33 öfslute hwat goedkeaper, mar oer it forskil yn kosten kin spr, gjin definitive meidieling dwaen. Volgno. 188 wordt onveranderd vastgesteld. Hoofdstuk VIII. Algemeen. De heer Drentje wijst op een vraag in het sectie- verslag, waarbij een lid informeert, hoe het staat met de afdoening van een adres betreffende school- en werktuinen, dat destijds aan de raad is gezonden. Er wordt op geantwoord: „Wij hebben de directeur der Openbare Werken verzocht, in overleg met adressan ten, naar een geschikt terrein om te zien, en ons hier na voorstellen te doen". Spr. weet, dat dit gebruikelijk is, maar zou het niet mogelijk zijn, dat B. en W. nu proberen om bij de betreffende directeur op enige spoed aan te dringen, want het is nu onderdehand bijna een jaar geleden, dat het adres werd ingediend en het nieuwe seizoen begint straks weer. Het zou prettig zijn, dat de commissie aanstonds aan het werk kon gaan. Zij heeft de bedoeling een positieve bijdrage te leveren aan het tegengaan van de baldadigheid. Zij wil de jeugd brengen tot creatieve vrijetijdsbesteding, waarvan de deskundigen de opvoedkundige waarde hoog aanslaan. Daarom brengt spr. dit punt hier ook naar voren. De heer Van der Schaaf (weth.) meent, dat ter zake wel een en ander is gebeurd en als hij zich niet zeer sterk vergist, is ook een terrein aan de Heliconweg bezocht. Of de heer Drentje hier zelf bij geweest is, weet spr. niet. Het ligt in elk geval wel in de bedoe ling, hoe dan ook, grond hiervoor beschikbaar te stel len. Het terrein is nog niet gevonden, maar B. en W. zullen trachten, ook deze zaak af te werken. De Voorzitter lijkt het, nu toch een avondvergade ring nodig is, goed om thans te pauzeren. De vergadering wordt hierna geschorst. Om half acht wordt de vergadering voortgezet. De hear Santema soe n.o.f. hwat de wethalder sein hat oer de Badwei of it Juffersreedtsje inkelde opmer kingen meitsje wolle. De Voorzitter: Het gaat nu om de pagina's 20 en 21. De hear Santema miende dochs, dat der gelegenheit wie to replisearjen. De Voorzitter zegt, dat dit de laatste jaren geen ge bruik is geweest. Vanmiddag echter is men er mee begonnen. Ter wille van de tijd wil spr. voorstellen, het verder na te laten. Ook de heer Pols zou willen repliceren. De Voorzitter zei juist tegen de heer Santema, dat het de laatste jaren telkens gebruikelijk is geweest en dit voorjaar ook nog dat bij de begrotingsbehan deling niet in tweede instantie werd gesproken. Spr. heeft het dus als vanzelfsprekend beschouwd, dat het nu ook niet wordt gedaan. Het gaat ten slotte om de tijd, niet alleen van hem zelf, maar ook van dit gezel schap. Het komt er alleen maar op aan, de begroting vandaag af te handelen. Als de raad het echter op prijs stelt te repliceren, dan kan dat, mits de dames en heren maar zorgen, dat het werk klaar komt. Toch is spr. iets te vlug geweest, want hij heeft ver geten de heer Vellenga, die nog in eerste instantie de vragen van de heer ïJtsma heeft te beantwoorden, het woord te verlenen. De heer Vellenga (weth.) zegt, dat het sectierapport reeds vermeldt, dat enkele leden gevraagd hebben naar de stand van zaken met betrekking tot de cultuur technische- en andere werkobjecten en de heer IJtsma is er zopas, vóór de maaltijd, nog mondeling op terug gekomen. Tijdens de huidige hoogconjunctuur is het werkloos heidscijfer in Leeuwarden betrekkelijk laag en tot nu toe heeft men hier, dank zij de werken aan de Greuns- weg en Froskepólle een bepaald aantal arbeiders, die ten gevolge van seizoenwerkloosheid zonder werk wa ren, kunnen opvangen. Het lag oorspronkelijk in de be doeling om daarnaast de rondweg-West annex veemarkt als aanvullend werkobject uit te voeren, maar de raad weet, dat de plannen naderhand gewijzigd zijn. B. en W. hebben zich nu nader over deze situatie beraden. Zij hebben een soort inventarisatie opgemaakt van werken, die: a. geschikt zullen zijn om, als de conjunctuur zou omslaan, op lange adem te worden uitgevoerd, en: b. werken op korte termijn, met het oog op seizoenwerk loosheid en, in iets mindere mate, op structuurwerk loosheid. Zij hebben Openbare Werken opdracht ge geven om een aantal plannen, die het college gepas seerd zijn, nader uit te werken. Eén daarvan betreft het sportveld in Wirdum, terwijl verder o.m. gedacht is aan ontsluiting van recreatieterreinen in het plan Zuid west II, waarover de Voorzitter in de loop van de middag al iets heeft gezegd n.a.v. een vraag van de heer Spiekhout. B. en W. hebben gemeend goed te doen een oriënte- ringsgesprek te voeren met de hoofd-inspecteur-direc- teur van de arbeidsvoorziening; zij zijn dus bezig, in de geest, zoals de heer IJtsma het wil en zij zullen pro beren in de loop van het volgende jaar enkele werken bij de betrokken instantie te brengen en er door te krijgen, terwijl zij daarnaast werken in petto houden voor de langere adem, voor het moment dat hope lijk nooit zal aanbreken waarop de conjunctuur om slaat. De Voorzitter staat thans weer voor de vraag, of de raadsleden al dan niet willen repliceren. Zij moeten het zelf weten; spr. laat het aan hen over. Enige tijd voor de pauze zijn 14 heren aan het woord geweest; als dus alle 14 op het door hen gesprokene terug willen ko men De heer J. de Jong: Dat doen ze vast niet! De Voorzitter: Men repliceert wel of men repliceert niet. Een andere keuze kan men niet maken. Kan de raad er mee akkoord gaan, dat niet gerepli ceerd wordt? Spr. ziet weinigen „neen" schudden en hij mag dus aannemen, dat de raad er mee akkoord gaat. Hoofdstuk VIII. De heer Mani zou in het algemeen graag iets over dit hoofdstuk willen zeggen. Vanmorgen is bij de algemene beschouwingen de op merking gemaakt, dat de wethouder van Onderwijs het wel zeer gemakkelijk had. Door wat spr. nu gaat zeg gen, zal hij het niet moeilijk krijgen, want spr. zou slechts zijn grote waardering willen uiten. Alhoewel de toestand in Leeuwarden, wat het aantal scholen be treft, helemaal niet zo rooskleurig is, is z.i. toch uit de mogelijkheden gehaald wat er uit gehaald kón worden. Daar mag men wel even bij stilstaan. Spr. zou het nog verheugender hebben gevonden, wanneer hetzelfde be reikt was t.a.v. de gymnastieklokalen. Op dat gebied is men hier wel heel erg achterop geraakt. Het staat wel vast, dat al het mogelijke geprobeerd is. Mochten B. en W. daarvoor nog kunnen gedaan krijgen wat voor het onderwijs in het algemeen bereikt is, dan zcu- den spr. c.s. wel zeer verheugd zijn. De hear Santema soe ek in algemiene opmerking meitsje wolle. De rie hat dan nou de list oantroffen fan skoallen, dy't in namme krigen hawwe. Spr. hat der bislist forlet fan om B. en W. tank to bringen foar de oplossing, dy't hja foun hawwe. Hy leaut, dat dizze nammen ynboargerje sille. Neffens him sil ek it oan- sicht fan de skoallen der net minder om wêze; de nammen sille heechstwierskynlik op 'e gevel oanbrocht wurde. De heer J. K. Dijkstra (weth.) antwoordt, dat het college het geheel eens is met wat de heer Mani heeft gezegd met betrekking tot de scholenbouw. Het heeft inderdaad alles gedaan „al het mogelijke en al het onmogelijke", als spr. een woordvoerder van he denmorgen mag citeren om tot scholenbouw te ko men. Het college deelt ook de mening van de heer Mani, als deze spreekt over de trage gang van zaken t.a.v. de bouw van gymnastieklokalen. Nu is dat een ver schijnsel, dat zich over het gehele land voordoet, maar men heeft in Leeuwarden niet de indruk, dat men hier op dit punt ook maar enigszins bevoordeeld zou wor den boven andere gemeenten. Spr. kan toezeggen, dat het college op dit stuk van zaken ook alles zal doen om de achterstand, die hier bestaat, in te halen. De hear Santema, dy't B. en W. bitanke hat foar de nammejowing oan de skoallen, wol spr. hjirmei ek ant- wurdzje mei in wurd fan tank. De hear Santema hat n.l. sa goed west oangeande de nammen fan in pear skoallen oan B. en W. advys to jaen. Volgno. 486. Gem. H.B.S. met 5-jarige cursus (H.15.S.- A) f225.705,—. De hear Van der Meer seit, dat by dit en in pear oare punten by bigreatingswiziging in bidrach ütlutsen is foar it fak bibelkennisse. Doe't dit punt yn oare bigreatingsgearkomsten bi- sprutsen is, wie der hieltiten noch by sein: kultuer- skiednis fan it kristendom. Mei spr. oannimme, dat ek dat ünderdiel fan it fak nou jown wurde sil, as der ienkear in learaer foar foun is? De heer Beeksma zou graag willen aansluiten bij wat de heer Van der Meer heeft gezegd. Spr. verheugt er zich over, dat de kinderen ook bij het middelbaar on- deiwijs bijbelkennis zal worden bijgebracht. Hij hoopt echter, dat het niet uitsluitend bij bijbelkennis zal blij ven, maar dat daarbij ook de andere geestelijke stro mingen van het Westen, bijv. het Humanisme, een beurt zullen krijgen. It antwurd fan 'e hear J. K.. Dijkstra (weth.) oan it adies fan 'e hear Van der Meer kin koart en klear dit wêze, dat it yndied yn it foarnimmen leit, om ünder it fak bibelkennisse ek to forstean kultuerskiednis fan it kristendom. Dat wurdt as ien learfak bisköge. Wat de opmerking van de heer Beeksma betreft, spr. meent, dat hij in deze raad al eens eerder heeft gezegd, dat het in de bedoeling ligt, de te benoemen leerkracht te zeggen, dat van hem verwacht wordt, dat hij bij zijn lessen over Jeruzalem Athene en Rome niet zal ver geten. De heer W. M. de Jong: De zendingsreizen van Pau- lus! De heer J. K. Dijkstra (weth.)Onder andere. Volgno. 486 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 530. Onderhoud van de sportterreinen f 150.840,—. De heer Kas zou graag een korte opmerking maken over het onderhoud van het sportterrein aan de Fon teinstraat. Dit is een eigenaardig geval. In de mem.v.a. schrijven B. en W.: „Indien de commissie voor de li chamelijke opvoeding, die deze terreinen beheert, van oordeel is, dat verbeteringen noodzakelijk zijn, zijn wij bereid dit in overweging te nemen". Nu is spr. in het bezit van een brief aan de commissie voor de lichame lijke opvoeding, waarin twee sportclubs worden ge noemd, die een hele serie klachten hebben geuit over deze velden. Deze clubs schrijven o.a.: „Al deze kwesties zijn reeds meermalen met het bestuur van verschil lende instanties besproken, tot heden zonder resultaat". Spr. zit hier nu een klein beetje mee. Is B. en W. hier iets van bekend? De heer Van der Schaaf (weth.) kan de heer Ras, die inmiddels zo vriendelijk was de bedoelde schriftuur, waarin bepaalde wensen zijn uiteengezet, ter oriëntatie van een aantal rode lijnen te voorzien, mededelen, dat over deze zaak een bespreking heeft plaats gehad tussen de wethouder, belast met de Sportzaken, en die, belast met Openbare Werken, enerzijds, en de commissie voor de lichamelijke opvoeding anderzijds. Daarbij is vrij uit voerig gesproken over een aantal voorzieningen t.a.v. het sportveld aan de Fonteinstraat. Een aantal wen sen, ook voorkomende in de genoemde schriftuur (niet alle, voor zover spr. zo gauw heeft kunnen nagaan) is aan de gemeentelijke vertegenwoordigers doorgegeven. Blijkbaar heeft de commissie voor de lichamelijke op voeding een aantal van de belangrijkste uit de serie wensen gesorteerd en die waard gevonden aan B. en W. te worden voorgelegd. Dit is nog niet zo lang ge leden geschied; het gaf B. en W. aanleiding om aan een aantal van deze wensen te voldoen. De dienst is opdracht gegeven een onderzoek in te stellen en t.z.t. zullen dus in de raad voorstellen tot verbetering ver schijnen. Waarschijnlijk zullen niet alle wensen worden ingewilligd, maar wel die, welke door de commissie voor de lichamelijke opvoeding zwaarwichtig genoeg zijn bevonden. Grotendeels zal dus aan de geuite ver langens worden tegemoetgekomen. Volgno. 530 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 532. Openbare vermakelijkheden f 7.965, De hear Santema hat yn 'e seksje oankundige, dat hy wol efkes fan in pear dingen hwat sizze woe en yn it bisünder slacht dit op in flagge. It sil de rie bikend wêze, dat oan B. en W. yndertiid inkelde fragen steld binne oer it flagjen op 'e Aldehou. En nou binne B. en W. en spr. it dêr net oer iens. Spr. wol op dit momint dizze saek neijer biljochtsje en tagelyk in nij punt oanbringe, dat noch net oan 'e oarder west hat. It is feitwier, dat it flagjen fan 'e Aldehou altyd de bilangstelling lükt. De Aldehou hat dêr in bisünder goed plak foar, omdat in kombinaesje fan twa tafier- wegen derby lans rint. En tagelyk is de stan fan 'e toer der alhiel geskikt foar. Spr. c.s. hawwe doedestiids oanstien op flagjen op hiel bisündere dagen en binammen op it flagjen mei de Fryske flagge. Spr. brocht doe de Alvestêdden-tocht oan 'e oarder. Fan 'e kant fan B. en W. is dêrop sein, dat op sa'n dei net de Fryske flagge, mar de Neder- lanske trijekleur yn top stean moast. Spr. wie it dêr net mei iens en dat hat hy doe ek taljochte, troch to sizzen, dat Ljouwert it sintrum is fan Fryslan en as sadanich ek fan it Fryske folk, dat yn itselde steats- forban libbet as de oare dielen fan Nederlan. mar dochs wol in hiel bisünder karakter hat, net allinnich hwat syn flagge, mar ek hwat syn geastlik-kultureel libben oanbilanget. Nou kin men yn de skiednis fan Fryslan forskate feiten oanwize, dy't oan't nou ta by it ünderwiis net genóch bikend binne, yn elts gefal net trochjown wurde oan 'e skoallebern, lit stean, dat de alderen dy witte. Dwêrs lykwols tsjin dizze ünwittendheit, miskien ek ünforskillichheit yn giet in biweging, de Fryske biwe- ging. Dizze hat sa njonkenlytsen troch stüdzje fan dit lan ek ütmeitsje kinnen, dat der bipaelde data yn de skiednis binne, dy't wol tige de muoite wurdich binne bitocht to wurden, sa byg. de 26e septimber 1345. It sil de measte leden fan 'e rie wol bikend wêze, dat tsjintwurdich op 'e 26e septimber in gearkomste hal- den wurdt op it Reaklif tusken Warns en Starum en op sa'n dei lit it hiele gea eigentlik sjen, dat it mei- libbet. Dan komt dêr in great tal minsken inkelde hünderten en men kin sizze, dat dizze gearkomsten eltse kear troch mear minsken bisocht wurde. It liket spr. ta, dat it yn in stêd als Ljouwert, de haed- stêd fan Fryslan, wol fan bilang is foar de biwustwur- ding fan hiel Fryslan op feestdagen de Fryske flagge yn top to setten op de Aldehou. En omdat de oerheit ek nei spr. syn bitinken wol in taek hat om de minsken dêryn foar to gean, freget hy: soe de haedstêa fan Fryslan yn dizze manifestaesje de foarstap nimme kinne, sadat op 'en dür hiel Fryslan folgje sil? Spr. soe sizze, dat dêr net folie tsjin wêze kin. Hy soe der yn elts gefal op oanstean wolle, dat dizze saek ris yn it kolleezje bisjoen wurdt. En hy hopet, dat B. en W„ foardat de 26e septimber 1957 oanbrutsen is, mei in ütstel komme sille om op dizze dei de flagge üt to stekken. De hear Van der Meer soe hjir efkes by oanslute wolle. Dy slach tsjin Hollan wie yn 1345. Men soe sizze kinne: Wy binne nou 6 ieuwen letter en hjir yn Frys-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1956 | | pagina 17