pols wil wel uitscheiden, maar het is heel
moeilijk ergens anders aansluiting bij te vinden. En
hij gelooft, dat de gemeente ter zake niet achter mag
blijven.
De heer Van dor Schaaf (weth.) merkt op, dat de
punten, die beide sprekers hebben aangeroerd, zich z.i.
op de grens van de orde bewegen.
De heer Mani betrekt in zijn betoog de school Achter
de Hoven. Daar gaat spr. even oogluikend op in.
De Voorzitter: Dat komt wel bij de begroting.
De heer Van der Schaaf (weth.) wil er wel graag iets
van zeggen.
De heer Mani heeft daarnaar niet gevraagd. Hij had
het over de nieuwe school.
De heer Van der Schaaf (weth.): Inderdaad. Spr.
geeft toe, dat de school Achter de Hoven enige gebre
ken heeft, die de aandacht, ook van het college, hebben
getrokken. Het is n.l. zo, dat de vloeren niet al te deug
delijk zijn. Men stapt nu van dit type vloeren af. Men
heeft geconstateerd, dat toepassing er van bezwaar
oplevert. Daarom wordt dat type in de school Larix-
straat niet meer toegepast.
Nu is er, wat de school Achter de Hoven betreft,
nog een tweede punt, en dat is het scheuren van de
muren. Dat is een wat mysterieus geval. Spr. is in te
genwoordigheid van de gemeente-architect om de school
Achter de Hoven heen gelopen. Merkwaardig is, dat aan
de buitenmuien geen enkele scheur is te zien. Wel zijn
er aan de binnenmuren scheuren te zien en eigenlijk
iets te veel. Het is niet helemaal duidelijk, hoe zich dat
toegedragen heeft, vermoedelijk door het krimpen van
de toegepaste kalkzandsteen. En om nu dit nadelig
effect zoveel mogelijk te vermijden, is het de bedoeling,
in de school Larixstraat dit soort steen niet toe te
passen.
Het is niet altijd mogelijk daaraan vast te houden,
omdat men wel eens een financieel gat moet trachten
te overbruggen.
De school Achter de Hoven is gefundeerd op beton
platen. Het is haast niet na te gaan, of nu ongelijke
zettingen of verzakkingen de oorzaak zijn. Aan de bui
tenmuren te zien, zou men zeggen, dat dit laatste niet
het geval is. Ziet men echter naar de binnenmuren,
dan zou men vermoeden, dat het wel het geval is; de
scheuren wijzen n.l. in die richting. Maar het is eigen
lijk onbegrijpelijk. Het is de bedoeling de school aan
de Larixstraat op korte palen te funderen, een funde
ring, die misschien beter is dan die van de school Ach
ter de Hoven. Spr. herhaalt, dat, wat de buitenmuren
betreft, er niet het minst aanwijsbare gebrek is. Het is
wel merkwaardig, dat op punten van de binnenmuren,
waar ramen e.d. zijn, juist scheuren optreden en anders
niet. Het is een kwestie, die de aandacht heeft getrok
ken, en, voor zover vermoed wordt, wat de oorzaken
zijn, kan bij de school in de Larixstraat daar rekening
mee worden gehouden.
De vraag van de heer Mani culmineerde ten slotte
hierin: Welke garantie heeft het college, dat dit zich
niet zal herhalen Spr. kan daar eigenlijk niet het
woord „garantie" gebruiken; hij zou dit willen zeggen:
Er is gegronde hoop, dat bij de bouw van deze nieuwe
school dergelijke dingen zich niet zullen herhalen, al
blijft het uiteraard bij ieder bouwwerk mogelijk, vooral
bij bouwwerken, waar lichte materialen in zitten, om
dat er zwaar gerekend moet worden.
Overigens zijn deze tegenslagen wel te verhelpen,
wanneer na enige tijd de werking in het gebouw tot
rust is gekomen.
Op de vraag van de heer Pols: Zouden er bouwvak
arbeiders genoeg overblijven om dit werk t.z.t. uit te
voeren, zou spr. willen antwoorden: Als het aan de ac
tiviteit van het gemeentebestuur ligt, dan wel, mijnheer
Pols. Dit heeft ter zake natuurlijk ook niet stilgezeten.
Er heeft in de couranten ook de krant, die de heer
Pols vermoedelijk leest een en ander hierover gestaan
en daar is het niet bij gebleven. Ook langs andere we
gen, die minder spectaculair zijn, hebben B. en W. het
hunne er aan gedaan.
De heer Mani zegt, dat de wethouder waarschijnlijk
zal begrijpen, dat hij c.s. niet geheel bevredigd zijn door
diens antwoord, maar als spr. het woord „garantie"
gebruikt heeft, dan begrijpt hij, dat het vragen van een
garantie iets te ver zal gaan. Volledige garantie ver
strekken voor iets dergelijks lijkt spr. nooit mogelijk,
maar waar hier medegedeeld is, dat inderdaad alles
wat t.a.v. Achter de Hoven van nadelige invloed ge
weest zou kunnen zijn, nu zoveel mogelijk ondervangen
zal worden, gelooft spr. wel met dit voorstel accoord
te kunnen gaan. Er is echter nog wel een vraag bij
hem opgekomen. Er werd gezegd, dat de school Achter
de Hoven gebouwd is op betonnen platen en dat hier
gebouwd zal worden op houten palen. Het is natuurlijk
bekend, dat de toestand van de grond in het Oosten niet
zo heel goed is. Kunnen daar straks, wanneer mocht
blijken, dat de voorgenomen voorzieningen niet vol
doende zijn, nog nadere voorzieningen getroffen wor
den
De heer Van der Schaaf (weth.) zegt, dat, wanneer
de proefheiingen zouden uitwijzen, dat inderdaad extra
voorzieningen zouden moeten worden getroffen, dit
natuurlijk overwogen moet worden; wanneer er finan
ciële ruimte voor is, dan moet dat zeker gebeuren
en wanneer die er niet is, dan moet die gemaakt worden.
De grondslag moet natuurlijk in orde zijn. Nu is fun
dering op palen, als spr. het wel heeft, nogal wat so
lider dan fundering op betonplaten. Daarom is de
verwachting wel gerechtvaardigd, dat ongelijke zet
tingen en verzakkingen, die zulke scheuren veroorza
ken, hier wel te ondervangen zullen zijn.
Maar wanneer de proefheiingen zouden uitwijzen,
dat het nodig is om hier meer aan te doen, zal dat na
tuurlijk onder ogen gezien moeten worden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 19 en 20 (bijlagen nos. 38 en 45).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 21 (bijlage no. 44).
Mevr. Boersma-Hemminga spreekt met groot genoe
gen namens haar fractie voldoening uit over het mo
derniseren van 364 woningwetwoningen, waarvan 73
behoren tot het complex Noordvliet, 107 tot het complex
Zuidvliet en 184 tot het complex Hollanderdijk. Zeer
prettig is, dat er woningen voorzien zullen worden van